Stichting Houtense Hodoniemen

Onderzoekt straatnamen, boerderijen, onroerend goed en adellijke families in Houten en omgeving

Familie Bosch van Drakestein - Vast- en Onroerend Goed

 

Verworven gronden, landerijen, boerderijen en landgoederen, herbergen door jhr. Paulus Wilhelmus Bosch van Drakestein (1771-1834) tussen 1798 en 1832-1900 en overige familieleden.

 

    

Kaart van landerijen te Oostveen, vervaardigd door de landmeter van het Hof van Utrecht op basis van een landmeterskaart van 1641 van het gehele gebied aldaar. Het noorden is linksonder. De Vuursche, linksboven. Gemeente De Bilt middenboven. Bron: Het Utrechts Archief, 1855, 1074. Kaart van landerijen te Oostveen, vervaardigd door de landmeter van het Hof van Utrecht op basis van een landmeterskaart van 1641 van het gehele gebied aldaar. Het noorden is linksonder. De Vuursche, linksboven. Gemeente De Bilt middenboven. Bron: Het Utrechts Archief, 1855, 1074.




Aankopen vast- en onroerend goed in kaart gebracht

 


De tot nu toe bekende uitgezochte gegevens door SHH van grond aankopen door jhr. Paulus Wilhelmus Bosch van Drakestein en/of zijn nazaten tussen 1798 en 1832-1900.

Let op: galerij wordt van tijd tot tijd aangevuld met meer kaarten van grondaankopen.


        






    

 Toelichting bij de aangekochte vast- en onroerende goederen


Families Bijleveld, Bosch (van Drakestein- Van Oud-Amelisweerd) en Michiels van Kessenich hadden aan het einde van de achttiende eeuw en de eerste vijfentwintig jaar van de negentiende eeuw meer vastgoed dan we hier op deze pagina staat beschreven. Het gaat dan voornamelijk om binnenstedelijk panden binnen Utrecht stad.

Deze heeft de stichting verder niet uitgezocht. Historisch bewoningsonderzoek in de binnenstad van Utrecht en de eigendomsverhouding daarin in het eind van de achttiende eeuw is namelijk niet het onderzoeksgebied en de kunde van de stichting.

De stichting heeft zich voornamelijk gericht op betrouwbaar krantenonderzoek uit kranten van de achttiende- en begin negentiende eeuw, gehaald uit de database Delpher.nl van de Koninklijke Bibliotheek te Den Haag. In kranten werden in die tijdsperiode divers vast- en onroerend goed te koop aangeboden of aangekondigd voor aanstaande veilingen.

De grootte in oppervlakten van (Ridder)hofsteden, landerijen en landgoederen in morgen of hectaren die waren te herleiden naar een goede locatie, die heden te vinden zijn op online kaarten over de provincies Utrecht en Gelderland.

Zijn het dat de stichting ervoor gekozen heeft deze aankopen van vast- en onroerende goederen van boven genoemde families te onderzoeken en erover te publiceren. Het is niet uitgesloten dat zij meer hadden in vast- en onroerend goed. Gelegen in andere provincies of steden/dorpen buiten de provincies Utrecht en Gelderland.




Aankoop informatie en/of verervingen van families Bosch en Bijleveld zijn ook uit de online database van getranscribeerde notariële akten van Het Utrechts Archief gehaald.

Na het overlijden van jhr. Paulus Wilhelmus Bosch van Drakestein en zijn neef Jan Willem Hendrik Bosch zijn erin de loop van de negentiende eeuw nog diverse familieleden Bosch geweest die ook andere stukken land kochten. Om van de opbrengst van de pachten te rentenieren. De stichting heeft de meest van deze aankopen niet meegenomen in het hieronder omschreven overzicht.



De Tiende van de gemeente Ommeren

Verpachting van tienden op diverse landbouwgronden in de ambachtsheerlijkheid Ommeren op vrijdag 17 april 1665. Bron: Het Utrechts Archief, archief Bosch van Drakestein 635 32. Verpachting van tienden op diverse landbouwgronden in de ambachtsheerlijkheid Ommeren op vrijdag 17 april 1665. Bron: Het Utrechts Archief, archief Bosch van Drakestein 635 32.



Op vrijdag 17 april 1665 wordt erop een fiche een nieuwe verpachtingsronden gehouden door de toenmalige houder van de tiendrechten in de ambachtsheerlijkheid Ommeren en Lienden (Gelderland). In de zeventiende eeuw behoorde deze tiendrechten bij diverse aanzienlijke lieden die in de omgeving van het dorp (kerspel) van Ommeren woonde.

In de 18e eeuw komt het tiendrecht van de heerlijkheid van Ommeren toe aan Paulus van Bijleveld. In het jaar 1795 na het overlijden van Paulus van Bijleveld heeft hij in zijn testament bepaald dat neef Paulus Willem Bosch (1771-1834) het tiendrecht als erfenis toebedeeld eeg van zijn oom..

Paulus van Bijleveld was de oudere broer van Cornelia van Bijleveld, dus de oom van Paulus Willem Bosch. 


Op maandag 28 december 1818 vond de boedelscheiding plaats van de goederen van Paulus van Bijleveld die 23 jaar eerder was overleden. Het tiendrecht in de gemeente Ommeren werd toebedeeld aan neef Paulus Willem Bosch. Bron: Het Utrechts Archief, 203 30. Op maandag 28 december 1818 vond de boedelscheiding plaats van de goederen van Paulus van Bijleveld die 23 jaar eerder was overleden. Het tiendrecht in de gemeente Ommeren werd toebedeeld aan neef Paulus Willem Bosch. Bron: Het Utrechts Archief, 203 30.



Bij het opmaken van de Memories van Successie van jhr. Paulus Wilhelmus Bosch van Drakestein in 1834. Wordt er geschreven over het recht op tiendheffing (recht) op diverse landerijen en landbouwgronden in de gemeente Lienden bij en om het dorp Ommeren in de provincie Gelderland.

Een tiend was het recht op het heffen van opbrengsten op landbouwgronden of boomgaarden om een tiende gedeelte hiervan af te staan aan de heer die het recht op de tiendheffing had. Het tiendrecht is in de jaren tien van de twintigste eeuw afgeschaft en afgekocht. Destijds door de toenmalige grootgrondbezitters van die tijd.

In het jaar 1894 na het overlijden van jhr. Paulus Jan Bosch van Drakestein (1825-1894) is bekend bij het opmaken van zijn Memories van Successie dat hij nog de tiende in het Ommersche Veld bezat.


Op maandag 28 december 1818 vond de boedelscheiding plaats van de goederen van Paulus van Bijleveld die 23 jaar eerder was overleden. Het tiendrecht in de gemeente Ommeren werd toebedeeld aan neef Paulus Willem Bosch. Bijschrijving van het tiendrecht aan neef Paulus Willem Bosch. Bron: Het Utrechts Archief, 203 30. Op maandag 28 december 1818 vond de boedelscheiding plaats van de goederen van Paulus van Bijleveld die 23 jaar eerder was overleden. Het tiendrecht in de gemeente Ommeren werd toebedeeld aan neef Paulus Willem Bosch. Bijschrijving van het tiendrecht aan neef Paulus Willem Bosch. Bron: Het Utrechts Archief, 203 30.



Schoonzoon van Paulus Jan Bosch, jhr. P.J.J.S.M. van der Does de Willebois uit ''s-Hertogenbosch deed rond 1908-1910 aangifte bij de Tiendecommissie in het derde Tiendedistrict te Tiel te Gelderland om het tiendrecht in Ommeren, genaamd op De Princen of Oudeweise tiend ook wel genaamd de Ommerveldse Havertiend afgekocht en vergoed te krijgen.

Bij besluit van de tiendecommissie van dinsdag 23 augustus 1910 werd hier het fiat voor gegeven.

Bron: Het Gelders Archief, 0094 Tiendecommissie in het derde Tiendedistrict te Tiel, 127.


Op zaterdag 14 oktober 1780 vond ten overstaan van de Utrechtse A.a Hoevenaar de testamentaire bepaling plaats van Paulus van Bijleveld, pastoor uit Vleuten. Hierin bepaalde Van Bijleveld dat zijn negenjarige neef na zijn overlijden als legaat de Ommerensche Tiend toebedeeld zou krijgen. In 1818 bij het verkrijgen van het legaat voegde Paul Bosch de Ommerensche Tiend toe bij het vermogen van kasteel Drakestein en de daarop aanwezige toekomistige familieleden. Bron: Het Utrechts Archief. 34-4, 1731, aktenummer: 174. Op zaterdag 14 oktober 1780 vond ten overstaan van de Utrechtse A.a Hoevenaar de testamentaire bepaling plaats van Paulus van Bijleveld, pastoor uit Vleuten. Hierin bepaalde Van Bijleveld dat zijn negenjarige neef na zijn overlijden als legaat de Ommerensche Tiend toebedeeld zou krijgen. In 1818 bij het verkrijgen van het legaat voegde Paul Bosch de Ommerensche Tiend toe bij het vermogen van kasteel Drakestein en de daarop aanwezige toekomistige familieleden. Bron: Het Utrechts Archief. 34-4, 1731, aktenummer: 174.


Wegen en watergangen kaart van het dorp Ommeren in de voormalige gemeente Lienden. Bron: Regionaal Archief Rivierenland Tiel 0669 102. Wegen en watergangen kaart van het dorp Ommeren in de voormalige gemeente Lienden. Bron: Regionaal Archief Rivierenland Tiel 0669 102.


Op zaterdag 14 oktober 1780 vond ten overstaan van de Utrechtse A.a Hoevenaar de testamentaire bepaling plaats van Paulus van Bijleveld, pastoor uit Vleuten. Hierin bepaalde Van Bijleveld dat zijn negenjarige neef na zijn overlijden als legaat de Ommerensche Tiend toebedeeld zou krijgen. In 1818 bij het verkrijgen van het legaat voegde Paul Bosch de Ommerensche Tiend toe bij het vermogen van kasteel Drakestein en de daarop aanwezige toekomistige familieleden. Handtekeningen. Bron: Het Utrechts Archief. 34-4, 1731, aktenummer: 174. Op zaterdag 14 oktober 1780 vond ten overstaan van de Utrechtse A.a Hoevenaar de testamentaire bepaling plaats van Paulus van Bijleveld, pastoor uit Vleuten. Hierin bepaalde Van Bijleveld dat zijn negenjarige neef na zijn overlijden als legaat de Ommerensche Tiend toebedeeld zou krijgen. In 1818 bij het verkrijgen van het legaat voegde Paul Bosch de Ommerensche Tiend toe bij het vermogen van kasteel Drakestein en de daarop aanwezige toekomistige familieleden. Handtekeningen. Bron: Het Utrechts Archief. 34-4, 1731, aktenummer: 174.


       

Op 19 maart 1909 vond bij de tiendcommissie de afkoop plaats van de tiendrecht in het Ommerensche Havertiend enz.. Jhr. Petrus Josephus Johannes Sophia Marie van der Does de Willebois burgemeester van 's-Hertogenbosch, gehuwd met jkvr. Maria Henriette Elisabeth Bosch van Drakestein. Jhr. Petrus van der Does had de tienden verkregen van na het overlijden van zijn schoonvader jhr. Paulus Jan Bosch van Drakestein (1825-1894). Die het daarvoor van zijn grootvader jhr. Paulus Willem Bosch van Drakestein verwerf met daartussen door zijn zoon Frederik Bosch van Drakestein. Fragment uit de afkoop akte van het tiendrecht in Ommeren. Bron: Gelders Archief, 0094, 127. Op 19 maart 1909 vond bij de tiendcommissie de afkoop plaats van de tiendrecht in het Ommerensche Havertiend enz.. Jhr. Petrus Josephus Johannes Sophia Marie van der Does de Willebois burgemeester van 's-Hertogenbosch, gehuwd met jkvr. Maria Henriette Elisabeth Bosch van Drakestein. Jhr. Petrus van der Does had de tienden verkregen van na het overlijden van zijn schoonvader jhr. Paulus Jan Bosch van Drakestein (1825-1894). Die het daarvoor van zijn grootvader jhr. Paulus Willem Bosch van Drakestein verwerf met daartussen door zijn zoon Frederik Bosch van Drakestein. Fragment uit de afkoop akte van het tiendrecht in Ommeren. Bron: Gelders Archief, 0094, 127.


Op 19 maart 1909 vond bij de tiendcommissie de afkoop plaats van de tiendrecht in het Ommerensche Havertiend enz.. Jhr. Petrus Josephus Johannes Sophia Marie van der Does de Willebois burgemeester van 's-Hertogenbosch, gehuwd met jkvr. Maria Henriette Elisabeth Bosch van Drakestein. Jhr. Petrus van der Does had de tienden verkregen van na het overlijden van zijn schoonvader jhr. Paulus Jan Bosch van Drakestein (1825-1894). Die het daarvoor van zijn grootvader jhr. Paulus Willem Bosch van Drakestein verwerf met daartussen door zijn zoon Frederik Bosch van Drakestein. Fragment uit de afkoop akte van het tiendrecht in Ommeren. Schattingslijst en omschrijving van het Thienrecht.Bron: Gelders Archief, 0094, 127. Op 19 maart 1909 vond bij de tiendcommissie de afkoop plaats van de tiendrecht in het Ommerensche Havertiend enz.. Jhr. Petrus Josephus Johannes Sophia Marie van der Does de Willebois burgemeester van 's-Hertogenbosch, gehuwd met jkvr. Maria Henriette Elisabeth Bosch van Drakestein. Jhr. Petrus van der Does had de tienden verkregen van na het overlijden van zijn schoonvader jhr. Paulus Jan Bosch van Drakestein (1825-1894). Die het daarvoor van zijn grootvader jhr. Paulus Willem Bosch van Drakestein verwerf met daartussen door zijn zoon Frederik Bosch van Drakestein. Fragment uit de afkoop akte van het tiendrecht in Ommeren. Schattingslijst en omschrijving van het Thienrecht.Bron: Gelders Archief, 0094, 127.


  

Bouw- en weiland gronden in dorp 't Goy (gem. Houten)

Gronden aangekocht op 08-08-1735 door Hendrik Bosch voor zijn onmondige zoon Theodorus Gerardus Bosch. Na zijn overlijden in 1802 komen ze in het bezit van Paulus Wilhelmus Bosch. Situatie op de kaart ingetekend op 1 oktober 1832. Gronden aangekocht op 08-08-1735 door Hendrik Bosch voor zijn onmondige zoon Theodorus Gerardus Bosch. Na zijn overlijden in 1802 komen ze in het bezit van Paulus Wilhelmus Bosch. Situatie op de kaart ingetekend op 1 oktober 1832.



Op maandag 8 augustus 1735 werd ten overstaan van notaris Johannes Sluyterman te Utrecht door Hendrik Willem als voogd van zijn onmondige zoon Theodorus Gerardus Bosch 8 morgen bouw en weiland aangekocht naast het Uurdijkje gelegen in 't Goy. Bij de koop behoorde ook 3 en halve morgen en 9 roeden land en een halve morgen land in erfpacht bij het kapittel Ten Dom te Utrecht.

Gelegen tussen de Tuurdijk ten het noordoosten en Beusichemseweg in het zuidwesten. Na het overlijden van Theodorus in 1802 vererven de landerijen in 't Houten bij Houten op zijn zoon Paulus Wilhelmus Bosch. In 1832 zijn de landerijen in het bezit van de neef van Paulus, Jan Hendrik Willem Bosch. Maar behoren dan bij de landerijen van boerderij Schoneveld (Leedijkerhout 15-17).


 

Herberg De Klop en landerijen

te Zuilen (gem. Utrecht, wijk Overvecht)

Gezicht over de Vecht buiten Utrecht met de herberg De Klop en links op de achtergrond slot Zuylen in 1779. Bron: Het Utrechts Archief, catalogusnummer: 38219. Gezicht over de Vecht buiten Utrecht met de herberg De Klop en links op de achtergrond slot Zuylen in 1779. Bron: Het Utrechts Archief, catalogusnummer: 38219.



De stichting vroegst bekende vermelding van herberg De Klop dateert van vrijdag 8 oktober 1610. In een akte werd er erfpacht vastgelegd voor het kapittel van Oudmunster te Utrecht voor Adam van Lokhorst na opdracht door Jaspar Quingett. Het betrof hier van een halve hoeve land achter de Klop. Gelegen tegenover het voormalige convent Mariëndaal onder Zuilen.

Bron: Het Utrechts Archief, 76, 9-9.


Kaart (fragment) van land gelegen tussen de Vecht en de Hollandse Rading, onder Westbroek, met afbeelding van het kasteel Zuilen in 1624. Bron: Het Utrechts Archief, 223, 933, p. 22-23. Kaart (fragment) van land gelegen tussen de Vecht en de Hollandse Rading, onder Westbroek, met afbeelding van het kasteel Zuilen in 1624. Bron: Het Utrechts Archief, 223, 933, p. 22-23.



Uit twee andere archieven die te vinden zijn bij het Amsterdams Stadsarchief in aktenboeken van transport van onroerend goed uit 1680 en 1681. Wordt als belending van verkoop van hofstede Roosendaal, De Klop als belending genoemd.

Bron: Amsterdam Stadsarchief, toegang 5066, inv. nr.37 folio 261 en toegang 5067, inv. nr.26 folio 225.

Met dank aan Frits van Riel te Utrecht.


Slot Zuylen vanuit het zuidoosten gezien in 1995. Bron: H. Bol, Provincie Utrecht. Slot Zuylen vanuit het zuidoosten gezien in 1995. Bron: H. Bol, Provincie Utrecht. Slot Zuylen vanuit het zuidoosten gezien in 1995. Bron: H. Bol, Provincie Utrecht. Slot Zuylen vanuit het zuidoosten gezien in 1995. Bron: H. Bol, Provincie Utrecht.



Hierop is een vermelding van herberg De Klop aan het einde 17e eeuw te vinden wat toen nog vermeld werd als 'herberge d'Klop'. Op woensdag 12 januari 1695 werd ten overstaan van de Utrechtse notaris Nico Vonck het goed verkocht door Cornelis Teuniss van Oostveen, wonende op De Klop te Zuylen samen met zijn echtgenote Dirkie Janss.

Koper was Hendrik Willhem Brieell, van beroep Advocaat aan het Hof van Utrecht. Op dezelfde dag ten overstaan van notaris Vonck verruilde Cor van Oostveen zijn bezit De Klop om het voortaan te huren van Hendrik Brieell.

Bron: Het Utrechts Archief 34-4 U083b018 aktenummer 6 12-01-1695 en U083b018 aktenummer 7 12-01-1695.


Kaart (fragment) van het dorp en huis Zuilen en van percelen bouw- en weiland en een boomgaard tussen de Vecht en de Groeneweg en de Nedereindsevaart en de Klopvaart uit ca. 1650. Bron: Het Utrechts Archief, 76, 283-1. Kaart (fragment) van het dorp en huis Zuilen en van percelen bouw- en weiland en een boomgaard tussen de Vecht en de Groeneweg en de Nedereindsevaart en de Klopvaart uit ca. 1650. Bron: Het Utrechts Archief, 76, 283-1.


 

Bij een tweede bekende huurcedule bekend van dinsdag 22 februari 1707 opgemaakt bij de Utrechtse notaris Theodorus Vosch van Avezaat verhuurde Weyntje van Zyll weduwe van Jochem van Veen Huysinge ende herberge De Clop aan Jan Arissen in de Klop in het gerecht van Zuilen.

Bron: Het Utrechts Archief 34-4 U118a002 aktenummer 415 22-02-1707.


Gezicht over de Vecht te Utrecht op de voorgevel en het inrijhek van het huis Roosendaal en op de achtergrond de herberg De Klop in 1750 - 1800. Bron: Het Utrechts Archief, catalogusnummer: 206347. Gezicht over de Vecht te Utrecht op de voorgevel en het inrijhek van het huis Roosendaal en op de achtergrond de herberg De Klop in 1750 - 1800. Bron: Het Utrechts Archief, catalogusnummer: 206347.



Een kleine twee jaar later verhuurde Weyntje van Zyll ten overstaan van Vosch van Avezaat op zaterdag 13 oktober 1708, huysinge en de hergerbe De Clop aan Jan Arissen van Barnevelt.

Bron: Het Utrechts Archief 34-4 U118a002 aktenummer 514 13-10-1708

Op maandag 12 januari 1711 verhuurde Weyntje van Zyll ten overstaan van Vosch van Avezaat, huysinge en herberge c.a. met cleyn huysjen over den dyck; Vecht omtrent Rosendael, De Clop aan Arien Cornelissen van Schayck.

Bron: Het Utrechts Archief 34-4 U118a003 aktenummer 101 12-01-1711


Huize/boerderij/herberg De Klop aan de Klopdijk 2 langs de Vecht in 2016 van familie Voorwinden-Van der Slot vanuit het zuiden gezien. Foto: Slagboom en Peeters Luchtfotografie B.V. Huize/boerderij/herberg De Klop aan de Klopdijk 2 langs de Vecht in 2016 van familie Voorwinden-Van der Slot vanuit het zuiden gezien. Foto: Slagboom en Peeters Luchtfotografie B.V.



Op zaterdag 23 juni 1736 werd ten overstaan van het Hof van Utrecht en het gerecht van Utrecht herberg De Klop verkocht voor 2000 duizend en 50 carolusguldens en 20 stuivers, Verkoper was Gerrit Maassen die het goed verkocht aan Hendrik van Bijleveld brouwer wonende te Vleuten.

Hendrik was zoals eerder beschreven brouwer maar ook schepen van het gerecht Vleuten. als Hendrik sterft komt herberg De Klop toe aan zijn enigste zoon Johan van Bijleveld werd geboren in ca. 1702 en overleed in 1769, net als zijn vader beoefende hij ook dezelfde beroepen.

Bron: Het Utrechts Archief, T76 huisarchief Zuilen, Invt. 45.


Luchtfoto uit 2016 vanuit het noordwesten gezien met Fort aan De Klop met daarachter huize/boerderij/herberg De Klop. Rechts rivier de Vecht. Foto: Slagboom en Peeters Luchtfotografie B.V. Luchtfoto uit 2016 vanuit het noordwesten gezien met Fort aan De Klop met daarachter huize/boerderij/herberg De Klop. Rechts rivier de Vecht. Foto: Slagboom en Peeters Luchtfotografie B.V.



Ruim vijf jaar later werd ten overstaan van de Utrechtse Dirk Oskamp door Hendrik van Bijleveld, huysinge en herreberg De Klop, verhuurd aan Willem Goes op zaterdag 10 juni 1741.

Bron: Het Utrechts Archief 34-4 U188a003 aktenummer 119 10-06-1741

Op zaterdag 25 mei 1782 vond ten overstaan van de Utrechtse notaris Willem Gerard van Nes de boedelscheiding plaats van de ouders van Willem Hendrik van Bijleveld (1733-1799), Paulus van Bijleveld (1741-1795) en Cornelia van Bijleveld (1746-1823).

Vader Johannes Cornelis van Bijleveld, (1702-1769), huwde in 1751 Ida Eycken.

Zij overleed in 1780.


Gezicht vanaf de Vechtdijk op de Vecht en de herberg De Klop bij Zuilen uit het oosten in 1760. Bron: Het Utrechts Archief, catalogusnummer: 202338. Gezicht vanaf de Vechtdijk op de Vecht en de herberg De Klop bij Zuilen uit het oosten in 1760. Bron: Het Utrechts Archief, catalogusnummer: 202338.



Cornelia werd vertegenwoordigd door haar echtgenoot Theodorus Gerardus Bosch. In de achttiende- en negentiende eeuw was het gewoonlijk dat nalatenschappen naar een vrouwelijk lid van een familie werden beheerd door de echtgenoot. Uit de boedelscheiding kreeg Cornelia van haar ouders herberg De Klop, heden gelegen aan de Klopdijk 2 te Utrecht Overvecht.

Bron: Het Utrechts Archief 34-4 U211a005 aktenummer 28 25-05-1782.


Fragment uit de akte van zaterdag 18 januari 1800 van verhuur ten overstaan van de Utrechtse notaris Hermanus Brouwer en huurder / kastelein van herberg De Klop Daniël Vreeaars en eigenaar Theodorus Geardus Bosch, voogd over Cornelia van Bijleveld zijn echtgenoot. Bron: Het Utrechts Archief, 34-4, 2452, aktenummer: 10. Fragment uit de akte van zaterdag 18 januari 1800 van verhuur ten overstaan van de Utrechtse notaris Hermanus Brouwer en huurder / kastelein van herberg De Klop Daniël Vreeaars en eigenaar Theodorus Geardus Bosch, voogd over Cornelia van Bijleveld zijn echtgenoot. Bron: Het Utrechts Archief, 34-4, 2452, aktenummer: 10.



Van een huurcedule uit het tijdperk dat Cornelia van Bijleveld het goed van De Klop bezat. Verhuurde Theodorus Gerardus Bosch ten overstaan van de Utrechtse notaris Johan Kelffkens op vrijdag 2 november 1782, huysinge c.a., zynde een herberg met kolffbaan; de Vegt by het Sandpad, aan Daniel Vreaart, genaamd Daniel Vreyers, wonende te Achttienhoven tesamen met zijn echtgenote Aaltje van der Woert.

Bron: Het Utrechts Archief 34-4 U225a015 aktenummer 11 02-22-1787.


Fragment uit de akte van zaterdag 18 januari 1800 van verhuur ten overstaan van de Utrechtse notaris Hermanus Brouwer en huurder / kastelein van herberg De Klop Daniël Vreeaars en eigenaar Theodorus Geardus Bosch, voogd over Cornelia van Bijleveld zijn echtgenoot. (handtekeningen). Bron: Het Utrechts Archief, 34-4, 2452, aktenummer: 10. Fragment uit de akte van zaterdag 18 januari 1800 van verhuur ten overstaan van de Utrechtse notaris Hermanus Brouwer en huurder / kastelein van herberg De Klop Daniël Vreeaars en eigenaar Theodorus Geardus Bosch, voogd over Cornelia van Bijleveld zijn echtgenoot. (handtekeningen). Bron: Het Utrechts Archief, 34-4, 2452, aktenummer: 10.


 


   

Op dinsdag 31 januari 1804 vond ten overstaan van de Utrechtse notaris Nicolaas Willem Buddingh de verkoop plaats van 4 morgen weiland, gelegen aan oostzijde van de Groeneweg. Gelegen in de gerechten van Westbroek, Buitenweg achter De Klop. Hermanus Fransen Jansz. wonende te Zuylen op Mariëndaal met echtgenote Eva Wigman werd de 4 morgen land verkocht aan Cornelia van Bijleveld, weduwe van Theodorus Gerardus Bosch. De verkoopprijs van het goed betrof f. 1.800-, gulden. (fragment van beschrijving). Bron: Het Utrechts Archief, 34-4, 2134, aktenummer: 13. Op dinsdag 31 januari 1804 vond ten overstaan van de Utrechtse notaris Nicolaas Willem Buddingh de verkoop plaats van 4 morgen weiland, gelegen aan oostzijde van de Groeneweg. Gelegen in de gerechten van Westbroek, Buitenweg achter De Klop. Hermanus Fransen Jansz. wonende te Zuylen op Mariëndaal met echtgenote Eva Wigman werd de 4 morgen land verkocht aan Cornelia van Bijleveld, weduwe van Theodorus Gerardus Bosch. De verkoopprijs van het goed betrof f. 1.800-, gulden. (fragment van beschrijving). Bron: Het Utrechts Archief, 34-4, 2134, aktenummer: 13.


Op dinsdag 31 januari 1804 vond ten overstaan van de Utrechtse notaris Nicolaas Willem Buddingh de verkoop plaats van 4 morgen weiland, gelegen aan oostzijde van de Groeneweg. Gelegen in de gerechten van Westbroek, Buitenweg achter De Klop. Hermanus Fransen Jansz. wonende te Zuylen op Mariëndaal met echtgenote Eva Wigman werd de 4 morgen land verkocht aan Cornelia van Bijleveld, weduwe van Theodorus Gerardus Bosch. De verkoopprijs van het goed betrof f. 1.800-, gulden. (fragment met handtekeningen). Bron: Het Utrechts Archief, 34-4, 2134, aktenummer: 13. Op dinsdag 31 januari 1804 vond ten overstaan van de Utrechtse notaris Nicolaas Willem Buddingh de verkoop plaats van 4 morgen weiland, gelegen aan oostzijde van de Groeneweg. Gelegen in de gerechten van Westbroek, Buitenweg achter De Klop. Hermanus Fransen Jansz. wonende te Zuylen op Mariëndaal met echtgenote Eva Wigman werd de 4 morgen land verkocht aan Cornelia van Bijleveld, weduwe van Theodorus Gerardus Bosch. De verkoopprijs van het goed betrof f. 1.800-, gulden. (fragment met handtekeningen). Bron: Het Utrechts Archief, 34-4, 2134, aktenummer: 13.



Gezicht op de voorgevel van boerderij De Klop (Klopdijk 2) te Utrecht, vanaf de Vechtdijk in 1984. Bron: Het Utrechts Archief, catalogusnummer: 844954. Gezicht op de voorgevel van boerderij De Klop (Klopdijk 2) te Utrecht, vanaf de Vechtdijk in 1984. Bron: Het Utrechts Archief, catalogusnummer: 844954.

 


Na het overlijden van Cornelia van Bijleveld in 1823 komt de herberg toe aan haar zoon Paulus Wilhelmus Bosch van Drakestein.


Kaart (fragment/reconstructie) uit de 17e eeuw naar de situatie van 1539 van de gerechten behorend bij de stadsvrijheid Utrecht van Utrecht naar een tekening van Cornelis Specht. Hierp staat Slot Zuylen al ingetekend en rivier de Vecht. Rehts van het midden hofstede Den Dael ook maar nog niet herberg De Klop. Er is bij het westelijke gedeelte van de Klopdijk de naam 'De Klophaemer ingevuld, maar dit zal een 17e eeuwse toevoeging zijn geweest maar niet naar zoals deze situatie was qua 'naam' uit het jaar 1539. Bron: Het Utrechts Archief, beeldbank. Kaart (fragment/reconstructie) uit de 17e eeuw naar de situatie van 1539 van de gerechten behorend bij de stadsvrijheid Utrecht van Utrecht naar een tekening van Cornelis Specht. Hierp staat Slot Zuylen al ingetekend en rivier de Vecht. Rehts van het midden hofstede Den Dael ook maar nog niet herberg De Klop. Er is bij het westelijke gedeelte van de Klopdijk de naam 'De Klophaemer ingevuld, maar dit zal een 17e eeuwse toevoeging zijn geweest maar niet naar zoals deze situatie was qua 'naam' uit het jaar 1539. Bron: Het Utrechts Archief, beeldbank.


    

Gezicht op de zijgevel met aanbouw en de voorgevel van boerderij De Klop (Klopdijk 2) te Utrecht op vrijdag 4 december 2015. Naar een foto van R. van der Woude. Bron: Het Utrechts Archief, catalogusnummer: 844972. Gezicht op de zijgevel met aanbouw en de voorgevel van boerderij De Klop (Klopdijk 2) te Utrecht op vrijdag 4 december 2015. Naar een foto van R. van der Woude. Bron: Het Utrechts Archief, catalogusnummer: 844972.


Gezicht op enkele bijgebouwen van boerderij De Klop (Klopdijk 2) te Utrecht op vrijdag 25 februari 2005. Naar een foto van R. van der Woude. Bron: Het Utrechts Archief, catalogusnummer:	 844955. Gezicht op enkele bijgebouwen van boerderij De Klop (Klopdijk 2) te Utrecht op vrijdag 25 februari 2005. Naar een foto van R. van der Woude. Bron: Het Utrechts Archief, catalogusnummer: 844955.


Een van de bijgebouwen op het fortterrein van Fort aan de Klop in Utrecht Overvecht. Foto: Wikimedia Commons. Een van de bijgebouwen op het fortterrein van Fort aan de Klop in Utrecht Overvecht. Foto: Wikimedia Commons.


Het achter terrein van de vroegere herberg De Klop aan de Klopdijk te Utrecht Overvecht. Foto: Wikimedia Commons. Het achter terrein van de vroegere herberg De Klop aan de Klopdijk te Utrecht Overvecht. Foto: Wikimedia Commons.


    

Luchtfoto van het fortterrein van Fort aan de Klop in Utrecht Overvecht met rechts rivier de Vecht en bovenaan de vroegere herberg De Klop. Foto: Wikimedia Commons. Luchtfoto van het fortterrein van Fort aan de Klop in Utrecht Overvecht met rechts rivier de Vecht en bovenaan de vroegere herberg De Klop. Foto: Wikimedia Commons.


   


Op dinsdag 28 oktober 1828 ruim zes jaar voor het overlijden van Paul geeft hij herberg De Klop als gift toe aan zijn oudste zoon jhr. Willem Bosch van Drakestein.

Dit gebeurt ten overstaan van de Utrechtse notaris Pieter Adriaan Schermbeek. Waarna De Klop ruim 18 jaar in het bezit van Willem blijft en dus onder het onder het onroerend goed van Landgoed Nieuw-Amelisweerd in de gemeente Rhijnauwen ging behoren.
jhr. Willem Bosch van Drakestein verkocht De Klop op zaterdag 14 juni 1845 ten overstaan van de Utrechtse notaris G.H. Stevens aan Carel Emanuel baron Tuyll van Serooskerken.

Na zijn overlijden nog datzelfde jaar komt De Klop in het bezit van zijn zoon Willem René baron Tuyll van Serooskerken.
Hij overleed in 1878 waarop De Klop in het bezit van zijn echtgenote mevr. Van Weede tot 1899.

Bij testament liet Willem René baron Tuyll en Serooskerken enkele jaren voor zijn overlijden optekenen dat Slot Zuylen en herberg De Klop na het overlijden van zijn echtgenote Van Weede moest overgaan naar zijn achterneef Frederik Leopold Samuel Frans baron Tuyll van Serooskerke. Frederik Leopold was de kleinzoon van de broer van de vader van Willem René, hij die ook Willem René heette en in 1839 overleed.


Advertentie over de verkoop van 'Hofstede De Klop' die in vele landelijke dagbladen stond dat de landerijen en de hofstede door melkfabrikant Van der Lee verkocht zouden gaan worden aan familie Voorwinden. Bron: Delpher.nl. Advertentie over de verkoop van 'Hofstede De Klop' die in vele landelijke dagbladen stond dat de landerijen en de hofstede door melkfabrikant Van der Lee verkocht zouden gaan worden aan familie Voorwinden. Bron: Delpher.nl.



Een van Willem René's nazaten Frederik Leopold Samuel Frans baron Tuyll van Serooskerke, Heer van Zuilen verkoopt huize De Klop bij veiling op zaterdag 21 april 1900 onder het toeziend oog van de Maarssense notaris Diederik Hendrik van Nieuwenhuizen.

Koper van herberg De Klop was Cornelis Gijsbertus van der Lee, van beroep Zuivelfabrikant te Utrecht.

Hij kocht De Klop van baron Tuyll van Serooskerken voor f. 21.872,56 gulden.

Hij verkoopt De Klop in op zaterdag 6 juli 1912 per veiling ten overstaan van de Utrechtse notaris J.G. Brouwer Nijhoff aan Simon Anthonie Voorwinden uit Schiebroek van beroep veehouder en later wonende te Zuilen.

Simon Voorwinden kocht De Klop aan met een lening van f. 28.000,- gulden van vrouwe Anna Elisabeth Ribbius Peletier, echtgenote van dr. Jacob Hartog. Hij voldeed de kooppenningen op vrijdag 1 november 1912 ten overstaan van notaris Brouwer Nijhoff te Utrecht.

Simon was gehuwd met Baatje van Wijngaarden.  Het echtpaar kreeg een zoon Leenert Simon Voorwinden (1898-1976)

Leendert was gehuwd met Johanna van Os (1896-1974)

In 1956 werd Leendert Voorwinden de halve  eigenaar van boerderij De Klop. Voor de andere helft werd Jan Dirk van der Voort ook van beroep Veehouder en wonende te Lunteren de eigenaar van de boerderij.

In 1967 onteigende de gemeente Utrecht huize De Klop van Leendert Voorwinden met als doel de uitbreiding van Utrecht Overvecht Noord te bewerkstelligen.
In later tijd kocht de familie Voorwinden De Klop weer terug van de gemeente Utrecht.

Na het overlijden van Leendert Voorwinden in 1976 woonde (zoon) Simon Anthonie Voorwinden (1925-2005) in De Klop.


         

Portret van jhr. Willem Bosch van Drakestein van Nieuw-Amelisweerd (1798-1853) in de periode 1835-1840. Eigenaar van herberg de Klop van 1828 tot 1845. Portret bevindt zich in particulier bezit. Portret van jhr. Willem Bosch van Drakestein van Nieuw-Amelisweerd (1798-1853) in de periode 1835-1840. Eigenaar van herberg de Klop van 1828 tot 1845. Portret bevindt zich in particulier bezit.


  

Herberg De Klop aan de Klopdijk en Vechtdijk en de 1e Polderweg op woensdag 29 augustus 1764. Door een anonieme tekenaar. Met links de Klopvaart en de sluis met brug met daarnaast de rivier de Vecht. Bron: Beeldbank Rijksmuseum, objectnummer: RP-T-1899-A-4159. Herberg De Klop aan de Klopdijk en Vechtdijk en de 1e Polderweg op woensdag 29 augustus 1764. Door een anonieme tekenaar. Met links de Klopvaart en de sluis met brug met daarnaast de rivier de Vecht. Bron: Beeldbank Rijksmuseum, objectnummer: RP-T-1899-A-4159.


    

Schetskaart van de aan te kopen gronden ten noorden van herberg De Klop in 1819 door het Utrechtse departement van Utrechtse fortificatiën van dhr. Willem René baron Tuyll van Serooskerken. Bron: Het Utrechts Archief, 76. Schetskaart van de aan te kopen gronden ten noorden van herberg De Klop in 1819 door het Utrechtse departement van Utrechtse fortificatiën van dhr. Willem René baron Tuyll van Serooskerken. Bron: Het Utrechts Archief, 76.



Bron: Het Utrechts Archief, 34-4, U321a052 1828 sep.-1828 dec.  29-10-1828 - 04-11-1828

Bron: Het Utrechts Archief, 76, 45.

Bron: Het Utrechts Archief, 34-4, U324c047 1845 juni-1845 sep. 14-06-1845 - 23-06-1845


Handtekeningen van vader en zoon jonkheren P.W. Bosch van Drakestein en Willem Bosch van Drakestein ten overstaan van de Utrechtse notaris Pieter Adriaan van Schermbeek Paul droeg landerijen in Westbroek en herberg De Klop over aan zijn oudste zoon Willem Bosch op dinsdag 28 oktober 1828. Bron: Het Utrechts Archief, 34-4, U321a052, 28-10-1828, aktenummer: 9434. Handtekeningen van vader en zoon jonkheren P.W. Bosch van Drakestein en Willem Bosch van Drakestein ten overstaan van de Utrechtse notaris Pieter Adriaan van Schermbeek Paul droeg landerijen in Westbroek en herberg De Klop over aan zijn oudste zoon Willem Bosch op dinsdag 28 oktober 1828. Bron: Het Utrechts Archief, 34-4, U321a052, 28-10-1828, aktenummer: 9434.


 

Utrecht vanaf de Vecht gezien. Naar een tekening van Claes Jansz. Visscher in de periode 1600-1625. Utrecht vanaf de Vecht gezien. Naar een tekening van Claes Jansz. Visscher in de periode 1600-1625.



Op dinsdag 31 januari 1804 kocht Cornelia van Bijleveld voor f. 1.800, - gulden 4 morgen land aan van ten overstaan van de Utrechtse notaris Nicolaas Wilhelmus Buddingh van Hermanus Fransen Jansz, echtgenoot van Eva Wiggen, land gelegen in Westbroek. Land ging bij herberg De Klop behoren.


Fragment uit de notariële verkoopakte op zaterdag 14 juni 1845 ten overstaan van de Utrechtse notaris G.H. Stevens aan Carel Emanuel baron Tuyll van Serooskerken van der verkoop van de herberg De Klop (Klopdijk 2) voor een bedrag van f. 7.350, - gulden door jhr. Willem Bosch van Drakestein van Nieuw-Amelisweerd. Bron: Het Utrechts Archief,34-4 U324c047 1845 juni-1845 sep. 14-06-1845 - 23-06-1845 aktenummers: 14091. Fragment uit de notariële verkoopakte op zaterdag 14 juni 1845 ten overstaan van de Utrechtse notaris G.H. Stevens aan Carel Emanuel baron Tuyll van Serooskerken van der verkoop van de herberg De Klop (Klopdijk 2) voor een bedrag van f. 7.350, - gulden door jhr. Willem Bosch van Drakestein van Nieuw-Amelisweerd. Bron: Het Utrechts Archief,34-4 U324c047 1845 juni-1845 sep. 14-06-1845 - 23-06-1845 aktenummers: 14091.



Andere landerijen in de polder van Westbroek kwamen uit de boedels van familie van Cornelia van Bijleveld of waren aangekocht door Theodorus Gerardus Bosch aangekocht.


Fragment uit de notariële verkoopakte op zaterdag 14 juni 1845 ten overstaan van de Utrechtse notaris G.H. Stevens aan Carel Emanuel baron Tuyll van Serooskerken van der verkoop van de herberg De Klop (Klopdijk 2) voor een bedrag van f. 7.350, - gulden door jhr. Willem Bosch van Drakestein van Nieuw-Amelisweerd (handtekening rechtsboven). Bron: Het Utrechts Archief,34-4 U324c047 1845 juni-1845 sep. 14-06-1845 - 23-06-1845 aktenummers: 14091. Fragment uit de notariële verkoopakte op zaterdag 14 juni 1845 ten overstaan van de Utrechtse notaris G.H. Stevens aan Carel Emanuel baron Tuyll van Serooskerken van der verkoop van de herberg De Klop (Klopdijk 2) voor een bedrag van f. 7.350, - gulden door jhr. Willem Bosch van Drakestein van Nieuw-Amelisweerd (handtekening rechtsboven). Bron: Het Utrechts Archief,34-4 U324c047 1845 juni-1845 sep. 14-06-1845 - 23-06-1845 aktenummers: 14091.



Op zaterdag 23 september 1837 vroeg jhr. Willem Bosch van Drakestein aan het department van het ministerie van oorlog om schadeloosstelling omdat hij de stenen koestal vergroot had achter De Klop met daarop neergelegd dakpannen.

Bron: Het Utrechts Archief, 76, 45.


Willem René (1743-1839), Baron van Tuyll van Serooskerken in 1775. Bron: Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (RCE) te Amersfoort, beeldbank, documentnummer: C527. Willem René (1743-1839), Baron van Tuyll van Serooskerken in 1775. Bron: Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (RCE) te Amersfoort, beeldbank, documentnummer: C527.



De straatnaam de 'Kloplaan' werden door gemeentesecretaris, burgemeester en wethouders van de gemeente Utrecht vastgesteld op maandag 8 oktober 1956.

De Kloplaan is gelegen tussen de Pr. Irenelaan en de rivier de Vecht in het noordelijke deel van de wijk Zuilen.

De straatnaam de 'Klopdijk' werden door gemeentesecretaris, burgemeester en wethouders van de gemeente Utrecht vastgesteld op dinsdag 16 april 1985.

De Klopdijk is gelegen ten oosten van herberg De Klop in de Utrechtse wijk Overvecht. 


Verkoop affiche (fragment) uit het huisarchief Slot Zuylen waarop op perceel 7 'VEEHOUDERSWONING De Klop' door baron Tuyll van Serooskerken wordt verkocht per veiling ten overstaan van de Maarssenveense notaris Nieuwenhuizen op 21 april 1900. Koper van het goed van dhr. Van de Lee. Bron: Het Utrechts Archief, 76, 285. Verkoop affiche (fragment) uit het huisarchief Slot Zuylen waarop op perceel 7 'VEEHOUDERSWONING De Klop' door baron Tuyll van Serooskerken wordt verkocht per veiling ten overstaan van de Maarssenveense notaris Nieuwenhuizen op 21 april 1900. Koper van het goed van dhr. Van de Lee. Bron: Het Utrechts Archief, 76, 285.


Luchtfoto van het in ontwikkeling zijnde gebied tussen de Franciscusdreef (links) en de Klopvaart (rechts) te Utrecht, uit het zuiden. Op de voorgrond de Vecht en het Fort aan de Klop (1e Polderweg 4-6). Links op de achtergrond het Bedrijventerrein Overvecht in 1980. Bron: Het Utrechts Archief, catalogusnummer: 85274. Luchtfoto van het in ontwikkeling zijnde gebied tussen de Franciscusdreef (links) en de Klopvaart (rechts) te Utrecht, uit het zuiden. Op de voorgrond de Vecht en het Fort aan de Klop (1e Polderweg 4-6). Links op de achtergrond het Bedrijventerrein Overvecht in 1980. Bron: Het Utrechts Archief, catalogusnummer: 85274.


Verkoop affiche (fragment) van de verkoop van het onroerend goed van Gijsbertus Cornelis van der Lee op zaterdag 6 juli 1912 ten overstaan van de Utrechtse notaris J.G. Brouwer Nijhoff te Utrecht. Koper was Simon Anthonie Voorwinden voor f. 28.000 gulden met bijbehorende landerijen. Bron: Het Utrechts Archief, 76, 285. Verkoop affiche (fragment) van de verkoop van het onroerend goed van Gijsbertus Cornelis van der Lee op zaterdag 6 juli 1912 ten overstaan van de Utrechtse notaris J.G. Brouwer Nijhoff te Utrecht. Koper was Simon Anthonie Voorwinden voor f. 28.000 gulden met bijbehorende landerijen. Bron: Het Utrechts Archief, 76, 285.


Handtekening van Simon Anthonie Voorwinden op vrijdag 1 november 1912 ten overstaan van notaris J.G. Brouwer Nijhoff voor de koop van boerderij De Klop van melkfabrikant Van der Lee met landerijen in Zuilen en Westbroek voor f. 28.000 gulden. Bron: Het Utrechts Archief, 830, 292, 293. Handtekening van Simon Anthonie Voorwinden op vrijdag 1 november 1912 ten overstaan van notaris J.G. Brouwer Nijhoff voor de koop van boerderij De Klop van melkfabrikant Van der Lee met landerijen in Zuilen en Westbroek voor f. 28.000 gulden. Bron: Het Utrechts Archief, 830, 292, 293.



Luchtfoto van Fort De Klop vanaf 800 m hoogte in 1926. Bron: NIMH-beeldbank, Defensie, objectnummer: 2155_005297. Luchtfoto van Fort De Klop vanaf 800 m hoogte in 1926. Bron: NIMH-beeldbank, Defensie, objectnummer: 2155_005297.



De oudste vermelding die de stichting bekend is van De Klop is de 'Cloop' op de stadregiokaart uit 1629 die zich in de Het Utrechts Archief te vinden is. Diverse historici, Hollandse Waterlinie websites en Regionaal Historische verenigingen schrijven allemaal prachtige artikelen over de historie van Fort aan De Klop. Met de hierin voor hun bekende vermelding dat het fort genoemd is naar herberg De Klophaemer. Met hierin, in 90% van de gevallen in het verhaal niet opgenomen dat het om het naast gelegen pand De Klop gaat.


Kaart (fragment) van de stad Utrecht uit 1629 met wijde omgeving; met weergave van wegen, watergangen en bebouwing buiten de binnenstad; met weergave van een verdedigingswal met bastions en gracht tussen de Vecht en Vaartsche Rijn in de eerste linie en vier hoornwerken tussen de Vecht en de Vaartsche Rijn langs de stadsgracht in de tweede linie. Met rechtsboven herberg De Klop als herberg 'Cloop' ingetekend op de kruising van de Vechtdijk en de Klopdijk. Bron: Het Utrechts Archief, catalogusnummer: 216130. Kaart (fragment) van de stad Utrecht uit 1629 met wijde omgeving; met weergave van wegen, watergangen en bebouwing buiten de binnenstad; met weergave van een verdedigingswal met bastions en gracht tussen de Vecht en Vaartsche Rijn in de eerste linie en vier hoornwerken tussen de Vecht en de Vaartsche Rijn langs de stadsgracht in de tweede linie. Met rechtsboven herberg De Klop als herberg 'Cloop' ingetekend op de kruising van de Vechtdijk en de Klopdijk. Bron: Het Utrechts Archief, catalogusnummer: 216130.



Gelegen naast het fort De Klop aan de Klopdijk 2. Evenmin hierin na het uitgebreid nagekeken te hebben op de website laat geen enkel persoon of verenging een goede duidelijke bronvermelding zien. Waarmee te herleiden is dat erover de herberg geschreven wordt als De Klophaemer.


Achterzijde van Herberg De Klop. Naar een tekening van Dirk van der Burg in het jaar 1760. Achterzijde van Herberg De Klop. Naar een tekening van Dirk van der Burg in het jaar 1760.



De herberg vormde in vroegere tijden een rust- en slaapplaats voor florense die over het naastgelegen zandpad naar Amsterdam of Utrecht trokken. De Klop was er ook voor de trekschuiten en andere scheepjes die veerdienst uitvoerde op de naast gelegen rivier de Vecht. Die meestal hun begin- of eindpunt hadden bij de herberg.

Een tweede opvallende naar onze mening gedeeltelijke misvatting beschreven hierin is dat ze het hebben over dat Fort aan De Klop genoemd naar herberg De Klophaemer.


Gezicht vanaf de Vechtdijk op de Vecht en de herberg De Klop bij Zuilen uit het oosten op donderdag 30 september 1756. Getekend door Jan Versteegh. Bron: Het Utrechts Archief, catalogusnummer: 201001. Gezicht vanaf de Vechtdijk op de Vecht en de herberg De Klop bij Zuilen uit het oosten op donderdag 30 september 1756. Getekend door Jan Versteegh. Bron: Het Utrechts Archief, catalogusnummer: 201001. Gezicht vanaf de Vechtdijk op de Vecht en de herberg De Klop bij Zuilen uit het oosten op donderdag 30 september 1756. Getekend door Jan Versteegh. Bron: Het Utrechts Archief, catalogusnummer: 201001. Gezicht vanaf de Vechtdijk op de Vecht en de herberg De Klop bij Zuilen uit het oosten op donderdag 30 september 1756. Getekend door Jan Versteegh. Bron: Het Utrechts Archief, catalogusnummer: 201001.



Het klopt inderdaad dat in een opgesnorde bron uit een placaatboek uit 1729 herberg De Klop. De Klophaemer wordt genoemd. Wat in één van de summiere bronnen te bevinden is op internet. Waaronder op Google Books en Delpher.nl.

Dat het De Klophamer was geldt verder niet voor de verdere voor- en achterliggende jaren waarin in vermoedelijk tientallen notariële akten wordt geschreven over De Clop of De Klop en niet als zijnde De Klophaemer.


Gezicht op de bomvrije toren van het Fort aan de Klop (1e Polderweg 4-6) te Utrecht in een winters landschap op zaterdag 22 december 2007. Bron: Het Utrechts Archief, catalogusnummer: 901058. Gezicht op de bomvrije toren van het Fort aan de Klop (1e Polderweg 4-6) te Utrecht in een winters landschap op zaterdag 22 december 2007. Bron: Het Utrechts Archief, catalogusnummer: 901058.



Dus leest uw op een website dat Fort aan de Klop is genoemd naar Herberg De Klophamer, dient dit met een korreltje zout te worden verstaan. In de vele honderden jaren vanaf de zeventiende eeuw was, en is het De Clop of De Klop.

Mocht een ander van mening zijn en bewijs hebben dat er in meerdere akten wordt geschreven als zijnde De Klophamer. Dan verneemt de stichting dat graag en kunnen we dit bijstellen.

 

Fort aan de Klop in 1926. Bron: NIMH-beeldbank, Defensie, objectnummer: 2011-0970. Fort aan de Klop in 1926. Bron: NIMH-beeldbank, Defensie, objectnummer: 2011-0970.


Kaart (fragment) van de kadastrale gemeente Zuilen, sectie B te Utrecht midden 19e eeuw. Beneden de Amsterdamsestraatweg (westen), boven rivier de Vecht (oosten). Linksboven de Laan van Chartroise en de Grotelaan ooit onderdeel geweest van klooster Nieuwlicht van de Kartuizers. Bron: Het Utrechts Archief, beeldbank. Kaart (fragment) van de kadastrale gemeente Zuilen, sectie B te Utrecht midden 19e eeuw. Beneden de Amsterdamsestraatweg (westen), boven rivier de Vecht (oosten). Linksboven de Laan van Chartroise en de Grotelaan ooit onderdeel geweest van klooster Nieuwlicht van de Kartuizers. Bron: Het Utrechts Archief, beeldbank.



Op dinsdag 31 januari 1804 werd ten overstaan van de Utrechtse notaris Nicolaas Wilhelmus Buddingh 4 mergen weyland getransporteerd van eigenaar. Gelegen in  de ambachtsheerlijkheid Westbroek en Buytenweg achter de Klop. Verkoper was Hermanus Fransen Jansz, wonend te Zuilen Mariëndaal, echtgenote Eva Wigman. Koopsters was Cornelia van Bijleveld. Zij kocht de 4 morgen land aan om bij haar bezit van boerderij De Klop te trekken. De weilanden lagen enkele tientallen meters in noordwestelijke richting van De Klop af.

Bron: Het Utrechts Archief 34-4 U272c030 aktenummer 13 31-01-1804.


Kaart van het dorp en huis Zuilen en van percelen bouw- en weiland en een boomgaard tussen de Vecht en de Groeneweg en de Nedereindsevaart en de Klopvaart in ca. 1650. Bovenlangs de rivier de Vecht. Links staat herberg De Klop ingetekend op de hoek van de Klopdijk 2, met de Vechtdijk en 1e Polderweg. Bron: Het Utrechts Archief, 76, 283, 001. Kaart van het dorp en huis Zuilen en van percelen bouw- en weiland en een boomgaard tussen de Vecht en de Groeneweg en de Nedereindsevaart en de Klopvaart in ca. 1650. Bovenlangs de rivier de Vecht. Links staat herberg De Klop ingetekend op de hoek van de Klopdijk 2, met de Vechtdijk en 1e Polderweg. Bron: Het Utrechts Archief, 76, 283, 001.



In het jaar 1819 werd westelijk tegen het terrein van boerderij De Klop het Fort aan de Klop aangelegd. Onderdeel van de Nieuwe Hollandse Waterlinie. Cornelia heeft zoals te zien is op de kadasterkaart in dat jaar een aantal stukjes land behorend bij de boerderij aan de Staat der Nederlanden moeten verkopen voor de aanleg van de fortificatie.


Verticale luchtfoto van Fort De Klop, Klopdijk, Vecht en de omgeving van de Prinses Irenelaan te Utrecht in 1948-1952. Bron: Het Utrechts Archief, catalogusnummer: 84963. Verticale luchtfoto van Fort De Klop, Klopdijk, Vecht en de omgeving van de Prinses Irenelaan te Utrecht in 1948-1952. Bron: Het Utrechts Archief, catalogusnummer: 84963.



Fort aan de Klop is een verdedigingswerk aan de rivier de Vecht in Utrecht. Het fort werd aangelegd in 1819. De functie van het fort bestond onder andere uit de bescherming van de stad Utrecht. Het was tevens onderdeel van de Nieuwe Hollandse Waterlinie.


Luchtfoto van Oud-Zuilen (gemeente Maarssen) uit het zuidwesten; met op de achtergrond een gedeelte van de Polder Buitenweg op dinsdag 28 april 1987. Bron: Het Utrechts Archief, catalogusnummer: 50375. Luchtfoto van Oud-Zuilen (gemeente Maarssen) uit het zuidwesten; met op de achtergrond een gedeelte van de Polder Buitenweg op dinsdag 28 april 1987. Bron: Het Utrechts Archief, catalogusnummer: 50375.



 De huidige kruising Klopdijk, Vechtdijk en Eerste Polderweg was vroeger een belangrijk kruispunt voor het verkeer dat met kleine schepen, via de Vecht en de Westbroekervaart (nu Klopvaart), de stad Utrecht moest kunnen bereiken.


Kaart van rivier de Vecht met gedeelte van buiten Rosendaal ten noorden van de rivier en ten zuiden van de Klopvaart. Bron: Archief Slot- Zuylen, Het Utrechts Archief, Topografische Atlas. Kaart van rivier de Vecht met gedeelte van buiten Rosendaal ten noorden van de rivier en ten zuiden van de Klopvaart. Bron: Archief Slot- Zuylen, Het Utrechts Archief, Topografische Atlas.



Op deze plaats floreerde de toenmalige herberg "de Clophaemer", waar reizigers onderdak werd geboden. De naam van het fort en van veel organisaties in de omgeving in Utrecht Overvecht zijn hiervan afgeleid.


Gezicht op twee schuurtjes van de boerderij De Klop (Klopdijk 2) te Utrecht; uit het noordoosten op 27 mei 1985. Bron: Het Utrechts Archief, catalogusnummer: 60342. Gezicht op twee schuurtjes van de boerderij De Klop (Klopdijk 2) te Utrecht; uit het noordoosten op 27 mei 1985. Bron: Het Utrechts Archief, catalogusnummer: 60342.



Op dit gedeelte van de Vecht was destijds nog geen brug, zoals nu het geval is. Men moest daarom gebruikmaken van de veerdienst van de herberg om de rivier over te steken. De Fortlaan in het wijkdeel Zuilen dankt zijn naam aan het gebruik van deze veerdienst. 

Bron: Wikipedia Fort aan de Klop.


Plattegrond van het Fort aan de Klop uit 1906 met hierbij wel ingetekend 'Boerderij De Klop' rechtsonder te zien. Bron: Onbekend. Plattegrond van het Fort aan de Klop uit 1906 met hierbij wel ingetekend 'Boerderij De Klop' rechtsonder te zien. Bron: Onbekend.


Plattegrond van het fort De Klop ten noorden van Utrecht in 1829 ingetekend door J.A. van der Monde. Bron: HUA, catalogusnummer: 2110. Plattegrond van het fort De Klop ten noorden van Utrecht in 1829 ingetekend door J.A. van der Monde. Bron: HUA, catalogusnummer: 2110.



Beschrijving van huize De Klop aan de Klopdijk 2

volgens het Monumentenregister

Kaart uit het huisarchief van Slot Zuylen uit 1743 waar de landerijen van Zuilen ten zuiden van de rivier de Vecht op staan ingetekend. Bron: Het Utrechts Archief, 76, 308-2. Kaart uit het huisarchief van Slot Zuylen uit 1743 waar de landerijen van Zuilen ten zuiden van de rivier de Vecht op staan ingetekend. Bron: Het Utrechts Archief, 76, 308-2.



Boerderijcomplex met 17e eeuws woonhuis en compleet erf met o.a. diverse schuren, aan de Vecht en de Klopdijk gelegen.

Het aan een bocht in de Vecht, Klopdijk en 1e Polderweg gelegen erf is zeer compact en bevat achter het hoofdgebouw twee houten schuren, een stenen schuurtje en een hooimijt. Tevens bevindt zich aan de overzijde van de 1e Polderweg een houten schuur.


Herberg De Klop ingetekend in de kadastrale gemeentekaart van Zuilen in de periode tussen 1832 en 1850. Bron: Het Utrechts Archief, beeldbank. Herberg De Klop ingetekend in de kadastrale gemeentekaart van Zuilen in de periode tussen 1832 en 1850. Bron: Het Utrechts Archief, beeldbank.

 

 

Gezicht op de Vecht, de Vechtdijk, de brug over de Klopvaart en de boerderij annex herberg De Klop te Zuilen uit het zuidoosten in 1905. Bron: HUA, catalogusnummer:	16387. Gezicht op de Vecht, de Vechtdijk, de brug over de Klopvaart en de boerderij annex herberg De Klop te Zuilen uit het zuidoosten in 1905. Bron: HUA, catalogusnummer: 16387.



Het hoofdgebouw, eenlaags met schilddak met de nok evenwijdig aan de Klopdijk, bestaat uit een woongedeelte en een aangebouwd stalgedeelte aan de linkerzijde.

Het stamt uit de 17e eeuw en heeft een opkamer en een kelder. De gevels zijn witgeschilderd en hadden tot voor kort geen goten.

De op het zuid-oosten gerichte voorgevel aan de Klopdijk heeft eenvoudige, forse muurankers. In deze gevel bevindt zich een deur met rechts daarvan drie vensters en links twee vensters behorend bij de opkamer, alle met de oude luiken.

De rechter zijgevel heeft twee hoog geplaatste vensters, eveneens nog met luiken, met daaronder twee kelderlichten, het voorste met luikje, het achterste met diefijzers.


Portret van Carel Emanuel baron van Tuyll van Serooskerken (1775-1845) in 1845. Carel kocht herberg De Klop aan in 1845 van Jhr. Willem Bosch van Drakestein van Nieuw-Amelisweerd. Bron: Nederlands Instituut voor Kunstgeschiedenis, Den Haag. Portret van Carel Emanuel baron van Tuyll van Serooskerken (1775-1845) in 1845. Carel kocht herberg De Klop aan in 1845 van Jhr. Willem Bosch van Drakestein van Nieuw-Amelisweerd. Bron: Nederlands Instituut voor Kunstgeschiedenis, Den Haag.



Achter aan deze gevel bevindt zich een modern venster behorend bij de keuken, die ten dele uitgebouwd onder een aankapping, op maaiveld niveau achter de opkamer ligt en mogelijk tot de oudste bouwfase behoort.

De achtergevel van deze aanbouw heeft een goot met ojief-profiel en bevat naast de deur met zijlicht twee kleine, gewijzigde vensters.

Links achter ligt een veel diepere aanbouw onder aankapping, aansluitend op het stalgedeelte dat links hiervan ligt onder een zadeldak met wolfseind.


   

Intekening van Herberg De Klop rond 1850 met perceelnummers en rivier de Vecht. Bron: HUA, 707, 1428. Intekening van Herberg De Klop rond 1850 met perceelnummers en rivier de Vecht. Bron: HUA, 707, 1428.


Kaart (fragment) van de stad Utrecht met wijde omgeving; met weergave van wegen, watergangen en bebouwing buiten de binnenstad; met weergave van een verdedigingswal met bastions en gracht tussen de Vecht en Vaartsche Rijn in de eerste linie en vier hoornwerken tussen de Vecht en de Vaartsche Rijn langs de stadsgracht in de tweede linie. Dit is de tot zover oudste bekend kaart die de stichting kent uit het jaar anno 1629 waar herberg De Klop op staat ingetekend onder de naam 'Cloop'. Bron: Het Utrechts Archief, catalogusnummer: 216130. Kaart (fragment) van de stad Utrecht met wijde omgeving; met weergave van wegen, watergangen en bebouwing buiten de binnenstad; met weergave van een verdedigingswal met bastions en gracht tussen de Vecht en Vaartsche Rijn in de eerste linie en vier hoornwerken tussen de Vecht en de Vaartsche Rijn langs de stadsgracht in de tweede linie. Dit is de tot zover oudste bekend kaart die de stichting kent uit het jaar anno 1629 waar herberg De Klop op staat ingetekend onder de naam 'Cloop'. Bron: Het Utrechts Archief, catalogusnummer: 216130.


Intekening van Herberg De Klop rond 1850 met perceelnummers en rivier de Vecht. Bron: HUA, 707, 1428. Intekening van Herberg De Klop rond 1850 met perceelnummers en rivier de Vecht. Bron: HUA, 707, 1428.



Portret van Jkvr. Francoise Margaretha van Weede (1823-1899) in 1876. Zij was de echtgenote Willem René baron van Tuyll van Serooskerken. Van 1878 tot 1899 had Francoise herberg De Klop in haar bezit na het overlijden van haar echtgenoot. Bron: Nederlands Instituut voor Kunstgeschiedenis, Den Haag. Portret van Jkvr. Francoise Margaretha van Weede (1823-1899) in 1876. Zij was de echtgenote Willem René baron van Tuyll van Serooskerken. Van 1878 tot 1899 had Francoise herberg De Klop in haar bezit na het overlijden van haar echtgenoot. Bron: Nederlands Instituut voor Kunstgeschiedenis, Den Haag.


Portret van Willem Rene baron van Tuyll van Serooskerken (1813-1878) in 1876. Hij bezat herberg De Klop na het overlijden van zijn vader van 1845 tot zijn overlijden in 1878. Bron: Nederlands Instituut voor Kunstgeschiedenis, Den Haag. Portret van Willem Rene baron van Tuyll van Serooskerken (1813-1878) in 1876. Hij bezat herberg De Klop na het overlijden van zijn vader van 1845 tot zijn overlijden in 1878. Bron: Nederlands Instituut voor Kunstgeschiedenis, Den Haag.


   


De achtergevel van deze aanbouw en de stal heeft drie stalvensters onder segmentbogen.

De lage linker gevel van de stal heeft in het midden een deur met drie-ruit bovenlicht en voor- en achteraan een kleine staldeur.

In de overblijvende hoek voor het stalgedeelte heeft het hoofdhuis, tegen de linker gevel, nog een zeer kleine houten groene uitbouw van rabatwerk onder een plat dak met aan de voor- en linkerzijde een venster.


Een kleurenfoto van een tekening van één de gevelkanten van Slot Zuylen getekend in januari 1753. Bron: Het Utrechts Archief, Topografische Atlas. Een kleurenfoto van een tekening van één de gevelkanten van Slot Zuylen getekend in januari 1753. Bron: Het Utrechts Archief, Topografische Atlas.



Achter het hoofdgebouw ligt een rij bijgebouwen. Geheel links, aan de Vecht, een groene houten schuur onder zadeldak met pannendekking, daterend uit de 19e eeuw (of eerder). De nok ligt evenwijdig aan de Klopdijk. De lage zuid-west gevel van rabatwerk heeft links een inrijpoort en rechts een deur. De blinde topgevels rechts en links zijn gepotdekseld.


Gezicht over de Klopvaart en de Klopdijk te Utrecht, met rechts op de achtergrond flatgebouwen in de wijk Overvecht-Noord in 1969-1970. Bron: Het Utrechts Archief, catalogusnummer: 851298. Gezicht over de Klopvaart en de Klopdijk te Utrecht, met rechts op de achtergrond flatgebouwen in de wijk Overvecht-Noord in 1969-1970. Bron: Het Utrechts Archief, catalogusnummer: 851298.



Rechts hiervan ligt een recent houten schuurtje van zeer bescheiden afmeting dat geen bescherming behoeft, hoewel kenmerkend voor de wijze waarop uit afvalhout op een levend erf steeds naar behoefte kleine bergingen ontstaan.



Portret van Frederik Leopold Samuel Frans van Tuyll van Serooskerken (1858-1934) in 1909. Lid van de Provinciale Staten van Utrecht en burgemeester van Zuilen (Utrecht). Bron: Nederlands Instituut voor Kunstgeschiedenis, Den Haag. Portret van Frederik Leopold Samuel Frans van Tuyll van Serooskerken (1858-1934) in 1909. Lid van de Provinciale Staten van Utrecht en burgemeester van Zuilen (Utrecht). Bron: Nederlands Instituut voor Kunstgeschiedenis, Den Haag.


Portret van Willem René baron van Tuyll van Serooskerken (1813-1878) in 1816. Bron: Nederlands Instituut voor Kunstgeschiedenis, Den Haag. Portret van Willem René baron van Tuyll van Serooskerken (1813-1878) in 1816. Bron: Nederlands Instituut voor Kunstgeschiedenis, Den Haag.



Gezicht over de Klopvaart en de Klopdijk te Utrecht, met links op de achtergrond flatgebouwen in de wijk Overvecht-Noord in 1969-1970. Bron: Het Utrechts Archief, catalogusnummer: 851299. Gezicht over de Klopvaart en de Klopdijk te Utrecht, met links op de achtergrond flatgebouwen in de wijk Overvecht-Noord in 1969-1970. Bron: Het Utrechts Archief, catalogusnummer: 851299.



Daarop volgt een witgeschilderd stenen gebouw onder steil zadeldak, met de nok evenwijdig aan de Klopdijk, vermoedelijk uit de eerste helft van de 19e eeuw. De noord-oost gevel, met vlechtingen, heeft een deur en een zolderluik. De zuid-west gevel, eveneens met vlechtingen, is blind. De noord-west gevel heeft een halfrond stalraam.


Zicht op links de rivier de Vecht met de diverse woonboten en ernaast de naar het verder noordwestelijk lopende Vechtdijk met rechts de vroegere herberg/boerderij De Klop aan de Klopdijk 2. Heden het bezit van familie Voorwinden/Van der Slot in vroegere tijden Van Bijleveld, Bosch van Drakestein, Tuyll van Serooskerken en Van der Lee geweest. Foto: oktober 2020, Sander van Scherpenzeel. Zicht op links de rivier de Vecht met de diverse woonboten en ernaast de naar het verder noordwestelijk lopende Vechtdijk met rechts de vroegere herberg/boerderij De Klop aan de Klopdijk 2. Heden het bezit van familie Voorwinden/Van der Slot in vroegere tijden Van Bijleveld, Bosch van Drakestein, Tuyll van Serooskerken en Van der Lee geweest. Foto: oktober 2020, Sander van Scherpenzeel.



Hierna volgt de nog compleet aanwezige vierkante hooimijt onder puntdak.


Links de vroegere boerderij en herberg De Klop met aan de rechterkant de opkamer met daarnaast de toegangsweg tot Fort aan de Klop en de 1e Polderweg. Foto: Oktober 2020, Sander van Scherpenzeel. Links de vroegere boerderij en herberg De Klop met aan de rechterkant de opkamer met daarnaast de toegangsweg tot Fort aan de Klop en de 1e Polderweg. Foto: Oktober 2020, Sander van Scherpenzeel.



Rechts sluit de rij langs de 1e Polderweg met een houten schuur van rabatwerk onder een met pannen gedekt zadeldak met de nok loodrecht op de Klopdijk, stammend uit de 19e eeuw (of eerder) De zuid-oostelijke puntgevel met inrijpoort, zolderluik en daarboven vier invliegopeningen voor duiven, heeft rijk-gesneden windveren en kozijnen.


Op maandag 9 oktober 1837 regelde jhr. Willem Bosch van Drakestein ten overstaan van de Utrechtse notaris Gerardus Henricus Stevens bevestigde dat vanuit het Departement van Oorlog de koeienstal mocht uitbreiden bij herberg De Klop op goedkeuring van het Departement van Oorlog.. Dit in verband met als de Nieuwe Hollandse Waterlinie in staat van oorlog gebracht zou worden dat het nabij gelegen fort aan De Klop zijn schootsveld nog gebruiken kon. Bron: Het Utrechts Archief, 34-4, U324c031, 1837 aktenummers: 10921. Bron: Het Utrechts Archief, 34-4, U324c031, 1837 aktenummer: 10921. Op maandag 9 oktober 1837 regelde jhr. Willem Bosch van Drakestein ten overstaan van de Utrechtse notaris Gerardus Henricus Stevens bevestigde dat vanuit het Departement van Oorlog de koeienstal mocht uitbreiden bij herberg De Klop op goedkeuring van het Departement van Oorlog.. Dit in verband met als de Nieuwe Hollandse Waterlinie in staat van oorlog gebracht zou worden dat het nabij gelegen fort aan De Klop zijn schootsveld nog gebruiken kon. Bron: Het Utrechts Archief, 34-4, U324c031, 1837 aktenummers: 10921. Bron: Het Utrechts Archief, 34-4, U324c031, 1837 aktenummer: 10921.



De groene rechtergevel langs de 1e Polderweg heeft twee kleine halfronde vensters. De linker zijgevel heeft een deur, een venster en enkele gewijzigde kleine vensters. De puntgevel aan de achterzijde heeft eenvoudige windveren en is zwart geschilderd.


De vroegere herberg en boerderij De Klop aan de Klopdijk 2 te Utrecht Overvecht. Met rechts de opkamer. Foto: Oktober 2020, Sander van Scherpenzeel. De vroegere herberg en boerderij De Klop aan de Klopdijk 2 te Utrecht Overvecht. Met rechts de opkamer. Foto: Oktober 2020, Sander van Scherpenzeel.


   


Tegenover de ingang van het erf, die tussen de laatst genoemde schuur en de keuken van het hoofdgebouw ligt, bevindt zich aan de overzijde van de 1e Polderweg nog een kleine schuur van rabatwerk uit de 19e eeuw (of eerder), onder een ongeveer noord-zuid gericht zadeldak.

De voorgevel met inrijdeur, zolderluik en eenvoudige windveren is groen geschilderd.

De groene rechter gevel, min of meer langs de Klopdijk gelegen, is op een klein venstertje na blind.


Portret van Willem René baron van Tuyll van Serooskerken (1813-1878) en Jkvr. Françoise Margaretha van Weede (1823-1899) in 1871. Bron: Nederlands Instituut voor Kunstgeschiedenis, Den Haag. Portret van Willem René baron van Tuyll van Serooskerken (1813-1878) en Jkvr. Françoise Margaretha van Weede (1823-1899) in 1871. Bron: Nederlands Instituut voor Kunstgeschiedenis, Den Haag.



De eveneens groene linker gevel heeft slechts een zeer laag deurtje. De zwarte achtergevel is blind.

Het boerderij-erf is zeer markant gelegen langs de vecht en onttrekt ten dele het jonge fort De Klop aan het oog.
Het complex van hoofdhuis met aanbouwen, vier bijgebouwen en hooimijt is van belang als gaaf bewaard gebleven compact boerenerf en tevens van bouwhistorisch belang.



  

Toegangsweg tot het Fort aan De Klop aan de 1e Polderweg te Utrecht Overvecht. Foto: Oktober 2020, Sander van Scherpenzeel. Toegangsweg tot het Fort aan De Klop aan de 1e Polderweg te Utrecht Overvecht. Foto: Oktober 2020, Sander van Scherpenzeel.



Bron: Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (RCE) te Amersfoort.


Foto van het straatnaambord Vechtdijk onderdeel uitmakende van het vroegere zandpad tussen Amsterdam en Utrecht. Bordt staat tegenover De Klop. Foto: Oktober 2020, Sander van Scherpenzeel. Foto van het straatnaambord Vechtdijk onderdeel uitmakende van het vroegere zandpad tussen Amsterdam en Utrecht. Bordt staat tegenover De Klop. Foto: Oktober 2020, Sander van Scherpenzeel.


Gezicht op de weg rond het fort De Klop te Utrecht bij de ingang van het fort. met een gedeelte van twee houten schuren, uit het zuidoosten in 1985. Bron: Het Utrechts Archief, catalogusnummer: 32983. Gezicht op de weg rond het fort De Klop te Utrecht bij de ingang van het fort. met een gedeelte van twee houten schuren, uit het zuidoosten in 1985. Bron: Het Utrechts Archief, catalogusnummer: 32983.


Luchtfoto van Zuilen, uit het zuidoosten; op de voorgrond een gedeelte van de wijk Ondiep te Utrecht in de periode 1920-1930. Bron: Het Utrechts Archief, catalogusnummer: 84637. Luchtfoto van Zuilen, uit het zuidoosten; op de voorgrond een gedeelte van de wijk Ondiep te Utrecht in de periode 1920-1930. Bron: Het Utrechts Archief, catalogusnummer: 84637.



Krantenadvertenties en akten over herberg 'De Klop'

'Coopconsitien Hendrik Maassen cum fins Verkopers en H. Hendrik van Bijleveld Coper m. dato 23 junij 1736 Van Herberg De Klop (Klopdijk 2). Bron: Het Utrechts Archief, 76, 45. 'Coopconsitien Hendrik Maassen cum fins Verkopers en H. Hendrik van Bijleveld Coper m. dato 23 junij 1736 Van Herberg De Klop (Klopdijk 2). Bron: Het Utrechts Archief, 76, 45.


Gifte onder de Levenden gepasseerd door Den WelEdelengeboren Heer Mr. P.W. Bosch van Drakestein aan zijnen Zoon Den wel EdelenGeboren Heer Mr. W. Bosch van Drakestein. Van 3 bunders, 40 roeden, 36 ellen wei- en hooiland, en 3 bunders en 40 roeden, 36 ellen mei- en hooiland, weide gelegen in de gemeente Westbroek. In dato 28 october 1828. Bron: Het Utrechts Archief, 76, 45. Gifte onder de Levenden gepasseerd door Den WelEdelengeboren Heer Mr. P.W. Bosch van Drakestein aan zijnen Zoon Den wel EdelenGeboren Heer Mr. W. Bosch van Drakestein. Van 3 bunders, 40 roeden, 36 ellen wei- en hooiland, en 3 bunders en 40 roeden, 36 ellen mei- en hooiland, weide gelegen in de gemeente Westbroek. In dato 28 october 1828. Bron: Het Utrechts Archief, 76, 45.


Verkoopakte over de verkoop van herberg De Klop van Jhr. Willem Bosch van Drakestein van Nieuw-Amelisweerd aan Carel Emmanuel baron Tuyll van Serooskerken, Heer van Zuilen van zaterdag 14 juni 1845. Bron: Het Utrechts Archief, 76, 45. Verkoopakte over de verkoop van herberg De Klop van Jhr. Willem Bosch van Drakestein van Nieuw-Amelisweerd aan Carel Emmanuel baron Tuyll van Serooskerken, Heer van Zuilen van zaterdag 14 juni 1845. Bron: Het Utrechts Archief, 76, 45.


Krantenartikel van het Genie van Nederland en Utrecht uit 1815 over de aangekondigde bouw en aanleg van de Nieuwe Hollandse Waterlinie en verbeteringen in het landschap ten oosten en noorden van Utrecht stad. Waaronder die ook van De Klop. Bron: Delpher.nl. Krantenartikel van het Genie van Nederland en Utrecht uit 1815 over de aangekondigde bouw en aanleg van de Nieuwe Hollandse Waterlinie en verbeteringen in het landschap ten oosten en noorden van Utrecht stad. Waaronder die ook van De Klop. Bron: Delpher.nl.


Verkoop hofstede Den Daal in december 1849 ten overstaan de Maarsseveense notaris Van den Helm geveild in herberg De Klop. Bron: Delpher.nl. Verkoop hofstede Den Daal in december 1849 ten overstaan de Maarsseveense notaris Van den Helm geveild in herberg De Klop. Bron: Delpher.nl.


Kaart van de hofstede ten Daal met bijbehorende landerijen bij Zuilen in 1800-1820. Bron: Het Utrechts Archief, 8001, catalogusnummer: 1594. Kaart van de hofstede ten Daal met bijbehorende landerijen bij Zuilen in 1800-1820. Bron: Het Utrechts Archief, 8001, catalogusnummer: 1594.


Advertentie voor de verkoop van een burgerwoning of boerenwoning in februari 1837 door de Maarssenveense notaris Van den Helm in herberg De Klop. Bron: Delpher.nl. Advertentie voor de verkoop van een burgerwoning of boerenwoning in februari 1837 door de Maarssenveense notaris Van den Helm in herberg De Klop. Bron: Delpher.nl.


Op vrijdag 22 november 1850 werden in herberg De Klop werkpaarden aangeboden van 4 a 5 jaar oud. Bron: Delpher.nl. Op vrijdag 22 november 1850 werden in herberg De Klop werkpaarden aangeboden van 4 a 5 jaar oud. Bron: Delpher.nl.


Herberg De Klop (rechts) en het Fort aan de Klop ingetekend op de kadastrale minuutplan uit het jaar 1832. Bron: Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (RCE) te Amersfoort, beeldbank. Herberg De Klop (rechts) en het Fort aan de Klop ingetekend op de kadastrale minuutplan uit het jaar 1832. Bron: Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (RCE) te Amersfoort, beeldbank.


Op woensdag 25 juni 1845 werd in herberg De Klop 12 bunders aan grasgewas verpachting aangeboden, gelegen in Zuilen. Bron: Delpher.nl. Op woensdag 25 juni 1845 werd in herberg De Klop 12 bunders aan grasgewas verpachting aangeboden, gelegen in Zuilen. Bron: Delpher.nl.


Op donderdag 8 maart 1838 werd in herberg De Klop Eene Huizinge en Smeederij, erf en Grond met loods aangeboden voor de veiling. Bron: Delpher.nl. Op donderdag 8 maart 1838 werd in herberg De Klop Eene Huizinge en Smeederij, erf en Grond met loods aangeboden voor de veiling. Bron: Delpher.nl.


Op zaterdag 6 juli 1912 verkocht zuivelfabrikant Van der Lee huize De Klop aan Leendert Simon Voorwinden. Waarop De Klop al meer dan 100 jaar wordt bewoond door een familielid Voorwinden. Bron: Delpher.nl. Op zaterdag 6 juli 1912 verkocht zuivelfabrikant Van der Lee huize De Klop aan Leendert Simon Voorwinden. Waarop De Klop al meer dan 100 jaar wordt bewoond door een familielid Voorwinden. Bron: Delpher.nl.


Op zaterdag 13 november 1847 werd het buiten Roosendaal aan de Vecht in Utrecht Overvecht te koop aangeboden om per veiling te worden aangekocht. Bron: Delpher.nl. Op zaterdag 13 november 1847 werd het buiten Roosendaal aan de Vecht in Utrecht Overvecht te koop aangeboden om per veiling te worden aangekocht. Bron: Delpher.nl.


Buitenplaats Roosendaal aan de Vecht gelegen voor herberg De Klop op een prent aan het begin van de zeventiende eeuw. Bron: Het Utrechts Archief, beeldbank. Buitenplaats Roosendaal aan de Vecht gelegen voor herberg De Klop op een prent aan het begin van de zeventiende eeuw. Bron: Het Utrechts Archief, beeldbank.


In februari 1860 wordt een aangenaam plaatsje RUSTOORD te koop aangeboden en per veiling verkocht in herberg De Klop. Bron: Delpher.nl. In februari 1860 wordt een aangenaam plaatsje RUSTOORD te koop aangeboden en per veiling verkocht in herberg De Klop. Bron: Delpher.nl. In februari 1860 wordt een aangenaam plaatsje RUSTOORD te koop aangeboden en per veiling verkocht in herberg De Klop. Bron: Delpher.nl. In februari 1860 wordt een aangenaam plaatsje RUSTOORD te koop aangeboden en per veiling verkocht in herberg De Klop. Bron: Delpher.nl.


Rivier de Vecht in de richting van zuidoosten gezien in 1957. Links de toegangspoort van de vroegere buitenplaats Roosendaal. Getekend door Chris Schut. Rivier de Vecht in de richting van zuidoosten gezien in 1957. Links de toegangspoort van de vroegere buitenplaats Roosendaal. Getekend door Chris Schut.


Ter stond gevraag een boerenknecht. Voor op hoeve De Klop. Delpher.nl. Ter stond gevraag een boerenknecht. Voor op hoeve De Klop. Delpher.nl.


Veerhouder Voorwinden vraagt om een goede boerenknecht. Bron: Delpher.nl. Veerhouder Voorwinden vraagt om een goede boerenknecht. Bron: Delpher.nl.


Veehouder Leendert Simon Voorwinden vraagt om een boerendienstbode. Bron: Delpher.nl. Veehouder Leendert Simon Voorwinden vraagt om een boerendienstbode. Bron: Delpher.nl.


Kaart (fragment) van percelen bouw- en weiland tussen de Vecht bij de Klop en de Hollandse Rading; met weergave van de kerk met omgeving in het dorp Westbroek. Met links de rivier de Vecht en herberg De Klop. Bron: Het Utrechts Archief, 76, 283, 002. Kaart (fragment) van percelen bouw- en weiland tussen de Vecht bij de Klop en de Hollandse Rading; met weergave van de kerk met omgeving in het dorp Westbroek. Met links de rivier de Vecht en herberg De Klop. Bron: Het Utrechts Archief, 76, 283, 002.


Kaart (fragment) van het dorp en huis Zuilen en van percelen bouw- en weiland en een boomgaard tussen de Vecht en de Groeneweg en de Nedereindsevaart en de Klopvaart in ca. 1650. Bovenlangs de rivier de Vecht. Links staat herberg De Klop ingetekend op de hoek van de Klopdijk 2, met de Vechtdijk en 1e Polderweg. Bron: Het Utrechts Archief, 76, 283, 001. Kaart (fragment) van het dorp en huis Zuilen en van percelen bouw- en weiland en een boomgaard tussen de Vecht en de Groeneweg en de Nedereindsevaart en de Klopvaart in ca. 1650. Bovenlangs de rivier de Vecht. Links staat herberg De Klop ingetekend op de hoek van de Klopdijk 2, met de Vechtdijk en 1e Polderweg. Bron: Het Utrechts Archief, 76, 283, 001.


   

In geel gearceerd de gronden waarop Fort aan De Klop staat ingetekend op een plattegrond in de jaren tachtig van de twintigste eeuw toen de gemeente Utrecht van plan was het fort aan te kopen. Bron: HUA, 1338. In geel gearceerd de gronden waarop Fort aan De Klop staat ingetekend op een plattegrond in de jaren tachtig van de twintigste eeuw toen de gemeente Utrecht van plan was het fort aan te kopen. Bron: HUA, 1338.


  

Grond in Zuilen




In het HISGIS systeem van Ad van Ooststroom staat al te lezen dan Jan van Bijleveld in 1745 al een stuk land aan de (heden) 2e Daalsedijk in Utrecht Zuilen bezat. Na zijn overlijden in 1769 komt het land toe aan zijn dochter Cornelia van Bijleveld.

Haar man Theodorus Gerardus Bosch voert het beheer erover. Na het overlijden van Cornelia in 1823 komt het land toe aan Paulus Bosch van Drakestein. Later in de negentiende eeuw komt het land aan de 2e Daalsedijk toe aan familie Bosch van Oud-Amelisweerd.

Heden is op het stuk grond de Cartesiusweg, Station Utrecht Zuilen en de St. Josephlaan aangelegd en gebouwd.



 Hofstede met landerijen in Kamerik Teckop (gem. Woerden)


 


In het jaar 1747 staat in het hoefslaggeld vermeld (belasting) dat Hendrik Bosch de eigenaar is van de boerderij met landerijen in de gemeente Woerden, Kamerik Teckop, Teckop 15. Tot het jaar 1802 zullen met een redelijk zekerheid de boerderij en landerijen vererven op de broers van Hendrik Bosch, via Willem Bosch tot aan zijn broer Theodorus Gerardus Bosch. Na zijn overlijden in 1802 zal de boerderij met landerijen toe bekomen aan zijn weduwe Cornelia van Bijleveld.

Na haar overlijden in 1823 komt het land aan de Teckop 15 toe aan haar dochter Cornelia Jacoba Bosch. Haar echtgenoot Hendrik Joseph Baron Michiels van Kessenich beheerd het vast- en ontroerend goed. Wat Cornelia Jacoba van haar overleden moeder geërfd had. In de achttiende eeuw en tijden daarna was het gebruikelijk dat gehuwde vrouwen die na het overlijden van een directe familielid veel bezitting erfde. Dat deze toekwamen aan hun echtgenoot.

Bron: HISGIS Utrecht, Ad van Ooststroom.



 Hofstede en landerijen in Kamerik Mijzijde




In het jaar 1750 staat in het hoefslaggeld vermeld dat Willem Bosch de eigenaar is van de boerderij met landerijen aan de Kamerik Mijzijde, Mijdzijde 148. In 1801 overlijd Willem Bosch en komt de boerderij met land in het bezit van zijn broer Theodorus Gerardus Bosch.

Hij overlijd een jaar later in 1802. In het kadaster van 1832 staat dat de weduwe van Theo, Cornelia van Bijleveld de eigenaresse is van land en boerderij. Dit is wel opmerkelijk want zij overlijd in 1823, ruim 9 jaar eerder. Dus mag aangenomen dat Paulus Wilhelmus Bosch van Drakestein vanaf die tijd de eigenaar was.

Bron: HISGIS Utrecht, Ad van Ooststroom.


Twee boerderijen Kamerik Mijzijde, met rechts de Mijzijde 148 en links de boerderij Mijzijde 146 die eertijds van familie Bosch van Drakestein zijn geweest. Luchtfoto naar het westen gezien. Foto: Slagboom en Peeters Luchtfotografie B.V.. Twee boerderijen Kamerik Mijzijde, met rechts de Mijzijde 148 en links de boerderij Mijzijde 146 die eertijds van familie Bosch van Drakestein zijn geweest. Luchtfoto naar het westen gezien. Foto: Slagboom en Peeters Luchtfotografie B.V..


Het dorp Kamerik met de Mijzijde met de Van Teylingenweg en de Spruitweg vanuit de lucht gezien richting het noordwesten op zaterdag 19 mei 1979. Bron: Het Utrechts Archief, catalogusnummer: 50814. Het dorp Kamerik met de Mijzijde met de Van Teylingenweg en de Spruitweg vanuit de lucht gezien richting het noordwesten op zaterdag 19 mei 1979. Bron: Het Utrechts Archief, catalogusnummer: 50814.


Luchtfoto van Kanis en de lintbebouwing langs de Mijzijde/Van Teylingenweg (gemeente Kamerik) uit het zuidoosten; met op de achtergrond een gedeelte van de Polder Kamerik-Mijzijde op zaterdag 19 mei 1979. De gemeente Kamerik is per 1 januari 1989 bij de gemeente Woerden gevoegd. Bron: Het Utrechts Archief, catalogusnummer: 50815. Luchtfoto van Kanis en de lintbebouwing langs de Mijzijde/Van Teylingenweg (gemeente Kamerik) uit het zuidoosten; met op de achtergrond een gedeelte van de Polder Kamerik-Mijzijde op zaterdag 19 mei 1979. De gemeente Kamerik is per 1 januari 1989 bij de gemeente Woerden gevoegd. Bron: Het Utrechts Archief, catalogusnummer: 50815.


Luchtfoto van Kamerik de Polder Kamerik-Mijzijde en de Polder Kamerik-Teylingens uit het zuidwesten op zaterdag 19 mei 1979. De gemeente Kamerik is per 1 januari 1989 bij de gemeente Woerden gevoegd. Bron: Het Utrechts Archief, catalogusnummer: 50812. Luchtfoto van Kamerik de Polder Kamerik-Mijzijde en de Polder Kamerik-Teylingens uit het zuidwesten op zaterdag 19 mei 1979. De gemeente Kamerik is per 1 januari 1989 bij de gemeente Woerden gevoegd. Bron: Het Utrechts Archief, catalogusnummer: 50812.


Luchtfoto van Kanis en de lintbebouwing langs de de Mijzijde/Van Teylingenweg (gemeente Kamerik) uit het zuidoosten; met op de achtergrond een gedeelte van de Polder Kamerik-Mijzijde op zaterdag 19 mei 1979. De gemeente Kamerik is per 1 januari 1989 bij de gemeente Woerden gevoegd. Bron: Het Utrechts Archief, catalogusnummer: 50814. Luchtfoto van Kanis en de lintbebouwing langs de de Mijzijde/Van Teylingenweg (gemeente Kamerik) uit het zuidoosten; met op de achtergrond een gedeelte van de Polder Kamerik-Mijzijde op zaterdag 19 mei 1979. De gemeente Kamerik is per 1 januari 1989 bij de gemeente Woerden gevoegd. Bron: Het Utrechts Archief, catalogusnummer: 50814.



Hofstede Den Hoed in Vleuten-De Meern (gem. Utrecht)

Gezicht op de voorgevel van de boerderij De Hoed bij Vleuten in 1926 aan de Belcampostraat 6 - 8. Bron: Het Utrechts Archief, catalogusnummer: 20639. Gezicht op de voorgevel van de boerderij De Hoed bij Vleuten in 1926 aan de Belcampostraat 6 - 8. Bron: Het Utrechts Archief, catalogusnummer: 20639.



Op donderdag 30 mei 1754 werd ten overstaan van de Utrechtse notaris Luyt van der Pauw boerderij De Hoed, gelegen te Vleuten verkocht. De gemachtigde in de verkoop was Hendrik van den Bosch. Verkoper was Isaacq de I' Espaul van beroep lid van de veertig raad van Delft. Koper van Den Hoed was Theodorus Gerardus Bosch van beroep koopman te Utrecht. 

Fragment van omschrijving van Den Hoed in de notariële akte:

hofstad en huysinge met 26 mergen zoo boomgaert als bouwlandt ca, te Vleuten, genaamd Den Hoedt.


Foto genomen van de de Dirck Hoetweg met op de achtergrond boerderij Den Hoet (Belcampostraat 6 - 8) met links de Brandweerpost Leidsche Rijn in maart 2021. Foto: Sander van Scherpenzeel. Foto genomen van de de Dirck Hoetweg met op de achtergrond boerderij Den Hoet (Belcampostraat 6 - 8) met links de Brandweerpost Leidsche Rijn in maart 2021. Foto: Sander van Scherpenzeel.



Na het overlijden van Theodorus Gerardus Bosch in 1802 gaat boerderij Den Hoed over op zijn schoonzoon Hendrik Joseph Baron Michiels van Kessenich. Hij is getrouwd in 1793 met Cornelia Jacoba Bosch. Zij is de zus van Paulus Wilhelmus Bosch.

Uit het huwelijk van Cornelia Jacoba Bosch met Hendrik Joseph komen twee zonen. Johan Alexander Hubert Baron Michiels van Kessenich (1800-1863) en Frans Bernhard Hubert Jonkheer Michiels van Kessenich (1802-1881).

Bron: Het Utrechts Archief Notarissen in de stad Utrecht 34-4 U205U009, aktn. 79, 30-05-1754.


Gezicht op de boerderij Den Hoet (vroeger: Utrechtseweg 111, heden Belcampostraat 6 - 8) te Vleuten (gemeente Vleuten-De Meern) op zondag 11 mei 1969. Dit gedeelte van de gemeente Vleuten-De Meern is per 1 januari 1995 bij de gemeente Utrecht gevoegd. Bron: Het Utrechts Archief, catalogusnummer: 124395. Gezicht op de boerderij Den Hoet (vroeger: Utrechtseweg 111, heden Belcampostraat 6 - 8) te Vleuten (gemeente Vleuten-De Meern) op zondag 11 mei 1969. Dit gedeelte van de gemeente Vleuten-De Meern is per 1 januari 1995 bij de gemeente Utrecht gevoegd. Bron: Het Utrechts Archief, catalogusnummer: 124395.


     

Stations Leidsche Rijn gebouwd tezamen met Winkelcentrum Leidsche Rijn op de vroegere gronden van boerderij en hofstede Den Hoet wat ooit van familie Bosch van Drakestein en Michiels van Kessenich is geweest. Foto in maart 2021, Sander van Scherpenzeel. Stations Leidsche Rijn gebouwd tezamen met Winkelcentrum Leidsche Rijn op de vroegere gronden van boerderij en hofstede Den Hoet wat ooit van familie Bosch van Drakestein en Michiels van Kessenich is geweest. Foto in maart 2021, Sander van Scherpenzeel.



Eigenaren boerderij Den Hoet (Belcampostraat 4-6)

Kadastrale gemeente Vleuten, Sectie A en F

1.   Hendrik Joseph baron Michiels van Kessenich en echtgenote Cornelia Jacoba Bosch 1823-1839 (legger 83)

2.   Jan Alexander Hubert baron Michiels van Kessenich en Con. 1839-1854/1860 (zoon) (legger 188)

3.   Cornelia Maria Eugenia Petronella barones Micheils van Kessenich (dochter), echtgenote van jhr. Carel Jan Hendrik van Nispen tot Sevenaer

en jhr. Paulus Josephus Aloysius Anealitus Maria van Nispen tot Sevenaer 1860-1915 (zoon) (legger 445)

4.   jhr. Mr. Paulus Josephus Aloysius Anealitus van Nispen tot Sevenaer en

jhr. Joannes Ludovicus Emmanuel Maria van Nispen tot Sevenaer, heer van Kessenich en Hunsel (zoon) 1915-1966 (legger 1065)

5.   Maatschap Van Nispen tot Sevenaer, gevestigd te Huis ter Heide, maten: jhr. Joannes Ludovicus Emmanuel Maria van Nispen tot Sevenaer, wonende te Huis ter Heide

(gemeente Zeist), jkvr. Theresia Maria Margaetha Cecilia van Nispen tot Sevenaer, wonende te Rosmalen, gehuwd met Frans Jozeph Maria Rouppe van der Voort 1966-1967 (legger 3116) (Utrechtseweg 111)

6.   Agtha Sophia Spithoven, wed. Adrianus Johannes Spithoven (veehouder) 1967-1972 (koper) (legger 3194)

7.   Adrianus Cornelis Vernooij, gehuwd met Josephina Maria Vernooij 1972-1987

(koper) (legger 3896)

Bron: Kadasterarchiefviewer 1832-1987.


OP dinsdag 1 augustus van het jaar 1967 stond ten overstaan van de Utrechtse notairs Arnold Paul Marie Festen de verkoop plaats van boerderij Den Hoed (Utrechtseweg 111) in Vleuten-Den Meern. Ingenieur Willem Johan Velthuysen als rentmeester en gemachtigde van jhr. Joannes Ludovicus Emmanuel Maria van Nispen tot Sevenaer. Waarbij de de aankopende partij de pachters waren te noemen Agatha Sophia Spithoven, weduwe van Adrianus Johannes Vernooy waarbij zij de boerderij voor ƒ. 10.000,- gulden aankocht van familie Van Nispen tot Sevenaer. Bron: Het Utrechts Archief, 1294 8179 (1979), 1967 aug. 2-1967 aug. 8 1979 16. 23062022 OP dinsdag 1 augustus van het jaar 1967 stond ten overstaan van de Utrechtse notairs Arnold Paul Marie Festen de verkoop plaats van boerderij Den Hoed (Utrechtseweg 111) in Vleuten-Den Meern. Ingenieur Willem Johan Velthuysen als rentmeester en gemachtigde van jhr. Joannes Ludovicus Emmanuel Maria van Nispen tot Sevenaer. Waarbij de de aankopende partij de pachters waren te noemen Agatha Sophia Spithoven, weduwe van Adrianus Johannes Vernooy waarbij zij de boerderij voor ƒ. 10.000,- gulden aankocht van familie Van Nispen tot Sevenaer. Bron: Het Utrechts Archief, 1294 8179 (1979), 1967 aug. 2-1967 aug. 8 1979 16. 23062022


Rechts de Terwijdesingel met links Woonzorgcentrum De Ingelanden op de hoek met de James Johnsonstraat en Louis Armstronglaan in Leidsche Rijn staande op de vroegere gronden die bij boerderij Den Hoet behoorde van familie Bosch van Drakestein en Michiels van Kessenich. Foto in maart 2021, Sander van Scherpenzeel. Rechts de Terwijdesingel met links Woonzorgcentrum De Ingelanden op de hoek met de James Johnsonstraat en Louis Armstronglaan in Leidsche Rijn staande op de vroegere gronden die bij boerderij Den Hoet behoorde van familie Bosch van Drakestein en Michiels van Kessenich. Foto in maart 2021, Sander van Scherpenzeel.


 


       

In blauwe gearceerd de grond die bij Zorgboerderij Den Hoet behoord aan de Belcampostraat 6 - 8. Tot 2017 geadresseerd geweest aan de Dirck Hoetweg 1-3. Bron: Kadastralekaart.com. In blauwe gearceerd de grond die bij Zorgboerderij Den Hoet behoord aan de Belcampostraat 6 - 8. Tot 2017 geadresseerd geweest aan de Dirck Hoetweg 1-3. Bron: Kadastralekaart.com.


 

Voorgevel van boerderij Den Hoet (Belcampostraat 6 - 8) gezien vanaf de Dirck Hoetweg in maart 2021. Foto: Sander van Scherpenzeel. Voorgevel van boerderij Den Hoet (Belcampostraat 6 - 8) gezien vanaf de Dirck Hoetweg in maart 2021. Foto: Sander van Scherpenzeel.



Beschrijving van Den Hoet volgens Wikipedia Den Hoet

Den Hoet was een versterkt huis uit de middeleeuwen aan de weg tussen Utrecht en Vleuten. Het lag in een lus van de inmiddels verdwenen rivier de Rijn. Het terrein waarop het zich bevond is bewaard gebleven. Het nog aanwezige toegangshek, dat dateert uit de 16e eeuw, is een rijksmonument.


Straatnaambord hangend aan de stoplichtmast met de kruising van de Grauwaartsingel met de Dirck Hoetweg met de beschrijving erop van de betekenis van de straatnaam: 'Dirck Jans Hoet'. In 1586 de eerste bewoner van hofstede Den Hoet. Foto in maart 2021, Sander van Scherpenzeel. Straatnaambord hangend aan de stoplichtmast met de kruising van de Grauwaartsingel met de Dirck Hoetweg met de beschrijving erop van de betekenis van de straatnaam: 'Dirck Jans Hoet'. In 1586 de eerste bewoner van hofstede Den Hoet. Foto in maart 2021, Sander van Scherpenzeel.



Op het terrein staat thans een boerderij met de naam Den Hoet, een gemeentelijk monument. Vroeger was de omgeving ervan landelijk gebied, thans stedelijk gebied: de buurt Het Zand in de Utrechtse wijk Leidsche Rijn. In de directe omgeving van de boerderij Den Hoet is een straat met dezelfde naam.


Gezicht op de boerderij Den Hoet (Utrechtseweg 111) te Vleuten; op de voorgrond het kasteeleiland, de plek waar, het rond 1700 gesloopte, versterkte stenen huis Den Hoet stond in 1992. Bron: Het Utrechts Archief, catalogusnummer: 87013. Gezicht op de boerderij Den Hoet (Utrechtseweg 111) te Vleuten; op de voorgrond het kasteeleiland, de plek waar, het rond 1700 gesloopte, versterkte stenen huis Den Hoet stond in 1992. Bron: Het Utrechts Archief, catalogusnummer: 87013.


Straatnaambord Dirck Hoetweg in Leidsche Rijn in september 2023. Foto: Sander van Scherpenzeel. Straatnaambord Dirck Hoetweg in Leidsche Rijn in september 2023. Foto: Sander van Scherpenzeel.


Boerderij den Hoet, toenmalige aan de Utrechtseweg nr. 111, heden aan de Belcampostraat 4-6 te Vleuten-De Meern (Leidsche Rijn) gezien in de jaren tachtig van de vorige eeuw. Gebouwd in 1917 in opdracht van jhr. Paul van Nispen tot Sevenaer door architect J.C. wentink. Maker foto onbekend. Boerderij den Hoet, toenmalige aan de Utrechtseweg nr. 111, heden aan de Belcampostraat 4-6 te Vleuten-De Meern (Leidsche Rijn) gezien in de jaren tachtig van de vorige eeuw. Gebouwd in 1917 in opdracht van jhr. Paul van Nispen tot Sevenaer door architect J.C. wentink. Maker foto onbekend.


    

De Dirck Hoetweg in Leidsche Rijn in september 2023. Foto: Sander van Scherpenzeel. De Dirck Hoetweg in Leidsche Rijn in september 2023. Foto: Sander van Scherpenzeel.


Kaart van ongeveer 4,5 morgen land onder Vleuten bij de hofstede den Hoed, vermoedelijk dit perceel in 1556. Boerderij linksboven Den Hoet. Beschrijving volgens archiefinventaris: Kaart van ongeveer 4,5 morgen land onder Vleuten bij de hofstede den Hoed, vermoedelijk dit perceel in 1556. Boerderij linksboven Den Hoet. Beschrijving volgens archiefinventaris: "1409-1409 Eigendomsbewijzen van de helft van 4½ morgen en van 1 (ook in deze 4½ morgen gelegen?) morgen land van het gasthuis op het Zand onder Vleuten, 1456, 1583. Hierbij een kaart van ongeveer 4½ morgen land onder Vleuten bij de hofstede den Hoed, vermoedelijk dit perceel, 1556, 1456-1583". Bron: Het Utrechts Archief, 709, 1409-3.


De naam 'Den Hoet' achter het brandweerhuis in Leidsche Rijn in september 2023. Foto: Sander van Scherpenzeel. De naam 'Den Hoet' achter het brandweerhuis in Leidsche Rijn in september 2023. Foto: Sander van Scherpenzeel.


Kaart van 7 percelen land onder het Lijnpad (bij Utrecht), behorende aan de kapittels van S. Pieter en S. Marie: met opgave van de afpaling van een uitweg. Getekend door W. de Roy in 1714. Met rechtsboven boerderij Den Hoet aan de Vleutensedijk. Bron: Het Utrechts Archief, 220, 530-2. Kaart van 7 percelen land onder het Lijnpad (bij Utrecht), behorende aan de kapittels van S. Pieter en S. Marie: met opgave van de afpaling van een uitweg. Getekend door W. de Roy in 1714. Met rechtsboven boerderij Den Hoet aan de Vleutensedijk. Bron: Het Utrechts Archief, 220, 530-2.


Kaart (fragment) van ongeveer 4,5 morgen land onder Vleuten bij de hofstede den Hoed, vermoedelijk dit perceel in 1556. Boerderij Den Hoet uitvergroot. Beschrijving volgens archiefinventaris: Kaart (fragment) van ongeveer 4,5 morgen land onder Vleuten bij de hofstede den Hoed, vermoedelijk dit perceel in 1556. Boerderij Den Hoet uitvergroot. Beschrijving volgens archiefinventaris: "1409-1409 Eigendomsbewijzen van de helft van 4½ morgen en van 1 (ook in deze 4½ morgen gelegen?) morgen land van het gasthuis op het Zand onder Vleuten, 1456, 1583. Hierbij een kaart van ongeveer 4½ morgen land onder Vleuten bij de hofstede den Hoed, vermoedelijk dit perceel, 1556, 1456-1583". Bron: Het Utrechts Archief, 709, 1409-3.


Kaart van 7 percelen land onder het Lijnpad (bij Utrecht), behorende aan de kapittels van S. Pieter en S. Marie: met opgave van de afpaling van een uitweg. Getekend door W. de Roy in 1714. Detailframent uit de kaart met boerderij Den Hoet aan de Vleutensedijk. Bron: Het Utrechts Archief, 220, 530-2. Kaart van 7 percelen land onder het Lijnpad (bij Utrecht), behorende aan de kapittels van S. Pieter en S. Marie: met opgave van de afpaling van een uitweg. Getekend door W. de Roy in 1714. Detailframent uit de kaart met boerderij Den Hoet aan de Vleutensedijk. Bron: Het Utrechts Archief, 220, 530-2.


Kadasterkaart van de omgeving in de kadastrale gemeenten Vleuten en Catharijne uit 1855 met daarop ingetekend de nieuw aanteleggen Spoorlijn Utrecht - Rotterdam is de tussen 1855 en 1858 door de Nederlandsche Rhijnspoorweg-Maatschappij werd aangelegd. De Utrechtseweg werd hierop verlegd en de gronden die bij boerderij den Hoed behoorde in het bezit van familie Michiels van Kessenich werd aan de Nederlandsche Rhijnspoorweg-Maatschappij verkocht. Bron: RHC Limburg, archief familie Michiels van Kessenich. Kadasterkaart van de omgeving in de kadastrale gemeenten Vleuten en Catharijne uit 1855 met daarop ingetekend de nieuw aanteleggen Spoorlijn Utrecht - Rotterdam is de tussen 1855 en 1858 door de Nederlandsche Rhijnspoorweg-Maatschappij werd aangelegd. De Utrechtseweg werd hierop verlegd en de gronden die bij boerderij den Hoed behoorde in het bezit van familie Michiels van Kessenich werd aan de Nederlandsche Rhijnspoorweg-Maatschappij verkocht. Bron: RHC Limburg, archief familie Michiels van Kessenich.


  


Over het ontstaan van Den Hoet is weinig bekend. De eerste vermelding komt voor op een kaart uit 1556, waarop een omgracht huis met trapgevels staat afgebeeld. Het huis was een leen van kasteel Ruwiel, gelegen bij Oud-Aa, gemeente Stichtse Vecht.

Het versterkte huis Den Hoet was destijds gelegen bij de aansluiting van de gegraven Vleutense Wetering op de oude Rijnloop direct aan de noordwestzijde van de Hoge Weide.
Den Hoet ontwikkelde zich tot een grote buitenplaats, blijkens een omschrijving uit 1671.

Hierin is sprake van een complex met: visscherije, cingels, graften, boomgaerde, bouwhuys, brouwhuys, bergen, schuijren ende vordere appendirien, mitsgaders d'landen daer aen behoorende ende annex gelegen groot te saemen omtrent ses en twintigh morgen lands. In de achttiende eeuw is het huis waarschijnlijk vervallen geraakt en gesloopt.


Jhr. Franciscus Bernardus Hubertus Michiels van Kessenich (Roermond, 22 juli 1802 – aldaar, 1 juni 1881) was een Nederlands jonkheer, advocaat en politicus voor de Katholieken en de Liberalen. Frans Bernard is de neef van Jhr. Paulus Wilhelmus Bosch van Drakestein. Foto: Wikipedia Franciscus Bernardus Hubertus Michiels van Kessenich. Jhr. Franciscus Bernardus Hubertus Michiels van Kessenich (Roermond, 22 juli 1802 – aldaar, 1 juni 1881) was een Nederlands jonkheer, advocaat en politicus voor de Katholieken en de Liberalen. Frans Bernard is de neef van Jhr. Paulus Wilhelmus Bosch van Drakestein. Foto: Wikipedia Franciscus Bernardus Hubertus Michiels van Kessenich.



In 1741 is namelijk sprake van een hofstede en niet meer van een kasteel of buitenplaats.

De huidige dwarshuisboerderij werd grotendeels in 1917 gebouwd. Overblijfselen van het oude Den Hoet zijn beschermd als archeologisch monument.

De boerderij zelf is een gemeentelijk monument, terwijl een 16e-eeuws hekwerk van de boerderij de status van rijksmonument heeft.
Rond de boerderij loopt een ringsloot, waarschijnlijk de slotgracht van het oude Den Hoet.



Het oude toegangshek van boerderij Den Hoet voor de toenmalige inrit aan de Dirck Hoetweg in maart 2021. Foto: Sander van Scherpenzeel. Het oude toegangshek van boerderij Den Hoet voor de toenmalige inrit aan de Dirck Hoetweg in maart 2021. Foto: Sander van Scherpenzeel.


Straatnaambord aan de Dirck Hoetweg in maart 2021. Foto: Sander van Scherpenzeel. Straatnaambord aan de Dirck Hoetweg in maart 2021. Foto: Sander van Scherpenzeel.


Gezicht vanaf de Dirck Hoetweg op het eiland waar de vroegere hofstede Den Hoet gestaan moet hebben. Foto in maart 2021, Sander van Scherpenzeel. Gezicht vanaf de Dirck Hoetweg op het eiland waar de vroegere hofstede Den Hoet gestaan moet hebben. Foto in maart 2021, Sander van Scherpenzeel.


Bord van de Zorgboerderij Den Hoet aan de Belcampostraat 6 - 8 te Leidsche Rijn. Foto in maart 2021, Sander van Scherpenzeel. Bord van de Zorgboerderij Den Hoet aan de Belcampostraat 6 - 8 te Leidsche Rijn. Foto in maart 2021, Sander van Scherpenzeel.


Zicht vanaf het talud van de Dirck Hoetweg op boerderij Den Hoet met rechts de Vleutensebaan in maart 2021. Foto: Sander van Scherpenzeel. Zicht vanaf het talud van de Dirck Hoetweg op boerderij Den Hoet met rechts de Vleutensebaan in maart 2021. Foto: Sander van Scherpenzeel.


             

Boerderij Den Hoet aan de
Belcampostraat 6-8 te Vleuten-De Meern


Overgenomen uit: Vleuten- De Meern; Geschiedenis en Historische Bebouwing; naar een tekst van Otto Wttewaall, 1994, Uitgeverij Kerckebosch BV, Zeist.


Boerderij Den Hoet vanuit de lucht gezien vanuit het westen in 1993, toenmalige aan de Utrechtseweg 111. Heden aan de Belcampostraat 4-6 geadresseerd. Links er naast het nagenoeg ronde eiland waar op het middeleeuwse versterkte huis stond. Bron: Vleuten- De Meern; Geschiedenis en Historische Bebouwing; naar een tekst van Otto Wttewaall, 1994, Uitgeverij Kerckebosch BV, Zeist. Boerderij Den Hoet vanuit de lucht gezien vanuit het westen in 1993, toenmalige aan de Utrechtseweg 111. Heden aan de Belcampostraat 4-6 geadresseerd. Links er naast het nagenoeg ronde eiland waar op het middeleeuwse versterkte huis stond. Bron: Vleuten- De Meern; Geschiedenis en Historische Bebouwing; naar een tekst van Otto Wttewaall, 1994, Uitgeverij Kerckebosch BV, Zeist.



De geschiedenis van deze boerderij gaat terug tot in de late middeleeuwen, toen er naastde boerderij op het tegenwoordig nog aanwezige omgrachte eiland een versterkt stenenhuis stond. Op een kaart uit 1556 staat op de plaats van de huidige boerderij een langhuisboerderij met drie hooibergen getekend. Dit complex behoorde bij het versterktehuis. Het stenen huis op het eilandje is ergens tussen 1671 en 1714 gesloopt.

Den Hoet was een leen van het kasteel Ruwiel en uit het leenregister van dit kasteel weten we datin 1593 Dirk van Westrenen beleend werd met 'een hofstede genaempt den Hoet met achtmergen lants ende een duyfhuys gelegen aende weijde int proosten gericht van Oudmunster. In de achttiende eeuw werden leden van de families Lespaul en Bosch met Den Hoet beleend.

Dit waren allemaal mensen die zelf niet op Den Hoet woonden, maarde boerderij met het omringende land verpachtten. De boerderij is tot in deze eeuw eenpachtboerderij gebleven. Door de eeuwen heen zal het pand diverse malen zijn verbouwd.De huidige dwarshuisboerderij dateert grotendeels uit 1917.

Het achterhuis had tot voorkort zijmuren van een groot formaat stenen die met leem waren gemetseld en mogelijknog uit de zeventiende eeuw dateerden of zelfs nog ouder waren. Bij de laatste verbouwing in 1989 werd het achterhuis echter ingekort en de zijmuren opnieuw opgetrokken.Het voorhuis werd in opdracht van P. van Nispen tot Sevenaer in 1917 nieuw gebouwd.Architect J.C. Wentink schreef in de bouwaanvraag aan de gemeente:


De 18e eeuwe schaapskooi bij boerderij Den Hoed in 1993-1994. Bron: Vleuten- De Meern; Geschiedenis en Historische Bebouwing; naar een tekst van Otto Wttewaall, 1994, Uitgeverij Kerckebosch BV, Zeist. De 18e eeuwe schaapskooi bij boerderij Den Hoed in 1993-1994. Bron: Vleuten- De Meern; Geschiedenis en Historische Bebouwing; naar een tekst van Otto Wttewaall, 1994, Uitgeverij Kerckebosch BV, Zeist.



"Het tegenwoordige voorhuis van de hofstede den Hoed kadastraal Gem. Utrecht sectie A nr. 1170 zal geslooptworden, de stenen schoongemaakt om in de fundering en binnenmuren deze voorzover
die goed zijn weer te gebruiken evenals de goede uitkomende balken, ramen, deuren of
anderszins'.

Het bakstenen voorhuis ligt onder een rieten samengesteld wolfsdak. De voorgevel is sym-
metrisch met in het midden een afigewolfde topgevel. In de gevel zijn vier T-vensters met
driedelig bovenlicht geplaatst. De vensters zijn voorzien van luiken en strekken. In de top-
gevel is op de verdieping een kleiner schuifvenster met halve luiken en een halfronde ont-
lastingsboog aangebracht.

Deze topgevel heeft, evenals de zijgevels van het voorhuis, vlechtingen. De oorspronkelijke toegangsdeur is in de rechterzijgevel gesitueerd. Bij de laatste verbouwing in 1989 werd echter in de linkerzijgevel een nieuwe deur in een inpandig portiek aangebracht. Rechts naast de boerderij staat een grote schuur onder een deels met riet en deels met Hollandse pannen gedekt zadeldak. De inrit van het complex wordt aan de Utrechtseweg gemarkeerd door een monumentaal achttiende-eeuws twee vleugelig smeedijzeren hek.

LinkS aCnter op net ert staat tenslotte nog een houten schuur onder een rieten wolfsdak. Deze scluur was wdarsen)jnijk een Schaapskooi en dateert uit de achttiende eeuw.



Belcampostraat te Leidsche Rijn
Belcampo was het pseudoniem van de Nederlandse schrijver Herman Pieter Schönfeld Wichers. Belcampo was het pseudoniem van de Nederlandse schrijver Herman Pieter Schönfeld Wichers. "Belcampo" is de Italiaanse vertaling van zijn achternaam Schönfeld (= mooi veld). Op deze foto genomen op 12 februari 1965 ter gelegenheid van het 60-jarig bestaan van de Vereniging van Letterkundigen. Bron: Wikimedia Commons, Nationaal Archief, 2.24.01.04.



Belcampo (Naarden, 21 juli 1902 – Groningen, 2 januari 1990) was het pseudoniem van de Nederlandse schrijver Herman Pieter Schönfeld Wichers. "Belcampo" is de Italiaanse vertaling van zijn achternaam Schönfeld (= mooi veld).



Hij groeide op in Rijssen, studeerde rechtsgeleerdheid en notarieel recht in Leiden en Amsterdam en werkte korte tijd op een advocatenkantoor.

In de jaren dertig ging hij op reis door Europa. De neerslag daarvan is De zwerftocht van Belcampo, een bundel verhalen die hij in 1938 uitgaf in eigen beheer, net als eerder De verhalen van Belcampo. In 1937 ging hij geneeskunde studeren en op 13 april 1949 legde hij het artsexamen af. Daarna was hij enige jaren huisarts in Bathmen en van 1953 tot 1967 studentenarts in Groningen.

Intussen was in 1946 in Nieuwe verhalen van Belcampo Het grote gebeuren verschenen, een novelle die zich afspeelt in Rijssen. Met enige ironie beschrijft hij de Apocalyps zoals die er volgens hem uit zal zien. Daarin zagen de Rijssenaren hun angsten uitgebeeld in legers van duivels en engelen die op de Dag des Oordeels de rekening komen vereffenen. Dit werd hem in het christelijke bastion niet in dank afgenomen. Jaap Drupsteen bewerkte het verhaal op magisch-realistische wijze voor televisie. De uitzending op Oudejaarsavond 1975 was een groot succes.

Op 2 januari 1990 overleed Schönfeld Wichers. Hij werd, nadat zijn stoffelijk overschot met een platte boerenkar was vervoerd, op 5 januari 1990 naast zijn vader begraven op de Oude algemene begraafplaats in Rijssen.

Dochter Maartje Arian-Schönfeld Wichers beschreef haar herinneringen aan haar vader in 1996 in het literair tijdschrift Bzzlletin.

Overgenomen van Wikipedia Belcampo.


Op dinsdag 1 augustus 1967 ten overstaan van de Utrechtse notaris Arnold Paul Marie Festen, waarbij als getuigen antrad Heer Ing. Willem Johan Velthuysen, beëdigd rentmeester, wonende te Driebergen-Rijsenburg. Als gemachtigde van jhr. Joannes Ludovicus Ammanuel Maria van Nispen tot Sevenaer, oud-burgemeester, wonende te Huis ter Heide. En mevrouw jkvr. Theraseia Maria Margaretha Cecilia van Nispen tot Sevenaer, wonende te Rosmalen, aan de Berlicumseweg 4a, echtgenote van de Heer Frans Joesph Maria Rouppe van der Voort. Als enige maten van de in Zeist gevesitigde ''burgelijke maatschap Van Nispen tot Sevenaer Vleuten'', aan mevrouw Agatha Sophia Spithoven, vsn beroep veehoudster op boerderij Den Hoed aan de Utrechtseweg 111, boerderij Den Hoed verkocht aan mevrouw Spithoven voor ƒ. 10.000-,. egin beschrijving van akte. Bron: HUA, 1294 8179 (1979), 1967 aug. 2-1967 aug. 8 1979 17. Op dinsdag 1 augustus 1967 ten overstaan van de Utrechtse notaris Arnold Paul Marie Festen, waarbij als getuigen antrad Heer Ing. Willem Johan Velthuysen, beëdigd rentmeester, wonende te Driebergen-Rijsenburg. Als gemachtigde van jhr. Joannes Ludovicus Ammanuel Maria van Nispen tot Sevenaer, oud-burgemeester, wonende te Huis ter Heide. En mevrouw jkvr. Theraseia Maria Margaretha Cecilia van Nispen tot Sevenaer, wonende te Rosmalen, aan de Berlicumseweg 4a, echtgenote van de Heer Frans Joesph Maria Rouppe van der Voort. Als enige maten van de in Zeist gevesitigde ''burgelijke maatschap Van Nispen tot Sevenaer Vleuten'', aan mevrouw Agatha Sophia Spithoven, vsn beroep veehoudster op boerderij Den Hoed aan de Utrechtseweg 111, boerderij Den Hoed verkocht aan mevrouw Spithoven voor ƒ. 10.000-,. egin beschrijving van akte. Bron: HUA, 1294 8179 (1979), 1967 aug. 2-1967 aug. 8 1979 17.



De straatnaam Belcampostraat werd door het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Utrecht vastgesteld op woensdag 5 november 2003.


Op donderdag 5 oktober van het jaar 1972 ten overstaan van de Utrechtse notaris Paul Marie Festen , verkocht Mevr. Agatha Sophia Spithoven aan de heer Adrianus Cornelis Maria Vernooij, veehouder en geboren te Vleuten, de boerderij Den Hoed aan de Utrechtseweg 111 met landerijen voor een bedrag van ƒ. 72.000-,. Begin beschrijving van akte. Bron: HUA, 1294 8698 (2498), 1972 okt. 5-1972 okt. 9 2498 219 F1074. Op donderdag 5 oktober van het jaar 1972 ten overstaan van de Utrechtse notaris Paul Marie Festen , verkocht Mevr. Agatha Sophia Spithoven aan de heer Adrianus Cornelis Maria Vernooij, veehouder en geboren te Vleuten, de boerderij Den Hoed aan de Utrechtseweg 111 met landerijen voor een bedrag van ƒ. 72.000-,. Begin beschrijving van akte. Bron: HUA, 1294 8698 (2498), 1972 okt. 5-1972 okt. 9 2498 219 F1074.



De straatnaam Dirck Hoetweg werd door het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Utrecht vastgesteld op dinsdag 17 juli 2012.


Op donderdag 5 oktober van het jaar 1972 ten overstaan van de Utrechtse notaris Paul Marie Festen , verkocht Mevr. Agatha Sophia Spithoven aan de heer Adrianus Cornelis Maria Vernooij, veehouder en geboren te Vleuten, de boerderij Den Hoed aan de Utrechtseweg 111 met landerijen voor een bedrag van ƒ. 72.000-,. Eind beschrijving van akte. Bron: HUA, 1294 8698 (2498), 1972 okt. 5-1972 okt. 9 2498 219 F1074. Op donderdag 5 oktober van het jaar 1972 ten overstaan van de Utrechtse notaris Paul Marie Festen , verkocht Mevr. Agatha Sophia Spithoven aan de heer Adrianus Cornelis Maria Vernooij, veehouder en geboren te Vleuten, de boerderij Den Hoed aan de Utrechtseweg 111 met landerijen voor een bedrag van ƒ. 72.000-,. Eind beschrijving van akte. Bron: HUA, 1294 8698 (2498), 1972 okt. 5-1972 okt. 9 2498 219 F1074.



Land aan de Breudijk te Harmelen (gem. Woerden)


Op donderdag 27 juli 1758 wordt ten overstaan van de Utrechtse notaris Luyt van der Pauw het onroerend goed van de overleden heer Gerrit Dykmans verkocht. De executeur testamentair zijn Gerard van Wieringen en Dirk Oskamp.

Uit zijn nalatenschap behoorde bij de verkoop een huis aan de rivier de Vecht bij de Bemuurde Weerd, de windkorenmolen 't Fortuyn, staande op de stadswal van Utrecht bij de Catharijnepoort en een huis met 2,5 morgen boomgaard alsook weiland gelegen aan Breudijk 53-51 te Harmelen.


Luchtfoto van de polder Oudeland en Indijk te Harmelen, uit het noorden, met op de voorgrond de Breudijk en het Vijverbosch. Op de achtergrond de dorpskom van Harmelen op maandag 27 juli 1981. De gemeente Harmelen is op 1 januari 2001 bij de gemeente Woerden gevoegd. Bron: Het Utrechts Archief, catalogusnummer: 50104. Luchtfoto van de polder Oudeland en Indijk te Harmelen, uit het noorden, met op de voorgrond de Breudijk en het Vijverbosch. Op de achtergrond de dorpskom van Harmelen op maandag 27 juli 1981. De gemeente Harmelen is op 1 januari 2001 bij de gemeente Woerden gevoegd. Bron: Het Utrechts Archief, catalogusnummer: 50104.



Koper van al het goed is Willem Bosch. Willem overlijd in 1801 en uit zijn nalatenschap komt het land toe aan zijn broer Theodorus Gerardus Bosch. Theo overlijd in 1802. Na zijn overlijden komt het land naar alle waarschijnlijkheid toe aan zijn vrouw Cornelia van Bijleveld of zoon Paulus Wilhelmus Bosch. Bij de invoering van het kadaster op 1 oktober 1832 staat in ieder geval te lezen dat het land in bezit is van Paulus.


Op donderdag 27 juli 1758 koopt Willem Bosch een stuk boomgaard alsook weiland aan, gelegen aan de Breudijk 53-51 te Harmelen. Paulus Wilhelmus Bosch van Drakestein, de neef van Willem is in 1832 de eigenaar. Bron: HISGIS Utrecht. Op donderdag 27 juli 1758 koopt Willem Bosch een stuk boomgaard alsook weiland aan, gelegen aan de Breudijk 53-51 te Harmelen. Paulus Wilhelmus Bosch van Drakestein, de neef van Willem is in 1832 de eigenaar. Bron: HISGIS Utrecht.


       

Op dinsdag 25 juli 1933 om 11:00 uur in het café van Mejuffrouw de Wed. H.F. Stelling voor notaris J.W. van Harderwijk werden de twee percelen in het buurtschap van de Breudijk verkocht. Die tot dan in bezit waren van jhr. H.P.J. Bosch van Drakestein. Bron: RAZU, krantenbank. Op dinsdag 25 juli 1933 om 11:00 uur in het café van Mejuffrouw de Wed. H.F. Stelling voor notaris J.W. van Harderwijk werden de twee percelen in het buurtschap van de Breudijk verkocht. Die tot dan in bezit waren van jhr. H.P.J. Bosch van Drakestein. Bron: RAZU, krantenbank.


Op dinsdag 25 juli 1933 om 11:00 uur in het café van Mejuffrouw de Wed. H.F. Stelling voor notaris J.W. van Harderwijk werden de twee percelen in het buurtschap van de Breudijk verkocht. Die tot dan in bezit waren van jhr. H.P.J. Bosch van Drakestein. Begin beschrijving van hypotheek4 akte. Bron: Het Utrechts Archief, 1294 6117 (1117), 1933 sept. 1-1933 nov. 29 1117 9. Op dinsdag 25 juli 1933 om 11:00 uur in het café van Mejuffrouw de Wed. H.F. Stelling voor notaris J.W. van Harderwijk werden de twee percelen in het buurtschap van de Breudijk verkocht. Die tot dan in bezit waren van jhr. H.P.J. Bosch van Drakestein. Begin beschrijving van hypotheek4 akte. Bron: Het Utrechts Archief, 1294 6117 (1117), 1933 sept. 1-1933 nov. 29 1117 9.


Op dinsdag 25 juli 1933 om 11:00 uur in het café van Mejuffrouw de Wed. H.F. Stelling voor notaris J.W. van Harderwijk werden de twee percelen in het buurtschap van de Breudijk verkocht. Die tot dan in bezit waren van jhr. H.P.J. Bosch van Drakestein. Begin beschrijving van hypotheek4 akte.(2) Bron: Het Utrechts Archief, 1294 6117 (1117), 1933 sept. 1-1933 nov. 29 1117 9. Op dinsdag 25 juli 1933 om 11:00 uur in het café van Mejuffrouw de Wed. H.F. Stelling voor notaris J.W. van Harderwijk werden de twee percelen in het buurtschap van de Breudijk verkocht. Die tot dan in bezit waren van jhr. H.P.J. Bosch van Drakestein. Begin beschrijving van hypotheek4 akte.(2) Bron: Het Utrechts Archief, 1294 6117 (1117), 1933 sept. 1-1933 nov. 29 1117 9.


Op dinsdag 25 juli 1933 om 11:00 uur in het café van Mejuffrouw de Wed. H.F. Stelling voor notaris J.W. van Harderwijk werden de twee percelen in het buurtschap van de Breudijk verkocht. Die tot dan in bezit waren van jhr. H.P.J. Bosch van Drakestein. Beschrijving van te verkopen percelen, kadastrale gemeente Harmelen, sectie G, perceelnummers: 3, 4 en 6, 7 en 8. Bron: Het Utrechts Archief, 1294 6117 (1117), 1933 sept. 1-1933 nov. 29 1117 9. Op dinsdag 25 juli 1933 om 11:00 uur in het café van Mejuffrouw de Wed. H.F. Stelling voor notaris J.W. van Harderwijk werden de twee percelen in het buurtschap van de Breudijk verkocht. Die tot dan in bezit waren van jhr. H.P.J. Bosch van Drakestein. Beschrijving van te verkopen percelen, kadastrale gemeente Harmelen, sectie G, perceelnummers: 3, 4 en 6, 7 en 8. Bron: Het Utrechts Archief, 1294 6117 (1117), 1933 sept. 1-1933 nov. 29 1117 9.


Op dinsdag 25 juli 1933 om 11:00 uur in het café van Mejuffrouw de Wed. H.F. Stelling voor notaris J.W. van Harderwijk werden de twee percelen in het buurtschap van de Breudijk verkocht. Die tot dan in bezit waren van jhr. H.P.J. Bosch van Drakestein. Beschrijving van te verkopen percelen, kadastrale gemeente Harmelen, sectie G, perceelnummers: 3, 4 en 6, 7 en 8. Beschrijving van herkomst tot eigendom van jhr. Herbert Jan Bosch van Drakestein. Bron: Het Utrechts Archief, 1294 6117 (1117), 1933 sept. 1-1933 nov. 29 1117 9. Op dinsdag 25 juli 1933 om 11:00 uur in het café van Mejuffrouw de Wed. H.F. Stelling voor notaris J.W. van Harderwijk werden de twee percelen in het buurtschap van de Breudijk verkocht. Die tot dan in bezit waren van jhr. H.P.J. Bosch van Drakestein. Beschrijving van te verkopen percelen, kadastrale gemeente Harmelen, sectie G, perceelnummers: 3, 4 en 6, 7 en 8. Beschrijving van herkomst tot eigendom van jhr. Herbert Jan Bosch van Drakestein. Bron: Het Utrechts Archief, 1294 6117 (1117), 1933 sept. 1-1933 nov. 29 1117 9.


Op dinsdag 25 juli 1933 om 11:00 uur in het café van Mejuffrouw de Wed. H.F. Stelling voor notaris J.W. van Harderwijk werden de twee percelen in het buurtschap van de Breudijk verkocht. Die tot dan in bezit waren van jhr. H.P.J. Bosch van Drakestein. Beschrijving van te verkopen percelen, kadastrale gemeente Harmelen, sectie G, perceelnummers: 3, 4 en 6, 7 en 8. Bod op de 5 percelen door Hendrik Albertus Boeijen voor ƒ. 2.450,- gulden. Bron: Het Utrechts Archief, 1294 6117 (1117), 1933 sept. 1-1933 nov. 29 1117 9. Op dinsdag 25 juli 1933 om 11:00 uur in het café van Mejuffrouw de Wed. H.F. Stelling voor notaris J.W. van Harderwijk werden de twee percelen in het buurtschap van de Breudijk verkocht. Die tot dan in bezit waren van jhr. H.P.J. Bosch van Drakestein. Beschrijving van te verkopen percelen, kadastrale gemeente Harmelen, sectie G, perceelnummers: 3, 4 en 6, 7 en 8. Bod op de 5 percelen door Hendrik Albertus Boeijen voor ƒ. 2.450,- gulden. Bron: Het Utrechts Archief, 1294 6117 (1117), 1933 sept. 1-1933 nov. 29 1117 9.


           

Op dinsdag 25 juli van het jaar 1933 vond te overstand van notaris Johan Werner van Harderwijk de verkoop plaats van twee percelen aan de Breudijk van Harmelen waarbij jhr. Paulus Aloïsius Antonius Hubertus Graafland als gemachtigde voor jhr. Herbert Paulus Jan Bosch van Drakestein optrad voor de verkoop van de percelen grond. Die om 11:00 uur in het café met mejuffrouw, weduwe van H.F. Stelling geveild gingen worden. Begin beschrijving van akte. Bron: RHC Rijnstreek en Lopikerwaard, W235, 182, aktenummer: 69. Op dinsdag 25 juli van het jaar 1933 vond te overstand van notaris Johan Werner van Harderwijk de verkoop plaats van twee percelen aan de Breudijk van Harmelen waarbij jhr. Paulus Aloïsius Antonius Hubertus Graafland als gemachtigde voor jhr. Herbert Paulus Jan Bosch van Drakestein optrad voor de verkoop van de percelen grond. Die om 11:00 uur in het café met mejuffrouw, weduwe van H.F. Stelling geveild gingen worden. Begin beschrijving van akte. Bron: RHC Rijnstreek en Lopikerwaard, W235, 182, aktenummer: 69.


Op dinsdag 25 juli van het jaar 1933 vond te overstand van notaris Johan Werner van Harderwijk de verkoop plaats van twee percelen aan de Breudijk van Harmelen waarbij jhr. Paulus Aloïsius Antonius Hubertus Graafland als gemachtigde voor jhr. Herbert Paulus Jan Bosch van Drakestein optrad voor de verkoop van de percelen grond. Die om 11:00 uur in het café met mejuffrouw, weduwe van H.F. Stelling geveild gingen worden. Uitgetypte volmacht van van Herbert Paulus Jan Bosch aan Paulus Graafland. Bron: RHC Rijnstreek en Lopikerwaard, W235, 182, aktenummer: 69. Op dinsdag 25 juli van het jaar 1933 vond te overstand van notaris Johan Werner van Harderwijk de verkoop plaats van twee percelen aan de Breudijk van Harmelen waarbij jhr. Paulus Aloïsius Antonius Hubertus Graafland als gemachtigde voor jhr. Herbert Paulus Jan Bosch van Drakestein optrad voor de verkoop van de percelen grond. Die om 11:00 uur in het café met mejuffrouw, weduwe van H.F. Stelling geveild gingen worden. Uitgetypte volmacht van van Herbert Paulus Jan Bosch aan Paulus Graafland. Bron: RHC Rijnstreek en Lopikerwaard, W235, 182, aktenummer: 69.


Op dinsdag 25 juli van het jaar 1933 vond te overstand van notaris Johan Werner van Harderwijk de verkoop plaats van twee percelen aan de Breudijk van Harmelen waarbij jhr. Paulus Aloïsius Antonius Hubertus Graafland als gemachtigde voor jhr. Herbert Paulus Jan Bosch van Drakestein optrad voor de verkoop van de percelen grond. Die om 11:00 uur in het café met mejuffrouw, weduwe van H.F. Stelling geveild gingen worden. Beschrijving van eerste verkoop perceel.. Bron: RHC Rijnstreek en Lopikerwaard, 235, 182, aktenummer: 69. Op dinsdag 25 juli van het jaar 1933 vond te overstand van notaris Johan Werner van Harderwijk de verkoop plaats van twee percelen aan de Breudijk van Harmelen waarbij jhr. Paulus Aloïsius Antonius Hubertus Graafland als gemachtigde voor jhr. Herbert Paulus Jan Bosch van Drakestein optrad voor de verkoop van de percelen grond. Die om 11:00 uur in het café met mejuffrouw, weduwe van H.F. Stelling geveild gingen worden. Beschrijving van eerste verkoop perceel.. Bron: RHC Rijnstreek en Lopikerwaard, 235, 182, aktenummer: 69.


Op dinsdag 25 juli van het jaar 1933 vond te overstand van notaris Johan Werner van Harderwijk de verkoop plaats van twee percelen aan de Breudijk van Harmelen waarbij jhr. Paulus Aloïsius Antonius Hubertus Graafland als gemachtigde voor jhr. Herbert Paulus Jan Bosch van Drakestein optrad voor de verkoop van de percelen grond. Die om 11:00 uur in het café met mejuffrouw, weduwe van H.F. Stelling geveild gingen worden. Beschrijving van tweede verkoop perceel.. Bron: RHC Rijnstreek en Lopikerwaard, 235, 182, aktenummer: 69. Op dinsdag 25 juli van het jaar 1933 vond te overstand van notaris Johan Werner van Harderwijk de verkoop plaats van twee percelen aan de Breudijk van Harmelen waarbij jhr. Paulus Aloïsius Antonius Hubertus Graafland als gemachtigde voor jhr. Herbert Paulus Jan Bosch van Drakestein optrad voor de verkoop van de percelen grond. Die om 11:00 uur in het café met mejuffrouw, weduwe van H.F. Stelling geveild gingen worden. Beschrijving van tweede verkoop perceel.. Bron: RHC Rijnstreek en Lopikerwaard, 235, 182, aktenummer: 69.


Op dinsdag 25 juli van het jaar 1933 vond te overstand van notaris Johan Werner van Harderwijk de verkoop plaats van twee percelen aan de Breudijk van Harmelen waarbij jhr. Paulus Aloïsius Antonius Hubertus Graafland als gemachtigde voor jhr. Herbert Paulus Jan Bosch van Drakestein optrad voor de verkoop van de percelen grond. Die om 11:00 uur in het café met mejuffrouw, weduwe van H.F. Stelling geveild gingen worden. Beschrijving van veiling op de twee percelen waarbij voor ƒ. 2.450-, gulden de 2 percelen tezamen door Hendrik Albertus Beijer werden aangekocht. Bron: RHC Rijnstreek en Lopikerwaard, 235, 182, aktenummer: 69. Op dinsdag 25 juli van het jaar 1933 vond te overstand van notaris Johan Werner van Harderwijk de verkoop plaats van twee percelen aan de Breudijk van Harmelen waarbij jhr. Paulus Aloïsius Antonius Hubertus Graafland als gemachtigde voor jhr. Herbert Paulus Jan Bosch van Drakestein optrad voor de verkoop van de percelen grond. Die om 11:00 uur in het café met mejuffrouw, weduwe van H.F. Stelling geveild gingen worden. Beschrijving van veiling op de twee percelen waarbij voor ƒ. 2.450-, gulden de 2 percelen tezamen door Hendrik Albertus Beijer werden aangekocht. Bron: RHC Rijnstreek en Lopikerwaard, 235, 182, aktenummer: 69.


Op dinsdag 25 juli van het jaar 1933 vond te overstand van notaris Johan Werner van Harderwijk de verkoop plaats van twee percelen aan de Breudijk van Harmelen waarbij jhr. Paulus Aloïsius Antonius Hubertus Graafland als gemachtigde voor jhr. Herbert Paulus Jan Bosch van Drakestein optrad voor de verkoop van de percelen grond. Die om 11:00 uur in het café met mejuffrouw, weduwe van H.F. Stelling geveild gingen worden. Beschrijving van veiling op de twee percelen waarbij voor ƒ. 2.450-, gulden de 2 percelen tezamen door Hendrik Albertus Beijer werden aangekocht. eind beschrijving van akte. Bron: RHC Rijnstreek en Lopikerwaard, 235, 182, aktenummer: 69. Op dinsdag 25 juli van het jaar 1933 vond te overstand van notaris Johan Werner van Harderwijk de verkoop plaats van twee percelen aan de Breudijk van Harmelen waarbij jhr. Paulus Aloïsius Antonius Hubertus Graafland als gemachtigde voor jhr. Herbert Paulus Jan Bosch van Drakestein optrad voor de verkoop van de percelen grond. Die om 11:00 uur in het café met mejuffrouw, weduwe van H.F. Stelling geveild gingen worden. Beschrijving van veiling op de twee percelen waarbij voor ƒ. 2.450-, gulden de 2 percelen tezamen door Hendrik Albertus Beijer werden aangekocht. eind beschrijving van akte. Bron: RHC Rijnstreek en Lopikerwaard, 235, 182, aktenummer: 69.



Land en huizen in het Lauwerecht (gem. Utrecht)


  


Op zaterdag 26 mei 1764 werd ten overstaan van de Utrechtse notaris Zeeger Coenraad van Leenen een: zekere huysinge, erve, hoff, stallinge en koetshuys verkocht, gelegen aan de Weerdsgragte. Het tweede erbij verkochte object betrof een huyzinge en erve ook gelegen aan de Weerdsgragt in het gerecht van de Bemuurde Weerd, westzyde van de Kleyne Sluys. De verkopende partij was Johannes Nicolaas Oosterhuyze. Kopers waren Willem Bosch en zijn jongere broer Theodorus Gerardus Bosch.


Luchtfoto uit 1938 van de Weerdsingel W.Z. en omgeving te Utrecht, met rechts de Bemuurde Weerd W.Z. en O.Z. en de meelfabriek De Korenschoof (Kaatstraat). In het midden de St.-Monicakerk (Herenweg 99) en het tracé van de toekomstige Oudenoord. Het Utrechts Archief, catalogusnummer: 121290. Luchtfoto uit 1938 van de Weerdsingel W.Z. en omgeving te Utrecht, met rechts de Bemuurde Weerd W.Z. en O.Z. en de meelfabriek De Korenschoof (Kaatstraat). In het midden de St.-Monicakerk (Herenweg 99) en het tracé van de toekomstige Oudenoord. Het Utrechts Archief, catalogusnummer: 121290.



Het hierboven omschreven objecten stonden als je het vandaag de dag bekijkt aan Bemuurde Weerd Westzijde, Kaatstraat, Oudenoord en Raamstraat, in het vroegere gerecht Lauwerecht. De Raamstraat behoorde ook bij het eigendom van de broers Bosch. In de boedelscheiding van Willem Bosch uit 1801 zien we dat huizen met erve, hof en stallingen niet erbij inbegrepen zitten. Bij de aankoop uit 1764 was Theo ook de eigenaar van het hele spul. Na het overlijden van Theo in 1802 zal het onroerend goed aan Bemuurde Weerd aan de rivier de Vecht over zijn gegaan naar zijn vrouw, weduwe Cornelia van Bijleveld.

Na haar overlijden. Is dit vast- en onroerend goed overgaan naar haar kleinzoon Jan Willem Hendrik Bosch. Dat is ook terug te zien bij de invoering van het kadaster op 1 oktober 1832 dar Jan Willem Hendrik de eigenaar is. Waarna hierna aangenomen mag worden dat het onroerend goed nog een korte tijd in de familie Bosch van Oud-Amelisweerd is gebleven. Jan Willem Hendriks zoon is de stamvader van de nieuwe familietak Bosch van Oud-Amelisweerd.

Bron: Het Utrechts Archief 34-4 U207a008 aktenummer 75 26-05-1764.

Op de eerste kaart in de viewer (hieronder) is nog een klein ander stukje land geel gearceerd. Meer vanaf het noorden gezien vanaf de stad ten westen van rivier de Vecht. Dit perceel is van een zekere Bernardus Bosch. Hij is zeker geen lid van de familie Bosch van Drakestein 

In de tweede helft van de negentiende eeuw werd aan de Oudenoord en de Kaatstraat de Brood- en meelfabriek De Korenschoof opgericht en gebouwd. Wikipedia De Korenschoof (Utrecht) schrijft hier het volgende over: 

De Korenschoof was een brood- en meelfabriek in de Nederlandse stad Utrecht.

De fabriek opende begin 19e eeuw langs de rivier de Vecht aan de Kaatstraat. Zij werd gevestigd op het terrein van Zijdebalen waarbij gebruik werd gemaakt van de oude textielindustrie die hier kort daarvoor gesloten was. In 1885 werd De Korenschoof tevens een brood- en banketbakkerij. In de stad Utrecht had ze meerdere bakkerswinkels, later Lubro-winkels. In 1938 sloot de broodfabriek, de meelfabriek hield het nog uit tot 1970. Rond 1978 is de fabriek gesloopt. 

De brood en meel fabriek werd gebouwd op de gronden die eerder van de familie Bosch van Oud-Amelisweerd waren geweest.


   

Op zaterdag 6 september 1834 vond te overstaan van de Utrechtse notaris Gerardus Henricus Stevens de verkoop plaats van 'Eene Kapitale Huizinge, erve, en tuin met stalling'. Aan de westzijde van de Vecht in het Lauwerecht. De heer Jan Willem Hendrik Bosch verkocht het vastgoed wat hij van zijn grootvader en grootmoeder Theodorus Gerardus Bosch en Cornelia van Bijleveld had geërfd. Begin van beschrijving van verkoopakte met perceelnummers. Bron: Het Utrechts Archief, 34-4, 3637, aktenummer: 9645. Op zaterdag 6 september 1834 vond te overstaan van de Utrechtse notaris Gerardus Henricus Stevens de verkoop plaats van 'Eene Kapitale Huizinge, erve, en tuin met stalling'. Aan de westzijde van de Vecht in het Lauwerecht. De heer Jan Willem Hendrik Bosch verkocht het vastgoed wat hij van zijn grootvader en grootmoeder Theodorus Gerardus Bosch en Cornelia van Bijleveld had geërfd. Begin van beschrijving van verkoopakte met perceelnummers. Bron: Het Utrechts Archief, 34-4, 3637, aktenummer: 9645.


Op zaterdag 6 september 1834 vond te overstaan van de Utrechtse notaris Gerardus Henricus Stevens de verkoop plaats van 'Eene Kapitale Huizinge, erve, en tuin met stalling'. Aan de westzijde van de Vecht in het Lauwerecht. De heer Jan Willem Hendrik Bosch verkocht het vastgoed wat hij van zijn grootvader en grootmoeder Theodorus Gerardus Bosch en Cornelia van Bijleveld had geërfd. Bieding op het eerste perceel ter waarde van f. 13.600,- gulden. Bron: Het Utrechts Archief, 34-4, 3637, aktenummer: 9645. Op zaterdag 6 september 1834 vond te overstaan van de Utrechtse notaris Gerardus Henricus Stevens de verkoop plaats van 'Eene Kapitale Huizinge, erve, en tuin met stalling'. Aan de westzijde van de Vecht in het Lauwerecht. De heer Jan Willem Hendrik Bosch verkocht het vastgoed wat hij van zijn grootvader en grootmoeder Theodorus Gerardus Bosch en Cornelia van Bijleveld had geërfd. Bieding op het eerste perceel ter waarde van f. 13.600,- gulden. Bron: Het Utrechts Archief, 34-4, 3637, aktenummer: 9645.


Op zaterdag 6 september 1834 vond te overstaan van de Utrechtse notaris Gerardus Henricus Stevens de verkoop plaats van 'Eene Kapitale Huizinge, erve, en tuin met stalling'. Aan de westzijde van de Vecht in het Lauwerecht. De heer Jan Willem Hendrik Bosch verkocht het vastgoed wat hij van zijn grootvader en grootmoeder Theodorus Gerardus Bosch en Cornelia van Bijleveld had geërfd. Beschrijving van 2e perceel en koop in het Lauwerecht door E.C. Kellen, wed. P. Jongeneel. Bron: Het Utrechts Archief, 34-4, 3637, aktenummer: 9645. Op zaterdag 6 september 1834 vond te overstaan van de Utrechtse notaris Gerardus Henricus Stevens de verkoop plaats van 'Eene Kapitale Huizinge, erve, en tuin met stalling'. Aan de westzijde van de Vecht in het Lauwerecht. De heer Jan Willem Hendrik Bosch verkocht het vastgoed wat hij van zijn grootvader en grootmoeder Theodorus Gerardus Bosch en Cornelia van Bijleveld had geërfd. Beschrijving van 2e perceel en koop in het Lauwerecht door E.C. Kellen, wed. P. Jongeneel. Bron: Het Utrechts Archief, 34-4, 3637, aktenummer: 9645.


Op zaterdag 6 september 1834 vond te overstaan van de Utrechtse notaris Gerardus Henricus Stevens de verkoop plaats van 'Eene Kapitale Huizinge, erve, en tuin met stalling'. Aan de westzijde van de Vecht in het Lauwerecht. De heer Jan Willem Hendrik Bosch verkocht het vastgoed wat hij van zijn grootvader en grootmoeder Theodorus Gerardus Bosch en Cornelia van Bijleveld had geërfd. Eind van akte met handtekeningen. Bron: Het Utrechts Archief, 34-4, 3637, aktenummer: 9645. Op zaterdag 6 september 1834 vond te overstaan van de Utrechtse notaris Gerardus Henricus Stevens de verkoop plaats van 'Eene Kapitale Huizinge, erve, en tuin met stalling'. Aan de westzijde van de Vecht in het Lauwerecht. De heer Jan Willem Hendrik Bosch verkocht het vastgoed wat hij van zijn grootvader en grootmoeder Theodorus Gerardus Bosch en Cornelia van Bijleveld had geërfd. Eind van akte met handtekeningen. Bron: Het Utrechts Archief, 34-4, 3637, aktenummer: 9645.


  

Hofstede en landerijen in Ruwiel aan de Bosdijk 8


 

Boerderij aan de Bosdijk 8 in de Oude Aa, Ruwiel in oktober 1957. Bron: Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (RCE) te Amersfoort, beeldbank, documentnummer: 179.977. Boerderij aan de Bosdijk 8 in de Oude Aa, Ruwiel in oktober 1957. Bron: Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (RCE) te Amersfoort, beeldbank, documentnummer: 179.977.



Op zaterdag 22 september 1770 vond ten overstaan van de Utrechtse notaris D. Oskamp de verkoop van de boerderij met landerijen in Abos en Ruwiel met 23 morgen, wei-, hooi-, als henniplanderijen aan de Boschdijk.

Verkoper van de boerderij was Adriaan Ockhuysen Matthiasz. koper was Theodorus Gerardus Bosch. Hij betaald ruim f. 1.500-, gulden voor het goed.

De boerderij en land lagen in de vroegere ambachtsheerlijkheid Ruwiel, buurtschap de Oude Aa. Heden gelegen in de gemeente Stichtse Vecht. In 1803 staat beschreven dat Paulus Wilhelmus Bosch de eigenaar is. Hij is de zoon van Theo.

Paulus zal kort erna de boerderij aan zijn moeder Cornelia van Bijleveld hebben gegeven. Zodat zij voor haar oude dag voorziening kon zorgen uit de opbrengsten van de pachten. Na haar overlijden in 1823 gaat de boerderij, heden gelegen aan de Bosdijk 8 te Kockengen over naar haar schoonzoon. Dat is te zien bij de invoering van het kadaster op 1 oktober 1832. Schoonzoon Hendrik Joseph Baron Michiels van Kessenich, hij is gehuwd met Cornelia Jacoba Bosch.

Bron: Het Utrechts Archief, 34-4, 1432, aktenummer: 48-1.


Boerderij aan de Bosdijk 8 in de Oude Aa, Ruwiel in oktober 1957. Bron: Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (RCE) te Amersfoort, beeldbank, documentnummer: 179.976. Boerderij aan de Bosdijk 8 in de Oude Aa, Ruwiel in oktober 1957. Bron: Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (RCE) te Amersfoort, beeldbank, documentnummer: 179.976.


Op zaterdag 22 september 1770 vond ten overstaan van de Utrechtse notaris D. Oskamp de verkoop van de boerderij met landerijen in Abos en Ruwiel met 23 morgen, wei-, hooi-, als henniplanderijen aan de Boschdijk. Verkoper van de boerderij was Adriaan Ockhuysen Matthiasz. koper was Theodorus Gerardus Bosch. Hij betaald ruim f. 1.500-, gulden voor het goed. Bron: Het Utrechts Archief, 34-4, 1432, aktenummer: 48-1. Op zaterdag 22 september 1770 vond ten overstaan van de Utrechtse notaris D. Oskamp de verkoop van de boerderij met landerijen in Abos en Ruwiel met 23 morgen, wei-, hooi-, als henniplanderijen aan de Boschdijk. Verkoper van de boerderij was Adriaan Ockhuysen Matthiasz. koper was Theodorus Gerardus Bosch. Hij betaald ruim f. 1.500-, gulden voor het goed. Bron: Het Utrechts Archief, 34-4, 1432, aktenummer: 48-1.


Boerderij aan de Bosdijk 8 in de Oude Aa, Ruwiel op woensdag 22 april 1959. Bron: Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (RCE) te Amersfoort, beeldbank, documentnummer: 412.747. Boerderij aan de Bosdijk 8 in de Oude Aa, Ruwiel op woensdag 22 april 1959. Bron: Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (RCE) te Amersfoort, beeldbank, documentnummer: 412.747.


Op zaterdag 22 september 1770 vond ten overstaan van de Utrechtse notaris D. Oskamp de verkoop van de boerderij met landerijen in Abos en Ruwiel met 23 morgen, wei-, hooi-, als henniplanderijen aan de Boschdijk. Verkoper van de boerderij was Adriaan Ockhuysen Matthiasz. koper was Theodorus Gerardus Bosch. Hij betaald ruim f. 1.500-, gulden voor het goed. Handtekeningen van koop- en verkopers. Bron: Het Utrechts Archief, 34-4, 1432, aktenummer: 48-1. Op zaterdag 22 september 1770 vond ten overstaan van de Utrechtse notaris D. Oskamp de verkoop van de boerderij met landerijen in Abos en Ruwiel met 23 morgen, wei-, hooi-, als henniplanderijen aan de Boschdijk. Verkoper van de boerderij was Adriaan Ockhuysen Matthiasz. koper was Theodorus Gerardus Bosch. Hij betaald ruim f. 1.500-, gulden voor het goed. Handtekeningen van koop- en verkopers. Bron: Het Utrechts Archief, 34-4, 1432, aktenummer: 48-1.


Boerderij aan de Bosdijk 8 in de Oude Aa, Ruwiel op woensdag 22 april 1959. Bron: Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (RCE) te Amersfoort, beeldbank, documentnummer: 412.746. Boerderij aan de Bosdijk 8 in de Oude Aa, Ruwiel op woensdag 22 april 1959. Bron: Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (RCE) te Amersfoort, beeldbank, documentnummer: 412.746.



Hofstede en landerijen in Oostveen (Maartsendijk) en Blauwkapel (gem. Utrecht)


   


    *

Kaart van landerijen te Oostveen, vervaardigd door de landmeter van het Hof van Utrecht op basis van een landmeterskaart van 1641 van het gehele gebied aldaar uit 1751. Bron: Het Utrechts Archief, 1855, 1074. Kaart van landerijen te Oostveen, vervaardigd door de landmeter van het Hof van Utrecht op basis van een landmeterskaart van 1641 van het gehele gebied aldaar uit 1751. Bron: Het Utrechts Archief, 1855, 1074.



Op zaterdag 30 december 1775 werd ten overstaan van de Utrechtse notaris Adrianus Hoevnaar Sr. een huysinge, erve en grond met 4 caameren en 3 stallingen en een bergh verkocht. De naam van het object was de Zwarte Hengst of later Het Bonte Paard. De belendingen waren de wegh na de Maartensdyk en Blauwe Capelsesteeg. Mede behorend bij de verkoop op die dag waren een halve viertel groot 3 mergen wey- en hooyland aan de Gageldijk, de Kaay in de gerechten van Oostveen (Maartensdijk) en aan de Blauwcapel in de Twaald Hoeven.

De verkopende partij was Otto van Wulven. Van beroep Hospes (kamerverhuurder in zijn eigen huis) aan de Blauwkapel. De kopende partij was Theodorus Gerardus Bosch.

Bron: Het Utrechts Archief 34-4 U229a010 aktenummer 175 30-12-1776.

Na het overlijden van Theo in 1802 verhuurt zijn echtgenote Cornelia van Bijleveld op vrijdag 24 november 1809 het onroerend goed als zijnde huisinge en herberge met stallinge, 2 schuuren en annexe woningen mitgaders 3 morgen weiland. Gelegen in de gerechten van Oostveen (Maartensdijk) en aan de Blauwkapel. Huurder van het hele goed is Hendrik van den Bergh.

Bron: Het Utrechts Archief 34-4 U272C040 aktenummer 84 24-11-1809.


Luchtfoto van het Fort Blauwkapel te Utrecht; links de spoorlijn Utrecht - Amersfoort en op de voorgrond de spoorlijn Utrecht - Hilversum en de Bastionweg. Met linksonder het huis die op de plek stond waar in 1832 (Voordorpsedijk 1) de hofstede van familie Bosch van Drakestein stond. Luchtfotopname van vrijdag 29 mei 2009. Bron: Het Utrechts Archief, catalogusnummer: 802301. Luchtfoto van het Fort Blauwkapel te Utrecht; links de spoorlijn Utrecht - Amersfoort en op de voorgrond de spoorlijn Utrecht - Hilversum en de Bastionweg. Met linksonder het huis die op de plek stond waar in 1832 (Voordorpsedijk 1) de hofstede van familie Bosch van Drakestein stond. Luchtfotopname van vrijdag 29 mei 2009. Bron: Het Utrechts Archief, catalogusnummer: 802301.

*





Na het overlijden van Cornelia van Bijleveld in 1823 komen de landerijen van Het Bonte Paard toe aan haar schoonzoon Hendrik Joseph Baron Michiels van Kessenich hij is gehuwd met Cornelia haar dochter Cornelia Jacoba Bosch.

Omstreeks het jaar 1860 werd op het onroerend goed van familie Michiels van Kessenich de Centraalspoorweg aangelegd. Een destijds nieuwe spoorlijn van Utrecht, via Amerfoort naar Zwolle en Kampen. Rond het jaar 1872 kwam daar nog de Oosterspoorweg bij. Een nieuw aan te leggen spoorweg van Utrecht Lunnten, Abstede/Oudwijk naar het Noord-Hollandse Hilversum.

In de jaren zestig van de twintigste eeuw werd op het vroegere stuk grond van familie Michiels van Kessenich de nieuwe straten van Utrecht Overvecht aangelegd. Hierbij te denken aan de Polluxdreef, Vulcanusdreef, Plutodreef, Palles-Athenedreef en de Wolgadreef.

De drie morgen land lag gelegen ten westen van het Nieuwe Hollandse Waterlinie Fort, Fort Blauwkapel en ten noorden van het Utrechtse Zwarte Water een vroeger gegraven kanaal.


Verticale luchtfoto van het fort Blauwkapel te Maartensdijk, met het spoorwegknooppunt. Rechtsboven de Voorveldse Polder met links daarvan de Voordorpsedijk. Rechtsonder een gedeelte van Tuindorp op vrijdag 2 maart 1945. Bron: Het Utrechts Archief, catalogusnummer: 85103. Verticale luchtfoto van het fort Blauwkapel te Maartensdijk, met het spoorwegknooppunt. Rechtsboven de Voorveldse Polder met links daarvan de Voordorpsedijk. Rechtsonder een gedeelte van Tuindorp op vrijdag 2 maart 1945. Bron: Het Utrechts Archief, catalogusnummer: 85103.



Uiterwaarden bij rivier de Lek (gem. Wijk bij Duurstede)

Luchtfoto van Steenfabriek de Bosscherwaarden (Lekdijk West 25) te Wijk bij Duurstede, vanuit het zuidoosten. Op de voorgrond de rivier de Lek in de zomer van 2000. Bron: Het Utrechts Archief, catalogusnummer: 842122. Luchtfoto van Steenfabriek de Bosscherwaarden (Lekdijk West 25) te Wijk bij Duurstede, vanuit het zuidoosten. Op de voorgrond de rivier de Lek in de zomer van 2000. Bron: Het Utrechts Archief, catalogusnummer: 842122.


     

Fragment uit de zwart-wit luchtfoto met midden en rechts de Bosscherwaarden aan de rivier de Lek in de periode 1980-1990. Bron: Regionaal Archief Zuid-Utrecht (RAZU), beeldbank. Fragment uit de zwart-wit luchtfoto met midden en rechts de Bosscherwaarden aan de rivier de Lek in de periode 1980-1990. Bron: Regionaal Archief Zuid-Utrecht (RAZU), beeldbank.



In de notariële archieven te vinden in Wijk bij Duurstede ten overstaande van notairs Mariënhoff wordt in de notariële akte nog geschreven over de 'Hoogerwaarde' in plaats de Bosscherwaarden.

Jhr. Paul Bosch van Drakestein en zijn moeder Cornelia van Bijleveld die hij vaak meenam naar Wijk bij Duurstede om bij notaris Mariënhoff zaken te regelen.


Luchtfoto van Steenfabriek de Bosscherwaarden (Lekdijk West 25) te Wijk bij Duurstede, vanuit het oosten. Op de voorgrond de rivier de Lek in 2000. Bron: Het Utrechts Archief, catalogusnummer:	842123. Luchtfoto van Steenfabriek de Bosscherwaarden (Lekdijk West 25) te Wijk bij Duurstede, vanuit het oosten. Op de voorgrond de rivier de Lek in 2000. Bron: Het Utrechts Archief, catalogusnummer: 842123.



Regelde veelal de verkoop van het grasgewas en de na-weide van de uiterwaarden. Maar ook het brandhout of hakhout afkomstig van het sinds in zijn bezit augustsus 1811 zijnde landgoederen Nieuw-Amelisweerd en Oud-Amelisweerd. Paul liet deze zaken aan over Mariënhoff voor het veilen en verkopen.

Dit gebeurde meestal bij familie 'Van de Vegt' in het café van het gehucht Vechten in boerderij annex café Wiltenburg aan de Provincialeweg 116 in Bunnik en Vechten.


Steenfabriek De Bosscherwaarden aan de Lekdijk-West 25-28 in juli 2010. Bron: Wikimedia Commons. Steenfabriek De Bosscherwaarden aan de Lekdijk-West 25-28 in juli 2010. Bron: Wikimedia Commons.


  

Op zaterdag 13 juli 1776 werd ten overstaan van de Utrechtse notaris Jan Tielman Blekman een uytterweerde, groot 52 mergen en 78 roeden lands verkocht. De verkopende partij was Cornelis Gerardus de Wijkerslooth van Grevenmachern. Henricus de Wijkerslooth was de gemachtigde om de verkoop namens zijn broer uit te voeren. Koper van de 52 morgen uiterwaarden langs de rivier de Lek was Theodorus Gerardus Bosch.

De uiterwaarden waren leenroerig aan de Staten van Utrecht met uitzondering van 8 hond land, genaamd het Utrechtse Kind, dat in erfpacht was van het Gasthuis te Wijk bij Duurstede.

Na het overlijden van Theo in 1802, en zijn echtgenote in 1823 via haar zoon Paulus komt de uiterwaarden na april 1834 in het bezit van zijn zoon Jhr. Karel Bosch van Drakestein, Heer van Sterrenberg en Reijerscop - Kreuningen.

In 1902 richt familie Steenberghe / Bosch van Drakestein een vennootschap op ten overstaan van notaris H.J. van Heijst voor de exploitatie van de Bosscherwaarden met een startkapitaal van f. 14.000 gulden. In het jaar 1921 verkoopt familie Steenberghe de Bosscherwaarden aan de nieuw opgerichte Steenfabriek De Bosscherwaarden van familie Arntz. Een enkel perceel in de Bosscherwaarden bleef van een persoon in de familie Steenberghe tot 1975. Waarna ook dat laatste perceel aan de lokale agrariër werd verkocht.

Bron: Het Utrechts Archief 34-4 U227a009 aktenummer 131-1 13-07-1776.

Heden heet deze uiterwaarden bij Wijk bij Duurstede de Bosscherwaarden naar familie Bosch van Drakestein die het heel lang in bezit heeft gehad.

Aankondiging van verkoop door nazaten van Jhr. Karel Bosch van Drakestein / Steenberghe van 'De Bosscherwaarden' in de uiterwaarden van de rivier de Lek op dinsdag 14 juni. Bron: Algemeen Handelsblad van 25 mei 1921, Delpher.nl. Aankondiging van verkoop door nazaten van Jhr. Karel Bosch van Drakestein / Steenberghe van 'De Bosscherwaarden' in de uiterwaarden van de rivier de Lek op dinsdag 14 juni. Bron: Algemeen Handelsblad van 25 mei 1921, Delpher.nl.


  


 

Portret van Nicolaas van Bern (1742-1819) en Jannetje (Jannetje ook gespeld als Jannigje) van Dam (1752-1806). Nicolaas van Bern bekleedde in de jaren 1787-1814 de functies van raadslid, burgemeester, maire en adjunct-maire van Wijk bij Duurstede. Bron: RAZU, 240. Portret van Nicolaas van Bern (1742-1819) en Jannetje (Jannetje ook gespeld als Jannigje) van Dam (1752-1806). Nicolaas van Bern bekleedde in de jaren 1787-1814 de functies van raadslid, burgemeester, maire en adjunct-maire van Wijk bij Duurstede. Bron: RAZU, 240.


Portret van Frans Nicolaas van Bern (1786-1851), in 1844, schilderij toegeschreven aan Jan Kieft (1798-1870). Huwde in 1814 Johanna Maria van Marienhoff. Bij koninklijk besluit van 9 augustus 1825, nr. 66, werd Van Bern tot burgemeester van de gemeente Zeist en tot burgemeester en secretaris van de gemeenten Driebergen en Sterkenburg benoemd. In 1831, 1837 en 1843 werd hij herbenoemd als burgemeester van de gemeenten Driebergen, Sterkenburg en Zeist. Van Bern was ook gadermeester van de waterschappen Bisschopswetering en Hakswetering, later genaamd waterschap Stoetwegen en Cattenbroek van de binnenlandse lasten van Stoetwegen en Zeisteroever, van de gerechtshoefslagen van de erfdijk van de Kromme Rijn binnen Zeist en van de Koppelsluisgelden. Van 1847 tot 1849 was Van Bern lid van de Provinciale Staten van Utrecht. Opname in geheel. Bron: Slot Zeist, Gem. Zeist. Portret van Frans Nicolaas van Bern (1786-1851), in 1844, schilderij toegeschreven aan Jan Kieft (1798-1870). Huwde in 1814 Johanna Maria van Marienhoff. Bij koninklijk besluit van 9 augustus 1825, nr. 66, werd Van Bern tot burgemeester van de gemeente Zeist en tot burgemeester en secretaris van de gemeenten Driebergen en Sterkenburg benoemd. In 1831, 1837 en 1843 werd hij herbenoemd als burgemeester van de gemeenten Driebergen, Sterkenburg en Zeist. Van Bern was ook gadermeester van de waterschappen Bisschopswetering en Hakswetering, later genaamd waterschap Stoetwegen en Cattenbroek van de binnenlandse lasten van Stoetwegen en Zeisteroever, van de gerechtshoefslagen van de erfdijk van de Kromme Rijn binnen Zeist en van de Koppelsluisgelden. Van 1847 tot 1849 was Van Bern lid van de Provinciale Staten van Utrecht. Opname in geheel. Bron: Slot Zeist, Gem. Zeist.


Portret van Frans Nicolaas van Bern (1786-1851), in 1844, schilderij toegeschreven aan Jan Kieft (1798-1870). Huwde in 1814 Johanna Maria van Marienhoff. Bij koninklijk besluit van 9 augustus 1825, nr. 66, werd Van Bern tot burgemeester van de gemeente Zeist en tot burgemeester en secretaris van de gemeenten Driebergen en Sterkenburg benoemd. In 1831, 1837 en 1843 werd hij herbenoemd als burgemeester van de gemeenten Driebergen, Sterkenburg en Zeist. Van Bern was ook gadermeester van de waterschappen Bisschopswetering en Hakswetering, later genaamd waterschap Stoetwegen en Cattenbroek van de binnenlandse lasten van Stoetwegen en Zeisteroever, van de gerechtshoefslagen van de erfdijk van de Kromme Rijn binnen Zeist en van de Koppelsluisgelden. Van 1847 tot 1849 was Van Bern lid van de Provinciale Staten van Utrecht. Detail opnamen. Bron: Slot Zeist, Gem. Zeist. Portret van Frans Nicolaas van Bern (1786-1851), in 1844, schilderij toegeschreven aan Jan Kieft (1798-1870). Huwde in 1814 Johanna Maria van Marienhoff. Bij koninklijk besluit van 9 augustus 1825, nr. 66, werd Van Bern tot burgemeester van de gemeente Zeist en tot burgemeester en secretaris van de gemeenten Driebergen en Sterkenburg benoemd. In 1831, 1837 en 1843 werd hij herbenoemd als burgemeester van de gemeenten Driebergen, Sterkenburg en Zeist. Van Bern was ook gadermeester van de waterschappen Bisschopswetering en Hakswetering, later genaamd waterschap Stoetwegen en Cattenbroek van de binnenlandse lasten van Stoetwegen en Zeisteroever, van de gerechtshoefslagen van de erfdijk van de Kromme Rijn binnen Zeist en van de Koppelsluisgelden. Van 1847 tot 1849 was Van Bern lid van de Provinciale Staten van Utrecht. Detail opnamen. Bron: Slot Zeist, Gem. Zeist.



Handtekening van Frans Nicolaas van Bern, burgemeester van Zeist en schoonzoon van notaris Mariënhoff in Wijk bij Duurstede. Handtekening onder de machtig van Jhr. Carel Bosch van Drakestein aan Frans Nicolaas van Bern om de verpachting van het grasgewas van de uiterwaarden in Wijk bij Duurstede in De Bosscherwaarden in 1835. te bezegelen. Bron: Regionaal Archief Zuid-Utrecht (RAZU), 063. Handtekening van Frans Nicolaas van Bern, burgemeester van Zeist en schoonzoon van notaris Mariënhoff in Wijk bij Duurstede. Handtekening onder de machtig van Jhr. Carel Bosch van Drakestein aan Frans Nicolaas van Bern om de verpachting van het grasgewas van de uiterwaarden in Wijk bij Duurstede in De Bosscherwaarden in 1835. te bezegelen. Bron: Regionaal Archief Zuid-Utrecht (RAZU), 063.


Gezicht over de Lek op de steenfabriek Bosscherwaarden bij Wijk bij Duurstede in juli 1981. Naar een tekening van Chris Schut. Bron: Het Utrechts Archief, catalogusnummer: 206483. Gezicht over de Lek op de steenfabriek Bosscherwaarden bij Wijk bij Duurstede in juli 1981. Naar een tekening van Chris Schut. Bron: Het Utrechts Archief, catalogusnummer: 206483.


Handtekening van Jhr. Carel Bosch van Drakestein, Heer van Reijerscop - Creuningen en Sterrenberg ten overstaan van notaris Mariënhoff te Wijk bij Duurstede Voor de machtiging aan Frans Nicolaas van Bern om de verpachting van het grasgewas van de uiterwaarden in Wijk bij Duurstede in De Bosscherwaarden in 1835 te bezegelen.. Bron: Regionaal Archief Zuid-Utrecht (RAZU), 063. Handtekening van Jhr. Carel Bosch van Drakestein, Heer van Reijerscop - Creuningen en Sterrenberg ten overstaan van notaris Mariënhoff te Wijk bij Duurstede Voor de machtiging aan Frans Nicolaas van Bern om de verpachting van het grasgewas van de uiterwaarden in Wijk bij Duurstede in De Bosscherwaarden in 1835 te bezegelen.. Bron: Regionaal Archief Zuid-Utrecht (RAZU), 063.


Kaart in groen gearceerd de Bosscherwaarden in februari 1761 kopie manuscriptkaart door Klaas Vis. Bron: NA. Kaart in groen gearceerd de Bosscherwaarden in februari 1761 kopie manuscriptkaart door Klaas Vis. Bron: NA.


De steenfabriek Bosscherwaarden bij zonsondergang op dinsdag 24 januari 2006 naar een foto van Winfried Leeman. Bron: Regionaal Archief Zuid-Utrecht (RAZU), 240. De steenfabriek Bosscherwaarden bij zonsondergang op dinsdag 24 januari 2006 naar een foto van Winfried Leeman. Bron: Regionaal Archief Zuid-Utrecht (RAZU), 240.


Advertentie in de krant uit 1845 waarmee Jhr. Carel Bosch van Drakestein zijn grasgewas uit de uiterwaarden van De Bosscherwaarden in Wijk bij Duurstede langs rivier de Lek aankondigde. Bron: Delpher.nl. Advertentie in de krant uit 1845 waarmee Jhr. Carel Bosch van Drakestein zijn grasgewas uit de uiterwaarden van De Bosscherwaarden in Wijk bij Duurstede langs rivier de Lek aankondigde. Bron: Delpher.nl.


Handtekening van notaris Henricus Jacobus van Mariënhoff onder één van zijn vele duizenden akten die hij in zijn carrière heeft gemaakt. Bron: Regionaal Archief Zuid-Utrecht (RAZU), 063. Handtekening van notaris Henricus Jacobus van Mariënhoff onder één van zijn vele duizenden akten die hij in zijn carrière heeft gemaakt. Bron: Regionaal Archief Zuid-Utrecht (RAZU), 063.


De schoorsteen rechts aan de horizon is van de voormalige steenfabriek De Bosscherwaarden in de periode 1995-2010. Bron: Regionaal Archief Zuid-Utrecht (RAZU), 240. De schoorsteen rechts aan de horizon is van de voormalige steenfabriek De Bosscherwaarden in de periode 1995-2010. Bron: Regionaal Archief Zuid-Utrecht (RAZU), 240.



Handtekening van Cornelia van Bijleveld in 1820 ten overstaan van notaris H.J. van Mariënhoff in 1820 in het bij zijn van haar zoon Paulus Willem Bosch van Drakestein voor machtiging aan Frans Nicolaas van Bern, burgemeester van Zeist en schoonzoon van H.J. van Mariënhoff om de verpachting van de grasgewassen van De Bosscherwaarden in Wijk bij Duurstede die tot het overlijden van Theodorus Gerardus Bosch (1726-1802) de echtgenoot van Cornelia van Bijleveld in zijn bezit waren. Bron: Regionaal Archief Zuid-Utrecht (RAZU), 063. Handtekening van Cornelia van Bijleveld in 1820 ten overstaan van notaris H.J. van Mariënhoff in 1820 in het bij zijn van haar zoon Paulus Willem Bosch van Drakestein voor machtiging aan Frans Nicolaas van Bern, burgemeester van Zeist en schoonzoon van H.J. van Mariënhoff om de verpachting van de grasgewassen van De Bosscherwaarden in Wijk bij Duurstede die tot het overlijden van Theodorus Gerardus Bosch (1726-1802) de echtgenoot van Cornelia van Bijleveld in zijn bezit waren. Bron: Regionaal Archief Zuid-Utrecht (RAZU), 063.


De steenfabriek Bosschewaarden aan de oever van de rivier de Lek. In een vroeg voorjaars zonnetje staat de mooi gerestaureerde steenfabriek te pronken aan de Lekoever bij Wijk bij Duurstede naar een foto van Jan Dijkstra in maart 2017. Bron: Wikimedia Commons. De steenfabriek Bosschewaarden aan de oever van de rivier de Lek. In een vroeg voorjaars zonnetje staat de mooi gerestaureerde steenfabriek te pronken aan de Lekoever bij Wijk bij Duurstede naar een foto van Jan Dijkstra in maart 2017. Bron: Wikimedia Commons.


Handtekening van Paulus Willem Bosch van Drakestein in 1820 ten overstaan van notaris H.J. van Mariënhoff in 1820 in het bij zijn van haar zijn moeder Cornelia van Bijleveld voor machtiging aan Frans Nicolaas van Bern, burgemeester van Zeist en schoonzoon van H.J. van Mariënhoff om de verpachting van de grasgewassen van De Bosscherwaarden in Wijk bij Duurstede die tot het overlijden van Theodorus Gerardus Bosch (1726-1802) de vader van Paulus Willem Bosch van Drakestein in zijn bezit waren. Bron: Regionaal Archief Zuid-Utrecht (RAZU), 063. Handtekening van Paulus Willem Bosch van Drakestein in 1820 ten overstaan van notaris H.J. van Mariënhoff in 1820 in het bij zijn van haar zijn moeder Cornelia van Bijleveld voor machtiging aan Frans Nicolaas van Bern, burgemeester van Zeist en schoonzoon van H.J. van Mariënhoff om de verpachting van de grasgewassen van De Bosscherwaarden in Wijk bij Duurstede die tot het overlijden van Theodorus Gerardus Bosch (1726-1802) de vader van Paulus Willem Bosch van Drakestein in zijn bezit waren. Bron: Regionaal Archief Zuid-Utrecht (RAZU), 063.


Maatschappij tot exploitatie van de Bosscher-waarden, gelegen onder de gemeente Wijk-bij-Duurstede, te Wijk-bij-Duurstede; kapitaal f. 144,000, geheel geplaatst; commissaris Mr. A.F.M. Steenberghe; commissaris- plaatsvervanger J.A.F. de Sonnaville; Bron: Het Nieuws van den Dag : Kleine Courant, 21-09-1904, Delpher.nl. Maatschappij tot exploitatie van de Bosscher-waarden, gelegen onder de gemeente Wijk-bij-Duurstede, te Wijk-bij-Duurstede; kapitaal f. 144,000, geheel geplaatst; commissaris Mr. A.F.M. Steenberghe; commissaris- plaatsvervanger J.A.F. de Sonnaville; Bron: Het Nieuws van den Dag : Kleine Courant, 21-09-1904, Delpher.nl.


Bij de verkoop van De Bosscherwaarden op 3 november 1921 werden de uiterwaarden verkocht aan de familie Arntz die een nieuwe Steenfabriek begonnen Steenfabriek De Bosscherwaarden. Briefhoofd van de firma uit 1931. Bron: Regionaal Archief Zuid-Utrecht (RAZU), 063, 2149. Bij de verkoop van De Bosscherwaarden op 3 november 1921 werden de uiterwaarden verkocht aan de familie Arntz die een nieuwe Steenfabriek begonnen Steenfabriek De Bosscherwaarden. Briefhoofd van de firma uit 1931. Bron: Regionaal Archief Zuid-Utrecht (RAZU), 063, 2149.


        

Op woensdag 20 juli 1904 werd te Wijk bij Duurstede ten overstaan van notaris H.J. van Heijst de Maatschap ,, De Bosscherwaarden'' opgericht door de familieleden Bosch van Drakestein - Steenberghe. Opnoeming van leden en getuigen van het nieuwe maatschap. Bron: Regionaal Archief Zuid-Utrecht (RAZU), 063, 2035. Op woensdag 20 juli 1904 werd te Wijk bij Duurstede ten overstaan van notaris H.J. van Heijst de Maatschap ,, De Bosscherwaarden'' opgericht door de familieleden Bosch van Drakestein - Steenberghe. Opnoeming van leden en getuigen van het nieuwe maatschap. Bron: Regionaal Archief Zuid-Utrecht (RAZU), 063, 2035.


Op woensdag 20 juli 1904 werd te Wijk bij Duurstede ten overstaan van notaris H.J. van Heijst de Maatschap ,, De Bosscherwaarden'' opgericht door de familieleden Bosch van Drakestein - Steenberghe. Beschrijving over welke percelen in de uiterwaarden van de Bosscherwaarden te Wijk bij Duurstede de maatschap van toepassing was. Bron: Regionaal Archief Zuid-Utrecht (RAZU), 063, 2035. Op woensdag 20 juli 1904 werd te Wijk bij Duurstede ten overstaan van notaris H.J. van Heijst de Maatschap ,, De Bosscherwaarden'' opgericht door de familieleden Bosch van Drakestein - Steenberghe. Beschrijving over welke percelen in de uiterwaarden van de Bosscherwaarden te Wijk bij Duurstede de maatschap van toepassing was. Bron: Regionaal Archief Zuid-Utrecht (RAZU), 063, 2035.


Op woensdag 20 juli 1904 werd te Wijk bij Duurstede ten overstaan van notaris H.J. van Heijst de Maatschap ,, De Bosscherwaarden'' opgericht door de familieleden Bosch van Drakestein - Steenberghe. Beschrijving van namen familieleden Steengerghe. Bron: Regionaal Archief Zuid-Utrecht (RAZU), 063, 2035. Op woensdag 20 juli 1904 werd te Wijk bij Duurstede ten overstaan van notaris H.J. van Heijst de Maatschap ,, De Bosscherwaarden'' opgericht door de familieleden Bosch van Drakestein - Steenberghe. Beschrijving van namen familieleden Steengerghe. Bron: Regionaal Archief Zuid-Utrecht (RAZU), 063, 2035.


Op woensdag 20 juli 1904 werd te Wijk bij Duurstede ten overstaan van notaris H.J. van Heijst de Maatschap ,, De Bosscherwaarden'' opgericht door de familieleden Bosch van Drakestein - Steenberghe. Beschrijving van volmacht door familieleden Steenberghe. Bron: Regionaal Archief Zuid-Utrecht (RAZU), 063, 2035. Op woensdag 20 juli 1904 werd te Wijk bij Duurstede ten overstaan van notaris H.J. van Heijst de Maatschap ,, De Bosscherwaarden'' opgericht door de familieleden Bosch van Drakestein - Steenberghe. Beschrijving van volmacht door familieleden Steenberghe. Bron: Regionaal Archief Zuid-Utrecht (RAZU), 063, 2035.


Op woensdag 20 juli 1904 werd te Wijk bij Duurstede ten overstaan van notaris H.J. van Heijst de Maatschap ,, De Bosscherwaarden'' opgericht door de familieleden Bosch van Drakestein - Steenberghe. Beschrijving van familieleden Bosch van Drakestein - Steenberghe. Bron: Regionaal Archief Zuid-Utrecht (RAZU), 063, 2035. Op woensdag 20 juli 1904 werd te Wijk bij Duurstede ten overstaan van notaris H.J. van Heijst de Maatschap ,, De Bosscherwaarden'' opgericht door de familieleden Bosch van Drakestein - Steenberghe. Beschrijving van familieleden Bosch van Drakestein - Steenberghe. Bron: Regionaal Archief Zuid-Utrecht (RAZU), 063, 2035.


Op woensdag 20 juli 1904 werd te Wijk bij Duurstede ten overstaan van notaris H.J. van Heijst de Maatschap ,, De Bosscherwaarden'' opgericht door de familieleden Bosch van Drakestein - Steenberghe. Beschrijving van aandelen van de N.V. tot exploitatie van de Bosscherwaarden onder Wijk bij Duurstede met familieleden Steenberghe. Bron: Regionaal Archief Zuid-Utrecht (RAZU), 063, 2035. Op woensdag 20 juli 1904 werd te Wijk bij Duurstede ten overstaan van notaris H.J. van Heijst de Maatschap ,, De Bosscherwaarden'' opgericht door de familieleden Bosch van Drakestein - Steenberghe. Beschrijving van aandelen van de N.V. tot exploitatie van de Bosscherwaarden onder Wijk bij Duurstede met familieleden Steenberghe. Bron: Regionaal Archief Zuid-Utrecht (RAZU), 063, 2035.


Op woensdag 20 juli 1904 werd te Wijk bij Duurstede ten overstaan van notaris H.J. van Heijst de Maatschap ,,De Bosscherwaarden'' opgericht door de familieleden Bosch van Drakestein - Steenberghe. Einde van akte. Bron: Regionaal Archief Zuid-Utrecht (RAZU), 063, 2035. Op woensdag 20 juli 1904 werd te Wijk bij Duurstede ten overstaan van notaris H.J. van Heijst de Maatschap ,,De Bosscherwaarden'' opgericht door de familieleden Bosch van Drakestein - Steenberghe. Einde van akte. Bron: Regionaal Archief Zuid-Utrecht (RAZU), 063, 2035.


Notulen van de Buitengewone Algemene vergadering van aandeelhouders van de N.V. Steenfabriek '' De Bosscherwaarden, gehouden te Wijk bij Duurstede op woensdag 14 maart 1928. Betreffende de aankoop van een perceel uiterwaarden van de heer A.A. Damen te Langbroek van ruim 4 ha. voor f. 23.574-, gulden. Ooit deel uitmakende van de veiling ''De Bosscherwaarden,, van dinsdag 14 juni 1921 ten overstaan van notaris H.J. van Heijst, kadastraalbekend gemeente Wijk bij Duurstede, sectie E, nr. 1199. Bron: Regionaal Archief Zuid-Utrecht (RAZU), 063, 2085. Notulen van de Buitengewone Algemene vergadering van aandeelhouders van de N.V. Steenfabriek '' De Bosscherwaarden, gehouden te Wijk bij Duurstede op woensdag 14 maart 1928. Betreffende de aankoop van een perceel uiterwaarden van de heer A.A. Damen te Langbroek van ruim 4 ha. voor f. 23.574-, gulden. Ooit deel uitmakende van de veiling ''De Bosscherwaarden,, van dinsdag 14 juni 1921 ten overstaan van notaris H.J. van Heijst, kadastraalbekend gemeente Wijk bij Duurstede, sectie E, nr. 1199. Bron: Regionaal Archief Zuid-Utrecht (RAZU), 063, 2085.


Notulen uit de buitengewone algemene vergadering van aandeelhouders der N.V. Steenfabriek ,,De Bosscherwaarden'' gehouden te Wijk bij Duurstede op dinsdag 5 mei 1931. Voorstel van de directeur S.W.N. Arntz voor de aankoop van diverse woningen, binnen en buitendijk te Wijk bij Duurstede, kadastraal bekend, sectie E voor een koopsom van f. 20.000-, gulden. Bron: Regionaal Archief Zuid-Utrecht (RAZU), 063. Notulen uit de buitengewone algemene vergadering van aandeelhouders der N.V. Steenfabriek ,,De Bosscherwaarden'' gehouden te Wijk bij Duurstede op dinsdag 5 mei 1931. Voorstel van de directeur S.W.N. Arntz voor de aankoop van diverse woningen, binnen en buitendijk te Wijk bij Duurstede, kadastraal bekend, sectie E voor een koopsom van f. 20.000-, gulden. Bron: Regionaal Archief Zuid-Utrecht (RAZU), 063.


Notulen van de Buitengewone Algemene vergadering van aandeelhouders van de N.V. Steenfabriek '' De Bosscherwaarden, gehouden te Wijk bij Duurstede op woensdag 14 maart 1928. Betreffende de aankoop van een perceel uiterwaarden van de heer A.A. Damen te Langbroek van ruim 10 ha. voor f. 45.000-, gulden. Ooit deel uitmakende van de veiling ''De Bosscherwaarden,, van dinsdag 14, 15 en 16 juni 1921 ten overstaan van notaris H.J. van Heijst, kadastraal bekend gemeente Wijk bij Duurstede, sectie E, nr. 1197. Bron: Regionaal Archief Zuid-Utrecht (RAZU), 063, 2086. Notulen van de Buitengewone Algemene vergadering van aandeelhouders van de N.V. Steenfabriek '' De Bosscherwaarden, gehouden te Wijk bij Duurstede op woensdag 14 maart 1928. Betreffende de aankoop van een perceel uiterwaarden van de heer A.A. Damen te Langbroek van ruim 10 ha. voor f. 45.000-, gulden. Ooit deel uitmakende van de veiling ''De Bosscherwaarden,, van dinsdag 14, 15 en 16 juni 1921 ten overstaan van notaris H.J. van Heijst, kadastraal bekend gemeente Wijk bij Duurstede, sectie E, nr. 1197. Bron: Regionaal Archief Zuid-Utrecht (RAZU), 063, 2086.


        

Plattegrond van ,, De Bosscherwaarden'' uit de Verkoopbrochure van ruim 64 hectaren uiterwaarden onder Wijk bij Duurstede (De Bosscherwaarden) in het koffiehuis van de weduwe C.G. van Groningen aan de Markt aldaar, ten overstaan van notaris Van Heyst op dinsdag 14 juni 1921. Bij de veiling werden de gronden van de familie Steenberghe ter waarde van ƒ. 256.800,- gulden. Voorkant van het schutblad van het veilingboekje. Bron: Regionaal Archief Zuid-Utrecht (RAZU), 022, 1615. Plattegrond van ,, De Bosscherwaarden'' uit de Verkoopbrochure van ruim 64 hectaren uiterwaarden onder Wijk bij Duurstede (De Bosscherwaarden) in het koffiehuis van de weduwe C.G. van Groningen aan de Markt aldaar, ten overstaan van notaris Van Heyst op dinsdag 14 juni 1921. Bij de veiling werden de gronden van de familie Steenberghe ter waarde van ƒ. 256.800,- gulden. Voorkant van het schutblad van het veilingboekje. Bron: Regionaal Archief Zuid-Utrecht (RAZU), 022, 1615.


Plattegrond van ,, De Bosscherwaarden'' uit de Verkoopbrochure van ruim 64 hectaren uiterwaarden onder Wijk bij Duurstede (De Bosscherwaarden) in het koffiehuis van de weduwe C.G. van Groningen aan de Markt aldaar, ten overstaan van notaris Van Heyst op dinsdag 14 juni 1921. Bij de veiling werden de gronden van de familie Steenberghe ter waarde van ƒ. 256.800,- gulden. Bron: HUA, 1001. Plattegrond van ,, De Bosscherwaarden'' uit de Verkoopbrochure van ruim 64 hectaren uiterwaarden onder Wijk bij Duurstede (De Bosscherwaarden) in het koffiehuis van de weduwe C.G. van Groningen aan de Markt aldaar, ten overstaan van notaris Van Heyst op dinsdag 14 juni 1921. Bij de veiling werden de gronden van de familie Steenberghe ter waarde van ƒ. 256.800,- gulden. Bron: HUA, 1001.


Plattegrond van ,, De Bosscherwaarden'' uit de Verkoopbrochure van ruim 64 hectaren uiterwaarden onder Wijk bij Duurstede (De Bosscherwaarden) in het koffiehuis van de weduwe C.G. van Groningen aan de Markt aldaar, ten overstaan van notaris Van Heyst op dinsdag 14 juni 1921. Bij de veiling werden de gronden van de familie Steenberghe ter waarde van ƒ. 256.800,- gulden. Uittreksel uit de veiling voorwaarden. Bron: Regionaal Archief Zuid-Utrecht (RAZU), 022, 1615. Plattegrond van ,, De Bosscherwaarden'' uit de Verkoopbrochure van ruim 64 hectaren uiterwaarden onder Wijk bij Duurstede (De Bosscherwaarden) in het koffiehuis van de weduwe C.G. van Groningen aan de Markt aldaar, ten overstaan van notaris Van Heyst op dinsdag 14 juni 1921. Bij de veiling werden de gronden van de familie Steenberghe ter waarde van ƒ. 256.800,- gulden. Uittreksel uit de veiling voorwaarden. Bron: Regionaal Archief Zuid-Utrecht (RAZU), 022, 1615.


Plattegrond van ,, De Bosscherwaarden'' uit de Verkoopbrochure van ruim 64 hectaren uiterwaarden onder Wijk bij Duurstede (De Bosscherwaarden) in het koffiehuis van de weduwe C.G. van Groningen aan de Markt aldaar, ten overstaan van notaris Van Heyst op dinsdag 14 juni 1921. Bij de veiling werden de gronden van de familie Steenberghe ter waarde van ƒ. 256.800,- gulden. Omschrijving van het te verkoopene. Bron: Regionaal Archief Zuid-Utrecht (RAZU), 022, 1615. Plattegrond van ,, De Bosscherwaarden'' uit de Verkoopbrochure van ruim 64 hectaren uiterwaarden onder Wijk bij Duurstede (De Bosscherwaarden) in het koffiehuis van de weduwe C.G. van Groningen aan de Markt aldaar, ten overstaan van notaris Van Heyst op dinsdag 14 juni 1921. Bij de veiling werden de gronden van de familie Steenberghe ter waarde van ƒ. 256.800,- gulden. Omschrijving van het te verkoopene. Bron: Regionaal Archief Zuid-Utrecht (RAZU), 022, 1615.


Plattegrond van ,, De Bosscherwaarden'' uit de Verkoopbrochure van ruim 64 hectaren uiterwaarden onder Wijk bij Duurstede (De Bosscherwaarden) in het koffiehuis van de weduwe C.G. van Groningen aan de Markt aldaar, ten overstaan van notaris Van Heyst op dinsdag 14 juni 1921. Bij de veiling werden de gronden van de familie Steenberghe ter waarde van ƒ. 256.800,- gulden. Generale masse van het totaal verkochte. Bron: Regionaal Archief Zuid-Utrecht (RAZU), 022, 1615. Plattegrond van ,, De Bosscherwaarden'' uit de Verkoopbrochure van ruim 64 hectaren uiterwaarden onder Wijk bij Duurstede (De Bosscherwaarden) in het koffiehuis van de weduwe C.G. van Groningen aan de Markt aldaar, ten overstaan van notaris Van Heyst op dinsdag 14 juni 1921. Bij de veiling werden de gronden van de familie Steenberghe ter waarde van ƒ. 256.800,- gulden. Generale masse van het totaal verkochte. Bron: Regionaal Archief Zuid-Utrecht (RAZU), 022, 1615.


  

Beschrijving van akte (hypotheek4 - overdracht van eigendommen) ten overstaan van notaris H.J. van Heijst te Wijk bij Duurstede op dinsdag 14 juni 1921 voor de verkoop van de uiterwaarden ,,De Bosscherwaarden'' door familieleden Bosch van Drakestein - Steenberghe. De originele veilingakte is niet bewaard gebleven. (1). Bron: Het Utrechts Archief, 1294 7075 (575), 1921 okt. 24-1922 febr. 3 575 12. Beschrijving van akte (hypotheek4 - overdracht van eigendommen) ten overstaan van notaris H.J. van Heijst te Wijk bij Duurstede op dinsdag 14 juni 1921 voor de verkoop van de uiterwaarden ,,De Bosscherwaarden'' door familieleden Bosch van Drakestein - Steenberghe. De originele veilingakte is niet bewaard gebleven. (1). Bron: Het Utrechts Archief, 1294 7075 (575), 1921 okt. 24-1922 febr. 3 575 12.


Beschrijving van akte (hypotheek4 - overdracht van eigendommen) ten overstaan van notaris H.J. van Heijst te Wijk bij Duurstede op dinsdag 14 juni 1921 voor de verkoop van de uiterwaarden ,,De Bosscherwaarden'' door familieleden Bosch van Drakestein - Steenberghe. De originele veilingakte is niet bewaard gebleven. (2). Bron: Het Utrechts Archief, 1294 7075 (575), 1921 okt. 24-1922 febr. 3 575 12. Beschrijving van akte (hypotheek4 - overdracht van eigendommen) ten overstaan van notaris H.J. van Heijst te Wijk bij Duurstede op dinsdag 14 juni 1921 voor de verkoop van de uiterwaarden ,,De Bosscherwaarden'' door familieleden Bosch van Drakestein - Steenberghe. De originele veilingakte is niet bewaard gebleven. (2). Bron: Het Utrechts Archief, 1294 7075 (575), 1921 okt. 24-1922 febr. 3 575 12.


Beschrijving van akte (hypotheek4 - overdracht van eigendommen) ten overstaan van notaris H.J. van Heijst te Wijk bij Duurstede op dinsdag 14 juni 1921 voor de verkoop van de uiterwaarden ,,De Bosscherwaarden'' door familieleden Bosch van Drakestein - Steenberghe. De originele veilingakte is niet bewaard gebleven. (3). Bron: Het Utrechts Archief, 1294 7075 (575), 1921 okt. 24-1922 febr. 3 575 12. Beschrijving van akte (hypotheek4 - overdracht van eigendommen) ten overstaan van notaris H.J. van Heijst te Wijk bij Duurstede op dinsdag 14 juni 1921 voor de verkoop van de uiterwaarden ,,De Bosscherwaarden'' door familieleden Bosch van Drakestein - Steenberghe. De originele veilingakte is niet bewaard gebleven. (3). Bron: Het Utrechts Archief, 1294 7075 (575), 1921 okt. 24-1922 febr. 3 575 12.


Beschrijving van akte (hypotheek4 - overdracht van eigendommen) ten overstaan van notaris H.J. van Heijst te Wijk bij Duurstede op dinsdag 14 juni 1921 voor de verkoop van de uiterwaarden ,,De Bosscherwaarden'' door familieleden Bosch van Drakestein - Steenberghe. De originele veilingakte is niet bewaard gebleven. (4). Bron: Het Utrechts Archief, 1294 7075 (575), 1921 okt. 24-1922 febr. 3 575 12. Beschrijving van akte (hypotheek4 - overdracht van eigendommen) ten overstaan van notaris H.J. van Heijst te Wijk bij Duurstede op dinsdag 14 juni 1921 voor de verkoop van de uiterwaarden ,,De Bosscherwaarden'' door familieleden Bosch van Drakestein - Steenberghe. De originele veilingakte is niet bewaard gebleven. (4). Bron: Het Utrechts Archief, 1294 7075 (575), 1921 okt. 24-1922 febr. 3 575 12.


Beschrijving van akte (hypotheek4 - overdracht van eigendommen) ten overstaan van notaris H.J. van Heijst te Wijk bij Duurstede op dinsdag 14 juni 1921 voor de verkoop van de uiterwaarden ,,De Bosscherwaarden'' door familieleden Bosch van Drakestein - Steenberghe. De originele veilingakte is niet bewaard gebleven. (5). Bron: Het Utrechts Archief, 1294 7075 (575), 1921 okt. 24-1922 febr. 3 575 12. Beschrijving van akte (hypotheek4 - overdracht van eigendommen) ten overstaan van notaris H.J. van Heijst te Wijk bij Duurstede op dinsdag 14 juni 1921 voor de verkoop van de uiterwaarden ,,De Bosscherwaarden'' door familieleden Bosch van Drakestein - Steenberghe. De originele veilingakte is niet bewaard gebleven. (5). Bron: Het Utrechts Archief, 1294 7075 (575), 1921 okt. 24-1922 febr. 3 575 12.


Beschrijving van akte (hypotheek4 - overdracht van eigendommen) ten overstaan van notaris H.J. van Heijst te Wijk bij Duurstede op dinsdag 14 juni 1921 voor de verkoop van de uiterwaarden ,,De Bosscherwaarden'' door familieleden Bosch van Drakestein - Steenberghe. De originele veilingakte is niet bewaard gebleven. (6). Bron: Het Utrechts Archief, 1294 7075 (575), 1921 okt. 24-1922 febr. 3 575 12. Beschrijving van akte (hypotheek4 - overdracht van eigendommen) ten overstaan van notaris H.J. van Heijst te Wijk bij Duurstede op dinsdag 14 juni 1921 voor de verkoop van de uiterwaarden ,,De Bosscherwaarden'' door familieleden Bosch van Drakestein - Steenberghe. De originele veilingakte is niet bewaard gebleven. (6). Bron: Het Utrechts Archief, 1294 7075 (575), 1921 okt. 24-1922 febr. 3 575 12.


Beschrijving van akte (hypotheek4 - overdracht van eigendommen) ten overstaan van notaris H.J. van Heijst te Wijk bij Duurstede op dinsdag 14 juni 1921 voor de verkoop van de uiterwaarden ,,De Bosscherwaarden'' door familieleden Bosch van Drakestein - Steenberghe. De originele veilingakte is niet bewaard gebleven. (7). Bron: Het Utrechts Archief, 1294 7075 (575), 1921 okt. 24-1922 febr. 3 575 12. Beschrijving van akte (hypotheek4 - overdracht van eigendommen) ten overstaan van notaris H.J. van Heijst te Wijk bij Duurstede op dinsdag 14 juni 1921 voor de verkoop van de uiterwaarden ,,De Bosscherwaarden'' door familieleden Bosch van Drakestein - Steenberghe. De originele veilingakte is niet bewaard gebleven. (7). Bron: Het Utrechts Archief, 1294 7075 (575), 1921 okt. 24-1922 febr. 3 575 12.


Beschrijving van akte (hypotheek4 - overdracht van eigendommen) ten overstaan van notaris H.J. van Heijst te Wijk bij Duurstede op dinsdag 14 juni 1921 voor de verkoop van de uiterwaarden ,,De Bosscherwaarden'' door familieleden Bosch van Drakestein - Steenberghe. De originele veilingakte is niet bewaard gebleven. (8). Bron: Het Utrechts Archief, 1294 7075 (575), 1921 okt. 24-1922 febr. 3 575 12. Beschrijving van akte (hypotheek4 - overdracht van eigendommen) ten overstaan van notaris H.J. van Heijst te Wijk bij Duurstede op dinsdag 14 juni 1921 voor de verkoop van de uiterwaarden ,,De Bosscherwaarden'' door familieleden Bosch van Drakestein - Steenberghe. De originele veilingakte is niet bewaard gebleven. (8). Bron: Het Utrechts Archief, 1294 7075 (575), 1921 okt. 24-1922 febr. 3 575 12.


Beschrijving van akte (hypotheek4 - overdracht van eigendommen) ten overstaan van notaris H.J. van Heijst te Wijk bij Duurstede op dinsdag 14 juni 1921 voor de verkoop van de uiterwaarden ,,De Bosscherwaarden'' door familieleden Bosch van Drakestein - Steenberghe. De originele veilingakte is niet bewaard gebleven. (9). Bron: Het Utrechts Archief, 1294 7075 (575), 1921 okt. 24-1922 febr. 3 575 12. Beschrijving van akte (hypotheek4 - overdracht van eigendommen) ten overstaan van notaris H.J. van Heijst te Wijk bij Duurstede op dinsdag 14 juni 1921 voor de verkoop van de uiterwaarden ,,De Bosscherwaarden'' door familieleden Bosch van Drakestein - Steenberghe. De originele veilingakte is niet bewaard gebleven. (9). Bron: Het Utrechts Archief, 1294 7075 (575), 1921 okt. 24-1922 febr. 3 575 12.


Beschrijving van akte (hypotheek4 - overdracht van eigendommen) ten overstaan van notaris H.J. van Heijst te Wijk bij Duurstede op dinsdag 14 juni 1921 voor de verkoop van de uiterwaarden ,,De Bosscherwaarden'' door familieleden Bosch van Drakestein - Steenberghe. De originele veilingakte is niet bewaard gebleven. (10). Bron: Het Utrechts Archief, 1294 7075 (575), 1921 okt. 24-1922 febr. 3 575 12. Beschrijving van akte (hypotheek4 - overdracht van eigendommen) ten overstaan van notaris H.J. van Heijst te Wijk bij Duurstede op dinsdag 14 juni 1921 voor de verkoop van de uiterwaarden ,,De Bosscherwaarden'' door familieleden Bosch van Drakestein - Steenberghe. De originele veilingakte is niet bewaard gebleven. (10). Bron: Het Utrechts Archief, 1294 7075 (575), 1921 okt. 24-1922 febr. 3 575 12.


Beschrijving van akte (hypotheek4 - overdracht van eigendommen) ten overstaan van notaris H.J. van Heijst te Wijk bij Duurstede op dinsdag 14 juni 1921 voor de verkoop van de uiterwaarden ,,De Bosscherwaarden'' door familieleden Bosch van Drakestein - Steenberghe. De originele veilingakte is niet bewaard gebleven. (11). Bron: Het Utrechts Archief, 1294 7075 (575), 1921 okt. 24-1922 febr. 3 575 12. Beschrijving van akte (hypotheek4 - overdracht van eigendommen) ten overstaan van notaris H.J. van Heijst te Wijk bij Duurstede op dinsdag 14 juni 1921 voor de verkoop van de uiterwaarden ,,De Bosscherwaarden'' door familieleden Bosch van Drakestein - Steenberghe. De originele veilingakte is niet bewaard gebleven. (11). Bron: Het Utrechts Archief, 1294 7075 (575), 1921 okt. 24-1922 febr. 3 575 12.


         

Plattegrond van de uiterwaarden van de Bosscherwaarden voor de vergunningen tot ontgronding. Bron: RHC Rijnstreek en Lopikerwaard, H009. Plattegrond van de uiterwaarden van de Bosscherwaarden voor de vergunningen tot ontgronding. Bron: RHC Rijnstreek en Lopikerwaard, H009.


Vergunningen van de Hoogheemraden van de Lekdijk Bovendams tot het ontgronden van de Bosscherwaarden uiterwaarden bij de gelijknamige steenfabriek in Wijk bij Duurstede. Bron: RHC Rijnstreek en Lopikerwaard, H009. Vergunningen van de Hoogheemraden van de Lekdijk Bovendams tot het ontgronden van de Bosscherwaarden uiterwaarden bij de gelijknamige steenfabriek in Wijk bij Duurstede. Bron: RHC Rijnstreek en Lopikerwaard, H009.


Plattegrond van de uiterwaarden van de Bosscherwaarden voor de vergunningen tot ontgronding in 1932. Bron: RHC Rijnstreek en Lopikerwaard, H009. Plattegrond van de uiterwaarden van de Bosscherwaarden voor de vergunningen tot ontgronding in 1932. Bron: RHC Rijnstreek en Lopikerwaard, H009.


Plattegrond van de uiterwaarden van de Bosscherwaarden voor de vergunningen tot ontgronding. Bron: RHC Rijnstreek en Lopikerwaard, H009. Plattegrond van de uiterwaarden van de Bosscherwaarden voor de vergunningen tot ontgronding. Bron: RHC Rijnstreek en Lopikerwaard, H009.


Plattegrond van de uiterwaarden van de Bosscherwaarden voor de vergunningen tot ontgronding in 1948. Bron: RHC Rijnstreek en Lopikerwaard, H009. Plattegrond van de uiterwaarden van de Bosscherwaarden voor de vergunningen tot ontgronding in 1948. Bron: RHC Rijnstreek en Lopikerwaard, H009.


Plattegrond van de uiterwaarden van de Bosscherwaarden voor de vergunningen tot ontgronding. Bron: RHC Rijnstreek en Lopikerwaard, H009. Plattegrond van de uiterwaarden van de Bosscherwaarden voor de vergunningen tot ontgronding. Bron: RHC Rijnstreek en Lopikerwaard, H009.


  

Landerijen in Utrecht Overvecht




In het HISGIS systeem van Ad van Ooststroom staat al te lezen dan Jan van Bijleveld in 1776 al een stuk land heeft. Gelegen tussen de Kwakeldijk en de St. Anthoniusdijk. Heden is hier het groot winkelcentrum Utrecht Overvecht op gebouwd samen met de flats en laag bouwwoningen aan de Theemsdreef, Neckardreef en Moldaudreef.

Na het overlijden van Jan van Bijleveld in 1769, gaat het land over naar zijn dochter Cornelia van Bijleveld. Nar haar overlijden in 1823. Komt het land tussen de St. Anthoniusdijk en Kwakeldijk toe aan haar dochter Cornelia Jacoba Bosch en haar echtgenoot Hendrik Josepf Baron Michiels van Kessenich.



Hofstede De Biezebosch en landerijen

op de Emminkhuizerberg (gem. Renswoude)


 

Straatnaambord 'Emminkhuizerlaan' laan ter hoogte van kasteel Renswoude in 2020. Foto: Sander van Scherpenzeel. Straatnaambord 'Emminkhuizerlaan' laan ter hoogte van kasteel Renswoude in 2020. Foto: Sander van Scherpenzeel.



Op woensdag 3 mei 1780 werd ten overstaan van de Utrechtse notaris 't Hoofd een

hofstede met huisinge, bergen, schuur, schaaphok en verder getimmerte, met omtrent een hondert mergen, vijf hondert en vijftig roeden Bouw, Weij en Veenland, staande ende gelegend onder den gerechte van Emminkhuijsen, in de Hoge en Vrije Heerlijkheid van Renswoude, uitmakende het vijfde part van de goederen van den Emminkhuijser Berg getransporteerd.


Luchtfoto van de Emminkhuizerberg bij Emminkhuizen (gemeente Renswoude), uit het westen, met links de Woudegge, de spoorlijn Utrecht-Arnhem en de Parallelweg en rechts het Valleikanaal en de rijksweg A12 op maandag 7 mei 1979. Bron: Het Utrechts Archief, catalogusnummer: 50484. Luchtfoto van de Emminkhuizerberg bij Emminkhuizen (gemeente Renswoude), uit het westen, met links de Woudegge, de spoorlijn Utrecht-Arnhem en de Parallelweg en rechts het Valleikanaal en de rijksweg A12 op maandag 7 mei 1979. Bron: Het Utrechts Archief, catalogusnummer: 50484.



Koper was Theodorus Gerardus Bosch zijn comparant (zaakwaarnemer) was Adrianus Hoevenaar, de verkoper was Jan Jacob van der Muelen. Zijn comparant was Hendrik van Heteren. Getuigen van het transport van goederen, gelegen op de Emminkhuizerberg in Renswoude waren Jan van Doornik en Antonije Hermannus Hagen.

Op vrijdag 7 januari 1791 compareerde (zaakwaarnemend) notaris Herman Brouwer notaris van de heren van de Hove van Utrecht (rechtbank), residerende (plek van aanwezigheid) bij de Burgemeesteren en Vroedschap derselver Stad. Onder bedienend oog van de nagenoemde getuigen de heer Theodorus Gerardus Bosch, woonende buijten deezer stads Waardpoort en verklaarde den comparant in de beste en bestendigste vorm van rechteren bij deezen te constiueeren (bepalen) en matig te maken, De Heer Jan Smith notaris te Veenendaal speciaal omme te compareeren (op gedaagd) voor den Heer Leen Griffier van den Huijze van Renswoude. En aldaar in den naam van hem comparant verheffing te verzoeken van 't Leen, off van de Leen van de Hofstede om annexis met ruijm Een Honderd Mergen land geleegen onder den Gerechte van Renswoude, op de Emminkhuijzerberg off den gedeelte van dezelfde Hofstede, subject en Leenroerig zijnde aan den voorsz. Huijze van Renswoude ... enz. enz. enz.


Theodorus Gerardus Bosch. Geboren woensdag 21 augustus 1726 te Utrecht en overleden zondag 13 juni 1802 te Utrecht. Portret uit ca. 1765. Hij werd 75 jaar oud. Van beroep koopman en industrieel. Hij huwde pop zondag 29 januari 1764 te Vleuten met Cornelia van Bijleveld (1746-1823). Hij was toen 37 jaar oud. Uit dit huwelijk voortgekomen: Paulus Willem Bosch (van Drakestein) (1771-1834) en Cornelia Jacoba Bosch (1773-1839). Portret bevindt zich in particulier bezit. Theodorus Gerardus Bosch. Geboren woensdag 21 augustus 1726 te Utrecht en overleden zondag 13 juni 1802 te Utrecht. Portret uit ca. 1765. Hij werd 75 jaar oud. Van beroep koopman en industrieel. Hij huwde pop zondag 29 januari 1764 te Vleuten met Cornelia van Bijleveld (1746-1823). Hij was toen 37 jaar oud. Uit dit huwelijk voortgekomen: Paulus Willem Bosch (van Drakestein) (1771-1834) en Cornelia Jacoba Bosch (1773-1839). Portret bevindt zich in particulier bezit.


 

Versoekende hier van acte die is deeze Alouis Gedaan en Gepasseerd binnen binnen Utrecht ter presentie (aanwezigheid) van Johannes van Ingen en Henricus Meijberg als Getuigen, die de geprothocolleerde (in het openbaar) Aacte deeser neevens den Heer comparant en mij Notaris meede Onderteekend hebben. H. Brouwer Nots.

Bron: Het Utrechts Archief, archief Taets van Amerongen (bezitters van de Heerlijkheid Renswoude), 1855, 1232.


Afbeelding van het landschap bij de Emminkhuizerberg bij Emminkhuizen (gemeente Renswoude) in de periode 1930-1940. Bron: Het Utrechts Archief, catalogusnummer: 128010. Afbeelding van het landschap bij de Emminkhuizerberg bij Emminkhuizen (gemeente Renswoude) in de periode 1930-1940. Bron: Het Utrechts Archief, catalogusnummer: 128010.



Zoals in het kort beschreven Theodorus Gerardus Bosch koopt op woensdag 3 mei 1780 ten overstaan van de Utrechtse notaris 't Hoofd een hofstede met huijsinge en ruim 100 morgen land, gelegen op de Emminkhuizerberg van de vorige eigenaar Jan Jacob van der Muelen.  Een kleine 11 jaar later in 1791 wil Theodorus Gerardus Bosch zijn 100 morgen land met hofstede in leen reven aan het huis van Renswoude. 

De betekenis om de landerijen in leen te geven aan het huis Renswoude was een manier om de belastingen en opbrengsten van het vast- en onroerend goed van Theo Bosch over te brengen naar het huis van Renswoude. De landerijen, huizen en boerderijen bleven wel zijn bezit.

Als Theo overlijd in 1802 zal het vast- en onroerend goed vast in handen van zijn vrouw Cornelia van Bijleveld of zoon Paulus Wilhelmus Bosch gekomen zijn. Met de start van het kadaster vanaf 1 oktober 1832 is Theo's kleizoon en neef van Paulus Jan Willem Hendrik Bosch van de ruim 100 morgen gronden in Renswoude eigenaar.

Op negentiende eeuwse kaarten wordt het gebied met hofstede en woningen wat van familie Bosch (Van Oud Amelisweerd) op de Emminkhuizerberg is geweest. De Biezebosch genoemd. Iets wat in achttiende eeuwe notariële document door de stichting niet gevonden is.


Portret uit ca. 1791 met vermoedelijk Cornelia van Bijleveld (1746-1823) (links) en (rechts) Theodorus Gerardus Bosch (1726-1802) met in het midden staand (vermoedelijk) hun jongste dochter Cornelia Jacoba Bosch (1773-1839) op ongeveer 18 jarige leeftijd. Portret: familiearchief Bosch van Drakestein. Portret uit ca. 1791 met vermoedelijk Cornelia van Bijleveld (1746-1823) (links) en (rechts) Theodorus Gerardus Bosch (1726-1802) met in het midden staand (vermoedelijk) hun jongste dochter Cornelia Jacoba Bosch (1773-1839) op ongeveer 18 jarige leeftijd. Portret: familiearchief Bosch van Drakestein.


     

Portret van Mr. Maximiliaan Jacob Leonard baron Taets van Amerongen (1821-1901), lid van de Tweede Kamer der Staten-Generaal, lid van Prov. Staten van Utrecht en van 1875-1880 burgemeester van Renswoude. Van 1851-1876 was hij lid van de gemeenteraad van Renswoude en van 1864-1876 tevens wethouder. Hij was getrouwd met jkvr. Henriëtte Jacqueline Wilhelmine Huydecoper. Koper van de hofstede op de Emminkhuizerberg in Renswoude van jkvr. Elisabeth Bosch van Drakestein in 1862. Portret van Mr. Maximiliaan Jacob Leonard baron Taets van Amerongen (1821-1901), lid van de Tweede Kamer der Staten-Generaal, lid van Prov. Staten van Utrecht en van 1875-1880 burgemeester van Renswoude. Van 1851-1876 was hij lid van de gemeenteraad van Renswoude en van 1864-1876 tevens wethouder. Hij was getrouwd met jkvr. Henriëtte Jacqueline Wilhelmine Huydecoper. Koper van de hofstede op de Emminkhuizerberg in Renswoude van jkvr. Elisabeth Bosch van Drakestein in 1862.


Op vrijdag 16 augustus van het jaar 1872 te overstaan van de Amerongse notaris Rutgerus Cornelis Immink vond de verkoop plaats van een hofstede met 64 hectare land, gelegen op de Emminkhuizerberg. Jkvr. Elisabeth Bosch van Drakestein verkocht het laatste gedeelte van de gronden in de gemeente Renswoude, die zij van haar man Jan Willem Hendrik Bosch had geërfd, Jan Willem Hendrik Bosch had de gronden weer van grootmoeder Cornelia van Bijleveld en grootvader Theodorus Gerardus Bosch geërfd. De gronden en de hofstede werden verkocht aan Maximiliaan Baron Taets van Amerongen voor ƒ. 30.000,-. Beschrijving van machtiging voor de verkoop. Bron: RAZU, 063 81 1872 juni-dec. 16-08-1872 . Op vrijdag 16 augustus van het jaar 1872 te overstaan van de Amerongse notaris Rutgerus Cornelis Immink vond de verkoop plaats van een hofstede met 64 hectare land, gelegen op de Emminkhuizerberg. Jkvr. Elisabeth Bosch van Drakestein verkocht het laatste gedeelte van de gronden in de gemeente Renswoude, die zij van haar man Jan Willem Hendrik Bosch had geërfd, Jan Willem Hendrik Bosch had de gronden weer van grootmoeder Cornelia van Bijleveld en grootvader Theodorus Gerardus Bosch geërfd. De gronden en de hofstede werden verkocht aan Maximiliaan Baron Taets van Amerongen voor ƒ. 30.000,-. Beschrijving van machtiging voor de verkoop. Bron: RAZU, 063 81 1872 juni-dec. 16-08-1872 .


Op vrijdag 16 augustus van het jaar 1872 te overstaan van de Amerongse notaris Rutgerus Cornelis Immink vond de verkoop plaats van een hofstede met 64 hectare land, gelegen op de Emminkhuizerberg. Jkvr. Elisabeth Bosch van Drakestein verkocht het laatste gedeelte van de gronden in de gemeente Renswoude, die zij van haar man Jan Willem Hendrik Bosch had geërfd, Jan Willem Hendrik Bosch had de gronden weer van grootmoeder Cornelia van Bijleveld en grootvader Theodorus Gerardus Bosch geërfd. De gronden en de hofstede werden verkocht aan Maximiliaan Baron Taets van Amerongen voor ƒ. 30.000,-. Beschrijving van perceelnummers. Bron: RAZU, 063 81 1872 juni-dec. 16-08-1872 . Op vrijdag 16 augustus van het jaar 1872 te overstaan van de Amerongse notaris Rutgerus Cornelis Immink vond de verkoop plaats van een hofstede met 64 hectare land, gelegen op de Emminkhuizerberg. Jkvr. Elisabeth Bosch van Drakestein verkocht het laatste gedeelte van de gronden in de gemeente Renswoude, die zij van haar man Jan Willem Hendrik Bosch had geërfd, Jan Willem Hendrik Bosch had de gronden weer van grootmoeder Cornelia van Bijleveld en grootvader Theodorus Gerardus Bosch geërfd. De gronden en de hofstede werden verkocht aan Maximiliaan Baron Taets van Amerongen voor ƒ. 30.000,-. Beschrijving van perceelnummers. Bron: RAZU, 063 81 1872 juni-dec. 16-08-1872 .


Op vrijdag 16 augustus van het jaar 1872 te overstaan van de Amerongse notaris Rutgerus Cornelis Immink vond de verkoop plaats van een hofstede met 64 hectare land, gelegen op de Emminkhuizerberg. Jkvr. Elisabeth Bosch van Drakestein verkocht het laatste gedeelte van de gronden in de gemeente Renswoude, die zij van haar man Jan Willem Hendrik Bosch had geërfd, Jan Willem Hendrik Bosch had de gronden weer van grootmoeder Cornelia van Bijleveld en grootvader Theodorus Gerardus Bosch geërfd. De gronden en de hofstede werden verkocht aan Maximiliaan Baron Taets van Amerongen voor ƒ. 30.000,-. Begin beschrijving van verkoopperceel. Bron: RAZU, 063 81 1872 juni-dec. 16-08-1872 . Op vrijdag 16 augustus van het jaar 1872 te overstaan van de Amerongse notaris Rutgerus Cornelis Immink vond de verkoop plaats van een hofstede met 64 hectare land, gelegen op de Emminkhuizerberg. Jkvr. Elisabeth Bosch van Drakestein verkocht het laatste gedeelte van de gronden in de gemeente Renswoude, die zij van haar man Jan Willem Hendrik Bosch had geërfd, Jan Willem Hendrik Bosch had de gronden weer van grootmoeder Cornelia van Bijleveld en grootvader Theodorus Gerardus Bosch geërfd. De gronden en de hofstede werden verkocht aan Maximiliaan Baron Taets van Amerongen voor ƒ. 30.000,-. Begin beschrijving van verkoopperceel. Bron: RAZU, 063 81 1872 juni-dec. 16-08-1872 .


Op donderdag 7 januari van het jaar 1869 vond ten overstaan van de Amerongse notaris Rutgerus Cornelis Immink de verkoop plaats van negentien hectare land, gelegen op de Emminkhuizerberg. De verkoopster van jkvr. Elisabeth Bosch van Drakestein aan de heekr Maximiliaan Taets Renswoude. De verkoopwaarde bedroeg ƒ. 9.000,-. Eind beschrijving van akte met handtekeningen van de Baron Taets van Amerongen. Bron: RAZU, 063 74 1869 jan.-juni 07-01-1869, aktenummer: 432 Op donderdag 7 januari van het jaar 1869 vond ten overstaan van de Amerongse notaris Rutgerus Cornelis Immink de verkoop plaats van negentien hectare land, gelegen op de Emminkhuizerberg. De verkoopster van jkvr. Elisabeth Bosch van Drakestein aan de heekr Maximiliaan Taets Renswoude. De verkoopwaarde bedroeg ƒ. 9.000,-. Eind beschrijving van akte met handtekeningen van de Baron Taets van Amerongen. Bron: RAZU, 063 74 1869 jan.-juni 07-01-1869, aktenummer: 432


Op donderdag 7 januari van het jaar 1869 vond ten overstaan van de Amerongse notaris Rutgerus Cornelis Immink de verkoop plaats van negentien hectare land, gelegen op de Emminkhuizerberg. De verkoopster van jkvr. Elisabeth Bosch van Drakestein aan de heekr Maximiliaan Taets Renswoude. De verkoopwaarde bedroeg ƒ. 9.000,-. Machtiging voor de verkoop door Elisabeth Bosch van Drakestein. Bron: RAZU, 063 74 1869 jan.-juni 07-01-1869, aktenummer: 432 Op donderdag 7 januari van het jaar 1869 vond ten overstaan van de Amerongse notaris Rutgerus Cornelis Immink de verkoop plaats van negentien hectare land, gelegen op de Emminkhuizerberg. De verkoopster van jkvr. Elisabeth Bosch van Drakestein aan de heekr Maximiliaan Taets Renswoude. De verkoopwaarde bedroeg ƒ. 9.000,-. Machtiging voor de verkoop door Elisabeth Bosch van Drakestein. Bron: RAZU, 063 74 1869 jan.-juni 07-01-1869, aktenummer: 432


 

Landerijen in Achttienhoven (gem. De Bilt/Utrecht/Westbroek)




Op maandag 26 november 1781 werd ten overstaan van de Utrechtse notaris Adrianus Hoevenaar Sr. een kamp wey-, hooy en bouwland, groot 10 mergen aan de Gageldijk verkocht. Belendingen achter: Karnmelksdyk, ene zyde : NN Van Duynkerken andere zyde Roelof van Nimwegen. De 10 morgen land waren  leenroerig aan het huis Pylsweerd.

Gelegen in het Utrechtse gerecht Achttienhove. De verkopende partij was Goyert Peterse van Schaik, wonende te Westbroek. Zijn echtgenote was Jannigje Jacobse Spelt. De koper was Theodorus Gerardus Bosch.

Na het overlijden van Theo in het jaar 1802 komt de 10 morgen land, gelegen in polder De Gagel toe aan zijn echtgenote Cornelia van Bijleveld. Na haar overlijden in het jaar 1823 is haar zoon Paulus Wilhelmus Bosch van Drakestein de nieuwe eigenaar van het stuk land.

Bron: Het Utrechts Archief 34-4 U229a012 aktenummer 100 26-11-1781.


 

Landerijen in de polder Rozendaal (gem. Utrecht)


 


Op zaterdag 13 juli 1782 werd ten overstaan van de Utrechtse notaris verkocht ontrent 4 mergen wey- en hooyland, bij het bruggetje van Dirk Jan Huygens. De belendingen zijn de Gageldijk, Bartholomeusgasthuis; erfgenamen van Arnoldus van Beyleveld. Allemaal gelegen in de gerechten Achttienhoven en in den Buytenwegh.

De 4 morgen wei- en hooiland waren eerder het eigendom Jacob van Dorssen, Zijn aangewezen erfgename Elizabeth Leudsen verkocht de boedel na het overlijden van Jacob van Dorssen. Mede verkopende partij was de Utrechtse notaris en procureur Luyt van der Pauw. ZIjn functie bij de boedelverkoop was executeur testamentair. Koper van de 4 morgen land was Theodorus Gerardus Bosch.

Bron: Het Utrechts Archief 34-4 U276a002 aktenummer 4 13-07-1782.

Na het overlijden Theo in 1802, en zijn echtgenoten Cornelia van Bijleveld in 1823 komen de 4 morgen land toe aan zijn schoonzoon Hendrik Joseph Baron Michiels van Kessenich, hij is gehuwd met Cornelia Jacoba Bosch.

In jaren vijftig van de twintigste eeuw werd op het vroegere stuk land van familie Bosch en Michiels van Kessenich de huidige Einsteindreef aangelegd. In de toen nieuw te bouwen woonwijk Utrecht Overvecht.



Landerijen in Bergambacht en Schoonhoven

(Prov. Zuid-Holland)


 


Op 6 juli 1796 wordt ten overstaan van de Utrechtse notaris Jan Kelffkens een openbare verkoping van een losrente-brief (schuldbekentenis) van f. 12,- gulden jaarlijks gevestigd op diverse percelen land in de ambachtsheerlijkheid Bergambacht. Voor dit transport waren de gemachtigde Willem van Nes, advocaat aan  het Hof van Utrecht en Paulus Willem Bosch van beroep secretaris van in de Raad van de Rechtspleging. Voor borg stond Otto Braat.

De losrente-brief was tot 1796 in het bezit va Paulus van Bijleveld, broer Willem Hendrik van Bijleveld en Cornelia van Bijleveld zij was echtgenote van Theodorus Gerardus Bosch. 

Willem Hendrik van Bijleveld en Theodorus Gerardus Bosch waren de verkopende partij van de losrente-brief van hun broer en zwager Paulus van Bijleveld. Hij was van beroep priester in de Rooms Katholieke kerk van Vleuten. De aankopende partij was Jan Blanke.

Op 1 oktober 1832 is er bij het kadaster in de gemeente Bergambacht bekend dat Jhr. Paulus Wilhelmus Bosch van Drakestein nog drie percelen bouwland en één perceel wetering in eigendom heeft. Percelen Bergambacht C434, 435 en 436 en wetering perceel C2542. Later kwamen deze stuken grond binnen de gemeente Schoonhoven te liggen, per 1 mei 1939.

Paulus had vermoedelijk deze stukken grond aan de Opweg in Schoonhoven vererft gekregen via zijn oom, de broer van zijn moeder Cornelia van Bijleveld. In de Memories van Successie van Paulus die in 1834 is opgemaakt na zijn overlijden staat geschreven over deze stukken grond in Bergambacht. Na kort kadasteronderzoek is bekend dat na zijn overlijden deze percelen en het perceel wetering aan personen zijn verkocht die in die buurt woonde.



Hofstede en landerijen in Kamerik Mijzijde (gem. Woerden)

Luchtfoto van drie boerderijen in Kamerik Mijzijde in 2016 met link boerderij aan de Overstek 12, 10 en rechts Overstek 8. Foto: Slagboom en Peeters Luchtfotografie B.V.. Luchtfoto van drie boerderijen in Kamerik Mijzijde in 2016 met link boerderij aan de Overstek 12, 10 en rechts Overstek 8. Foto: Slagboom en Peeters Luchtfotografie B.V..



In het jaar 1797 koopt Willem Bosch een boerderij met bijbehorend land aan, gelegen in Kamerik Mijzijde. Totdat jaar was de boerderij met land het eigendom geweest van het Convent (klooster) van Oudwijk te Utrecht.

Na het overlijden van Willem in 1801 vererft het goed op zijn broer Theodorus Gerardus Bosch die na een jaar in 1802 overlijd waarna het goed in het bezit komt van zijn zoon Paulus Wilhelmus Bosch. Heden zijn de landerijen en twee huizen in Kamerik Mijzijde te vinden op de Overstek 10 en 12.


Landerijen in Kamerik Mijzijde in 1832 in het eigendom van Paulus Wilhelmus Bosch vererft van zijn oom Willem op zijn vader Theo. Heden staan hier de huizen aan de Overstek 10 en 12 op in Kamerik Mijzijde. Landerijen gelegen tussen de Grecht in het westen en Kamerik in het Oosten. Landerijen in Kamerik Mijzijde in 1832 in het eigendom van Paulus Wilhelmus Bosch vererft van zijn oom Willem op zijn vader Theo. Heden staan hier de huizen aan de Overstek 10 en 12 op in Kamerik Mijzijde. Landerijen gelegen tussen de Grecht in het westen en Kamerik in het Oosten.


Boerderij aan de Overstek 10 en 12 in Kamerik-MIjzijde. Foto: Slagboom en Peeters Luchtfotografie B.V.. Boerderij aan de Overstek 10 en 12 in Kamerik-MIjzijde. Foto: Slagboom en Peeters Luchtfotografie B.V..



Landgoed Bruxvoort in Bennekom (gem. Ede, prov. Gelderland)

Boerderij Bruxvoort te Bennekom zoals de situatie was op 1 oktober 1832. In 1798 aangekocht door Paulus Wilhelmus Bosch. Boerderij Bruxvoort te Bennekom zoals de situatie was op 1 oktober 1832. In 1798 aangekocht door Paulus Wilhelmus Bosch.



Op dinsdag 27 januari 1798 om 16:00 uur in de middag van huize van kastelein B. Mikking te Bennekom (Gelderland) kocht Paulus Wilhelmus Bosch boerderij Bruxvoort te Bennekom aan.

Paul Bosch kocht Bruxvoort aan (toen nog een buitenplaats) voor een koopsom van ƒ. 12.500,- gulden van douairière van G. Umbgrove, Clara Bouricius.

 Bruxvoort betekend doorwaadbare plaats door het moeras.




Al voor 1 oktober 1832 had Paulus boerderij Bruxvoort al overgedaan naar zijn zoon Johannes Gerardus Bosch van Drakestein.


Boerderij Boerderij "Bruxvoort" op de hoek van de Harsloweg en Weerdjesweg in Bennekom, gezien in noordwestelijke richting. De boerderij is na een brand in 1927 weer herbouwd in 1991. Bron: ArchieVal, gemeente archief Ede en Scherpenzeel, beeldbank, GA12423.


Luchtfoto Heuvelweg, Slagsteeg, Weerdjesweg en Harsloweg in het buitengebied van Bennekom. Horizontaal onder de Veensteeg. Midden verticaal de Heuvelweg met de boerderij de Hooilanden. Midden horizontaal de Slagsteeg. Bovenmidden verticaal de Weerdjesweg met op de hoek de boerderij Bruxvoort. Bovenin horizontaal de Harloweg. Foto genomen in 2007. Bron: ArchieVal, gemeente archief Ede en Scherpenzeel, beeldbank, RE11169. Luchtfoto Heuvelweg, Slagsteeg, Weerdjesweg en Harsloweg in het buitengebied van Bennekom. Horizontaal onder de Veensteeg. Midden verticaal de Heuvelweg met de boerderij de Hooilanden. Midden horizontaal de Slagsteeg. Bovenmidden verticaal de Weerdjesweg met op de hoek de boerderij Bruxvoort. Bovenin horizontaal de Harloweg. Foto genomen in 2007. Bron: ArchieVal, gemeente archief Ede en Scherpenzeel, beeldbank, RE11169.


Kadastrale situatietekening van enige percelen aan weerszijden van de Rijnsteeg tot aan de Slagsteeg onder Bennekom bij boerderij Bruxvoort in 1930. Bron: Het Gelders Archief, 1963, 677. Kadastrale situatietekening van enige percelen aan weerszijden van de Rijnsteeg tot aan de Slagsteeg onder Bennekom bij boerderij Bruxvoort in 1930. Bron: Het Gelders Archief, 1963, 677.


Luchtfoto buitengebied omgeving Dickenseweg in Bennekom. Links onder de Dijkgraaf. Middenonder de Dickenseweg en linksmidden de Zwartesteeg. Horizontaal boven de Harsloweg en midden boven de Weerdjesweg. Foto genomen in 2007. Bron: ArchieVal, gemeente archief Ede en Scherpenzeel, beeldbank, RE11174. Luchtfoto buitengebied omgeving Dickenseweg in Bennekom. Links onder de Dijkgraaf. Middenonder de Dickenseweg en linksmidden de Zwartesteeg. Horizontaal boven de Harsloweg en midden boven de Weerdjesweg. Foto genomen in 2007. Bron: ArchieVal, gemeente archief Ede en Scherpenzeel, beeldbank, RE11174.


Luchtfoto uit 2018 met rechts de Weerdjesweg met daarop in de hoek boerderij Bruxvoort aan de Lange Rijnsteeg 4 te Bennekom. Linksboven de Dickenesweg met haaks daarop de Harsloweg. Foto: Slagboom en Peeters Luchtfotografie B.V.. Luchtfoto uit 2018 met rechts de Weerdjesweg met daarop in de hoek boerderij Bruxvoort aan de Lange Rijnsteeg 4 te Bennekom. Linksboven de Dickenesweg met haaks daarop de Harsloweg. Foto: Slagboom en Peeters Luchtfotografie B.V..


      

Fragment uit de geschiedschrijving van de buitenplaats Bruxvoort te Bennekom met de aankoop geschiedenis door Paulus Willem Bosch van Drakestein in 1798 inplaats van 1808. Bron: Verkoop in 1894 door oa. jhr. Johannes Ludovicus Paulus Bosch van Drakestein (1865-1929). Hij kreeg Bruxvoort van zijn achteroom jhr. Johannes Gerardus Bosch van Drakestein. De duizendjarige geschiedenis van het landgoed Fragment uit de geschiedschrijving van de buitenplaats Bruxvoort te Bennekom met de aankoop geschiedenis door Paulus Willem Bosch van Drakestein in 1798 inplaats van 1808. Bron: Verkoop in 1894 door oa. jhr. Johannes Ludovicus Paulus Bosch van Drakestein (1865-1929). Hij kreeg Bruxvoort van zijn achteroom jhr. Johannes Gerardus Bosch van Drakestein. De duizendjarige geschiedenis van het landgoed "DE NERGENA" temidden van de polders van WAGENINGEN en BENNEKOM, door Ir. J. J. Dijkveld Stol 1. i. Wageningen, https://edepot.wur.nl/431771.


Fragment uit de verkoopakte van boerderij Bruxvoort te Bennekom op donderdag 27 juli 1893 ten overstaan van de Edense notaris W.F.J. Fischer. Eerder werd de boerderij Bruxvoort ten overstaan van de beschreven notaris op donderdag 13 juli 1893 aan de profisionele toewijzing verkregen. Verkopen de partijd waren jhr. Johannes Ludovicus Paulus Bosch van Drakestein, met zijn achterneef jhr. Carolus Petrus Johannes Bosch van Drakestein en zijn zussen. Beide kinderen van jhr. Johannes Gerardus Bosch van Drakestein. Bron: Archieval.nl. Fragment uit de verkoopakte van boerderij Bruxvoort te Bennekom op donderdag 27 juli 1893 ten overstaan van de Edense notaris W.F.J. Fischer. Eerder werd de boerderij Bruxvoort ten overstaan van de beschreven notaris op donderdag 13 juli 1893 aan de profisionele toewijzing verkregen. Verkopen de partijd waren jhr. Johannes Ludovicus Paulus Bosch van Drakestein, met zijn achterneef jhr. Carolus Petrus Johannes Bosch van Drakestein en zijn zussen. Beide kinderen van jhr. Johannes Gerardus Bosch van Drakestein. Bron: Archieval.nl.


Fragment uit de verkoopakte van boerderij Bruxvoort te Bennekom op donderdag 27 juli 1893 ten overstaan van de Edense notaris W.F.J. Fischer. Eerder werd de boerderij Bruxvoort ten overstaan van de beschreven notaris op donderdag 13 juli 1893 aan de profisionele toewijzing verkregen. Verkopen de partijd waren jhr. Johannes Ludovicus Paulus Bosch van Drakestein, met zijn achterneef jhr. Carolus Petrus Johannes Bosch van Drakestein en zijn zussen. Beide kinderen van jhr. Johannes Gerardus Bosch van Drakestein. Toewijzing van de koopsom van boerderij de Bruxvoort te Bennekom voor ƒ. 21.770,- gulden. Bron: Archieval.nl. Fragment uit de verkoopakte van boerderij Bruxvoort te Bennekom op donderdag 27 juli 1893 ten overstaan van de Edense notaris W.F.J. Fischer. Eerder werd de boerderij Bruxvoort ten overstaan van de beschreven notaris op donderdag 13 juli 1893 aan de profisionele toewijzing verkregen. Verkopen de partijd waren jhr. Johannes Ludovicus Paulus Bosch van Drakestein, met zijn achterneef jhr. Carolus Petrus Johannes Bosch van Drakestein en zijn zussen. Beide kinderen van jhr. Johannes Gerardus Bosch van Drakestein. Toewijzing van de koopsom van boerderij de Bruxvoort te Bennekom voor ƒ. 21.770,- gulden. Bron: Archieval.nl.


          

Op zaterdag 21 december van het jaar 1816 verkocht Paulus Willem Bosch van Drakesten voor f. 16.000-, gulden een aantal stukken grond in de regio Ede-Wageningen-Bennekom aan baron Van Heeckeren. De Steenheuvel of Bouwhof ter groote van 34 morgen. Bron: HUA, 34-4 3243 1816 juli-1817 feb. 2023 21-12-1816 Koop f. 16.000 P.W. Bosch Not. Ommeren Op zaterdag 21 december van het jaar 1816 verkocht Paulus Willem Bosch van Drakesten voor f. 16.000-, gulden een aantal stukken grond in de regio Ede-Wageningen-Bennekom aan baron Van Heeckeren. De Steenheuvel of Bouwhof ter groote van 34 morgen. Bron: HUA, 34-4 3243 1816 juli-1817 feb. 2023 21-12-1816 Koop f. 16.000 P.W. Bosch Not. Ommeren


Op zaterdag 21 december van het jaar 1816 verkocht Paulus Willem Bosch van Drakesten voor f. 16.000-, gulden een aantal stukken grond in de regio Ede-Wageningen-Bennekom aan baron Van Heeckeren. De Steenheuvel of Bouwhof ter groote van 34 morgen. Bron: HUA, 34-4 3243 1816 juli-1817 feb. 2023 21-12-1816 Koop f. 16.000 P.W. Bosch Not. Ommeren Op zaterdag 21 december van het jaar 1816 verkocht Paulus Willem Bosch van Drakesten voor f. 16.000-, gulden een aantal stukken grond in de regio Ede-Wageningen-Bennekom aan baron Van Heeckeren. De Steenheuvel of Bouwhof ter groote van 34 morgen. Bron: HUA, 34-4 3243 1816 juli-1817 feb. 2023 21-12-1816 Koop f. 16.000 P.W. Bosch Not. Ommeren


Op zaterdag 21 december van het jaar 1816 verkocht Paulus Willem Bosch van Drakesten voor f. 16.000-, gulden een aantal stukken grond in de regio Ede-Wageningen-Bennekom aan baron Van Heeckeren. De Steenheuvel of Bouwhof ter groote van 34 morgen. Bron: HUA, 34-4 3243 1816 juli-1817 feb. 2023 21-12-1816 Koop f. 16.000 P.W. Bosch Not. Ommeren Op zaterdag 21 december van het jaar 1816 verkocht Paulus Willem Bosch van Drakesten voor f. 16.000-, gulden een aantal stukken grond in de regio Ede-Wageningen-Bennekom aan baron Van Heeckeren. De Steenheuvel of Bouwhof ter groote van 34 morgen. Bron: HUA, 34-4 3243 1816 juli-1817 feb. 2023 21-12-1816 Koop f. 16.000 P.W. Bosch Not. Ommeren


Op zaterdag 21 december van het jaar 1816 verkocht Paulus Willem Bosch van Drakesten voor f. 16.000-, gulden een aantal stukken grond in de regio Ede-Wageningen-Bennekom aan baron Van Heeckeren. De Steenheuvel of Bouwhof ter groote van 34 morgen. Handtekening ten overstaan van de Utrechtse notaris Hendrik van Ommeren. Bron: HUA, 34-4 3243 1816 juli-1817 feb. 2023 21-12-1816 Koop f. 16.000 P.W. Bosch Not. Ommeren Op zaterdag 21 december van het jaar 1816 verkocht Paulus Willem Bosch van Drakesten voor f. 16.000-, gulden een aantal stukken grond in de regio Ede-Wageningen-Bennekom aan baron Van Heeckeren. De Steenheuvel of Bouwhof ter groote van 34 morgen. Handtekening ten overstaan van de Utrechtse notaris Hendrik van Ommeren. Bron: HUA, 34-4 3243 1816 juli-1817 feb. 2023 21-12-1816 Koop f. 16.000 P.W. Bosch Not. Ommeren


  

Landerijen in Blauwkapel (gem. Utrecht)




Tussen donderdag 27 juli 1797 en woensdag 19 september 1798 werden de vroegere vast- en onroerende goederen verkocht van het vroegere Utrechtse klooster Mariëndaal. Dit klooster heeft ooit gestaan heden in de wijk Noordwest Utrecht Zuilen. Onder grond liggen nog de restante van dit Middeleeuws klooster, onder het Queeckhovenplein. Gelegen tussen de Burgemeester Norbruislaan in het zuidwesten, de J.M. de Muinck Keizerlaan in het zuidoosten en in het noorden gelegen rivier de Vecht.

Bij de verkoop van de vroegere onroerende goederen van het klooster in de periode 1797-1798. Is niet helemaal duidelijk wie van de familie Bosch het stuk grond, gelegen de Gageldijk en Kwakeldijk heeft gekocht. Vermoedelijk zal dit Theodorus Gerardus Bosch dit zijn geweest.

Dat na zijn overlijden de grond in het huidige Utrecht Overvecht is overgegaan naar zijn echtgenote Cornelia van Bijleveld. Dat na haar overlijden de grond na 1823 is vererft aan kleinzoon Jan Willem Hendrik Bosch. Zo staat dit ook te lezen bij de invoering van het kadaster op 1 oktober 1832. Dat Jan Willem Hendrik Bosch is.

De verkoop werd eind achttiende eeuw geleid door de Staten van Utrecht. Die ruim 250 jaar eerder de gronden van diverse katholieke kerken confisqueerde na de Beeldenstorm en Reformatie van omstreeks 1580. 

In de loop van de twintigste eeuw verkocht familie Bosch van Oud-Amelisweerd het land tussen de Kwakeldijk en Gageldijk.

Mogelijk is ook als het land van Mariëndaal al in 1797 als één van de eerste landerijen verkocht zou worden, dat Paulus Wilhelmus Bosch rond zijn 26e jarige leeftijd een van zijn eerste grote onroerend goed aankopen deed. En dat neef Jan Willem Hendrik Bosch bij zijn 18e verjaardag in 1817 het vroegere land van Mariëndaal kreeg van ome Paul.

Wikipedia schrijft over het vroegere klooster Mariëndaal (Utrecht) het volgende: 

Mariëndaal is een verdwenen vrouwenklooster in de Nederlandse stad Utrecht in de nabijheid van het huidige Queeckhovenplein.

Dit vrouwenklooster der cisterciënzers is gesticht in 1244 of eerder. Het werd destijds gevestigd noordelijk van de stad Utrecht, even buiten de stadsvrijheid in de Zwesereng, langs de westoever van de rivier de Vecht. De stichter ervan was Theodericus Kovelwaat (Dirk van Kovelwade), een kanunnik verbonden met Oud-Munster. Op het omgrachte abdijperceel heeft een kerkgebouw gestaan met aangrenzend een kloosterhof met een refter.

Het kloostercomplex kende daarnaast nog andere gebouwen. Het klooster kreeg in zijn bestaan te maken met beschadiging door blikseminslag en oorlogsgeweld. In de 16e eeuw ontstonden door onder meer de Reformatie grote veranderingen.

Afbraak van het klooster geschiedde in 1586 en aansluitend werd het goederenbeheer overgenomen door de ridderschap en rentmeesters. Aan het eind van de 18e eeuw is Mariëndaal definitief opgeheven. Van de gebouwen zijn niet veel meer dan ondergrondse restanten overgebleven. Een klein aantal opgegraven bouwfragmenten 
bevindt zich in de collectie van het Centraal Museum.

Vanaf de jaren vijftig en zestig van de twintigste eeuw werd de wijk Utrecht Overvecht op de vroegere Bosch van Oud-Amelisweerd grond gebouwd.

De vroegere Bosch van Oud-Amelisweerd grond ligt heden gelegen globaal gezien in het Utrechtse Overvecht tussen de Brailledreef, Einsteindreef en Albert Zweitserdreef.



Huis aan de Voorstraat (nr. 85 - splitsing in 1890 (H.513a) en Voorstraat nr. 87 - voor 1890 één huis met nr. 85 (H.513) (binnenstad, gem. Utrecht)


Op zondag 10 februari 1799 werd ten overstaan van de Utrechtse notaris Pieter Jongeneel Huijbertz het huis aan de Voorstraat 87 aankocht door Paulus Wilhelmus Bosch, van de wel edel gestrenge heer Joachim van Vliet. In 1812 verhuisd familie Bosch van Drakestein naar het Janskerkhof 17, 17a. Paulus hield het huis aan de Voorstraat aan voor verhuur.

Zoon Johannes Gerardus Bosch van Drakestein werd hier in juli 1811 geboren (BS Utrecht G 1811, aktenr. 4).

In februari 1890 diende Johan Christiaan Ebeling een bouwplan bij de gemeente in tot verbouwing van het huis op het perceel Voorstraat wijk H no. 513. Bij deze verbouwing werd het huis weer gesplitst; het pand heeft volgens de bouwtekening twee voordeuren.
Bij de omnummering 1890 werd het adres Voorstraat wijk H no. 513a gewijzigd in Voorstraat 85 Utrecht. Het adres Voorstraat wijk H no. 513 werd gewijzigd in Voorstraat 87 Utrecht.


Handtekening van Joachim van Vliet en Paulus Wilhelmus Bosch, gezet op Zo. 10 februari 1799 voor de Utrechtse notaris Pieter Jongeneel Huijbertz. Bron: Het Utrechts Archief, 34-4 U302C003. Handtekening van Joachim van Vliet en Paulus Wilhelmus Bosch, gezet op Zo. 10 februari 1799 voor de Utrechtse notaris Pieter Jongeneel Huijbertz. Bron: Het Utrechts Archief, 34-4 U302C003.



In februari 1890 werd er een bouwplan bij de gemeente ingediend tot verbouwing van het huis op het perceel Voorstraat wijk H no. 513. Bij deze verbouwing werd het huis weer gesplitst; het pand heeft volgens de bouwtekening twee voordeuren.
Bij de omnummering 1890 werd het adres Voorstraat wijk H no. 513a gewijzigd in Voorstraat 85 Utrecht. Het adres Voorstraat wijk H no. 513 werd gewijzigd in Voorstraat 87 Utrecht.

Bronnen: Het Utrechts Archief, Notarissen in de stad Utrecht, 34-4, U302C003, aktenummer: 11, blz. 25. Huizenaanhetjanskerkhof.nl.


     

Portret van Josephus Wilhelmus Petrus Diert van Melissant (1823-1890) echtgenoot van Henriette Josephine Caroline van Sonsbeeck (1829-1895), Schoonzoon van jkvr. Paulina Elisabeth Bosch van Drakestein (1803-1838) en Herman van Sonsbeek. Bron: Nederlands Instituut voor Kunstgeschiedenis, Den Haag. Portret van Josephus Wilhelmus Petrus Diert van Melissant (1823-1890) echtgenoot van Henriette Josephine Caroline van Sonsbeeck (1829-1895), Schoonzoon van jkvr. Paulina Elisabeth Bosch van Drakestein (1803-1838) en Herman van Sonsbeek. Bron: Nederlands Instituut voor Kunstgeschiedenis, Den Haag.


Portret van Henriette Josephine Caroline van Sonsbeeck (1829-1895), dochter van jkvr. Paulina Elisabeth Bosch van Drakestein (1803-1838) en Herman van Sonsbeek, echtgenote van Josephus Wilhelmus Petrus Diert van Melissant (1823-1890). (deels opgegroeid in de Voorstraat 87). Bron: Nederlands Instituut voor Kunstgeschiedenis, Den Haag. Portret van Henriette Josephine Caroline van Sonsbeeck (1829-1895), dochter van jkvr. Paulina Elisabeth Bosch van Drakestein (1803-1838) en Herman van Sonsbeek, echtgenote van Josephus Wilhelmus Petrus Diert van Melissant (1823-1890). (deels opgegroeid in de Voorstraat 87). Bron: Nederlands Instituut voor Kunstgeschiedenis, Den Haag.


  


    

Op zaterdag 15 januari 1848 verkocht familie Bosch van Drakestein in samenwerking met Herman van Sonsbeek, weduwnaar van jkvr. Pauline Elisabeth Bosch van Drakestein (1803-1838) het huis aan de Voorstraat 85-87 voor f. 8.650-, gulden aan Willem Jacobus de Voogt, van beroep burgemeester van Schonauwen. Jan Willem Hendrik Bosch was gemachtigde voor de verkoop voor de familie Van Sonsbeek. Bron: Het Utrechts Archief, 34-4, 3664. Op zaterdag 15 januari 1848 verkocht familie Bosch van Drakestein in samenwerking met Herman van Sonsbeek, weduwnaar van jkvr. Pauline Elisabeth Bosch van Drakestein (1803-1838) het huis aan de Voorstraat 85-87 voor f. 8.650-, gulden aan Willem Jacobus de Voogt, van beroep burgemeester van Schonauwen. Jan Willem Hendrik Bosch was gemachtigde voor de verkoop voor de familie Van Sonsbeek. Bron: Het Utrechts Archief, 34-4, 3664.


Op zaterdag 15 januari 1848 verkocht familie Bosch van Drakestein in samenwerking met Herman van Sonsbeek, weduwnaar van jkvr. Pauline Elisabeth Bosch van Drakestein (1803-1838) het huis aan de Voorstraat 85-87 voor f. 8.650-, gulden aan Willem Jacobus de Voogt, van beroep burgemeester van Schonauwen. Omschrijving van het te verkopen huis. Bron: Het Utrechts Archief, 34-4, 3664. Op zaterdag 15 januari 1848 verkocht familie Bosch van Drakestein in samenwerking met Herman van Sonsbeek, weduwnaar van jkvr. Pauline Elisabeth Bosch van Drakestein (1803-1838) het huis aan de Voorstraat 85-87 voor f. 8.650-, gulden aan Willem Jacobus de Voogt, van beroep burgemeester van Schonauwen. Omschrijving van het te verkopen huis. Bron: Het Utrechts Archief, 34-4, 3664.


Op zaterdag 15 januari 1848 verkocht familie Bosch van Drakestein in samenwerking met Herman van Sonsbeek, weduwnaar van jkvr. Pauline Elisabeth Bosch van Drakestein (1803-1838) het huis aan de Voorstraat 85-87 voor f. 8.650-, gulden aan Willem Jacobus de Voogt, van beroep burgemeester van Schonauwen. Handtekeningen van onder andere Jan Willem Hendrik Bosch als mede zaak gelastigede. Bron: Het Utrechts Archief, 34-4, 3664. Op zaterdag 15 januari 1848 verkocht familie Bosch van Drakestein in samenwerking met Herman van Sonsbeek, weduwnaar van jkvr. Pauline Elisabeth Bosch van Drakestein (1803-1838) het huis aan de Voorstraat 85-87 voor f. 8.650-, gulden aan Willem Jacobus de Voogt, van beroep burgemeester van Schonauwen. Handtekeningen van onder andere Jan Willem Hendrik Bosch als mede zaak gelastigede. Bron: Het Utrechts Archief, 34-4, 3664.


Op zaterdag 15 januari 1848 verkocht familie Bosch van Drakestein in samenwerking met Herman van Sonsbeek, weduwnaar van jkvr. Pauline Elisabeth Bosch van Drakestein (1803-1838) het huis aan de Voorstraat 85-87 voor f. 8.650-, gulden aan Willem Jacobus de Voogt, van beroep burgemeester van Schonauwen. Omschrijving van de voogt over de twee zonen Van Sonsbeek door jhr. Willem Bosch van Drakestein. Bron: Het Utrechts Archief, 34-4, 3664. Op zaterdag 15 januari 1848 verkocht familie Bosch van Drakestein in samenwerking met Herman van Sonsbeek, weduwnaar van jkvr. Pauline Elisabeth Bosch van Drakestein (1803-1838) het huis aan de Voorstraat 85-87 voor f. 8.650-, gulden aan Willem Jacobus de Voogt, van beroep burgemeester van Schonauwen. Omschrijving van de voogt over de twee zonen Van Sonsbeek door jhr. Willem Bosch van Drakestein. Bron: Het Utrechts Archief, 34-4, 3664.


Op zaterdag 15 januari 1848 verkocht familie Bosch van Drakestein in samenwerking met Herman van Sonsbeek, weduwnaar van jkvr. Pauline Elisabeth Bosch van Drakestein (1803-1838) het huis aan de Voorstraat 85-87 voor f. 8.650-, gulden aan Willem Jacobus de Voogt, van beroep burgemeester van Schonauwen. Omschrijving van aankoop en ondertekening door Willem Jacobus de Voogt. Bron: Het Utrechts Archief, 34-4, 3664. Op zaterdag 15 januari 1848 verkocht familie Bosch van Drakestein in samenwerking met Herman van Sonsbeek, weduwnaar van jkvr. Pauline Elisabeth Bosch van Drakestein (1803-1838) het huis aan de Voorstraat 85-87 voor f. 8.650-, gulden aan Willem Jacobus de Voogt, van beroep burgemeester van Schonauwen. Omschrijving van aankoop en ondertekening door Willem Jacobus de Voogt. Bron: Het Utrechts Archief, 34-4, 3664.


     

Portret van Paul Willem Hendrik van Sonsbeeck (1825-1884) zoon van jkvr. Paulina Elisabeth Bosch van Drakestein (1803-1838) en Herman van Sonsbeek. Deels gewoond op de Voorstraat 87. Bron: Nederlands Instituut voor Kunstgeschiedenis, Den Haag. Portret van Paul Willem Hendrik van Sonsbeeck (1825-1884) zoon van jkvr. Paulina Elisabeth Bosch van Drakestein (1803-1838) en Herman van Sonsbeek. Deels gewoond op de Voorstraat 87. Bron: Nederlands Instituut voor Kunstgeschiedenis, Den Haag.


        

Jhr. Johannes Gerardus Bosch van Drakestein (1811-1883). Jhr. Johannes Gerardus Bosch van Drakestein (1811-1883).


Portret van Carel Sirardus Willem van Hogendorp (1788-1856), de schoonvader van jhr. Johannes Gerardus Bosch van Drakestein was gehuwd met Caroline Wilhelmine Marianne van Hogendorp (1815-1872). Hij kocht zijn geboortehuis voor zijn schoonouders,Carel Sirardus Willem van Hogendorp en Cecile Catharine Olivier (1790-1867). Bron: collectie Museum Rotterdam. Portret van Carel Sirardus Willem van Hogendorp (1788-1856), de schoonvader van jhr. Johannes Gerardus Bosch van Drakestein was gehuwd met Caroline Wilhelmine Marianne van Hogendorp (1815-1872). Hij kocht zijn geboortehuis voor zijn schoonouders,Carel Sirardus Willem van Hogendorp en Cecile Catharine Olivier (1790-1867). Bron: collectie Museum Rotterdam.


      

Graf van graaf Carel Sirardus Willem van Hogendorp (1788-1856) en gravin Cecile Catharine Olivier (1790-1867) op begraafplaats Soestbergen in februari 2022. Foto: Sander van Scherpenzeel. Graf van graaf Carel Sirardus Willem van Hogendorp (1788-1856) en gravin Cecile Catharine Olivier (1790-1867) op begraafplaats Soestbergen in februari 2022. Foto: Sander van Scherpenzeel.


Op zaterdag 25 maart 1854 vond ten overstaan van de Utrechtse notaris Jacob Hendrik van Schermbeek de veiling plaats van het huis Voorstraat 87 (H513). Diverse familieleden Voogt en Pellekaan verkocht het huis aan de familie Van Hogendorp waarbij jhr. Johannes Gerardus Bosch van Drakestein zijn geboortehuis kocht voor zijn schoonouders Van Hogendorp ter waarde van f. 15.000-, gulden (1). Bron: Het Utrechts Archief, 1294 5154 154 67. Op zaterdag 25 maart 1854 vond ten overstaan van de Utrechtse notaris Jacob Hendrik van Schermbeek de veiling plaats van het huis Voorstraat 87 (H513). Diverse familieleden Voogt en Pellekaan verkocht het huis aan de familie Van Hogendorp waarbij jhr. Johannes Gerardus Bosch van Drakestein zijn geboortehuis kocht voor zijn schoonouders Van Hogendorp ter waarde van f. 15.000-, gulden (1). Bron: Het Utrechts Archief, 1294 5154 154 67.


  

Op zaterdag 25 maart 1854 vond ten overstaan van de Utrechtse notaris Jacob Hendrik van Schermbeek de veiling plaats van het huis Voorstraat 87 (H513). Diverse familieleden Voogt en Pellekaan verkocht het huis aan de familie Van Hogendorp waarbij jhr. Johannes Gerardus Bosch van Drakestein zijn geboortehuis kocht voor zijn schoonouders Van Hogendorp ter waarde van f. 15.000-, gulden (2). Bron: Het Utrechts Archief, 1294 5154 154 67. Op zaterdag 25 maart 1854 vond ten overstaan van de Utrechtse notaris Jacob Hendrik van Schermbeek de veiling plaats van het huis Voorstraat 87 (H513). Diverse familieleden Voogt en Pellekaan verkocht het huis aan de familie Van Hogendorp waarbij jhr. Johannes Gerardus Bosch van Drakestein zijn geboortehuis kocht voor zijn schoonouders Van Hogendorp ter waarde van f. 15.000-, gulden (2). Bron: Het Utrechts Archief, 1294 5154 154 67.


Op zaterdag 25 maart 1854 vond ten overstaan van de Utrechtse notaris Jacob Hendrik van Schermbeek de veiling plaats van het huis Voorstraat 87 (H513). Diverse familieleden Voogt en Pellekaan verkocht het huis aan de familie Van Hogendorp waarbij jhr. Johannes Gerardus Bosch van Drakestein zijn geboortehuis kocht voor zijn schoonouders Van Hogendorp ter waarde van f. 15.000-, gulden (3). Bron: Het Utrechts Archief, 1294 5154 154 67. Op zaterdag 25 maart 1854 vond ten overstaan van de Utrechtse notaris Jacob Hendrik van Schermbeek de veiling plaats van het huis Voorstraat 87 (H513). Diverse familieleden Voogt en Pellekaan verkocht het huis aan de familie Van Hogendorp waarbij jhr. Johannes Gerardus Bosch van Drakestein zijn geboortehuis kocht voor zijn schoonouders Van Hogendorp ter waarde van f. 15.000-, gulden (3). Bron: Het Utrechts Archief, 1294 5154 154 67.


   

Portret van Anthony Ebeling (1788-1849), gehuwd 21 juni 1818 te IJsselstein met Jacqueline Johanna Strick van Linschoten. Van beroep Garde d'honneur (1813), koopman, lid gemeenteraad Amsterdam, lid Provinciale Staten van Noord-Holland, R.N.L.. Vader van Agatha Clara Ebeling. Bron: Nederlands Instituut voor Kunstgeschiedenis, Den Haag. Portret van Anthony Ebeling (1788-1849), gehuwd 21 juni 1818 te IJsselstein met Jacqueline Johanna Strick van Linschoten. Van beroep Garde d'honneur (1813), koopman, lid gemeenteraad Amsterdam, lid Provinciale Staten van Noord-Holland, R.N.L.. Vader van Agatha Clara Ebeling. Bron: Nederlands Instituut voor Kunstgeschiedenis, Den Haag.


Portret van Agatha Clara Ebeling (1821-1867), gehuwd 25 juli 1850 te Zeist met Joan Adam Matthes. Bron: Nederlands Instituut voor Kunstgeschiedenis, Den Haag. Portret van Agatha Clara Ebeling (1821-1867), gehuwd 25 juli 1850 te Zeist met Joan Adam Matthes. Bron: Nederlands Instituut voor Kunstgeschiedenis, Den Haag.


     

Op zaterdag 30 maart 1867 werd de woning bij veiling aangeboden ten overstaan van de Utrechtse notaris Jacob Hendrik van Schermbeek. Het huis werd gekocht voor f.15.800 gulden door C. van der Star. Verkoper waren Anthony Ebeling, gehuwd met jkvr. Henrietta Cornelia Strick van Linschoten. Begin beschrijving van akte. Bron: Het Utrechts Archief, 1294, 5271 271 43. Op zaterdag 30 maart 1867 werd de woning bij veiling aangeboden ten overstaan van de Utrechtse notaris Jacob Hendrik van Schermbeek. Het huis werd gekocht voor f.15.800 gulden door C. van der Star. Verkoper waren Anthony Ebeling, gehuwd met jkvr. Henrietta Cornelia Strick van Linschoten. Begin beschrijving van akte. Bron: Het Utrechts Archief, 1294, 5271 271 43.


      

Portret van jkvr. Henrietta Cornelia Strick van Linschoten (1835-1892) naar de hand van Jan Hendrick Neuman (1819-1898). Bron: Veilinghuis Onder de Boompjes. Portret van jkvr. Henrietta Cornelia Strick van Linschoten (1835-1892) naar de hand van Jan Hendrick Neuman (1819-1898). Bron: Veilinghuis Onder de Boompjes.


Portret van Anthony Ebeling (1828-1872) naar de hand van Jan Hendrick Neuman (1819-1898). Bron: Veilinghuis Onder de Boompjes. Portret van Anthony Ebeling (1828-1872) naar de hand van Jan Hendrick Neuman (1819-1898). Bron: Veilinghuis Onder de Boompjes.


      

Op zaterdag 30 maart 1867 werd de woning bij veiling aangeboden ten overstaan van de Utrechtse notaris Jacob Hendrik van Schermbeek. Het huis werd gekocht voor f.15.800 gulden door C. van der Star. Verkoper waren Anthony Ebeling, gehuwd met jkvr. Henrietta Cornelia Strick van Linschoten. Bron: Het Utrechts Archief, 1294, 5271 271 43. Op zaterdag 30 maart 1867 werd de woning bij veiling aangeboden ten overstaan van de Utrechtse notaris Jacob Hendrik van Schermbeek. Het huis werd gekocht voor f.15.800 gulden door C. van der Star. Verkoper waren Anthony Ebeling, gehuwd met jkvr. Henrietta Cornelia Strick van Linschoten. Bron: Het Utrechts Archief, 1294, 5271 271 43.



Oliemolen De Fortuin (gem. Utrecht)

Gezicht vanaf de singel over de stadsbuitengracht op de stadswal te Utrecht uit het westen met de Catharijnepoort en -brug met daarachter de gasfabriek op het Vredenburg. Op de achtergrond de toren van de Geertekerk en de Smeetoren in 1843-1850. Fotoreproductie van een schilderij van Jan Weissenbruch uit ca. 1845. Datering: in 1842 werd de molen de Fortuin afgebroken en de gasfabriek op Vredenburg gebouwd. Prent digitaal ingekleurd met My Heritage in Color. Bron: Het Utrechts Archief, catalogusnummer: 36477. Gezicht vanaf de singel over de stadsbuitengracht op de stadswal te Utrecht uit het westen met de Catharijnepoort en -brug met daarachter de gasfabriek op het Vredenburg. Op de achtergrond de toren van de Geertekerk en de Smeetoren in 1843-1850. Fotoreproductie van een schilderij van Jan Weissenbruch uit ca. 1845. Datering: in 1842 werd de molen de Fortuin afgebroken en de gasfabriek op Vredenburg gebouwd. Prent digitaal ingekleurd met My Heritage in Color. Bron: Het Utrechts Archief, catalogusnummer: 36477.


De Utrechtse Oliemolen aan de Catharijnepoort die Paulus van zijn vader Theo op maandag 6 oktober 1800 voor de helft kreeg en de andere helft die Paulus kocht uit de boedel van zijn overleden oom Herbert Jan Bosch. Bron: HISGIS.nl Utrecht. De Utrechtse Oliemolen aan de Catharijnepoort die Paulus van zijn vader Theo op maandag 6 oktober 1800 voor de helft kreeg en de andere helft die Paulus kocht uit de boedel van zijn overleden oom Herbert Jan Bosch. Bron: HISGIS.nl Utrecht.



Op maandag 6 oktober 1800 werd ten overstaan van notaris Cornelis de Wijs te Utrecht wordt door donateur Theodorus Gerardus Bosch de helft geschonken aan de donataris zijn zoon Paulus Wilhelmus Bosch van de oliemolen genaamd Het Fortuin, staand bij de stadswallen bij de Catharijnepoort te Utrecht. De andere helft van de oliemolen koopt Paulus Wilhelmus Bosch aan van Johannes Gerardus Dadelbeek en Henricus van der Burgh die de executeur testamentairs zijn van zijn overleden oom Herbert Jan Bosch.

Bron: Het Utrechts Archief 34-4 U256c038 119 en 120.


Gezicht vanaf de singel over de stadsbuitengracht te Utrecht uit het noordwesten, met de wal en de Catharijnepoort en -brug en de molen De Fortuin op de restanten van het Vredenburg in 1835/1836. Bron: Het Utrechts Archief, catalogusnummer: 36471. Gezicht vanaf de singel over de stadsbuitengracht te Utrecht uit het noordwesten, met de wal en de Catharijnepoort en -brug en de molen De Fortuin op de restanten van het Vredenburg in 1835/1836. Bron: Het Utrechts Archief, catalogusnummer: 36471.


Op zaterdag 31 december 1833 verkocht jhr. Paulus Willem Bosch van Drakestein oliemolen Het Fortuin ten overstaan de Utrechtse notaris Gerardus Henrikus Stevens. Bron: Delpher.nl. Op zaterdag 31 december 1833 verkocht jhr. Paulus Willem Bosch van Drakestein oliemolen Het Fortuin ten overstaan de Utrechtse notaris Gerardus Henrikus Stevens. Bron: Delpher.nl.


Gezicht vanaf de singel over de stadsbuitengracht te Utrecht uit het noordwesten, met de wal en de Catharijnepoort en -brug en daarachter de molen De Fortuin op de restanten van het Vredenburg in 1780 naar een tekening van I. Ouwater. Bron: Het Utrechts Archief, catalogusnummer: 36469. Gezicht vanaf de singel over de stadsbuitengracht te Utrecht uit het noordwesten, met de wal en de Catharijnepoort en -brug en daarachter de molen De Fortuin op de restanten van het Vredenburg in 1780 naar een tekening van I. Ouwater. Bron: Het Utrechts Archief, catalogusnummer: 36469.


Gezicht op de Stadsbuitengracht te Utrecht, met links de molen De Meiboom en rechts de Catharijnepoort en Catharijnebrug en de molen De Fortuin uit de periode 1740-1770. Bron: Het Utrechts Archief, catalogusnummer: 202796. Gezicht op de Stadsbuitengracht te Utrecht, met links de molen De Meiboom en rechts de Catharijnepoort en Catharijnebrug en de molen De Fortuin uit de periode 1740-1770. Bron: Het Utrechts Archief, catalogusnummer: 202796.


Fragment uit verkoopakte van oliemolen De Fortuin op de Utrechtse stads, gelegen naast de Utrechtse Catharijnepoort. Jhr. Paulus Willem Bosch verkocht de oliemolen op zaterdag 31 augustus 1833 ten overstaan van de Utrechtse notaris G.H. Stevens voor f. 12.600-, Nederlandsche Guldens aan Jacobus van Stokkum, van beroep koopman te Utrecht. Bron: Het Utrechts Archief, 34-4 3635 U324c025 1833 31-08-1833, aktenummer: 9102. Fragment uit verkoopakte van oliemolen De Fortuin op de Utrechtse stads, gelegen naast de Utrechtse Catharijnepoort. Jhr. Paulus Willem Bosch verkocht de oliemolen op zaterdag 31 augustus 1833 ten overstaan van de Utrechtse notaris G.H. Stevens voor f. 12.600-, Nederlandsche Guldens aan Jacobus van Stokkum, van beroep koopman te Utrecht. Bron: Het Utrechts Archief, 34-4 3635 U324c025 1833 31-08-1833, aktenummer: 9102.


Gezicht vanaf de singel over de stadsbuitengracht op de stadswal te Utrecht uit het westen met de Catharijnepoort en -brug met daarachter de molen De Fortuin op het noordwestelijke bastion van het Vredenburg in 1760-1800. Anonieme tekening uit ca. 1780 (of later?). Het dubbele gebouw rechts, waarin in 1842 de gasfabriek van De Heus zou worden gevestigd. Prent digitaal ingekleurd met My Heritage in Color. Bron: Het Utrechts Archief, catalogusnummer: 30902. Gezicht vanaf de singel over de stadsbuitengracht op de stadswal te Utrecht uit het westen met de Catharijnepoort en -brug met daarachter de molen De Fortuin op het noordwestelijke bastion van het Vredenburg in 1760-1800. Anonieme tekening uit ca. 1780 (of later?). Het dubbele gebouw rechts, waarin in 1842 de gasfabriek van De Heus zou worden gevestigd. Prent digitaal ingekleurd met My Heritage in Color. Bron: Het Utrechts Archief, catalogusnummer: 30902.


Fragment uit verkoopakte van oliemolen De Fortuin op de Utrechtse stads, gelegen naast de Utrechtse Catharijnepoort. Jhr. Paulus Willem Bosch verkocht de oliemolen op zaterdag 31 augustus 1833 ten overstaan van de Utrechtse notaris G.H. Stevens voor f. 12.600-, Nederlandsche Guldens aan Jacobus van Stokkum, van beroep koopman te Utrecht. Extra bijlage van boedelverkoop uit de oliemolen De Fortuin, opgemaakt door Paul zelf met een totale opbrengst van f. 1.007,35 gulden. Bron: Het Utrechts Archief, 34-4 3635 U324c025 1833 31-08-1833, aktenummer: 9102. Fragment uit verkoopakte van oliemolen De Fortuin op de Utrechtse stads, gelegen naast de Utrechtse Catharijnepoort. Jhr. Paulus Willem Bosch verkocht de oliemolen op zaterdag 31 augustus 1833 ten overstaan van de Utrechtse notaris G.H. Stevens voor f. 12.600-, Nederlandsche Guldens aan Jacobus van Stokkum, van beroep koopman te Utrecht. Extra bijlage van boedelverkoop uit de oliemolen De Fortuin, opgemaakt door Paul zelf met een totale opbrengst van f. 1.007,35 gulden. Bron: Het Utrechts Archief, 34-4 3635 U324c025 1833 31-08-1833, aktenummer: 9102.


Fragment uit verkoopakte van oliemolen De Fortuin op de Utrechtse stads, gelegen naast de Utrechtse Catharijnepoort. Jhr. Paulus Willem Bosch verkocht de oliemolen op zaterdag 31 augustus 1833 ten overstaan van de Utrechtse notaris G.H. Stevens voor f. 12.600-, Nederlandsche Guldens aan Jacobus van Stokkum, van beroep koopman te Utrecht. Bron: Het Utrechts Archief, 34-4 3635 U324c025 1833 31-08-1833, aktenummer: 9102. Fragment uit verkoopakte (handtekeningen) van oliemolen De Fortuin op de Utrechtse stads, gelegen naast de Utrechtse Catharijnepoort. Jhr. Paulus Willem Bosch verkocht de oliemolen op zaterdag 31 augustus 1833 ten overstaan van de Utrechtse notaris G.H. Stevens voor f. 12.600-, Nederlandsche Guldens aan Jacobus van Stokkum, van beroep koopman te Utrecht. Bron: Het Utrechts Archief, 34-4 3635 U324c025 1833 31-08-1833, aktenummer: 9102.


    

Portret van mr. N.P.J. Kien, geboren 1800, burgemeester van Utrecht (1839-1878), overleden 1879. Kniestuk van voren, staande in galakostuum met ambtsketting en ridderorden. Digitaal ingekleurd en portret uit 1864. Bron: Het Utrechts Archief, catalogusnummer: 28798. Portret van mr. N.P.J. Kien, geboren 1800, burgemeester van Utrecht (1839-1878), overleden 1879. Kniestuk van voren, staande in galakostuum met ambtsketting en ridderorden. Digitaal ingekleurd en portret uit 1864. Bron: Het Utrechts Archief, catalogusnummer: 28798.


Portret van W.H. de Heus, lid van de Provinciale Staten van Utrecht (1850-1872), overleden 1872 en vroegere eigenaar van Oliemolen 't Fortuin. Portret uit 1845-1855. Digitaal ingekleurd. Bron: Het Utrechts Archief, catalogusnummer: 105004. Portret van W.H. de Heus, lid van de Provinciale Staten van Utrecht (1850-1872), overleden 1872 en vroegere eigenaar van Oliemolen 't Fortuin. Portret uit 1845-1855. Digitaal ingekleurd. Bron: Het Utrechts Archief, catalogusnummer: 105004.


     

Op maandag 3 mei 1841 verkocht Jacobus van Stockum, van beroep koopman in brandhout aan fabrikant Willem Hendrikus de Heus ten overstaan van de Utrechtse notaris Stevens de oliemolen 't Fortuin voor een som van f. 10.000-, gulden. Eerder kocht Van Stockum oliemolen 't Fortuin in 1833 van Paulus Willem Bosch van Drakestein. Bron: Het Utrechts Archief, 34-4 3645 1841. Op maandag 3 mei 1841 verkocht Jacobus van Stockum, van beroep koopman in brandhout aan fabrikant Willem Hendrikus de Heus ten overstaan van de Utrechtse notaris Stevens de oliemolen 't Fortuin voor een som van f. 10.000-, gulden. Eerder kocht Van Stockum oliemolen 't Fortuin in 1833 van Paulus Willem Bosch van Drakestein. Bron: Het Utrechts Archief, 34-4 3645 1841.



Op dinsdag 3 november 1868 vond ten overstaan van de Utrechtse notaris Cornelis Govert de Balbian van Doorn. In tegenwoordigheid van 'HoogwelEdelgeboren Heer Meester Nicolaas Pieter Jacob Kien, Ridder Commandeur der Orde van de Nederlandschen Leeuw Lid vaan de Tweede Kamer der Staten Generaal, Lid van de Staten der Provincie en burgemeester der gemeente Utrecht met den Hoogwelgeboren Heer Jonkheer Meester Willem Hendrik de Matteville, secretaris der gemeente Utrecht'.


Op maandag 3 mei 1841 verkocht Jacobus van Stockum, van beroep koopman in brandhout aan fabrikant Willem Hendrikus de Heus ten overstaan van de Utrechtse notaris Stevens de oliemolen 't Fortuin voor een som van f. 10.000-, gulden. Beschrijving van het goed. Bron: Het Utrechts Archief, 34-4 3645 1841. Op maandag 3 mei 1841 verkocht Jacobus van Stockum, van beroep koopman in brandhout aan fabrikant Willem Hendrikus de Heus ten overstaan van de Utrechtse notaris Stevens de oliemolen 't Fortuin voor een som van f. 10.000-, gulden. Beschrijving van het goed. Bron: Het Utrechts Archief, 34-4 3645 1841.



'Tezamen in hunne vermelde hoedanigheid van Burgemeester en Secretaris der gemeente Utrecht hierbij handelende namens de GEMEENTE UTRECHT ter eene'.

'en de Edel Groot Achtbare Heer Willem Henricus de Heus, Ridder der Orde van den Nederlanschen Leeuw, Lid van de Staten der Provincie en van den raad der gemeente Utrecht, wonende te Utrecht, ter andere zijde der welke hebben te kennen gegeven dat de laatste genoemde heer De Heus in bezit en gebruik houdt onderscheidende gedeelten  van den grond bekend als het Vreeburg liggende aan de noordwestzijde der stad aan de buitengracht tussen de Catharijnekade en de Rhijnkade in den perceelsgewijze kadaster leggers der gemeente Utrecht voorkomende Sectie C, nummers 1650, 3010, 3011, 3012, 3055, 1672, 4051, 3845, 3846 ter namen Willem Hendricus de Heus'.


Gezicht over de stadsbuitengracht te Utrecht op de Catharijnepoort en -brug met de molen de Fortuin op het noordwestelijke bastion van het voormalige kasteel Vredenburg en rechts de Catharijnesingel, uit het noordwesten gezien in 1836. Getekend door B. van Straaten Jr.. Bron: Het Utrechts Archief, catalogusnummer: 38484. Gezicht over de stadsbuitengracht te Utrecht op de Catharijnepoort en -brug met de molen de Fortuin op het noordwestelijke bastion van het voormalige kasteel Vredenburg en rechts de Catharijnesingel, uit het noordwesten gezien in 1836. Getekend door B. van Straaten Jr.. Bron: Het Utrechts Archief, catalogusnummer: 38484.



....

'acte van koop verleden voor den notaris Stevens en getuigen te Utrecht den derde mei achttienhonderd een veertig welke werd overgeschreven ten kantore van der hypotheken te Utrecht den vijfen twintigste mei achttienhonderd een en veertig deel 26, nummer 13 waarbij door den Heer Van Stockum is verkocht een windoliemolen met een pakhuis mitsgaders onder de kluis waarop de molen naar drie oliebakken staande en gelegen op en aan der Wal bijzijde de Catharijnepoort wijk D nummer 569, kadaster sectie C nummer 1671 en 1672 belend ten oosten stadswal ten westen de singel en den berm van de stad en ten noorden de berm van de stad alsmede het regt van gebruik van het terrein aan en nabij den molen behorende aan de stad kadaster Sectie C nummer 1671 alsmede van het bolwerk nabij Catharijnepoort met daarin zijnde vertrekken belans drie guldens jaars ten behoeve der stads kleine vermelden'.



Voor de verkoop van de oliemolen kreeg de heer de Heus een schadeloosstelling van f. 82.000 gulden-, en werd 't Fortuin verkocht aan de gemeente Utrecht voor f. 60.000-, gulden.

Waarop de heer De Heus f. 142.000 gulden op de verkoop verdienden.

Bron: Het Utrechts Archief, 1294, 5284 (284), 1868 nov. 4-1868 dec. 15 284 11.


Gezicht vanaf de singel over de stadsbuitengracht op de stadswal te Utrecht uit het westen met de Catharijnepoort en -brug met daarachter de gasfabriek op het Vredenburg. Prent is digitaal ingekleurd met My Heritage in color. Beeld tussen 1843-1850. Fotoreproductie van een schilderij van een anonieme schilder uit ca. 1845. Datering: in 1842 werd de molen de Fortuin afgebroken en de gasfabriek op Vredenburg gebouwd. Bron: Het Utrechts Archief, catalogusnummer: 36478. Gezicht vanaf de singel over de stadsbuitengracht op de stadswal te Utrecht uit het westen met de Catharijnepoort en -brug met daarachter de gasfabriek op het Vredenburg. Prent is digitaal ingekleurd met My Heritage in color. Beeld tussen 1843-1850. Fotoreproductie van een schilderij van een anonieme schilder uit ca. 1845. Datering: in 1842 werd de molen de Fortuin afgebroken en de gasfabriek op Vredenburg gebouwd. Bron: Het Utrechts Archief, catalogusnummer: 36478.


Gezicht over de stadsbuitengracht te Utrecht met de Catharijnebrug uit het zuiden, met links de singel en rechts de wal met de molen De Fortuin op de restanten van het Vredenburg en op de achtergrond de molen De Meiboom. Beeld uit 1755-1765 naar een tekening van D. Verrijk. Bron: Het Utrechts Archief, catalogusnummer: 36301. Gezicht over de stadsbuitengracht te Utrecht met de Catharijnebrug uit het zuiden, met links de singel en rechts de wal met de molen De Fortuin op de restanten van het Vredenburg en op de achtergrond de molen De Meiboom. Beeld uit 1755-1765 naar een tekening van D. Verrijk. Bron: Het Utrechts Archief, catalogusnummer: 36301.


         

Landerijen in Westveen (prov. Zuid-Holland)

Boerderij aan de Geerkade 44-45 te Wilnis gezien vanaf de straat in de richting van het noordoosten. Bron: Google Maps Streetview. Boerderij aan de Geerkade 44-45 te Wilnis gezien vanaf de straat in de richting van het noordoosten. Bron: Google Maps Streetview.


Luchtfoto uit het noordoosten gezien van de boerderij aan de Geerkade 44-45 te Wilnis (rechtsonder) met de landerijen die vroeger van familie Bosch van Drakestein. Foto: Slagboom en Peeters Luchtfotografie B.V.. Luchtfoto uit het noordoosten gezien van de boerderij aan de Geerkade 44-45 te Wilnis (rechtsonder) met de landerijen die vroeger van familie Bosch van Drakestein. Foto: Slagboom en Peeters Luchtfotografie B.V..



Op woensdag 21 september 1803 verkochte de kinderen wijlen Jan Carel Reykse, van beroep drossaard van Montfoort en Margaretha Maria van Baerle ten overstaan van de Utrechtse notaris Hermanus Brouwer de hofstde met landerijen aan de Geerkade 45 te Oudhuizen (gem. Wilnis) aan Paulus Wilhelmus Bosch van beroep lid van de departementale rekenkamer van Utrecht.

Waarvan nog diverse percelen gelegen waren in de gemeente Westveen. Voor 1988 nog gelegen in de gemeente Wilnis na 1988 gelegen in de gemeente Nieuwkoop in de provincie Zuid-Holland.

Bron: Het Utrechts Archief, 34-4, 2455, aktenummer: 86.


Op woensdag 21 september 1803 verkochte de kinderen wijlen Jan Carel Reykse, van beroep drossaard van Montfoort en Margaretha Maria van Baerle ten overstaan van de Utrechtse notaris Hermanus Brouwer de hofstede met landerijen aan in Westveen (gem. De Ronde Venen) aan Paulus Wilhelmus Bosch van beroep lid van de departementale rekenkamer van Utrecht. Bron: HISGIS Utrecht. Op woensdag 21 september 1803 verkochte de kinderen wijlen Jan Carel Reykse, van beroep drossaard van Montfoort en Margaretha Maria van Baerle ten overstaan van de Utrechtse notaris Hermanus Brouwer de hofstede met landerijen aan in Westveen (gem. De Ronde Venen) aan Paulus Wilhelmus Bosch van beroep lid van de departementale rekenkamer van Utrecht. Bron: HISGIS Utrecht.


Op woensdag 21 september 1803 kocht Paulus Willem Bosch rietlanden aan in Westveen voor een bedrag van f. 190-,. gulden. Bron: Het Utrechts Archief, 34-4, 2455, aktenummer: 86. Op woensdag 21 september 1803 kocht Paulus Willem Bosch rietlanden aan in Westveen voor een bedrag van f. 190-,. gulden. Bron: Het Utrechts Archief, 34-4, 2455, aktenummer: 86.


Op zaterdag 20 november 1841 ten overstaan van de Utrechtse notaris Gerardus Henricus Stevens vond de verhuur plaats van de hofstede in Oudhuizen aan de Geerkade 45 plaats door de nieuwe eigenaar jhr. Frederik Herbert Jan Lodewijk Bosch van Drakestein (1799-1866) aan landbouwer A. van Oosterom voor een bedrag aan huur te betalen in 2 termijnen voor f. 550-, gulden te voldoen op 1 mei en 1 november van elk jaar. Begin beschrijving van de akte. Bron: Het Utrechts Archief, 34-4, 3646, aktenummer: 12626. Op zaterdag 20 november 1841 ten overstaan van de Utrechtse notaris Gerardus Henricus Stevens vond de verhuur plaats van de hofstede in Oudhuizen aan de Geerkade 45 plaats door de nieuwe eigenaar jhr. Frederik Herbert Jan Lodewijk Bosch van Drakestein (1799-1866) aan landbouwer A. van Oosterom voor een bedrag aan huur te betalen in 2 termijnen voor f. 550-, gulden te voldoen op 1 mei en 1 november van elk jaar. Begin beschrijving van de akte. Bron: Het Utrechts Archief, 34-4, 3646, aktenummer: 12626.


Op zaterdag 20 november 1841 ten overstaan van de Utrechtse notaris Gerardus Henricus Stevens vond de verhuur plaats van de hofstede in Oudhuizen aan de Geerkade 45 plaats door de nieuwe eigenaar jhr. Frederik Herbert Jan Lodewijk Bosch van Drakestein (1799-1866) aan landbouwer A. van Oosterom voor een bedrag aan huur te betalen in 2 termijnen voor f. 550-, gulden te voldoen op 1 mei en 1 november van elk jaar. Handtekeningen. Bron: Het Utrechts Archief, 34-4, 3646, aktenummer: 12626. Op zaterdag 20 november 1841 ten overstaan van de Utrechtse notaris Gerardus Henricus Stevens vond de verhuur plaats van de hofstede in Oudhuizen aan de Geerkade 45 plaats door de nieuwe eigenaar jhr. Frederik Herbert Jan Lodewijk Bosch van Drakestein (1799-1866) aan landbouwer A. van Oosterom voor een bedrag aan huur te betalen in 2 termijnen voor f. 550-, gulden te voldoen op 1 mei en 1 november van elk jaar. Handtekeningen. Bron: Het Utrechts Archief, 34-4, 3646, aktenummer: 12626.


Gezicht op de Zuidelijke Geerkade (Lange Meentweg) bij de buurtschap De Geer in 1960-1965. Bron: Het Utrechts Archief, catalogusnummer: 839314. Gezicht op de Zuidelijke Geerkade (Lange Meentweg) bij de buurtschap De Geer in 1960-1965. Bron: Het Utrechts Archief, catalogusnummer: 839314.



Herberg De Twee Geruste Harten

(toenmalig) aan de Boterstraat 12 (gem. Utrecht)

Kaart van de Utrechtse binnenstad, wijk E uit 1828-1830 met erop ingetekend de huisnummers in de binnenstad. In rood geaereerd de plaats war de herberg De Twee Gerusten Harten gevestigd was. Bron: Het Utrechts Archief, catalogusnummer:	 216120. Kaart van de Utrechtse binnenstad, wijk E uit 1828-1830 met erop ingetekend de huisnummers in de binnenstad. In rood geaereerd de plaats war de herberg De Twee Gerusten Harten gevestigd was. Bron: Het Utrechts Archief, catalogusnummer: 216120.



Op vrijdag 4 juli 1800 bereikte Albert Heijl ten overstaan van de Utrechtse notaris M.J. van Buuren aan Jan Hendrik Kenkel.

Albert Heijl was aanvankelijk eigenaar van genoemd huis en herberg en kolfbaan, maar verkocht het onder hypotheekstelling aan Margaretha Hoeflaken, gesepareerde huisvrouw van Jacobus Staal, eerder weduwe van Gijsbert Meijer.

Het betreft de financiële afwikkeling van de decretale verkoping -volgens decreetbrief van dinsdag 24 januari 1797 van een huis met herberg en kolfbaan "De Twee Geruste Harten" zuidzijde van de Boterstraat te Utrecht.

Bron: Het Utrechts Archief, 34-4, 2318, aktenummer: 93 04-07-1800.

Op woensdag 15 juli 1801 verkocht kastelein Albert Heijl, herberg 'De Twee Geruste Harten' aan de Boterstraat 12 ten overstaan van de Utrechtse notaris ... (Utrecht wijk E huisnummer: 337 - kadastraal Utrecht sectie C, perceelnummer: 1817) aan Paulus Willem Bosch (Hypotheekgever) . Een 'huisinge met herberg en kolfbaan' voor een bedrag f. 3.000-, gulden als pandbrief of hypotheekakte, afgelost f. 1.000-, gulden.

Hypotheekafnemer zal herbergier Jan Jurgen Kenkel geweest zijn.

Verkoop geschiede naar aanleiding van Margaretha Hoeflaken eerste weduwe van Gijsbert Meijer, nu gescheiden van Jacobus Staal.

Bron: Het Utrechts Archief, transsportboekjes, studiezaal, Alexander Numankade 199-201.


Beschrijving van herberg 'De Twee Geruste Harten' aan de Boterstraat 12, (337) uit de akte van 20 november 1840. Waarbij Geertruida Gasseling, weduwe van Johannes Gasseling de herberg voor f. 5.500-, gulden verkocht aan Hendrik van Berk. Bron: Het Utrechts Archief, 34-4, 3410, aktenummer: 4020 Beschrijving van herberg 'De Twee Geruste Harten' aan de Boterstraat 12, (337) uit de akte van 20 november 1840. Waarbij Geertruida Gasseling, weduwe van Johannes Gasseling de herberg voor f. 5.500-, gulden verkocht aan Hendrik van Berk. Bron: Het Utrechts Archief, 34-4, 3410, aktenummer: 4020



Op maandag 24 november 1823 vond ten overstaan van de Utrechtse notaris Pieter Adriaan van Schermbeek de verkoop plaats van herberg De Twee Geruste Harten van Anna Maria Alaide Bischoff overleden 10 oktober 1822, weduwe van Jan Hendrik Jurgen Kenkel, ook genaamd Hendrik Jurtgen Kenkel) (wonende aan de Lijnmarkt). Johannes de Greef in de rol als erfgenaam van Van Bisschoff verkocht haar boedel waaronder de herberg aan Johannes Gasseling, herbergier en echtgenote Geertruida van Berk voor een bedrag van f. 4.800-, gulden.

Bron: Het Utrechts Archief, 34-4, 3352, aktenummer: 6893.

Bij de invoering van het kadaster op 1 oktober 1832 is herberg 'De Twee Geruste Harten' aan de Boterstraat 12 (wijk E, 337) in het bezit van Johannes Gasseling.

Bron: HISGIS Utrecht.

Op vrijdag 20 november 1840 verkocht mejuffrouw Geertruida van Berk, weduwe Johannes Gasseling ten overstaan van de Utrechtse notaris Jacob Hendrik van Schermbeek voor een bedrag van f. 5.500-, gulden aan Hendrik van Berk

Bron: Het Utrechts Archief, 34-4, 3410, aktenummer: 4020.


Overzicht van de binnenstad van Utrecht, vanaf de Domtoren, uit het noordoosten, met in het midden de Boterstraat en links op de achtergrond de St.-Dominicuskerk aan de Mariaplaats in de periode 1865-1875. Naar de fotograaf van W.C. van Dijk. Bron: Het Utrechts Archief, catalogusnummer: 84349. Overzicht van de binnenstad van Utrecht, vanaf de Domtoren, uit het noordoosten, met in het midden de Boterstraat en links op de achtergrond de St.-Dominicuskerk aan de Mariaplaats in de periode 1865-1875. Naar de fotograaf van W.C. van Dijk. Bron: Het Utrechts Archief, catalogusnummer: 84349.



Het gebouw en diverse andere panden aan de Boterstraat in Utrecht zijn rond 1890 aangekocht en afgebroken. Voor de ontwikkeling van een nieuwe melkfabriek die op zijn beurt ruim 90 jaar later in het begin van de jaren 80 van de twintigste eeuw ook werd afgebroken. Waarop op dezelfde plek een appartementengebouw werd gerealiseerd.


Doorsneden van de Boterstraat ingetekend met het aanzien van de periode ca. 1650 en 1870 met rechts het pand Boterstraat 12 (bovenaan in ca. 1650 en onderaan in 1870). Tekening en onderzoek in 1982. Bron: Documentatie.org. Doorsneden van de Boterstraat ingetekend met het aanzien van de periode ca. 1650 en 1870 met rechts het pand Boterstraat 12 (bovenaan in ca. 1650 en onderaan in 1870). Tekening en onderzoek in 1982. Bron: Documentatie.org.



Perceel in rood en geel gearceerd in de kadasterkaart van 1832 C1817, huisnr. E337 herberg 'De Twee Geruste Harten'. Boven het gebouw in blauw de Buurkerk aan de Choorstraat. Bron: HISGIS Utrecht. Perceel in rood en geel gearceerd in de kadasterkaart van 1832 C1817, huisnr. E337 herberg 'De Twee Geruste Harten'. Boven het gebouw in blauw de Buurkerk aan de Choorstraat. Bron: HISGIS Utrecht.


   

Uiterwaarden aan de Biltse Grift

in Wittevrouwen (gem. Utrecht)

Aankoop (fragment van aankoop beschrijving) van het land 'De Del' uiterwaarden aan de Biltse Grift langs de Blauwkapelseweg op woensdag 10 februari 1802 ten overstaan van de Utrechtse notaris CORNELIS JOHANNES HEIJLIDIJ. Den Dell kocht Paulus Willem Bosch voor een bedrag van f. 1.800-, gulden. Bron: Het Utrechts Archief, 34-4, 2642, notaris CORNELIS JOHANNES HEIJLIDIJ, aktenummer: 14. Aankoop (fragment van aankoop beschrijving) van het land 'De Del' uiterwaarden aan de Biltse Grift langs de Blauwkapelseweg op woensdag 10 februari 1802 ten overstaan van de Utrechtse notaris CORNELIS JOHANNES HEIJLIDIJ. Den Dell kocht Paulus Willem Bosch voor een bedrag van f. 1.800-, gulden. Bron: Het Utrechts Archief, 34-4, 2642, notaris CORNELIS JOHANNES HEIJLIDIJ, aktenummer: 14.



'1802 februari 12 Register van transport van het gerecht van Wittevrouwen G. de Rooij transporteerd aan M. P.W. Bosch. Zekere twee morgen weyland genaamd "de Dell, doch zoo groot en klijn dezelve gelegen is onder dezen gerechte, daar westwaards de Steenstraat gaande naar de Blauwcapelse weg, noordwaards de Broekhuysen wetering of Bildse vaart (De Grift of Bildsche Grift), zuidwaarts het plantsoen der landerijen specteerende tot den Capittule van St. Jan en oostwaards de heer Jean de Pelleci naast gelegen zijn.'.

Bron: Het Utrechts Archief, 34-4, 2642, notaris CORNELIS JOHANNES HEIJLIDIJ, aktenummer: 14.


Aankoop (handtekening en koop- en verkopers) van het land 'De Del' uiterwaarden aan de Biltse Grift langs de Blauwkapelseweg op woensdag 10 februari 1802 ten overstaan van de Utrechtse notaris CORNELIS JOHANNES HEIJLIDIJ. Den Dell kocht Paulus Willem Bosch voor een bedrag van f. 1.800-, gulden. Bron: Het Utrechts Archief, 34-4, 2642, notaris CORNELIS JOHANNES HEIJLIDIJ, aktenummer: 14. Aankoop (handtekening en koop- en verkopers) van het land 'De Del' uiterwaarden aan de Biltse Grift langs de Blauwkapelseweg op woensdag 10 februari 1802 ten overstaan van de Utrechtse notaris CORNELIS JOHANNES HEIJLIDIJ. Den Dell kocht Paulus Willem Bosch voor een bedrag van f. 1.800-, gulden. Bron: Het Utrechts Archief, 34-4, 2642, notaris CORNELIS JOHANNES HEIJLIDIJ, aktenummer: 14.


 


 


'Deel 141 nr. 24. 1837 Augustus 26 (notaris G.H. Stevens). De erfgenamen van Jhr. P.W. Bosch van Drakestein verkoopen aan H. Bouman: "Een perceel weiland groot 1 bunder 57 roeden en 20 ellen genaamd 'den Dell', gelegen te Utrecht buiten de Wittevrouwenpoort nabij Koningslust, kadaster sectie A. nummers 32 en 33, belend ten oosten door eigendom van 's Rijks Veeartsenijschool, ten westen den Steenstraat gaande naar de  Blauwkapelsche weg, te zuiden s' Rijksdomeinen en ten noorden de Broekhuizer wetering of Bildsche vaart zoodanig en in dien staat dezelve landen strekken, belenden en bevinden, zonder daarvaan uit te zonderen. Bron: Het Utrechts Archief 4001 978.

Zoals je leest kocht Paulus Willem Bosch op vrijdag 12 februari 1802 een stuk land 'uiterwaarde' gelegen te zuiden van de Grift op de hoek met de Kapelbrug, gelegen in de Blauwkapelseweg. Tegenwoordig staat op dit stuk grond het huis Blauwkapelseweg 37 en 37Bis en zijn de huizen aan de Bollenhofsestraat hierop gebouwd.

Het land behoorde al vele eeuwen bij het onroerend goed van het kapittel van St. Jan. Paulus Bosch was een vervend liefhebber van het opkopen van vast- en onroerende goederen die op de markt werden gebracht na het opheffen van het kapittel vanaf 1811 tot 1821. Hij woonde op nog geen twee kilometer afstand van het stuk land. Nazaten van Paulus verkopen de uiterwaarde weer door op 26 augustus 1837 aan een zekere H. Bouman.

Het land wordt in de transportakten genoemd als 'de Dell' wat in het oud Nederlands niets anders betekend dan 'grond, perceel of een deel van een stuk grond'.

De uiterwaarden langs de Grift in Buiten Wittevrouwen en later gemeente Abstede behoorden bij het onroerend goed van het kapittel van St. Jan maar was niet zowaar het eigendom. Het was onderdeel van de erfpacht canon die het kapittel er al vele eeuwen op na hield.

Het kon dan wel het eigendom van een eigenaar zijn, maar hij betaalde wel de erfpacht aan het kapittel. Als de eigenaar dat niet meer deed verviel het eigendom weer terug aan het kapittel. En werd er een nieuwe eigenaar gezocht.


 

Huis aan de Geerkade 45 te Oudhuizen (gem. De Ronde Venen)

Op woensdag 21 september 1803 kocht Paulus Wilhelmus Bosch van Drakestein aan een boerderij met land aan te Oudhuizen Wilnis. Heden gelegen aan de Geerkade 45 te Oudhuizen Wilnis. Land links ervan in het licht geel behoorde er niet bij. Op woensdag 21 september 1803 kocht Paulus Wilhelmus Bosch van Drakestein aan een boerderij met land aan te Oudhuizen Wilnis. Heden gelegen aan de Geerkade 45 te Oudhuizen Wilnis. Land links ervan in het licht geel behoorde er niet bij.



Op woensdag 21 september 1803 verkochte de kinderen wijlen Jan Carel Reykse, van beroep drossaard van Montfoort en Margaretha Maria van Baerle ten overstaan van de Utrechtse notaris Hermanus Brouwer de hofstde met landerijen aan de Geerkade 45 te Oudhuizen (gem. Wilnis) aan Paulus Wilhelmus Bosch van beroep lid van de departementale rekenkamer van Utrecht.


Op woensdag 21 september 1803 kocht Paulus Willem Bosch de boerderij met landerijen aan in Oudhuizen, gelegen aan de Geerkade 45. Voor een bedrag van f. 2.420-, gulden Bron: Het Utrechts Archief, 34-4, 2455, aktenummer: 86. Op woensdag 21 september 1803 kocht Paulus Willem Bosch de boerderij met landerijen aan in Oudhuizen, gelegen aan de Geerkade 45. Voor een bedrag van f. 2.420-, gulden Bron: Het Utrechts Archief, 34-4, 2455, aktenummer: 86.



Op donderdag 1 december 1803 ten overstaan van Willem Voorsteegh, van beroep griffier van de lenen van de ridderhofstad Zuylen en schout en schepenen van Wilnis. Hij was gemachtigd door Theodorus Petrus Matthieu, waarop hij gemachtigd was door Paulus Willem Bosch, gecommiteerde van de Departementale rekenkamer van Utrecht.

Waarop Willem Voorsteegh van de kinderen van Jan Carel Reykse en Margaretha Maria van Baarle 5 1/2 morgen en 150 roeden land onder Oudhuizen trasporteerde aan Paul Bosch. Waarvan de retroakte al bekend waren voor dit stuk land vanaf 1728.

Bron: Het Utrechts Archief, 635.


Op zaterdag 30 november van het jaar 1822 vond ten overstaan van de Houten notaris Hendrik van Ommeren verhuurde Paulus Willem Bosch van Drakestein een hofstede met landerijen in Oudhuizen en De Geer in Wilnis aan Dirk Ousforen. Begin beschrijving van akte. Bron: HUA, 34-4, ...., aktenummer: 3976. Op zaterdag 30 november van het jaar 1822 vond ten overstaan van de Houten notaris Hendrik van Ommeren verhuurde Paulus Willem Bosch van Drakestein een hofstede met landerijen in Oudhuizen en De Geer in Wilnis aan Dirk Ousforen. Begin beschrijving van akte. Bron: HUA, 34-4, ...., aktenummer: 3976.


Op zaterdag 30 november van het jaar 1822 vond ten overstaan van de Houten notaris Hendrik van Ommeren verhuurde Paulus Willem Bosch van Drakestein een hofstede met landerijen in Oudhuizen en De Geer in Wilnis aan Dirk Ousforen. Eind beschrijving van akte.. Bron: HUA, 34-4, ...., aktenummer: 3976. Op zaterdag 30 november van het jaar 1822 vond ten overstaan van de Houten notaris Hendrik van Ommeren verhuurde Paulus Willem Bosch van Drakestein een hofstede met landerijen in Oudhuizen en De Geer in Wilnis aan Dirk Ousforen. Eind beschrijving van akte.. Bron: HUA, 34-4, ...., aktenummer: 3976.



Op donderdag 1 december 1803 ten overstaan van Willem Voorsteegh, van beroep griffier van de lenen van de ridderhofstad Zuylen en schout en schepenen van Wilnis. Hij was gemachtigd door Theodorus Petrus Matthieu, waarop hij gemachtigd was door Paulus Willem Bosch, gecommiteerde van de Departementale rekenkamer van Utrecht.

Waarop Willem Voorsteegh van de kinderen van Jan Carel Reykse en Margaretha Maria van Baarle 1 1/2 'part akker' onder Oudhuizen transporteerde aan Paul Bosch.

Bron: Het Utrechts Archief, 635.



Bron: Het Utrechts Archief, 635 (familiearchief Bosch van Drakestein, Lage Vuursche).


          

Op zaterdag 2 november van het jaar 1816 vond ten overstaan van de Utrechtse notaris Hendrik van Ommeren sloot Paulus Willem Bosch van Drakesten een huurcule af met Dirk Oudshoorn voor landerijen met hofstede in Oudhuizen. Begin beschrijving van akte. Bron: 34-4 3243 1816 juli-1817 feb. 1982 02-11 huurcedule hofsted Oudhuizen P.W. Bosch Not. Ommeren Op zaterdag 2 november van het jaar 1816 vond ten overstaan van de Utrechtse notaris Hendrik van Ommeren sloot Paulus Willem Bosch van Drakesten een huurcule af met Dirk Oudshoorn voor landerijen met hofstede in Oudhuizen. Begin beschrijving van akte. Bron: 34-4 3243 1816 juli-1817 feb. 1982 02-11 huurcedule hofsted Oudhuizen P.W. Bosch Not. Ommeren


Op zaterdag 2 november van het jaar 1816 vond ten overstaan van de Utrechtse notaris Hendrik van Ommeren sloot Paulus Willem Bosch van Drakesten een huurcule af met Dirk Oudshoorn voor landerijen met hofstede in Oudhuizen. Eind beschrijving van akte met handtekening. Bron: 34-4 3243 1816 juli-1817 feb. 1982 02-11 huurcedule hofsted Oudhuizen P.W. Bosch Not. Ommeren Op zaterdag 2 november van het jaar 1816 vond ten overstaan van de Utrechtse notaris Hendrik van Ommeren sloot Paulus Willem Bosch van Drakesten een huurcule af met Dirk Oudshoorn voor landerijen met hofstede in Oudhuizen. Eind beschrijving van akte met handtekening. Bron: 34-4 3243 1816 juli-1817 feb. 1982 02-11 huurcedule hofsted Oudhuizen P.W. Bosch Not. Ommeren



Land de Baexen te De Bilt/Zeist - Den Dolder

Precieze ligging van de heidegrond 'De Beaxen' is niet helemaal bekend. Maar deze lag in Den Dolder tussen Huis ter Heide en De Vuursch in. In de buurt van Zeist en De Bilt. In 1832 is in ieder geval de heidegrond niet meer in bezit van Paul Bosch. Bron: HISGIS Utrecht.ligging van de heidegrond 'De Beaxen' is niet helemaal bekend. Maar deze lag in Den Dolder tussen Huis ter Heide en De Vuursch in. In de buurt van Zeist en De Bilt. In 1832 is in ieder geval de heidegrond niet meer in bezit van Paul Bosch. Bron: HISGIS Utrecht. Precieze ligging van de heidegrond 'De Beaxen' is niet helemaal bekend. Maar deze lag in Den Dolder tussen Huis ter Heide en De Vuursch in. In de buurt van Zeist en De Bilt. In 1832 is in ieder geval de heidegrond niet meer in bezit van Paul Bosch. Bron: HISGIS Utrecht.



Op zaterdag 6 oktober 1804 werd ten overstaan van de Utrechtse notaris J. de Wijs, 2 morgen bouwland genaamd de 'Baexen' onder De Bilt geveild door Everard Kol kanunnik van de Dom te Utrecht en executeur-testamentair van de nalatenschap van wijlen heer Gerard Godard baron Taets van Amerongen, heer van Oud-Amelisweerd.

Koper voor f. 600- , gulden was Paulus Willem Bosch (van Drakestein).


Beschrijving van het land 'De Baexen', gelegen in De Bilt en Den Dolder voor verkoop ten overstaan van de Utrechtse notaris Jan de Wijs op zaterdag 6 oktober 1804. Voor de onroerende goederen verkoop van baron Taets van Amerongen, heer van Oud-Amelisweerd. Hierin de beschrijving van het land Baexen waar deze volgens de belendingen (ligging) heeft gelegen in De Dolder. Huidig kaart materiaal kan daar na onderzoek geen uitsluitsel over geven. Bron: Het Utrechts Archief, 34-4 U315a002 06-10-1804, blz. 522. Beschrijving van het land 'De Baexen', gelegen in De Bilt en Den Dolder voor verkoop ten overstaan van de Utrechtse notaris Jan de Wijs op zaterdag 6 oktober 1804. Voor de onroerende goederen verkoop van baron Taets van Amerongen, heer van Oud-Amelisweerd. Hierin de beschrijving van het land Baexen waar deze volgens de belendingen (ligging) heeft gelegen in De Dolder. Huidig kaart materiaal kan daar na onderzoek geen uitsluitsel over geven. Bron: Het Utrechts Archief, 34-4 U315a002 06-10-1804, blz. 522.


Op zaterdag 6 oktober 1804 bood Paulus Willem Bosch (van Drakestein) f. 600- , gulden voor het land de Baexen in De Bilt/Den Dolder. Waarop hij deze twee morgen groot land (heidevelden) in bezit kreeg. In 1832 is niet meer bekend dat de grond in bezit van Paul Bosch was. Bron: Het Utrechts Archief, 34-4 U315a002 06-10-1804, blz. 522. Op zaterdag 6 oktober 1804 bood Paulus Willem Bosch (van Drakestein) f. 600- , gulden voor het land de Baexen in De Bilt/Den Dolder. Waarop hij deze twee morgen groot land (heidevelden) in bezit kreeg. In 1832 is niet meer bekend dat de grond in bezit van Paul Bosch was. Bron: Het Utrechts Archief, 34-4 U315a002 06-10-1804, blz. 522.



Op maandag 8 oktober 1725 ten overstaan van de Utrechtse notaris W. Verwey maakt Joost Taets van Amerongen, van beroep comparende ter Staten van Utrecht, woonachtig te Utrecht Wittevrouwen.

Joost testateert aan zijn tweede zoon Frederik Batavadurus Taets van Amerongen, van beroep Kollonel en commandant van Maastricht, het land genaamd 'Baexenland, gelegen in het gerecht van De Bilt en Ridderdorp

Bron: Het Utrechts Archief, 34-4, U141a002 170 08-10-1725


Handtekeningen van de kopers van de vroegere onroerende goederen van baron Taets van Amerongen, heer van Oud-Amelisweerd op de veiling van zaterdag 6 oktober 1804 ten overstaan van de Utrechtse notaris Jan de Wijs. Met middenlinks de handtekening van Paul Bosch. Bron: Het Utrechts Archief, 34-4 U315a002 06-10-1804, blz. 522. Handtekeningen van de kopers van de vroegere onroerende goederen van baron Taets van Amerongen, heer van Oud-Amelisweerd op de veiling van zaterdag 6 oktober 1804 ten overstaan van de Utrechtse notaris Jan de Wijs. Met middenlinks de handtekening van Paul Bosch. Bron: Het Utrechts Archief, 34-4 U315a002 06-10-1804, blz. 522.



Op zaterdag 4 februari 1736 verhuurd Frederik Batavodurus Taets van Amerongen ten overstaan van de Utrechtse notaris H. Dons '2 mergen land met de heyvelden, genaamd Baexenland, in De Bilt aan Jan Goossense van Schaik, woonachtig te Zeist.

Bron: Het Utrechts Archief, 34-4, U160a013 7 04-02-1736

Na het overlijden van Frederik Batavodurus Taets van Amerongen kwam het Baexenland toe aan de kleinzoon van Joost, Gerard Goderd Taets van Amerongen (1729-1804), woonachtig op Oud-Amelisweerd.

Na zijn overlijden werd het Baexenland verkocht in 1804 aan Paulus Willem Bosch voor f. 600- , gulden.


 

Het buiten Paddenburg te Baambrugge

Huis Paddenburg in Baambrugge in 1730 (Rijksstraatweg 87, Baambrugge, gemeente De Ronde Venen). Bron: Het Utrechts Archief, Topografische Atlas. Huis Paddenburg in Baambrugge in 1730 (Rijksstraatweg 87, Baambrugge, gemeente De Ronde Venen). Bron: Het Utrechts Archief, Topografische Atlas.


Op vrijdag 18 oktober 1805 kocht Pauls Willem Bosch voor f. 12.751-, gulden het buiten Paddenburg aan, gelegen aan de rivier de Vecht te Baambrugge aan ten overstaan van de Utrechtse notaris Daniël Rother van de vorige eigenaren Jan Tieleman Blekman, Eleonora Rijcksz. Abraham van Ketwick, Theodoor de Pelichij, Geertrudis Cornelia Maria de Pelichij, Willem Engelbert Rijcksz., Hermanus Philippus Rijcksz. Bron: Het Utrechts Archief, 34-4, 2512, aktenummer: 75 - Delpher.nl. Op vrijdag 18 oktober 1805 kocht Pauls Willem Bosch voor f. 12.751-, gulden het buiten Paddenburg aan, gelegen aan de rivier de Vecht te Baambrugge aan ten overstaan van de Utrechtse notaris Daniël Rother van de vorige eigenaren Jan Tieleman Blekman, Eleonora Rijcksz. Abraham van Ketwick, Theodoor de Pelichij, Geertrudis Cornelia Maria de Pelichij, Willem Engelbert Rijcksz., Hermanus Philippus Rijcksz. Bron: Het Utrechts Archief, 34-4, 2512, aktenummer: 75 - Delpher.nl.


Fragment van beschrijving uit de akte van verkoop van het buiten de Paddenburg te Baambrugge op vrijdag 18 oktober 1805. Bron: Het Utrechts Archief, 34-4, 2512, aktenummer: 75 Fragment van beschrijving uit de akte van verkoop van het buiten de Paddenburg te Baambrugge op vrijdag 18 oktober 1805. Bron: Het Utrechts Archief, 34-4, 2512, aktenummer: 75


Fragment van beschrijving uit de akte van verkoop van het buiten de Paddenburg te Baambrugge op vrijdag 18 oktober 1805 (handtekening). Bron: Het Utrechts Archief, 34-4, 2512, aktenummer: 75 Fragment van beschrijving uit de akte van verkoop van het buiten de Paddenburg te Baambrugge op vrijdag 18 oktober 1805 (handtekening). Bron: Het Utrechts Archief, 34-4, 2512, aktenummer: 75



Van 1777 tot 1805 was het huis Paddenburg te Baambrugge het eigendom van Jan Carel Rijcksz. Erven van Jan Carel verkopen het huis Paddenburg in 1805 aan Paulus Wilhelmus Bosch van Drakestein. Hij heeft het huis aan de Vecht ruim 11 jaar in zijn eigendom. In 1816 verkoopt Paulus het huis door Joan August Classen. Paulus gebruikt Paddenburg in de zomer maanden als buitenverblijf. Dit om het drukke stadsleven van Utrecht in de zomermaanden te ontvluchten.


Gezicht vanaf het jaagpad op de rivier Het Gein in de richting van Baambrugge in 1795. Bron: Het Utrechts Archief, catalogusnummer: 200383. Gezicht vanaf het jaagpad op de rivier Het Gein in de richting van Baambrugge in 1795. Bron: Het Utrechts Archief, catalogusnummer: 200383.


Op zaterdag 21 september 1816 in de middag om 15:00 uur in huis van kastelein Jan Voorthuis in het logement 'de Eendragt' te Abcoude verkocht Paulus Willem Bosch van Drakestein de buitenplaats Paddenburg net bijbehorende boerenhofstede aan Joan August Classen ten overstaan van de Utrechtse notaris Hendrik van Ommeren. Bron: Delpher.nl. Op zaterdag 21 september 1816 in de middag om 15:00 uur in huis van kastelein Jan Voorthuis in het logement 'de Eendragt' te Abcoude verkocht Paulus Willem Bosch van Drakestein de buitenplaats Paddenburg net bijbehorende boerenhofstede aan Joan August Classen ten overstaan van de Utrechtse notaris Hendrik van Ommeren. Bron: Delpher.nl.


Fragment uit de verkoopakte van de Buitenplaats de Baambrugge ten overstaan van de Baambruggse notaries Hendrik Vievant op zaterdag 21 september 1816 waarbij Paulus Willem Bosch van Drakestein zijn buitenplaats verkocht aan koopman uit Amsterdam Joan August Classenv oor een koopsom van f. 6.410,- gulden. Begin beschrijving van akte. Bron: RHC Vecht en Venen, 0856, 59, aktenummer: 85. Fragment uit de verkoopakte van de Buitenplaats de Baambrugge ten overstaan van de Baambruggse notaries Hendrik Vievant op zaterdag 21 september 1816 waarbij Paulus Willem Bosch van Drakestein zijn buitenplaats verkocht aan koopman uit Amsterdam Joan August Classenv oor een koopsom van f. 6.410,- gulden. Begin beschrijving van akte. Bron: RHC Vecht en Venen, 0856, 59, aktenummer: 85.


Fragment uit de verkoopakte van de Buitenplaats de Baambrugge ten overstaan van de Baambruggse notaries Hendrik Vievant op zaterdag 21 september 1816 waarbij Paulus Willem Bosch van Drakestein zijn buitenplaats verkocht aan koopman uit Amsterdam Joan August Classenv oor een koopsom van f. 6.410,- gulden. Beschrijving van percelen en vastgoed op de buitenplaats Paddenburg. Bron: RHC Vecht en Venen, 0856, 59, aktenummer: 85. Fragment uit de verkoopakte van de Buitenplaats de Baambrugge ten overstaan van de Baambruggse notaries Hendrik Vievant op zaterdag 21 september 1816 waarbij Paulus Willem Bosch van Drakestein zijn buitenplaats verkocht aan koopman uit Amsterdam Joan August Classenv oor een koopsom van f. 6.410,- gulden. Beschrijving van percelen en vastgoed op de buitenplaats Paddenburg. Bron: RHC Vecht en Venen, 0856, 59, aktenummer: 85.


Fragment uit de verkoopakte van de Buitenplaats de Baambrugge ten overstaan van de Baambruggse notaries Hendrik Vievant op zaterdag 21 september 1816 waarbij Paulus Willem Bosch van Drakestein zijn buitenplaats verkocht aan koopman uit Amsterdam Joan August Classen oor een koopsom van f. 6.410,- gulden. Beschrijving van eerdere verkrijging van de buitenplaats Paddenburg. Bron: RHC Vecht en Venen, 0856, 59, aktenummer: 85. Fragment uit de verkoopakte van de Buitenplaats de Baambrugge ten overstaan van de Baambruggse notaries Hendrik Vievant op zaterdag 21 september 1816 waarbij Paulus Willem Bosch van Drakestein zijn buitenplaats verkocht aan koopman uit Amsterdam Joan August Classen oor een koopsom van f. 6.410,- gulden. Beschrijving van eerdere verkrijging van de buitenplaats Paddenburg. Bron: RHC Vecht en Venen, 0856, 59, aktenummer: 85.


Fragment uit de verkoopakte van de Buitenplaats de Baambrugge ten overstaan van de Baambruggse notaries Hendrik Vievant op zaterdag 21 september 1816 waarbij Paulus Willem Bosch van Drakestein zijn buitenplaats verkocht aan koopman uit Amsterdam Joan August Classen oor een koopsom van f. 6.410,- gulden. Handtekening van verkoper P.W. Bosch van Drakestein. Bron: RHC Vecht en Venen, 0856, 59, aktenummer: 85. Fragment uit de verkoopakte van de Buitenplaats de Baambrugge ten overstaan van de Baambruggse notaries Hendrik Vievant op zaterdag 21 september 1816 waarbij Paulus Willem Bosch van Drakestein zijn buitenplaats verkocht aan koopman uit Amsterdam Joan August Classen oor een koopsom van f. 6.410,- gulden. Handtekening van verkoper P.W. Bosch van Drakestein. Bron: RHC Vecht en Venen, 0856, 59, aktenummer: 85.


Fragment uit de verkoopakte van de Buitenplaats de Baambrugge ten overstaan van de Baambruggse notaries Hendrik Vievant op zaterdag 21 september 1816 waarbij Paulus Willem Bosch van Drakestein zijn buitenplaats verkocht aan koopman uit Amsterdam Joan August Classen oor een koopsom van f. 6.410,- gulden. Beschrijving van te veilen goederen op de buitenplaats de Paddenburg. Bron: RHC Vecht en Venen, 0856, 59, aktenummer: 85. Fragment uit de verkoopakte van de Buitenplaats de Baambrugge ten overstaan van de Baambruggse notaries Hendrik Vievant op zaterdag 21 september 1816 waarbij Paulus Willem Bosch van Drakestein zijn buitenplaats verkocht aan koopman uit Amsterdam Joan August Classen oor een koopsom van f. 6.410,- gulden. Beschrijving van te veilen goederen op de buitenplaats de Paddenburg. Bron: RHC Vecht en Venen, 0856, 59, aktenummer: 85.


Fragment uit de verkoopakte van de Buitenplaats de Baambrugge ten overstaan van de Baambruggse notaries Hendrik Vievant op zaterdag 21 september 1816 waarbij Paulus Willem Bosch van Drakestein zijn buitenplaats verkocht aan koopman uit Amsterdam Joan August Classen oor een koopsom van f. 6.410,- gulden. Einde van de akte met ondertekening van handtekeningen. Bron: RHC Vecht en Venen, 0856, 59, aktenummer: 85. Fragment uit de verkoopakte van de Buitenplaats de Baambrugge ten overstaan van de Baambruggse notaries Hendrik Vievant op zaterdag 21 september 1816 waarbij Paulus Willem Bosch van Drakestein zijn buitenplaats verkocht aan koopman uit Amsterdam Joan August Classen oor een koopsom van f. 6.410,- gulden. Einde van de akte met ondertekening van handtekeningen. Bron: RHC Vecht en Venen, 0856, 59, aktenummer: 85.



Op 22 februari 1811 verhuurt Paulus nog een boerderij behorend bij het huis maar dan gelegen in Abcoude en Nigtevecht. Beschrijving van de huurcedule boerenhofstede bastaande in eene boerenwoning c.a. en ongeveer 32 morgen weiland.


Gezicht op de voorgevel van de boerderij Paddenburg (Rijksstraatweg 87) te Baambrugge (gemeente Abcoude-Baambrugge) in 1910-1915. Bron: Het Utrechts Archief, catalogusnummer: 13232. Gezicht op de voorgevel van de boerderij Paddenburg (Rijksstraatweg 87) te Baambrugge (gemeente Abcoude-Baambrugge) in 1910-1915. Bron: Het Utrechts Archief, catalogusnummer: 13232.



Bronnen: Het Utrechts Archief 34-4 Notarissen in de stad Utrecht U272C042 N.W. Buddingh aktenummer: 104, 22-02-1811.

Ir D.L.H. Slebos, Meer Baambrugse buitenplaatsen, in: Jaarboekje 2003 van het Oudheidkundig Genootschap van Niftarlake, blz. 66 - 98.


Op maandag 28 december 1818 schreef Paulus Willem Bosch van Drakestein ten overstaan van de Utrechtse Hendrik van Ommeren de hypotheekcare inschrijving van de verkoop van de BUITENPLAATS de Paddenburg te Baambrugge. Bron: Het Utrechts Archief, 34-4, 3343. Op maandag 28 december 1818 schreef Paulus Willem Bosch van Drakestein ten overstaan van de Utrechtse Hendrik van Ommeren de hypotheekcare inschrijving van de verkoop van de BUITENPLAATS de Paddenburg te Baambrugge. Bron: Het Utrechts Archief, 34-4, 3343.


Op maandag 28 december 1818 schreef Paulus Willem Bosch van Drakestein ten overstaan van de Utrechtse Hendrik van Ommeren de hypotheekcare inschrijving van de verkoop van de BUITENPLAATS de Paddenburg te Baambrugge. (handtekeningen) Bron: Het Utrechts Archief, 34-4, 3343. Op maandag 28 december 1818 schreef Paulus Willem Bosch van Drakestein ten overstaan van de Utrechtse Hendrik van Ommeren de hypotheekcare inschrijving van de verkoop van de BUITENPLAATS de Paddenburg te Baambrugge. (handtekeningen) Bron: Het Utrechts Archief, 34-4, 3343.


Luchtfoto van Baambrugge (gemeente Abcoude), uit het westen, met rechts op de voorgrond de Zuwe op woensdag 26 juni 2002. Bron: Het Utrechts Archief, catalogusnummer: 85629. Luchtfoto van Baambrugge (gemeente Abcoude), uit het westen, met rechts op de voorgrond de Zuwe op woensdag 26 juni 2002. Bron: Het Utrechts Archief, catalogusnummer: 85629.


      

Boerderij Paddenburg (Rijksstraatweg 87 te Baambrugge) waar eens de gelijknamige buitenplaats stond foto genomen in april 2019 (2). Foto: Albert Speelman. Boerderij Paddenburg (Rijksstraatweg 87 te Baambrugge) waar eens de gelijknamige buitenplaats stond foto genomen in april 2019 (2). Foto: Albert Speelman.


  

Landgoed de Sterrenberg (gem. Soest)

Grafmonumenten van familie Bosch van Drakestein op de begraafplaats gezien vanaf de Kerklaan. Foto: Online-begraafplaatsen.nl. Grafmonumenten van familie Bosch van Drakestein op de begraafplaats gezien vanaf de Kerklaan. Foto: Online-begraafplaatsen.nl.



Op zaterdag 8 juni 1805 kocht Paulus Wilhelmus Bosch op het Logement 'Groot Paushuizen' binnen Utrecht om 16:00 uur in de middag ten overstaan van de Utrechtse notaris Nicolaas Wilhelmus Buddingh het Landgoed Sterrenberg aan voor f. 15.000-, gulden van de familie Van Tuyll van Serooskerken.

De buitenplaats de Sterrenberg is gelegen in Soest en Zeist.

Paulus Wilhelmus Bosch was vanaf toen Heer van Sterrenberg.


Ursula Christina Reiniera (1719-1747), barones van Reede, en haar zoon Frederik Christiaan Hendrik van Tuyll van Serooskerken (1742-1805) in 1745. Bron: Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (RCE) te Amersfoort, beeldbank, documentnummer: C1028. Ursula Christina Reiniera (1719-1747), barones van Reede, en haar zoon Frederik Christiaan Hendrik van Tuyll van Serooskerken (1742-1805) in 1745. Bron: Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (RCE) te Amersfoort, beeldbank, documentnummer: C1028.



Paul Bosch van Drakestein kocht de Sterrenberg aan van de erfgename van Frederik Christiaan Hendrik Baron Tuyll van Serooskerken (1742-1805). Twee jaar eerder van vond er een procuratie plaats, ten overstaan van notaris Hermanus Brouwer te Utrecht, door Frederik Christiaan Hendrik van Tuyll van Serooskerken, als gepensioneerd kolonel der cavalerie, voor Willem van Dam, secretaris van Zeist, tot het passeren voor de gerechten van Zeist en Soest van een schuldbekentenis groot 4000 gulden 5,5,% rente per jaar ten behoeve van Paulus Willem Bosch gevestigd op het landgoed Sterrenberg aan de Amersfoortseweg onder de gerechten Zeist en Soest.


Fragment een schilderij met aan de rechterkant afgebeeld Frederik Christiaann Hendrik baron Tuyll van Serooskerken (1742-1805). Titel van schilderij: Maria Catharina (1743-1793), Reiniera (1744-1792), Anna Elisabeth Christina (1745-1819), Reinout Diederik (1746-1784) en Frederik Christiaan Hendrik (1742-1805) van Tuyll van Serooskerken, kinderen van Jan Maximiliaan van Tuyll van Serooskerken en Ursulina Christina Reiniera van Reede baronesse Agrin in 1730 – 1769. Bron: Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (RCE) te Amersfoort, beeldbank, documentnummer: C1030. Fragment een schilderij met aan de rechterkant afgebeeld Frederik Christiaann Hendrik baron Tuyll van Serooskerken (1742-1805). Titel van schilderij: Maria Catharina (1743-1793), Reiniera (1744-1792), Anna Elisabeth Christina (1745-1819), Reinout Diederik (1746-1784) en Frederik Christiaan Hendrik (1742-1805) van Tuyll van Serooskerken, kinderen van Jan Maximiliaan van Tuyll van Serooskerken en Ursulina Christina Reiniera van Reede baronesse Agrin in 1730 – 1769. Bron: Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (RCE) te Amersfoort, beeldbank, documentnummer: C1030.



In 1812 verhuurde mr Paulus Willem Bosch van Drakestein (1771-1834), op dat moment ‘Adjoint Maire de la Ville d’Utrecht’, Sterrenberg voor twee jaar aan Victor Jacob Koningsberger. Die was toen ‘commis près la Direction des Domaines de L’Etat’. In 1815 bood hij de buitenplaats opnieuw te huur aan. Sterrenberg bleef tot circa 1900 in het bezit van de familie Bosch van Drakestein. In 1837 stond deze het huis tijdelijk af als noodkerk.


Gezicht op de voorgevel van het herenhuis Sterrenberg (Amersfoortsestraat) te Soesterberg (gemeente Soest) tussen 1900 en 1905. Bron: Het Utrechts Archief, catalogusnummer: 14593. Gezicht op de voorgevel van het herenhuis Sterrenberg (Amersfoortsestraat) te Soesterberg (gemeente Soest) tussen 1900 en 1905. Bron: Het Utrechts Archief, catalogusnummer: 14593.



In 1906 werd Sterrenberg door mevrouw Steenberghe bewoond. De laatste bewoner was de familie Mijnhardt (van de gelijknamige farmaceutische fabriek in Zeist). Gedurende de Tweede Wereldoorlog vorderde de Duitse bezettingsmacht het huis en gebruikte dit.


Demonstratie van de Soesterberger vrijwillige brandweer bij het toenmalige Demonstratie van de Soesterberger vrijwillige brandweer bij het toenmalige "Klein Sterrenberg" ter gelegenheid van het 25-jarig bestaan van het corps. De villa is kort na de demonstratie afgebroken en op dezelfde plek is een nieuwe villa "Klein Sterrenberg" gebouwd die (in 2019) nog steeds bestaat (Amersfoortsestraat 1 / hoek Stemerdingweg, Soesterberg). Foto genomen op zaterdag 4 september 1948. Bron: Archief Eemland, fotonummer: E1948.0904.001.



Daardoor raakte het sterk onderkomen. In 1948 benutte de Soesterbergse vrijwillige brandweer ‘Groot Sterrenberg’ voor het geven van een brandweerdemonstratie. Kort daarop werd het huis afgebroken.


Maria Catharina (1743-1793), Reiniera (1744-1792), Anna Elisabeth Christina (1745-1819), Reinout Diederik (1746-1784) en Frederik Christiaan Hendrik (1742-1805) van Tuyll van Serooskerken, kinderen van Jan Maximiliaan van Tuyll van Serooskerken en Ursulina Christina Reiniera van Reede baronesse Agrin in 1730 – 1769. Bron: Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (RCE) te Amersfoort, beeldbank, documentnummer: C1030. Maria Catharina (1743-1793), Reiniera (1744-1792), Anna Elisabeth Christina (1745-1819), Reinout Diederik (1746-1784) en Frederik Christiaan Hendrik (1742-1805) van Tuyll van Serooskerken, kinderen van Jan Maximiliaan van Tuyll van Serooskerken en Ursulina Christina Reiniera van Reede baronesse Agrin in 1730 – 1769. Bron: Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (RCE) te Amersfoort, beeldbank, documentnummer: C1030.



Op het terrein van de Sterrenberg werd de Rooms Katholieke begraafplaats 'Carolus Borromeus' aan de Kerklaan te Soesterberg in 1838 aangelegd (Christiaan Huygenslaan 4, Soesterberg). Het stuk van Sterrenberg werd door de zoon van Paulus, Jhr. Carolus (Karel) Theodorus Johannes Bosch van Drakestein, Heer van Sterrenberg aangeboden in augustus 1837 aan de parochie Heilige Carolus Borromeus.


De Carolus Borromeus Parochie aan de Rademakerstraat 159 te Soesterberg in maart 2021. Foto: Sander van Scherpenzeel. De Carolus Borromeus Parochie aan de Rademakerstraat 159 te Soesterberg in maart 2021. Foto: Sander van Scherpenzeel.



Familie Bosch had op de begraafplaats al een stuk grond gereserveerd, waar in de loop der jaren de overleden familieleden begraven zijn.


Krantenadvertentie uit de Utrechtsche courant van maandag 27 mei 1805 met de verkoopadvertentie van de erfgename van Frederik Christiaan Hendrik baron Tuyll van Serooskerken (1742-1805) voor de verkoop van landgoed de Sterrenberg. Frederik had vaak geen geld en had diverse schulden bij diverse schuldeisers. Waaronder bij Paul Bosch van Drakestein. Paul kocht de Sterrenberg uiteindelijk aan. Bron: Delpher.nl. Krantenadvertentie uit de Utrechtsche courant van maandag 27 mei 1805 met de verkoopadvertentie van de erfgename van Frederik Christiaan Hendrik baron Tuyll van Serooskerken (1742-1805) voor de verkoop van landgoed de Sterrenberg. Frederik had vaak geen geld en had diverse schulden bij diverse schuldeisers. Waaronder bij Paul Bosch van Drakestein. Paul kocht de Sterrenberg uiteindelijk aan. Bron: Delpher.nl.



Sinds 2012 is er ook een ecoduct over de rijksweg A28 tussen Soesterberg en Den Dolder met de naam 'Sterrenberg'.


Het Landgoed de 'Sterrenberg', gelegen aan de Amersfoortseweg te Soest en Soesterberg ingetekend zoals het erbij lag in het jaar 1832. Bron: HISGIS Utrecht Het Landgoed de 'Sterrenberg', gelegen aan de Amersfoortseweg te Soest en Soesterberg ingetekend zoals het erbij lag in het jaar 1832. Bron: HISGIS Utrecht


Het perceel bos tussen de Carolus Borromeus kerk en de Onze Lieve Vrouwe begraafplaats aan de Kerklaan wordt anno 2021-2022 bebouwd met huizen. Met de verkoop van het bos heeft de kerk wat extra inkomsten gegenereerd. Graafmachine is bezig met het bouwrijp maken van de bouwgrond en het leggen van kabels en leidingen. Foto: maart 2021, Sander van Scherpenzeel. Het perceel bos tussen de Carolus Borromeus kerk en de Onze Lieve Vrouwe begraafplaats aan de Kerklaan wordt anno 2021-2022 bebouwd met huizen. Met de verkoop van het bos heeft de kerk wat extra inkomsten gegenereerd. Graafmachine is bezig met het bouwrijp maken van de bouwgrond en het leggen van kabels en leidingen. Foto: maart 2021, Sander van Scherpenzeel.



Eerste deel van de naam van de begraafplaats 'Carolus Borromeus' te Soesterberg verwijst naar Jhr. Carolus (Karel) Theodorus Johannes Bosch van Drakestein, Heer van Sterrenberg.


Straatnaambord Sterrenberglaan te Soesterberg op het gelijknamige landgoed. Links een plaatje van een berg met daarboven sterren op 8 maart 2020. Foto: Sander van Scherpenzeel. Straatnaambord Sterrenberglaan te Soesterberg op het gelijknamige landgoed. Links een plaatje van een berg met daarboven sterren op 8 maart 2020. Foto: Sander van Scherpenzeel.


Gezicht in een laan met rijen loofbomen op het landgoed Sterrenberg te Soesterberg (gemeente Soest) tussen 1935 en 1937. Bron: Het Utrechts Archief, catalogusnummer: 14622. Gezicht in een laan met rijen loofbomen op het landgoed Sterrenberg te Soesterberg (gemeente Soest) tussen 1935 en 1937. Bron: Het Utrechts Archief, catalogusnummer: 14622.


         

Akte van overdracht door Johan Wittert aan Jan (Maximiliaan) van Tuyll van Serooskerken van twee huizen en een Plantagie c.a. te Zeist en Soest (Sterrenberg of Sterrenbosch) op 20 november 1737. Bron: Het Utrechts Archief, 76, 512-a. Akte van overdracht door Johan Wittert aan Jan (Maximiliaan) van Tuyll van Serooskerken van twee huizen en een Plantagie c.a. te Zeist en Soest (Sterrenberg of Sterrenbosch) op 20 november 1737. Bron: Het Utrechts Archief, 76, 512-a.


  

Voorkant van de plechtbrief van aankoop het de buitenplaats de Sterrenberg te Soest en Zeist. Bron: Het Utrechts Archief, 239-1, 196-379. Voorkant van de plechtbrief van aankoop het de buitenplaats de Sterrenberg te Soest en Zeist. Bron: Het Utrechts Archief, 239-1, 196-379.


Inhoudelijke tekst van de plechtbrief van aankoop het de buitenplaats de Sterrenberg te Soest en Zeist. Bron: Het Utrechts Archief, 239-1, 196-379. Inhoudelijke tekst van de plechtbrief van aankoop het de buitenplaats de Sterrenberg te Soest en Zeist. Bron: Het Utrechts Archief, 239-1, 196-379.


Beschrijving van proces en en hypotheekstelling van f. 4.000 gulden opgetekend door notaris Nicolaas Wilhelmus Buddingh in 1905 voor de verkoop van de buitenplaats de Sterrenberg. Deel 1/2. Bron: Het Utrechts Archief, 239-1, 196-379. Beschrijving van proces en en hypotheekstelling van f. 4.000 gulden opgetekend door notaris Nicolaas Wilhelmus Buddingh in 1905 voor de verkoop van de buitenplaats de Sterrenberg. Deel 1/2. Bron: Het Utrechts Archief, 239-1, 196-379.


Beschrijving van proces en en hypotheekstelling van f. 4.000 gulden opgetekend door notaris Nicolaas Wilhelmus Buddingh in 1905 voor de verkoop van de buitenplaats de Sterrenberg. Deel 2/2. Bron: Het Utrechts Archief, 239-1, 196-379. Beschrijving van proces en en hypotheekstelling van f. 4.000 gulden opgetekend door notaris Nicolaas Wilhelmus Buddingh in 1905 voor de verkoop van de buitenplaats de Sterrenberg. Deel 2/2. Bron: Het Utrechts Archief, 239-1, 196-379.


Beknopte beschrijving van de buitenplaats de Sterrenberg in 1805. Bron: Het Utrechts Archief, 239-1, 196-379. Beknopte beschrijving van de buitenplaats de Sterrenberg in 1805. Bron: Het Utrechts Archief, 239-1, 196-379.


Aankondiging van verkoop van landgoed de Sterrenberg in december 1805 na het overlijden van baron Frederik Christiaan Hendrik Tuyll van Serooskerken. Om in opdracht van het Hof van Utrecht het landgoed de verkopen voor minstens f. 15.000-, gulden. Bron: Het Utrechts Archief, 239-1, 196-379. Aankondiging van verkoop van landgoed de Sterrenberg in december 1805 na het overlijden van baron Frederik Christiaan Hendrik Tuyll van Serooskerken. Om in opdracht van het Hof van Utrecht het landgoed de verkopen voor minstens f. 15.000-, gulden. Bron: Het Utrechts Archief, 239-1, 196-379.


        

In het voorjaar van het jaar 1812 ten overstaan van de Utrechtse notaris Hendrik van Ommeren verhuurde Maire van de stad Utrecht Paulus Willem Bosch van Drakestein landgoed de Sterrenberg aan Victor Jacob Koningsbergen. Begin beschrijving van akte. Bron: HUA 34-4 3233 1812 jan.-1812 mrt. aktenummer. 67. In het voorjaar van het jaar 1812 ten overstaan van de Utrechtse notaris Hendrik van Ommeren verhuurde Maire van de stad Utrecht Paulus Willem Bosch van Drakestein landgoed de Sterrenberg aan Victor Jacob Koningsbergen. Begin beschrijving van akte. Bron: HUA 34-4 3233 1812 jan.-1812 mrt. aktenummer. 67.


In het voorjaar van het jaar 1812 ten overstaan van de Utrechtse notaris Hendrik van Ommeren verhuurde Maire van de stad Utrecht Paulus Willem Bosch van Drakestein landgoed de Sterrenberg aan Victor Jacob Koningsbergen. Eind beschrijving van akte. Bron: HUA 34-4 3233 1812 jan.-1812 mrt. aktenummer. 67. In het voorjaar van het jaar 1812 ten overstaan van de Utrechtse notaris Hendrik van Ommeren verhuurde Maire van de stad Utrecht Paulus Willem Bosch van Drakestein landgoed de Sterrenberg aan Victor Jacob Koningsbergen. Eind beschrijving van akte. Bron: HUA 34-4 3233 1812 jan.-1812 mrt. aktenummer. 67.


  

Portret (fragment) van Jhr. Carel Theodoor Jan Bosch van Drakestein. Geboren op dinsdag 21 juli 1807 te Utrecht aan de Voorstraat en overleden op woensdag 4 april 1860 te 's-Gravenhage (Zuid-Holland). Carel werd 52 jaar. Hier geportretteerd in de omgeving van Maastricht (Limburg) rond 1835-1837 waar Carel rond 1840 woonde met zijn gezin. Carel was dragonder 1e luitenant (paardrijder/ritmeester). Heer van Landgoed de Sterrenberg, liggend bij Soest en Zeist (Utrecht) en de ambachtsheer van de ambachtsheerlijkheid Reijerscop-Creuningen (Utrecht/Vleuten-De Meern). Huwde op donderdag 22 april 1841 1840 met Barbera Annetta Cornelia Christine Octavie Volkhemer (1820-1842), begraven te Maastricht. Carel huwde voor de 2e keer met Leopine Antionette Steenberghe (1821-1882) te 's-Gravenhage op woensdag 17 juli 1844. Carel werd door zijn tweede huwelijk stamvader van een deel van de familie Steenberghe tak in Nederland die in latere andere notabelen in Den Haag en andere delen van Nederland voortbracht. Bron: portret bevindt zicht in particulier bezit, Lage Vuursche. Portret (fragment) van Jhr. Carel Theodoor Jan Bosch van Drakestein. Geboren op dinsdag 21 juli 1807 te Utrecht aan de Voorstraat en overleden op woensdag 4 april 1860 te 's-Gravenhage (Zuid-Holland). Carel werd 52 jaar. Hier geportretteerd in de omgeving van Maastricht (Limburg) rond 1835-1837 waar Carel rond 1840 woonde met zijn gezin. Carel was dragonder 1e luitenant (paardrijder/ritmeester). Heer van Landgoed de Sterrenberg, liggend bij Soest en Zeist (Utrecht) en de ambachtsheer van de ambachtsheerlijkheid Reijerscop-Creuningen (Utrecht/Vleuten-De Meern). Huwde op donderdag 22 april 1841 1840 met Barbera Annetta Cornelia Christine Octavie Volkhemer (1820-1842), begraven te Maastricht. Carel huwde voor de 2e keer met Leopine Antionette Steenberghe (1821-1882) te 's-Gravenhage op woensdag 17 juli 1844. Carel werd door zijn tweede huwelijk stamvader van een deel van de familie Steenberghe tak in Nederland die in latere andere notabelen in Den Haag en andere delen van Nederland voortbracht. Bron: portret bevindt zicht in particulier bezit, Lage Vuursche.


Handtekening van Jhr. Carel Bosch van Drakestein, Heer van Reijerscop - Creuningen en Sterrenberg ten overstaan van notaris Mariënhoff te Wijk bij Duurstede Voor de machtiging aan Frans Nicolaas van Bern om de verpachting van het grasgewas van de uiterwaarden in Wijk bij Duurstede in De Bosscherwaarden in 1835 te bezegelen.. Bron: Regionaal Archief Zuid-Utrecht (RAZU), 063. Handtekening van Jhr. Carel Bosch van Drakestein, Heer van Reijerscop - Creuningen en Sterrenberg ten overstaan van notaris Mariënhoff te Wijk bij Duurstede Voor de machtiging aan Frans Nicolaas van Bern om de verpachting van het grasgewas van de uiterwaarden in Wijk bij Duurstede in De Bosscherwaarden in 1835 te bezegelen.. Bron: Regionaal Archief Zuid-Utrecht (RAZU), 063.


Portret van Jhr. Carel Theodoor Jan Bosch van Drakestein. Geboren op dinsdag 21 juli 1807 te Utrecht aan de Voorstraat en overleden op woensdag 4 april 1860 te 's-Gravenhage (Zuid-Holland). Carel werd 52 jaar. Hier geportretteerd in de omgeving van Maastricht (Limburg) rond 1835-1837 waar Carel rond 1840 woonde met zijn gezin. Carel was dragonder 1e luitenant (paardrijder/ritmeester). Heer van Landgoed de Sterrenberg, liggend bij Soest en Zeist (Utrecht) en de ambachtsheer van de ambachtsheerlijkheid Reijerscop-Creuningen (Utrecht/Vleuten-De Meern). Huwde op donderdag 22 april 1841 1840 met Barbera Annetta Cornelia Christine Octavie Volkhemer (1820-1842), begraven te Maastricht. Carel huwde voor de 2e keer met Leopine Antionette Steenberghe (1821-1882) te 's-Gravenhage op woensdag 17 juli 1844. Carel werd door zijn tweede huwelijk stamvader van een deel van de familie Steenberghe tak in Nederland die in latere andere notabelen in Den Haag en andere delen van Nederland voortbracht. Bron: portret bevindt zicht in particulier bezit, Lage Vuursche. Portret van Jhr. Carel Theodoor Jan Bosch van Drakestein. Geboren op dinsdag 21 juli 1807 te Utrecht aan de Voorstraat en overleden op woensdag 4 april 1860 te 's-Gravenhage (Zuid-Holland). Carel werd 52 jaar. Hier geportretteerd in de omgeving van Maastricht (Limburg) rond 1835-1837 waar Carel rond 1840 woonde met zijn gezin. Carel was dragonder 1e luitenant (paardrijder/ritmeester). Heer van Landgoed de Sterrenberg, liggend bij Soest en Zeist (Utrecht) en de ambachtsheer van de ambachtsheerlijkheid Reijerscop-Creuningen (Utrecht/Vleuten-De Meern). Huwde op donderdag 22 april 1841 1840 met Barbera Annetta Cornelia Christine Octavie Volkhemer (1820-1842), begraven te Maastricht. Carel huwde voor de 2e keer met Leopine Antionette Steenberghe (1821-1882) te 's-Gravenhage op woensdag 17 juli 1844. Carel werd door zijn tweede huwelijk stamvader van een deel van de familie Steenberghe tak in Nederland die in latere andere notabelen in Den Haag en andere delen van Nederland voortbracht. Bron: portret bevindt zicht in particulier bezit, Lage Vuursche.


Op woensdag 10 januari 1838 vond ten overstaan van de Utrechtse notaris Gerardus Henricus Stevens de rectificatie plaats van verkoop van grond plaats van de buitenplaats de Sterrenberg. Hierbij verscheen Carel Bosch van Drakestein als comparant. Begin van akte. Bron: Het Utrechts Archief, 34-4 3642 10-01-1838 Sterrenberg aktenummer: 11025. Op woensdag 10 januari 1838 vond ten overstaan van de Utrechtse notaris Gerardus Henricus Stevens de rectificatie plaats van verkoop van grond plaats van de buitenplaats de Sterrenberg. Hierbij verscheen Carel Bosch van Drakestein als comparant. Begin van akte. Bron: Het Utrechts Archief, 34-4 3642 10-01-1838 Sterrenberg aktenummer: 11025.


Op woensdag 10 januari 1838 vond ten overstaan van de Utrechtse notaris Gerardus Henricus Stevens de rectificatie plaats van verkoop van grond plaats van de buitenplaats de Sterrenberg. Hierbij verscheen Carel Bosch van Drakestein als comparant. Einde van de akte met handtekening. Bron: Het Utrechts Archief, 34-4 3642 10-01-1838 Sterrenberg aktenummer: 11025. Op woensdag 10 januari 1838 vond ten overstaan van de Utrechtse notaris Gerardus Henricus Stevens de rectificatie plaats van verkoop van grond plaats van de buitenplaats de Sterrenberg. Hierbij verscheen Carel Bosch van Drakestein als comparant. Einde van de akte met handtekening. Bron: Het Utrechts Archief, 34-4 3642 10-01-1838 Sterrenberg aktenummer: 11025.


Vonnis (fragment) van de kantonrechter te Amersfoort inzake een geschil over het afsluiten van de Kampweg A (Kerklaan) in Soesterberg door Jhr. C.T.J. Bosch van Drakestein. Kopie uit 1857. Bron: Archief Eemland, 0902, 799. Vonnis (fragment) van de kantonrechter te Amersfoort inzake een geschil over het afsluiten van de Kampweg A (Kerklaan) in Soesterberg door Jhr. C.T.J. Bosch van Drakestein. Kopie uit 1857. Bron: Archief Eemland, 0902, 799.


Briefhoofd met naam van Mr. H.P.M. Steenberghe, Plompetorengracht 27 Utrecht. Bron: Archief Eemland, 0911, 4660. Briefhoofd met naam van Mr. H.P.M. Steenberghe, Plompetorengracht 27 Utrecht. Bron: Archief Eemland, 0911, 4660.


Portret van Henri Maximiliaan Steenberghe, heer Reijerscop-Creuningen. Foto is digitaal gereconstrueerd. Bron: uit particulier bezit. Portret van Henri Maximiliaan Steenberghe, heer Reijerscop-Creuningen. Foto is digitaal gereconstrueerd. Bron: uit particulier bezit.


Akte van procuratie, ten overstaan van notaris Hermanus brouwer te Utrecht, door Frederik Christiaan Hendrik van Tuyll van Serooskerke, gepensioneerd kolonel der cavalerie, voor Willem van Dam, secretaris van Zeist, tot het passeren voor de gerechten van Zeist en Soest van een schuldbekentenis groot 4000 gulden met 5,5,% rente per jaar ten behoeve van Paulus Willem Bosch gevestigd op het landgoed Sterrenberg aan de Amersfoortseweg onder de gerechten Zeist en Soest in 1803. Bron: Archief Eemland, 0198, 153. Akte van procuratie, ten overstaan van notaris Hermanus brouwer te Utrecht, door Frederik Christiaan Hendrik van Tuyll van Serooskerke, gepensioneerd kolonel der cavalerie, voor Willem van Dam, secretaris van Zeist, tot het passeren voor de gerechten van Zeist en Soest van een schuldbekentenis groot 4000 gulden met 5,5,% rente per jaar ten behoeve van Paulus Willem Bosch gevestigd op het landgoed Sterrenberg aan de Amersfoortseweg onder de gerechten Zeist en Soest in 1803. Bron: Archief Eemland, 0198, 153.


Portret van Frédéric François Steenberghe, heer Reijerscop-Creuningen Foto is digitaal gereconstrueerd. Bron: uit particulier bezit. Portret van Frédéric François Steenberghe, heer Reijerscop-Creuningen Foto is digitaal gereconstrueerd. Bron: uit particulier bezit.


Kaartje van gemeente Soest sectie E, perceel 2708. Verkoop door Mr. H.P.M. Steenberghe (Sterrenberg/Reijerscop-Creuningen) aan de gemeente Soest. Bron: Archief Eemland, 0911, 4660. Kaartje van gemeente Soest sectie E, perceel 2708. Verkoop door Mr. H.P.M. Steenberghe (Sterrenberg/Reijerscop-Creuningen) aan de gemeente Soest. Bron: Archief Eemland, 0911, 4660.


Kaart van de percelen land ten noordwesten van het Smallepad te Amersfoort vlakbij de Eem en Koppelpoort die in 1915 door de gemeente Amersfoort werd aankocht van familie Steenberghse-Bosch van Drakestein. Dossieromschrijving hierin luid als volgt: Kaart van de percelen land ten noordwesten van het Smallepad te Amersfoort vlakbij de Eem en Koppelpoort die in 1915 door de gemeente Amersfoort werd aankocht van familie Steenberghse-Bosch van Drakestein. Dossieromschrijving hierin luid als volgt: "Raadsbesluit tot aankoop van diverse percelen, kadastraal bekend sectie D nrs. 49, 50, 787, 789, 790, 956, 957, 1228-1230, 1509, 1511, 1512, 1514, 1847, 2715, 2862, 3186, gelegen aan de Isseltseweg, Puntenburgerlaan en Smallepad, van douairière P.C.W. Steenberghe-Bosch van Drakestein, met bijbehorende stukken, 1915.". Bron: Archief Eemland, 0002.01, 4624.


        

Willem René van Tuyll van Serooskerken (1743-1839), heer van Zuilen, Westbroek en Zweserengh was slecht kortstondig eigenaar van de Sterrenberg: hij verkocht het na drie dagen aan zijn neef Frederik Christiaan Hendrik van Tuyll van Serooskerken. Olieverf op doek, toegeschreven aan Christiaan van Galen. Willem René van Tuyll van Serooskerken (1743-1839), heer van Zuilen, Westbroek en Zweserengh was slecht kortstondig eigenaar van de Sterrenberg: hij verkocht het na drie dagen aan zijn neef Frederik Christiaan Hendrik van Tuyll van Serooskerken. Olieverf op doek, toegeschreven aan Christiaan van Galen.


Jan Maximiliaan van Tuyll van Serooskerken ((1710-1762) gaf vermoedelijk de naam Sterrenberg aan de buitenplaats die hij in 1737 kocht. Portret kopie van een onbekende meester naar een pastel van Jean-Etienne Liotard uit 1758. Jan Maximiliaan van Tuyll van Serooskerken ((1710-1762) gaf vermoedelijk de naam Sterrenberg aan de buitenplaats die hij in 1737 kocht. Portret kopie van een onbekende meester naar een pastel van Jean-Etienne Liotard uit 1758.


Diederik Jacob van Tuyll van Serooskerken (12706-1776), heer van Zuilen en Westbroek, eigenaar van de Sterrenberg van 1753 tot 1776. Vader van Isabelle Agneta Elisabeth van Tuyll van Serooskerken (1740-1805), beter bekend als de schrijfster Belle van Zuijlen. Guilaume de Spiny, olieverf op doek, 1756. Diederik Jacob van Tuyll van Serooskerken (12706-1776), heer van Zuilen en Westbroek, eigenaar van de Sterrenberg van 1753 tot 1776. Vader van Isabelle Agneta Elisabeth van Tuyll van Serooskerken (1740-1805), beter bekend als de schrijfster Belle van Zuijlen. Guilaume de Spiny, olieverf op doek, 1756.


      

In de zomer 1889 wordt de BUITENPLAATS De Sterrenberg nog te koop aangeboden door familie Steenberghe - Bosch van Drakestein. Van echte verkoop is het nooit gekomen. Bron: Delpher.nl. In de zomer 1889 wordt de BUITENPLAATS De Sterrenberg nog te koop aangeboden door familie Steenberghe - Bosch van Drakestein. Van echte verkoop is het nooit gekomen. Bron: Delpher.nl.


Zichtas van en naar het huis Sterrenberg door de bossen. Zichtas van en naar het huis Sterrenberg door de bossen.


Mr. Everard van Weede (1626-1702) vanaf het jaar 1653 heer van de Sterrenberg. Kopergravure, J. Houtbraken, eind 17de eeuw. Mr. Everard van Weede (1626-1702) vanaf het jaar 1653 heer van de Sterrenberg. Kopergravure, J. Houtbraken, eind 17de eeuw.


  

Rademakerstraat 


De Rademakerstraat vormt samen met de Banningstraat het oude tracé van de Amersfoortsestraat. Aanvankelijk heette de straat Zeisterstraatweg. De straat werd in 1924 vernoemd naar Ludovicus (Louis) Rademaker (1795-1872), eerste pastoor en oprichter van de parochie van de Heilige Carolus Borromeus in Soesterberg. De kerk van deze parochie bevindt zich aan het eind van de straat. De overige bebouwing bestaat hoofdzakelijk uit woningen en winkels uit de negentiende en twintigste eeuw.


'Houtverkooping op Sterrenberg onder Soest en Zeist', uit de Amersfoortsche Courant op dinsdag 18 december 1877. Bron: Archief Eemland, Krantenbank. 'Houtverkooping op Sterrenberg onder Soest en Zeist', uit de Amersfoortsche Courant op dinsdag 18 december 1877. Bron: Archief Eemland, Krantenbank.



Bron: Soest; Geschiedenis en Architectuur, Hans Lägers en Michiel Kruidenier, 2006, Uitgeverij Kerckebosch B.V.


 

RADEMAKERSTRAAT 75, bij 75/KERKLAAN ongenummerd Rooms-katholieke kerk 'H. Carolus Borromeus' met pastorie en begraafplaats.

Achteraanzicht van de R.K. Kerk aan de Rademakerstraat. 159, Soesterberg in 1920. Het kerkgebouw werd ca. 1839 gesticht door pastoor Louis Rademakers. Het werd in 1953 gesloopt. Foto: Archief Eemland, fotonummer: 2560.0074. Achteraanzicht van de R.K. Kerk aan de Rademakerstraat. 159, Soesterberg in 1920. Het kerkgebouw werd ca. 1839 gesticht door pastoor Louis Rademakers. Het werd in 1953 gesloopt. Foto: Archief Eemland, fotonummer: 2560.0074.


 

In 1837 stichtte pastoor Louis Rademaker in Soesterberg de rooms-katholieke parochie
de H. Carolus Borromeus. De parochie kreeg een eigen kerk en een begraafplaats, het Onze Lieve Vrouwekerkhof. De kerk, ontworpen door architect C. Kramm, was een van de
eerste kerkgebouwen in neogotische stijl in Nederland.

Het gebouw kwam evenwijdig aan
de huidige Rademakerstraat te liggen. De zaalkerk had aan de voorgevel een bescheiden
toren. Aan de koorzijde was een inpandige pastorie. Rademaker was tot 1872 pastoor van
de parochie.

In 1923 liet het kerkbestuur links van de kerk een nieuwe pastorie bouwen
naar ontwerp van de architect Herman Kroes (1864-1952) uit Amersfoort. De oude pastorie werd vervangen door een koor, een bergplaats en een sacristie. In 1952 werd begonnen met de bouw van een nieuwe kerk achter de bestaande kerk naar ontwerp van de architect H.C.M. van Beers uit Huis ter Heide. De oude kerk van Kramm werd in 1953 ge
sloopt.

Gezicht in de Kerklaan met rijen loofbomen te Soesterberg (gemeente Soest) in de periode 1928-1933. Bron: Het Utrechts Archief, catalogusnummer: 14621. Gezicht in de Kerklaan met rijen loofbomen te Soesterberg (gemeente Soest) in de periode 1928-1933. Bron: Het Utrechts Archief, catalogusnummer: 14621.


 


Bron: Soest; Geschiedenis en Architectuur, Hans Lägers en Michiel Kruidenier, 2006, Uitgeverij Kerckebosch B.V.


Het bouwrijp maken van het vroegere bosperceel (rechts) dat van de Carolus Borromeus kerk te Soesterberg ooit was. Verkocht aan een projectontwikkelaar die op het perceel huizen gaat realiseren. Links de Kerklaan die op het moment van de foto opnamen een nieuwe wegdek kreeg in maart 2021. Foto: Sander van Scherpenzeel. Het bouwrijp maken van het vroegere bosperceel (rechts) dat van de Carolus Borromeus kerk te Soesterberg ooit was. Verkocht aan een projectontwikkelaar die op het perceel huizen gaat realiseren. Links de Kerklaan die op het moment van de foto opnamen een nieuwe wegdek kreeg in maart 2021. Foto: Sander van Scherpenzeel.


 

Rooms-katholieke kerk 'H. Carolus Borromeus aan de Rademakerstraat 75

Soesterberg Barromeuskerk aan de Rademakerstraat 75. Bron: Wikipedia Atsje - Eigen werk. Soesterberg Barromeuskerk aan de Rademakerstraat 75. Bron: Wikipedia Atsje - Eigen werk.



Geschiedenis
In 1952 werd in opdracht van het kerkbestuur begonnen met de bouw van een nieuwe kerk
achter de bestaande kerk uit 1837, naar ontwerp van de architect H.C.M. van Beers uit
Huis ter Heide. De uitvoering was in handen van de N.V. Aannemersbedrijf W. Thunissen
uit Heemstede. De oude neogotische kerk werd gesloopt in 1953. De nieuwe kerk kwam,
in tegenstelling tot de oude kerk, haaks op de Rademakerstraat te liggen. De 'sociale ruimte' linksvoor werd aangebouwd in 1993.


De Carolus Borromeus parochie te Soesterberg aan de Rademakerstraat 159 op deze foto gezien vanaf de Kerklaan in maart 2021. Foto: Sander van Scherpenzeel. De Carolus Borromeus parochie te Soesterberg aan de Rademakerstraat 159 op deze foto gezien vanaf de Kerklaan in maart 2021. Foto: Sander van Scherpenzeel.



Exterieur
Het pseudo-basilikale kerkgebouw ligt aan een voorplein op de hoek van de Rademakerstraat en de Kerklaan. De bakstenen kerk, gebouwd in een traditionele stijl, bestaat uit een
relatief laag en breed torenachtig volume aan de ingangszijde, een narthex en een schip.

Het schip wordt aan de koorzijde afgesloten door een rechthoekige apsis en aan de ach
terzijde geflankeerd door een sacristie en een zijkapel. De westtoren, de narthex en het
koor hebben een zadeldak. Het zadeldak van de toren, dat haaks op het dak van het schip
staat, wordt bekroond door een ijzeren kruis.

Aan de voorzijde van de toren bevindt zich een drietal spitsboogvormige openingen, die van elkaar gescheiden worden door natuurstenen zuilen. Boven de middelste boog staat een beeld van de H. Carolus Borromeus. Ter hoogte van de klokkenstoel zijn spitsboogvormige galmgaten aangebracht. De achter de toren gelegen narthex heeft, evenals de eerste travee van het kerkschip en de koorpartij, vensters in de vorm van venstertripletten. Het voorportaal wordt geflankeerd door
lage kapellen met gekoppelde, lancetboogvormige vensters met een afgeschuinde middenstijl. Het driebeukige kerkschip is geleed door middel van contreforten. Het schip
wordt gedekt door een doorzalend zadeldak.

De vensters zijn identiek aan die van de kapellen aan weerszijden van de narthex. De kapellen en de sacristie zijn voorzien van een lessenaarsdak. Alle daken zijn gedekt met Romaanse pannen. Interieur In het interieur wordt de brede middenbeuk van de zijbeuken gescheiden door spits-
boogvormige scheibogen met zandstenen zuilen. Het spitstongewelf is witgepleisterd en
wordt gesteund door in schoon metselwerk uitgevoerde gordelbogen.

De inventarisstukken dateren hoofdzakelijk uit de negentiende en twintigste eeuw. De preekstoel en de communiebank werden in 1953 gemaakt van geel koper smeedwerk naar ontwerp van Ad van Roosmalen. De preekstoel is voorzien van een metalen plastiek met de symbolen van de
vier evangelisten. De communiebank heeft een metalen plastiek met afbeeldingen van een
korf, brood met vis, een XP-monogram, het Lam Gods, een hert aan de bron, de letters IHS
en een pelikaan met jongen.

Van Roosmalen maakte omstreeks dezelfde tijd ook een geel koperen kruisbeeld en drie geel koperen kandelaars. De kruiswegstaties van geglazuurde terracotta werden in 1953 gemaakt naar ontwerp van P. Schoenmakers uit Beegden. Het houten beeld van Maria, staande op een bol met slang, werd een eeuw eerder in 1856 gemaakt door J. Veneman. Hij maakte omstreeks 1850 waarschijnlijk ook het houten beeld van Christus met een lam op zijn schouders. Het houten beeld van de H. Carolus Borromeus als kardinaal dateert uit omstreeks 1860.

Dolf Wong Leng Hung maakte in 1953 een houten kruisbeeld en drie houten beelden van de H. Jozef, het H. Hart van Christus en de Interieur In het interieur wordt de brede middenbeuk van de zijbeuken gescheiden door spitsboogvormige scheibogen met zandstenen zuilen. Het spitstongewelf is witgepleisterd en wordt gesteund door in schoon metselwerk uitgevoerde gordelbogen. De inventarisstukken dateren hoofdzakelijk uit de negentiende en twintigste eeuw.

De preekstoel en de communiebank werden in 1953 gemaakt van geel koper smeedwerk naar ontwerp van Ad van Roosmalen. De preekstoel is voorzien van een metalen plastiek met de symbolen van de vier evangelisten. De communiebank heeft een metalen plastiek met afbeeldingen van een korf, brood met vis, een XP-monogram, het Lam Gods, een hert aan de bron, de letters IHS en een pelikaan met jongen. Van Roosmalen maakte omstreeks dezelfde tijd ook een geel koperen kruisbeeld en drie geel koperen kandelaars. De kruiswegstaties van geglazuurde
terracotta werden in 1953 gemaakt naar ontwerp van P. Schoenmakers uit Beegden.

Het houten beeld van Maria, staande op een bol met slang, werd een eeuw eerder in 1856 gemaakt door J. Veneman. Hij maakte omstreeks 1850 waarschijnlijk ook het houten beeld
van Christus met een lam op zijn schouders. Het houten beeld van de H. Carolus Borromeus als kardinaal dateert uit omstreeks 1860. Dolf Wong Leng Hung maakte in 1953 een
houten kruisbeeld en drie houten beelden van de H. Jozef, het H. Hart van Christus en de H. Antonius.

Verder hangen er in de kerk een kruisbeeld van geloogd lindenhout uit de
tweede helft van de negentiende eeuw, waarschijnlijk gemaakt door L. v.d. Heijden uit Den
Bosch, en een zilveren kruisbeeld uit 1987. Het olieverfschilderij van de kruisafneming
werd in de eerste helft van de zeventiende eeuw gemaakt door Leonardi de Laat.

Het olieverfschilderij met Christus aan het kruis dateert uit de tweede helft van de zeventiende
eeuw. Het olieverfschilderij van Maria met Kind, dat omstreeks 1854 werd gemaakt door
J. van Dijk uit Den Bosch, kwam bij de parochie terecht door bemiddeling van J. Veneman.

C. Oosterman maakte omstreeks 1837-1850 een litho met een afbeelding van de 'oude' kerk
van de architect C. Kramm. Het krijtportret van Louis Rademaker werd in 1917 gemaakt
door de Belgische militair J. van Hoof, die destijds in Zeist was geïnterneerd. Tot het interieur behoren ook twee geel koperen wierrookvaten en een groot aantal kandelaars. Het
neogotische, zeshoekige wierrookvat met het scheepje dateert uit omstreeks 1870-1880.

Het andere zeshoekige wierrookvat dateert uit omstreeks 1875-1900. De vier geel koperen
balusterkandelaars dateren uit omstreeks 1600. De zes geel koperen kandelaars met bolklauwpootjes zijn omstreeks 1840 vervaardigd. Verder zijn er vier verzilverde, neogotische kandelaars met klauwpoten uit 1897.

De vier gegoten kandelaars met de draken en de vier gegoten, neoromaanse kandelaars met druiventrossen dateren eveneens uit het eind van de negentiende eeuw. De twee zilveren kandelaars werden omstreeks 1910 in Oostenrijk-Hongarije vervaardigd. De neogotische, zilveren altaarschel werd in 1876 gemaakt door G.B. Brom uit Utrecht.

De schel bevat inscripties met de teksten 'IN OMNEM TERRAM EXIVIT SONUS EORUM', 'CORNELIA VAN DAM - VAN VEENHUIZEN', 'C.V.D.V.' en AH. De blauw fluwelen vaan met een voorstelling van de H. Carolus Borromeus werd omstreeks 1950-1960 gemaakt door H. Sträter.




Bron: Soest; Geschiedenis en Architectuur, Hans Lägers en Michiel Kruidenier, 2006, Uitgeverij Kerckebosch B.V.



 RADEMAKERSTRAAT bij 75/KERKLAAN ongenummerd Rooms-katholieke begraafplaats 'Onze Lieve Vrouwekerkhof

Luchtfoto van een gedeelte van Soesterberg (gemeente Soest) uit het zuiden, met links de Christiaan Huygenslaan, in het midden de Prof. Lorentzlaan en rechts de Plesmanstraat. Met linksboven de begraafplaats Onze Lieve Vrouw. Foto genomen op maandag 22 juli 1991. Bron: Het Utrechts Archief, catalogusnummer: 50549. Luchtfoto van een gedeelte van Soesterberg (gemeente Soest) uit het zuiden, met links de Christiaan Huygenslaan, in het midden de Prof. Lorentzlaan en rechts de Plesmanstraat. Met linksboven de begraafplaats Onze Lieve Vrouw. Foto genomen op maandag 22 juli 1991. Bron: Het Utrechts Archief, catalogusnummer: 50549.



De begraafplaats werd in opdracht van pastoor Louis Rademaker aangelegd, kort na de
stichting van de nieuwe parochie H. Carolus Borromeus in 1837. De grond werd geschonken door mevrouw Bosch van Drakestein. De grond maakte deel uit van het buiten Sterrenberg, dat gelegen was tussen Soesterberg en Zeist.

De familie Bosch van Drakestein reserveerde op de begraafplaats een tweetal grafvelden waar in de loop der jaren veel familieleden werden begraven. Het rechthoekige terrein, dat gedeeltelijk wordt omgeven door een bakstenen muur, is onderverdeeld door elkaar haaks snijdende paden. De entree, die zich aan de Kerklaan bevindt, komt uit op een hoofdas, die eindigt op een houten hoofdkruis met een bakstenen basement en een zinken Christusfiguur.

Voor het kruis bevindt zich het graf van pastoor Rademaker (overleden 19 december 1872). Langs de hoofdas staan twee treurwilgen. Bij de entree en achter het hoofdkruis staan coniferen. In de linkerhoek staat een lijkenhuisje, waarnaast in 1993 een urnmuur is geplaatst.

Rechts van de hoofdas bevinden zich de belangrijkste grafmonumenten, waaronder een tiental negentiende-eeuwse graven van de familie Bosch van Drakestein. In een hoek, rechts van de ingang is ook nog een herinnering aan de Eerste Wereldoorlog te vinden.

Het betreft een massagraf van Franse burgerviuchtelingen, afkomstig uit de door de Duitsers bezette gebieden. Het sober bewerkte monument is gemaakt door A. Le Jeune, steenhouwer te Maastricht. Het hardsteen monument bestaat uit een hoge opstand in het midden, waarin een kruis is verwerkt.

Ter weerszijden strekken zich lagere, rechthoekige tekstplaten uit die aan het eind door penanten worden afgesloten. In de dwarsarm van het kruis zijn de woorden 'IN MEMORIAM te lezen, terwijl aan het voet van de kruis de volgende tekst is opgenomen: 'AUX REFUGIES FRANÇAIS MORTS AUX PAYS-BAS 1914-1918'. De twee tekstplaten bevatten de namen van 98 Fransen.



Bron: Soest; Geschiedenis en Architectuur, Hans Lägers en Michiel Kruidenier, 2006, Uitgeverij Kerckebosch B.V.


 

RADEMAKERSTRAAT bij 75/KERKLAAN ongenummerd Grafmonumenten 'Onze Lieve Vrouwekerkhof'

R.K. Kerk aan de Rademakerstraat 159, Soesterber in 1920. Het kerkgebouw werd ca.1839 gesticht door pastoor Louis Rademakers. Het werd in 1953 gesloopt. Foto: Archief Eemland, fotonummer: 2560.0070. R.K. Kerk aan de Rademakerstraat 159, Soesterber in 1920. Het kerkgebouw werd ca.1839 gesticht door pastoor Louis Rademakers. Het werd in 1953 gesloopt. Foto: Archief Eemland, fotonummer: 2560.0070.



Rechts van de hoofdas van de rooms-katholieke begraafplaats ligt een tiental graven van
de familie Bosch van Drakestein. Het recht om hier begraven te worden, dateert uit de tit
dat mevrouw Bosch van Drakestein in 1837 een deel van haar grond ter beschikking stel.
de voor de aanleg van de begraafplaats. Nog steeds worden leden van de familie hier be
graven.

De negentiende-eeuwse graven zijn voorzien van neoclassicistische en neogotische stijl-
kenmerken. Op vele graven staat het familiewapen afgebeeld, bestaande uit eikenbladeren, herten, een gevleugelde draak met adelaarspoten en soms met pijlen, een kroon en een helm. Soms is ook de tekst 'VIRTUTE ET LABORE' (deugd en arbeid) aangebracht.

De graven zijn gemaakt van grijs natuursteen en voorzien van ijzeren hekwerken met rond- of spitsboogmotieven. Sommige graven worden begrensd door ijzeren palen met omgekeerde fakkelmotieven, die worden verbonden door kettingen met opengewerkte bollen met stekels.

Op de begraafplaats liggen onder andere het neoclassicistische graf van Jkvr. C.F.P. Bosch van Drakestein (overleden 2 september 1863), het neogotische graf van Jhr. F.L.Th.J. Bosch van Drakestein, ambachtsheer van de Vuursche, lid Eerste Kamer der Staten Generaal en lid Geregtshof in Noord-Holland (overleden 8 juli 1866).

Het graf van Jhr. Maximiliaan Elizecharies Bosch van Drakestein van Reijerscop Creuningen (overleden 13 november 1870), het graf van Jkvr. Caroline Wilhelmine M. van
Hogendorp (overleden 8 oktober 1872) en Jhr.mr. J.G. Bosch van Drakestein (overleden
4 maart 1883) en het graf van Jhr. Paulus J. Bosch van Drakestein, ambachtsheer van de
Vuursche (overleden 7 november 1955).

Het neogotische graf van mr. Jan Willem Hendrik Frederik Bosch, lid Eerste Kamer der Staten Generaal (overleden 5 juli 1851) bestaat uit, elkaar volgens een Latijns kruis snijdende, zadeldaken, waarop een pinakel met kruisbloemen, gevleugelde engelen en een wit marmeren kruis is geplaatst. Het ijzeren hekwerk werd gemaakt door de firma P.N. Hormann te Utrecht.

Het neoclassi-cistische graf met de portretbuste van Jhr.mr. Paulus Jan Bosch van Drakestein, Com
missaris der Koningin in de provincie Noord-Brabant (overleden 25 mei 1894), werd in
1895 ontworpen door de Bossche ingenieur-architect J. Dony en beeldhouwer Frantz
Vermeylen (1857-1922).

Het grafmonument bestaat uit rood marmeren zuilen, een wit marmeren voetplaat en een kapiteel. Het neoclassicistische graf met het aediculavormige achterstuk met omgekeerde toortsen van Jhr. Frederik L.H.J. Bosch van Drakestein, ambachtsheer van de Vuursche (overleden 25 mei 1911), werd gemaakt door Dobbe van Pelt uit Utrecht.



Bron: Soest; Geschiedenis en Architectuur, Hans Lägers en Michiel Kruidenier, 2006, Uitgeverij Kerckebosch B.V.



Kasteel Drakestein en ambachtsheerlijkheid De (Lage- en Hoge) Vuursche (gem. Baarn)

Kasteel en landgoed Drakestein vanuit de lucht gezien in 1995. Bron: Provincie Utrecht, Henk Bol. Kasteel en landgoed Drakestein vanuit de lucht gezien in 1995. Bron: Provincie Utrecht, Henk Bol.



Op woensdag 7 augustus 1805 om 10:00 uur in de ochtend in de Vuursche kocht Paulus Wilhelmus Bosch bij veiling  ten overstaan van de Utrechtse notaris Nicolaas Wilhelmus Buddingh de ambachtsheerlijkheid De Vuursche en kasteel Drakestein.


Aankoop van de ambachtsheerlijkheid De Vuursche en Kasteel Drakestein door Paulus Wilhelmus Bosch van Drakestein op 07-08-1805. Aankoop van de ambachtsheerlijkheid De Vuursche en Kasteel Drakestein door Paulus Wilhelmus Bosch van Drakestein op 07-08-1805.



Zes jaar later bij de invoering van de Burgerlijke Stand in februari 1811 ging Paul bij zijn nieuwe zakelijke ondertekeningen zich Bosch van Drakestein noemen.

In maart 1806 bij de formele afhandeling van de aankoop van de ambachtsheerlijkheid en het kasteel was Paul Bosch, Heer van De Vuursche en Drakestein.


Kasteel Drakestein (voorgevel) in de periode 1720-1740 naar een tekening van Cornelis Pronk. Bron: Museum Flehite. Kasteel Drakestein (voorgevel) in de periode 1720-1740 naar een tekening van Cornelis Pronk. Bron: Museum Flehite.


Gezicht in de oprijlaan met loofbomen van het kasteel Drakenstein (Slotlaan 3-6, 9) te Lage Vuursche (gemeente Baarn); met op de achtergrond de voorgevel van het kasteel en rechts een bouwhuis. in 1905-1910. Bron: Het Utrechts Archief, catalogusnummer: 1515. Gezicht in de oprijlaan met loofbomen van het kasteel Drakenstein (Slotlaan 3-6, 9) te Lage Vuursche (gemeente Baarn); met op de achtergrond de voorgevel van het kasteel en rechts een bouwhuis. in 1905-1910. Bron: Het Utrechts Archief, catalogusnummer: 1515.


Gezicht op de voor- en zijgevel van het kasteel Drakestein te Lage Vuursche (gemeente Baarn) met de dubbele 'Utrechtse' brug over de slotgracht, uit het westen in de periode 1740-1750. Naar een tekening van Hendrik Spilman. Bron: Het Utrechts Archief, catalogusnummer: 201187. Gezicht op de voor- en zijgevel van het kasteel Drakestein te Lage Vuursche (gemeente Baarn) met de dubbele 'Utrechtse' brug over de slotgracht, uit het westen in de periode 1740-1750. Naar een tekening van Hendrik Spilman. Bron: Het Utrechts Archief, catalogusnummer: 201187.


Wijzigingen van percelen op het kasteelterrein Drakestein in 1959 nadat Prinses Beatrix der Nederlanden het kasteel en landgoed van Jhr. Freddy Bosch van Drakestein (1930-2008) aankocht. Kaart: Kadasterarchiefviewer 1832-1987 (NL). Wijzigingen van percelen op het kasteelterrein Drakestein in 1959 nadat Prinses Beatrix der Nederlanden het kasteel en landgoed van Jhr. Freddy Bosch van Drakestein (1930-2008) aankocht. Kaart: Kadasterarchiefviewer 1832-1987 (NL).


Kasteel Drakestein (linkerzijgevel) in de periode 1720-1740 naar een tekening van Cornelis Pronk. Bron: Museum Flehite. Kasteel Drakestein (linkerzijgevel) in de periode 1720-1740 naar een tekening van Cornelis Pronk. Bron: Museum Flehite.


Luchtfoto van het dorp Lage Vuursche met linksboven kasteel Drakestein in mei 2001. Foto: Provincie Utrecht, Henk Bol. Luchtfoto van het dorp Lage Vuursche met linksboven kasteel Drakestein in mei 2001. Foto: Provincie Utrecht, Henk Bol.


'Houtverkooping op Drakestein an de Lage Vuursche, onder Baarn', op donderdag 20 januari 1887. Bron: Archief Eemland, beeldbank. 'Houtverkooping op Drakestein an de Lage Vuursche, onder Baarn', op donderdag 20 januari 1887. Bron: Archief Eemland, beeldbank.


Het dorp Lage Vuursche in maart 2003 met rechtsboven van het midden kasteel Drakestein. Bron: Provincie Utrecht, Henk Bol. Het dorp Lage Vuursche in maart 2003 met rechtsboven van het midden kasteel Drakestein. Bron: Provincie Utrecht, Henk Bol.


Voor het jaar 1805 behoorde een zeker aantal weilanden ten noordoosten van het dorp Eembrugge ook al bij kasteel Drakestein wat toen nog in het bezit was van Dhr. Coert Simon Sander. In 1885 is nog bekend dat jhr. Paulus Jan Bosch van Drakestein de weilanden verhuurd. Ingetekend in de kadasterkaart van 1832 met een topografisch onderligging uit 1870-1900. Gronden van Paul Bosch van Drakestein in geel gearceerd. Bron: HISGIS Utrecht. Voor het jaar 1805 behoorde een zeker aantal weilanden ten noordoosten van het dorp Eembrugge ook al bij kasteel Drakestein wat toen nog in het bezit was van Dhr. Coert Simon Sander. In 1885 is nog bekend dat jhr. Paulus Jan Bosch van Drakestein de weilanden verhuurd. Ingetekend in de kadasterkaart van 1832 met een topografisch onderligging uit 1870-1900. Gronden van Paul Bosch van Drakestein in geel gearceerd. Bron: HISGIS Utrecht.


Rekening van te verhuren landerijen vlakbij het dorp Eembrugge in 1885 geschreven door notaris Pen te Baarn voor jhr. Paulus Jan Bosch van Drakestein (1825-1894) te 's-Hertogenbosch. Bron: Het Utrechts Archief, 635. Rekening van te verhuren landerijen vlakbij het dorp Eembrugge in 1885 geschreven door notaris Pen te Baarn voor jhr. Paulus Jan Bosch van Drakestein (1825-1894) te 's-Hertogenbosch. Bron: Het Utrechts Archief, 635.


Kadasterkaart van de percelen ten noorden van het dorp Eembrugge tijdens een kadastrale sectie wijziging in 2002 van sectie G naar sectie O. Op dinsdag 2 december 1952 vond ten overstaan van de Amersfoortse notaris Sebastiaan van 't Eind een grote ruilverkaveling plaats van de enkele 100 percelen ten beoosten van de rivier de Eem. De percelen van jhr. Paulus Jan Bosch van Drakestein werd qua kadastrale grens gewijzigd. Na zijn boedelverdeling in 1956 kwamen de drie percelen die enkele jaren hiervoor waren samengevoegd in een nieuwperceelnummer en sectie toe aan dochter jkvr. Diana Bosch van Drakestein. Bron: Kadasterarchiefviewer 1832-1987 (NL). Kadasterkaart van de percelen ten noorden van het dorp Eembrugge tijdens een kadastrale sectie wijziging in 2002 van sectie G naar sectie O. Op dinsdag 2 december 1952 vond ten overstaan van de Amersfoortse notaris Sebastiaan van 't Eind een grote ruilverkaveling plaats van de enkele 100 percelen ten beoosten van de rivier de Eem. De percelen van jhr. Paulus Jan Bosch van Drakestein werd qua kadastrale grens gewijzigd. Na zijn boedelverdeling in 1956 kwamen de drie percelen die enkele jaren hiervoor waren samengevoegd in een nieuwperceelnummer en sectie toe aan dochter jkvr. Diana Bosch van Drakestein. Bron: Kadasterarchiefviewer 1832-1987 (NL).


'Kaart van de Polders der Eemlandsche Lagelanden in 1833'. Middenonder de gronden van kasteel Drakestein. Bron: Het Gelders Archief. 'Kaart van de Polders der Eemlandsche Lagelanden in 1833'. Middenonder de gronden van kasteel Drakestein. Bron: Het Gelders Archief.


 

Huis aan de Nieuwegracht nr. 5 (gem. Utrecht)


 


Op woensdag 15 januari 1806 kocht Cornelia van Bijleveld (1746-1823) het huis aan de Nieuwegracht nr. 5 aan voor f. 5810-, gulden. De Nieuwegracht heette voor het jaar 1890 Runnebaan. Cornelia haar man Theodorus Gerardus Bosch was enkele jaren eerder overleden. Zij wilde een nieuwe start maken in een nieuw huis vlak bij haar familie. Cornelia zou aan de Nieuwegracht blijven wonen tot aan haar overlijden in 1823.


Cornelia van Bijleveld. Geboren donderdag 10 maart 1746 te Vleuten en overleden maandag 18 augustus 1823 te Utrecht. Portret uit ca. 1765. Zij werd 77 jaar oud. Zij huwde pop zondag 29 januari 1764 te Vleuten met Theodorus Gerardus Bosch (1726-1802). Zij was toen 17 jaar oud. Uit dit huwelijk voortgekomen: Paulus Willem Bosch (van Drakestein) (1771-1834) en Cornelia Jacoba Bosch (1773-1839). Portret bevindt zich in particulier bezit. Cornelia van Bijleveld. Geboren donderdag 10 maart 1746 te Vleuten en overleden maandag 18 augustus 1823 te Utrecht. Portret uit ca. 1765. Zij werd 77 jaar oud. Zij huwde pop zondag 29 januari 1764 te Vleuten met Theodorus Gerardus Bosch (1726-1802). Zij was toen 17 jaar oud. Uit dit huwelijk voortgekomen: Paulus Willem Bosch (van Drakestein) (1771-1834) en Cornelia Jacoba Bosch (1773-1839). Portret bevindt zich in particulier bezit.



Bij de Utrechtse bevolkingstelling in het jaar 1823 net na haar overlijden van Cornelia is het pand in eigendom van haar oudste zoon Paulus Wilhelmus Bosch van Drakestein. Kort na haar testamentaire verdeling binnen de familie zou Pauls dochter Henriette Josephine Jacqueline Bosch van Drakestein (1801-1878) en echtgenoot Charles Antoine Baron de Bieberstein Rogalla Zawadsky (1796-1880) waar ze mee trouwde in 1820 en kinderen er komen te wonen. Vele jaren later zouden zij het huis verlaten voor een andere woonbestemming.


Handtekening van Cornelia van Bijleveld op woensdag 15 januari 1806 ten overstaan van de Utrechtse notaris Brouwer kocht ze het grachtenpand Nieuwegracht nr. 5 aan te Utrecht. Bron: Het Utrechts Archief Notarissen in de stad Utrecht 34-4, 2458, U287a023, aktn. 3, fol 13, 15-01-1806. Handtekening van Cornelia van Bijleveld op woensdag 15 januari 1806 ten overstaan van de Utrechtse notaris Brouwer kocht ze het grachtenpand Nieuwegracht nr. 5 aan te Utrecht. Bron: Het Utrechts Archief Notarissen in de stad Utrecht 34-4, 2458, U287a023, aktn. 3, fol 13, 15-01-1806.


Rouwadvertentie van familie Bosch van Drakestein over het overlijden van hun geliefde moeder, tante en oma Cornelia van Bijleveld. Uit de Utrechtsche Courant van woensdag 20 augustus 1823. Bron: Delpher.nl. Rouwadvertentie van familie Bosch van Drakestein over het overlijden van hun geliefde moeder, tante en oma Cornelia van Bijleveld. Uit de Utrechtsche Courant van woensdag 20 augustus 1823. Bron: Delpher.nl.



Cornelia kocht het huis in 1806, gelegen naast de Hofpoort van eigenaar Jacobus Schroot en Anna Catharina Bettink. Jacobus was ver beroep Opziener over de gemene's landsmiddelen Resoort te Amersfoort. Enige jaren voordat Schroot het pand Nieuwegracht nr. 5 aan Van Bijleveld verkocht verhuurde Schroot het pand aan meubelmaker Van Wakum die na de verkoop in maart 1806 op een nadere plek in de binnenstad ging wonen.


Theodorus Gerardus Bosch. Geboren woensdag 21 augustus 1726 te Utrecht en overleden zondag 13 juni 1802 te Utrecht. Portret uit ca. 1765. Hij werd 75 jaar oud. Van beroep koopman en industrieel. Hij huwde pop zondag 29 januari 1764 te Vleuten met Cornelia van Bijleveld (1746-1823). Hij was toen 37 jaar oud. Uit dit huwelijk voortgekomen: Paulus Willem Bosch (van Drakestein) (1771-1834) en Cornelia Jacoba Bosch (1773-1839). Portret bevindt zich in particulier bezit. Theodorus Gerardus Bosch. Geboren woensdag 21 augustus 1726 te Utrecht en overleden zondag 13 juni 1802 te Utrecht. Portret uit ca. 1765. Hij werd 75 jaar oud. Van beroep koopman en industrieel. Hij huwde pop zondag 29 januari 1764 te Vleuten met Cornelia van Bijleveld (1746-1823). Hij was toen 37 jaar oud. Uit dit huwelijk voortgekomen: Paulus Willem Bosch (van Drakestein) (1771-1834) en Cornelia Jacoba Bosch (1773-1839). Portret bevindt zich in particulier bezit.



Jacobus Schroot kocht het pand aan de Nieuwegracht nr. 5 eerder aan ten overstaan van de Utrechtse notaris Hendrik van Dam op woensdag 17 november 1802 van verkoper Hendrik Verploeg van Hellouw en zijn echtgenote Antonia Magdalena van Eys.

Bron: Het Utrechts Archief Notarissen in de stad Utrecht 34-4 U269c009, aktn. 193, 17-11-1802.

Bron: Het Utrechts Archief Notarissen in de stad Utrecht 34-4 U287a023 aktn. 3, fol 13, 15-01-1806.


Gezicht op de Hofpoort aan de Nieuwegracht te Utrecht; links een gedeelte van de voorgevel van het huis Nieuwegracht 11 en rechts het huis Nieuwegracht 5 op zondag 27 maart 1910. Bron: Het Utrechts Archief, catalogusnummer: 80560. Gezicht op de Hofpoort aan de Nieuwegracht te Utrecht; links een gedeelte van de voorgevel van het huis Nieuwegracht 11 en rechts het huis Nieuwegracht 5 op zondag 27 maart 1910. Bron: Het Utrechts Archief, catalogusnummer: 80560.


    

Portret van Charles Antoine baron de Bieberstein Rogalla Zawadsky (1796-1880), gehuwd met jkvr. Henriette Josephine Jacqueline Bosch van Drakestein (1801-1878). Het echtpaar bezat het pand Nieuwegracht 5 na de erfenis van Paulus Willem Bosch van Drakestein en Henriëtta Hofmann. Bron: Haags Gemeentearchief. Portret van Charles Antoine baron de Bieberstein Rogalla Zawadsky (1796-1880), gehuwd met jkvr. Henriette Josephine Jacqueline Bosch van Drakestein (1801-1878). Het echtpaar bezat het pand Nieuwegracht 5 na de erfenis van Paulus Willem Bosch van Drakestein en Henriëtta Hofmann. Bron: Haags Gemeentearchief.


Donderdag 23 april 1846 vond ten overstaan van de Utrechtse notaris Gerardus Hendrikus Stevens de verkoop plaats van het pand aan de Nieuwegracht nr. 5 Charles Antione baron de Bieberstein (1796-1880), echtgenote vam jkvr. Henriette Josephine Jacqueline Bosch van Drakestein (1801-1878) verkocht het grachtenpand voor f. 11.000-, gulden aan Jacob Jan van Hangest baron d'Yvoy (1779-1854). Bron: Het Utrechts Archief, 34-4 3659 1845 dec.-1846 apr. 23-04-1846. Donderdag 23 april 1846 vond ten overstaan van de Utrechtse notaris Gerardus Hendrikus Stevens de verkoop plaats van het pand aan de Nieuwegracht nr. 5 Charles Antione baron de Bieberstein (1796-1880), echtgenote vam jkvr. Henriette Josephine Jacqueline Bosch van Drakestein (1801-1878) verkocht het grachtenpand voor f. 11.000-, gulden aan Jacob Jan van Hangest baron d'Yvoy (1779-1854). Bron: Het Utrechts Archief, 34-4 3659 1845 dec.-1846 apr. 23-04-1846.


Portret van Charles Antoine baron de Bieberstein Rogalla Zawadsky (1796-1880) op oudere leeftijd. Echtgenoot van jkvr. Henriette Josephine Jacqueline Bosch van Drakestein (1801-1878). Bron: Het Utrechts Archief, 87. Portret van Charles Antoine baron de Bieberstein Rogalla Zawadsky (1796-1880) op oudere leeftijd. Echtgenoot van jkvr. Henriette Josephine Jacqueline Bosch van Drakestein (1801-1878). Bron: Het Utrechts Archief, 87.


Donderdag 23 april 1846 vond ten overstaan van de Utrechtse notaris Gerardus Hendrikus Stevens de verkoop plaats van het pand aan de Nieuwegracht nr. 5 Charles Antione baron de Bieberstein (1796-1880) (verklaring van verkoop aan notaris Stevens), echtgenote vam jkvr. Henriette Josephine Jacqueline Bosch van Drakestein (1801-1878) verkocht het grachtenpand voor f. 11.000-, gulden aan Jacob Jan van Hangest baron d'Yvoy (1779-1854). Bron: Het Utrechts Archief, 34-4 3659 1845 dec.-1846 apr. 23-04-1846. Donderdag 23 april 1846 vond ten overstaan van de Utrechtse notaris Gerardus Hendrikus Stevens de verkoop plaats van het pand aan de Nieuwegracht nr. 5 Charles Antione baron de Bieberstein (1796-1880) (verklaring van verkoop aan notaris Stevens), echtgenote vam jkvr. Henriette Josephine Jacqueline Bosch van Drakestein (1801-1878) verkocht het grachtenpand voor f. 11.000-, gulden aan Jacob Jan van Hangest baron d'Yvoy (1779-1854). Bron: Het Utrechts Archief, 34-4 3659 1845 dec.-1846 apr. 23-04-1846.


Donderdag 23 april 1846 vond ten overstaan van de Utrechtse notaris Gerardus Hendrikus Stevens de verkoop plaats van het pand aan de Nieuwegracht nr. 5 Charles Antione baron de Bieberstein (1796-1880), echtgenote vam jkvr. Henriette Josephine Jacqueline Bosch van Drakestein (1801-1878) verkocht het grachtenpand voor f. 11.000-, gulden aan Jacob Jan van Hangest baron d'Yvoy (1779-1854). (handtekeningen) Bron: Het Utrechts Archief, 34-4 3659 1845 dec.-1846 apr. 23-04-1846. Donderdag 23 april 1846 vond ten overstaan van de Utrechtse notaris Gerardus Hendrikus Stevens de verkoop plaats van het pand aan de Nieuwegracht nr. 5 Charles Antione baron de Bieberstein (1796-1880), echtgenote vam jkvr. Henriette Josephine Jacqueline Bosch van Drakestein (1801-1878) verkocht het grachtenpand voor f. 11.000-, gulden aan Jacob Jan van Hangest baron d'Yvoy (1779-1854). (handtekeningen) Bron: Het Utrechts Archief, 34-4 3659 1845 dec.-1846 apr. 23-04-1846.


 


     

Op donderdag 23 april 1846 verkocht Charles baron de Bieberstein en zijn echtgenote jkvr. Henriette Jacqueline Josephine Bosch van Drakestein het huis aan de Nieuwegracht 5 aan Jan Jacob d'Hangest baron d'Yvoy ten overstaan van de Utrechtse notaris Gerardus Hendrikus Stevens. Bron: Het Utrechts Archief, 1294, 5162 (162), 1855 febr. 9-1855 mrt. 22 162 17. Op donderdag 23 april 1846 verkocht Charles baron de Bieberstein en zijn echtgenote jkvr. Henriette Jacqueline Josephine Bosch van Drakestein het huis aan de Nieuwegracht 5 aan Jan Jacob d'Hangest baron d'Yvoy ten overstaan van de Utrechtse notaris Gerardus Hendrikus Stevens. Bron: Het Utrechts Archief, 1294, 5162 (162), 1855 febr. 9-1855 mrt. 22 162 17.


De boedelverdeling van Jan Jacob d'Hangest baron d'Yvoy op woensdag 7 februari 1855 ten overstaan van de Utrechtse notaris Hubertus Johannes Buskes Jan Frederik van Hangest baron d'Yvoy va Houten en 't Goy kreeg van vader de buitenplaats Vrijheidslust en de hofstede Veldzigt toegewezen bij de erfenis. Eerder was bij notariële besluit vastgelegd dat Jan Frederik van Hangest, de ambachtsheerlijkheid Houten en 't Goy toegewezen kregen. Bron: Het Utrechts Archief, 1294, 5162 (162), 1855 febr. 9-1855 mrt. 22 162 17. De boedelverdeling van Jan Jacob d'Hangest baron d'Yvoy op woensdag 7 februari 1855 ten overstaan van de Utrechtse notaris Hubertus Johannes Buskes Jan Frederik van Hangest baron d'Yvoy va Houten en 't Goy kreeg van vader de buitenplaats Vrijheidslust en de hofstede Veldzigt toegewezen bij de erfenis. Eerder was bij notariële besluit vastgelegd dat Jan Frederik van Hangest, de ambachtsheerlijkheid Houten en 't Goy toegewezen kregen. Bron: Het Utrechts Archief, 1294, 5162 (162), 1855 febr. 9-1855 mrt. 22 162 17.


De boedelverdeling van Jan Jacob d'Hangest baron d'Yvoy op woensdag 7 februari 1855 ten overstaan van de Utrechtse notaris Hubertus Johannes Buskes Daniel Maximiliaan Marie van Hangest baron d'Yvoy van Mijdrecht kreeg van vader het huis aan de Nieuwegracht nr. 5 als de erfenis. Eerder was bij notariële besluit vastgelegd dat Daniel Maximiliaan Marie, de ambachtsheerlijkheid Mijdrecht toegewezen kreeg. Bron: Het Utrechts Archief, 1294, 5162 (162), 1855 febr. 9-1855 mrt. 22 162 17. De boedelverdeling van Jan Jacob d'Hangest baron d'Yvoy op woensdag 7 februari 1855 ten overstaan van de Utrechtse notaris Hubertus Johannes Buskes Daniel Maximiliaan Marie van Hangest baron d'Yvoy van Mijdrecht kreeg van vader het huis aan de Nieuwegracht nr. 5 als de erfenis. Eerder was bij notariële besluit vastgelegd dat Daniel Maximiliaan Marie, de ambachtsheerlijkheid Mijdrecht toegewezen kreeg. Bron: Het Utrechts Archief, 1294, 5162 (162), 1855 febr. 9-1855 mrt. 22 162 17.


Beschrijving uit de boedelscheidingsakte van Jan Jacob van Hangest baron d'Yvoy met de beschrijving van het huis Nieuwegracht nr. 5 ter waarde van f. 14.000-,. Bron: Het Utrechts Archief, 1294, 5162 (162), 1855 febr. 9-1855 mrt. 22 162 17. Beschrijving uit de boedelscheidingsakte van Jan Jacob van Hangest baron d'Yvoy met de beschrijving van het huis Nieuwegracht nr. 5 ter waarde van f. 14.000-,. Bron: Het Utrechts Archief, 1294, 5162 (162), 1855 febr. 9-1855 mrt. 22 162 17.


  

Een paar panden verder van de Nieuwegracht nr. 5 aan de Trans 19 staat het negentiende eeuwse pand Sic Semper een prinsgezinde sociëteit waar Paul Bosch van Drakestein lid van was.


Sic Semper is een rijksmonumentaal gebouw in de Nederlandse stad Utrecht. Het is vernoemd naar een gelijknamige vereniging die hier zetelde.

Het uit 1890 daterende bouwwerk is een ontwerp van de architect P.J. Houtzagers. Het pand bevindt zich op de hoek van de Trans met de Nieuwegracht. Onder het gebouw bevinden zich deels kelders van oudere datum. Daarboven bevinden zich twee bouwlagen. Het geheel is voorzien van neogotische elementen en onder meer dakkapellen, tuitgevels en (hoek)torens. Het oorspronkelijke interieur is nog deels intact met een trappenhuis, lambrisering, stuc- en houten plafonds en enkele schouwen.

Het gebouw ontleent zijn naam aan de sociëteit Sic Semper waarvoor het is gebouwd. Deze prinsgezinde Oranjesociëteit werd in 1775 opgericht in Utrecht. Het vorige bouwwerk van deze vereniging op deze locatie is in een gevelsteen van Sic Semper uitgebeeld. De 17e-eeuwse schouw van het afgebroken gebouw kreeg in 1892 een herbestemming in het door Houtzagers ontworpen Raadhuis te Soest. De sociëteit Sic Semper is in 1914 opgeheven. Het gebouw is sindsdien gebruikt door de Centrale Raad van Beroep, en verbouwd tot appartementen.

 Bron: Wikipedia Sic Semper (Utrecht).


Herinneringsteken aan het eerdere gebouw van Sic Semper in de voorgevel. Gezien in december 2022. Foto: Sander van Scherpenzeel. Herinneringsteken aan het eerdere gebouw van Sic Semper in de voorgevel. Gezien in december 2022. Foto: Sander van Scherpenzeel.


Steengoed, Utrechts Monumenten Fonds, nr. 52, april 2011, de geschiedenis van een Utrechtse sociëteit, tekst en onderzoek Ben van Spanje

Gezicht op de voor- en de zijgevel van Sociëteit Sic Semper (Trans F 254/5) te Utrecht, gezien vanaf de Pausdam. Links de zijgevel aan de Runnebaan in 1870-1890. Het adres is in 1890 gewijzigd in Trans 19. De naam Runnebaan werd na 1890 opgeheven en de straat werd opgenomen als onderdeel van de Nieuwegracht. Bron: Het Utrechts Archief, catalogusnummer: 38590. Gezicht op de voor- en de zijgevel van Sociëteit Sic Semper (Trans F 254/5) te Utrecht, gezien vanaf de Pausdam. Links de zijgevel aan de Runnebaan in 1870-1890. Het adres is in 1890 gewijzigd in Trans 19. De naam Runnebaan werd na 1890 opgeheven en de straat werd opgenomen als onderdeel van de Nieuwegracht. Bron: Het Utrechts Archief, catalogusnummer: 38590.



Oranje sociëteit

De sociëteit Sic Semper werd de Oranje-Sociëteit genoemd, omdat zij na de sluiting van de in 1786 opgerichte OranjeSociëteit de enige sociëteit was waarin de aanhangers van het toenmalige stadhouderlijk bewind, tegenstanders van de patriotten, werden opgenomen. De patriotten klaagden
hierover, ook omdat er om grote bedragen werd gespeeld. Zij verlieten demonstratief de sociëteit toen in eind 1787 de koning van Pruisen stadhouder Willem V te hulp kwam en
daarna ook Pruisische officieren werden toegelaten. Toen in 1795 de Fransen ons land bezetten, konden ook Franse officieren lid worden van de sociëteit. Enkelen waren boven de sociëteit ingekwartierd. In 1811 en in 1812 krijgt de kastelein van het bestuur een vergoeding voor
de veelvuldige inkwartieringen. Ook personen die behoorden tot de hofhouding van Lodewijk
Napoleon, die in 1807 enkele maanden in Utrecht was gevestigd, konden lid worden.



Het bestuur

De sociëteit had een bestuur bestaande uit zes commissarissen, waarvan elk jaar de helft
nieuw werd gekozen. De thesaurier en de secretaris waren vrijgesteld van de betaling van de contributie. In 1852 gaf dat aanleiding tot onaangename opmerkingen, waarop deze vrijstelling werd ingetrokken. Vanaf 1892 was er ook een commissaris uit de militairen. De leden werden in een door loting bepaalde volgorde gevraagd voor het commissariaat. Op weigering stond een boete van 1 dukaat. 


Gezicht vanaf de Pausdam te Utrecht op de voor- en zijgevel van sociëteit Sic Semper op de hoek van de Nieuwegracht en de Trans (rechts), met de aangrenzende huizen op donderdag 6 februari 1890. Bron: Het Utrechts Archief, catalogusnummer 31710. Gezicht vanaf de Pausdam te Utrecht op de voor- en zijgevel van sociëteit Sic Semper op de hoek van de Nieuwegracht en de Trans (rechts), met de aangrenzende huizen op donderdag 6 februari 1890. Bron: Het Utrechts Archief, catalogusnummer 31710.



Alleen leden die ouder waren dan 65 jaar en officieren konden zich verschonen. Er werden normaliter twee ledenvergaderingen per jaar gehouden. In de voorjaarsvergadering werd de rekening en verantwoording van het financieel beheer gepresenteerd. Een commissie van 4 gewone leden, die toezicht hield op de financiën deed dan verslag aan de leden. In de najaarsvergadering werden de commissarissen gekozen.

Zij bepaalden onderling de functies van voorzitter, secretaris en thesaurier, hier thesaurier genoemd. Bij grote reparaties, verbouw of nieuwbouw en bij belangrijke voorstellen, bijvoorbeeld voor de aankoop van een huis, werd een commissie van 4 leden benoemd die advies uitbracht aan het bestuur. Het bestuur had een aantal vaste commissies: voor het biljart, voor het meubilair, voor
de boekerij, voor het huren van de bedienden en voor de dranken. Later, toen er ook kon worden gegeten, was er ook een commissie voor ‘de consumable’.


Gezicht vanaf de Pausdam te Utrecht op het terrein van sociëteit Sic Semper op de hoek van de Nieuwegracht en de Trans na afbraak van het oude gebouw op maandag 9 juni 1890. Bron: Het Utrechts Archief, catalogusnummer: 31711. Gezicht vanaf de Pausdam te Utrecht op het terrein van sociëteit Sic Semper op de hoek van de Nieuwegracht en de Trans na afbraak van het oude gebouw op maandag 9 juni 1890. Bron: Het Utrechts Archief, catalogusnummer: 31711.



De leden 

Oorspronkelijk moesten de leden minstens 22 jaar oud zijn en afgestudeerd. Later konden jongelui aspirant lid worden als zij 20 jaar oud waren en hun kandidaatsexamen hadden
gehaald, waarbij de vader of de voogd lid van de sociëteit moest zijn. De commissarissen kondigden ballotages en vergaderingen aan door middel van een ‘advertentie’, die werd opgehangen in de sociëteit, waarna een of twee weken later het voorstel werd besproken en een stemming werd gehouden. Over de toelating werd gestemd door middel van groene balletjes (ballotage) waarbij minstens 12 leden aanwezig moesten zijn en waarvan 2/3 vóór het voorstel moest zijn. Nieuwe leden betaalden een intreegeld en bij opzegging moest een uittreegeld worden betaald.
 

Nieuw voorgedragen leden werden meestal probleemloos, wel na een ballotage, toegelaten. Maar een opmerkelijk feit doet zich begin 1812 voor bij de ballotage van P.W. Bosch van Drakestein, president van de raad van arrondissementen en ‘adjoint maire’ van de stad Utrecht. Bij de ballotage stemmen 21 leden tegen en 19 voor, zodat hij niet wordt toegelaten. Bosch neemt hiermee geen genoegen en schrijft op 4 maart van het volgend jaar in het Frans een brief aan de heren commissarissen met het verzoek opnieuw te worden voorgedragen.


Gezicht vanuit de Nieuwegracht te Utrecht over het water op de voorgevels van de huizen aan de noordzijde van de Trans boven de schutting rond het bouwterrein van sociëteit Sic Semper op de hoek van de Nieuwegracht en de Trans op zaterdag 12 juli 1890. Bron: Het Utrechts Archief, catalogusnummer: 30736. Gezicht vanuit de Nieuwegracht te Utrecht over het water op de voorgevels van de huizen aan de noordzijde van de Trans boven de schutting rond het bouwterrein van sociëteit Sic Semper op de hoek van de Nieuwegracht en de Trans op zaterdag 12 juli 1890. Bron: Het Utrechts Archief, catalogusnummer: 30736.



Het reglement laat echter niet toe dat iemand binnen een jaar opnieuw wordt voorgedragen. En zo wordt besloten dat de commissarissen Belaerts van Blokland en Rendorp naar Bosch van Drakestein gaan om hem ‘op vriendelijke en bescheiden wijze’ mee te delen dat de uitslag van de ballotage de commissarissen ‘niet aangenaam’ is geweest en hem te vragen van zijn verzoek af te zien. De twee heren rapporteren terug dat het gesprek een ‘lange conferentie’ is geweest en dat Bosch van Drakestein spoedig een schriftelijk antwoord wil hebben ‘tot voldoening of afslag van zijn verzoek’, temeer daar hij daartoe ‘bevel van elders’ heeft.

Onduidelijk is wat hij met dat laatste bedoelde, wellicht als een dreigement. De commissarissen besluiten om de leden te verzoeken om in dit geval van het bewuste artikel in het reglement af te wijken. De leden gaan akkoord en zo gaan beide heren nogmaals op bezoek bij Bosch van Drakestein om hem mee te delen, dat hij als lid is geaccepteerd.

Deze kwestie was kennelijk aanleiding tot nogal wat discussie in de sociëteit want een groot aantal van de leden stelden voor om: ‘een einde te maken aan de onaangenaamheden die voortvloeien uit het niet toelaten van Bosch van Drakestein en dat voorkomen moet worden dat voorgedragen leden niet om het persoonlijke maar om hun functie niet worden toegelaten’.

Zij stelden voor om de onderprefect van het arrondissement, de maire en de adjoint-maire van de stad en de commissaris van politie zonder ballotage toe te laten. Dit voorstel werd door de commissarissen aan de leden voorgelegd en aangenomen. Hiermee was Bosch van Drakestein automatisch toegelaten. Het bezwaar tegen hem was waarschijnlijk juist niet zijn functie maar zijn persoon! Dat Bosch van Drakestein niet bijna automatisch werd toegelaten had hij te danken aan het feit dat hij katholiek was en zeer Frans gezind.


Gezicht op de sociëteit Sic Semper op de hoek van de Nieuwegracht en de Trans (rechts), vanaf de Pausdam op donderdag 6 februari 1890. Bron: Het Utrechts Archief, catalogusnummer: 202822. Gezicht op de sociëteit Sic Semper op de hoek van de Nieuwegracht en de Trans (rechts), vanaf de Pausdam op donderdag 6 februari 1890. Bron: Het Utrechts Archief, catalogusnummer: 202822.



Hij ‘collaboreerde’ met de Fransen en kreeg daardoor diverse openbare functies. Bosch was de zoon van een succesvolle, rijke brandewijnstoker en wist de zakelijke activiteiten van zijn familie en zijn openbare functie niet altijd te scheiden. Naast zijn openbare functies had hij een advocatenkantoor en was hij actief in de bedrijven van zijn familie.

Wellicht het belangrijkste bezwaar wat men tegen hem had, was dat men hem een parvenu vond die boven zijn stand leefde. Bosch kocht een pand op het Janskerkhof dat hij fraai inrichtte. Maar hij kocht ook kastelen en ambtsheerlijkheden van verarmde patriciërs en edelen.


Opstand van het ontwerp voor de voorgevel van de te verbouwen Sociëteit Sic Semper (Trans /hoek Nieuwegracht) te Utrecht in 1865. Bron: Het Utrechts Archief, catalogusnummer 216608. Opstand van het ontwerp voor de voorgevel van de te verbouwen Sociëteit Sic Semper (Trans /hoek Nieuwegracht) te Utrecht in 1865. Bron: Het Utrechts Archief, catalogusnummer 216608.



Zo kocht hij in de Lage Vuursche het kasteeltje Drakestein waarvan hij de naam aan de zijne toevoegde. Na de terugtocht van de Fransen werd hij gevangen genomen, maar door Willem I gerehabiliteerd en benoemd tot lid van de Provinciale Staten van Utrecht.

Twee maal heeft hij een request bij de koning ingediend om in de adelstand te mogen worden verheven en wel in september 1916 en in september 1822.

Hij werd op 10 december 1829 in de (lage) adelstand verheven. Hij stierf in 1834 en liet 1,5 miljoen gulden en 9 kinderen na.



Bos hakhout aan de Waterweg en Looydijk

te De Bilt-Oostbroek

Op zaterdag 6 juni 1807 kocht Paul Willem Bosch een else hakhout bosje van 700 roeden aan in De Bilt op de hoek van de Looydijk en de Waterweg voor f. 720-, gulden. Bron: Het Utrechts Archief, 32 958-2. Op zaterdag 6 juni 1807 kocht Paul Willem Bosch een else hakhout bosje van 700 roeden aan in De Bilt op de hoek van de Looydijk en de Waterweg voor f. 720-, gulden. Bron: Het Utrechts Archief, 32 958-2.


Op zaterdag 6 juni 1807 kocht Paul Willem Bosch een else hakhout bosje van 700 roeden aan in De Bilt op de hoek van de Looydijk en de Waterweg voor f. 720-, gulden. Kaart van het dorp De Bilt met midden links de Waterweg en de Looydijk. Bron: Het Utrechts Archief, 32 958-2. Op zaterdag 6 juni 1807 kocht Paul Willem Bosch een else hakhout bosje van 700 roeden aan in De Bilt op de hoek van de Looydijk en de Waterweg voor f. 720-, gulden. Kaart van het dorp De Bilt met midden links de Waterweg en de Looydijk. Bron: Het Utrechts Archief, 32 958-2.


Op zaterdag 6 juni 1807 kocht Paul Willem Bosch een else hakhout bosje van 700 roeden aan in De Bilt op de hoek van de Looydijk en de Waterweg voor f. 720-, gulden. Bieding van P.W. Bosch. Bron: Het Utrechts Archief, 32 958-2. Op zaterdag 6 juni 1807 kocht Paul Willem Bosch een else hakhout bosje van 700 roeden aan in De Bilt op de hoek van de Looydijk en de Waterweg voor f. 720-, gulden. Bieding van P.W. Bosch. Bron: Het Utrechts Archief, 32 958-2.


Op zaterdag 14 november van het jaar 1818 ten overstaan van de Utrechtse notaris Hendrik van Ommeren om het hakhout bosje aan de Looydijk verkocht. Begin beschrijving van akte. Bron: Het Utrechts Archief, 32. Op zaterdag 14 november van het jaar 1818 ten overstaan van de Utrechtse notaris Hendrik van Ommeren om het hakhout bosje aan de Looydijk verkocht. Begin beschrijving van akte. Bron: Het Utrechts Archief, 32.


Op zaterdag 14 november van het jaar 1818 ten overstaan van de Utrechtse notaris Hendrik van Ommeren om het hakhout bosje aan de Looydijk verkocht. Beschrijving van perceel. Bron: Het Utrechts Archief, 32. Op zaterdag 14 november van het jaar 1818 ten overstaan van de Utrechtse notaris Hendrik van Ommeren om het hakhout bosje aan de Looydijk verkocht. Beschrijving van perceel. Bron: Het Utrechts Archief, 32.


Op zaterdag 14 november van het jaar 1818 ten overstaan van de Utrechtse notaris Hendrik van Ommeren om het hakhout bosje aan de Looydijk verkocht. Eerder verkregen in eigendom. Bron: Het Utrechts Archief, 32. Op zaterdag 14 november van het jaar 1818 ten overstaan van de Utrechtse notaris Hendrik van Ommeren om het hakhout bosje aan de Looydijk verkocht. Eerder verkregen in eigendom. Bron: Het Utrechts Archief, 32.


   

Pand aan de Waterstraat 1, hoek Oudegracht 29 (gem. Utrecht)

Kadastrale kaart van Wijk C en kleine gedeelten van de aangrenzende Wijk D en Wijk E te Utrecht, het terrein tussen Predikherenkerkhof / Loeff Berchmakerstraat / Bakkerstraat / Lange Elisabethstraat / Vredenburg / Stadsbuitengracht / Oudegracht; met weergave van het stratenplan met straatnamen, percelen, watergangen, bruggen en poorten in 1828-1830. In rood gearceerde lijn het pand Waterstraat 1, hoek Oudegracht 29 ooit in bezit geweest van Paul Bosch van Drakestein. Bron: Het Utrechts Archief, catalogusnummer: 216120. Kadastrale kaart van Wijk C en kleine gedeelten van de aangrenzende Wijk D en Wijk E te Utrecht, het terrein tussen Predikherenkerkhof / Loeff Berchmakerstraat / Bakkerstraat / Lange Elisabethstraat / Vredenburg / Stadsbuitengracht / Oudegracht; met weergave van het stratenplan met straatnamen, percelen, watergangen, bruggen en poorten in 1828-1830. In rood gearceerde lijn het pand Waterstraat 1, hoek Oudegracht 29 ooit in bezit geweest van Paul Bosch van Drakestein. Bron: Het Utrechts Archief, catalogusnummer: 216120.



Op zaterdag 5 september 1807 vond ten overstaan van de Utrechtse notaris Herman Brouwer het transport plaats van het pand Waterstraat 1 (wijk C, huisnummer 41) en Oudegracht 29 (wijk C, huisnummer 42). Eigenaar Jan Jacob van Westrenen, Heere van Sterkenburg verkocht het pand aan mr. Paulus Willem Bosch voor een bedrag van f. 9.000-, gulden. Een 'huis met stalling, twee koetshuizen en nog een huis'.

Bron: Het Utrechts Archief, 34-4, 2459, aktenummer: 136.

Bron: Het Utrechts Archief, transsportboekjes, studiezaal, Alexander Numankade 199-201.


Op zaterdag 5 september 1807 vond ten overstaan van de Utrechtse notaris Herman Brouwer het transport plaats van het pand Waterstraat 1 (wijk C, huisnummer 41) en Oudegracht 29 (wijk C, huisnummer 42). Eigenaar Jan Jacob van Westrenen, Heere van Sterkenburg verkocht het pand aan mr. Paulus Willem Bosch voor een bedrag van f. 9.000-, gulden. Een 'huis met stalling, twee koetshuizen en nog een huis'. Bron: Het Utrechts Archief, 34-4, 2459, aktenummer: 136. Op zaterdag 5 september 1807 vond ten overstaan van de Utrechtse notaris Herman Brouwer het transport plaats van het pand Waterstraat 1 (wijk C, huisnummer 41) en Oudegracht 29 (wijk C, huisnummer 42). Eigenaar Jan Jacob van Westrenen, Heere van Sterkenburg verkocht het pand aan mr. Paulus Willem Bosch voor een bedrag van f. 9.000-, gulden. Een 'huis met stalling, twee koetshuizen en nog een huis'. Bron: Het Utrechts Archief, 34-4, 2459, aktenummer: 136.



Op vrijdag 1 januari 1808 vond de ondertrouw plaats tussen Anna Maria de Bruin en Barend (Bernard) (van) Wensing te Utrecht. Waar het echtpaar na hun huwelijk zich vestigde in Utrecht stad is niet bekend. Wel dat zij voor juni 1812 het pand aan de Waterstraat 1, hoek Oudegracht 29 bewoonde/bezaten.

Bron: Het Utrechts Archief, 711, 78, pagina 340.


Gezicht op de voor- en linkergevel van Oudegracht 29 te Utrecht, met op de voorgrond de werf; links het begin van de Waterstraat met de huizen 1-hoger in 1992. Bron: Het Utrechts Archief, catalogusnummer: 66329. Gezicht op de voor- en linkergevel van Oudegracht 29 te Utrecht, met op de voorgrond de werf; links het begin van de Waterstraat met de huizen 1-hoger in 1992. Bron: Het Utrechts Archief, catalogusnummer: 66329.


     


Op zaterdag 23 november 1816 vond ten overstaan van de Utrechtse notaris Pieter Jongeneel een opmaak van conditieplaats. Dit ter voorbereiding van een aanstaande veiling.
Aanwezige waren Martinus van Duyvenvoorden Meester timmerman, wonende te De Meern, Mejuffvrouw Anna Maria de Bruyn, gehuwd geweest in gemeenschap van goederen Barend Wensing. Thans huisvrouw van Willem Martens, winkelier, wonende bij de Weerdpoort. De heer Pieter de Bruyn, rentenier, wonende op de Mariaplaats. Als kwaliteit van voogd van Justus Wensing, minderjarig zoon van Barend Wensing en Anna Maria de Bruyn.


Straatnaambord 'Waterstraat', hangend in het Volksmuseum Wijk C te Utrecht. Foto: Sander van Scherpenzeel. Straatnaambord 'Waterstraat', hangend in het Volksmuseum Wijk C te Utrecht. Foto: Sander van Scherpenzeel.



Personen Van Duyvenvoorden, mevrouw Wensing-De Bruyn verkocht een gedeelde vastgoed bij veiling 

Bij testament van Barend Wensing van 10 juni 1812 werd bepaald hoe er met de jongste zoon het echtpaar De Bruyn en Wensing als voogdij omgegaan zou worden als één van het echtpaar zou komen te overlijden.

Bij de veiling van de heer Cornelis Verloop gemachtigde voor de aankoop van de twee panden (Waterstraat 1, hoek Oudegracht 29) voor de heer Herman Dirk de Geer. De koop betrof een totaalprijs van f. 4.050-, gulden.

Bron: Het Utrechts Archief, 34-4, 2687, aktenummer: 774.


Fragment uit de verkoopakte van zaterdag 23 november 1816 ten overstaan van de Utrechtse notaris Pieter Jongeneel. Waar mevrouw De Bruyn-Wensing haar vastgoed Waterstraat 1, hoek Oudegracht 29 verkocht aan Herman Dirk de Geer voor een bedrag van f. 4.050-, gulden. Bron: Het Utrechts Archief, 34-4, 2687, aktenummer: 774. Fragment uit de verkoopakte van zaterdag 23 november 1816 ten overstaan van de Utrechtse notaris Pieter Jongeneel. Waar mevrouw De Bruyn-Wensing haar vastgoed Waterstraat 1, hoek Oudegracht 29 verkocht aan Herman Dirk de Geer voor een bedrag van f. 4.050-, gulden. Bron: Het Utrechts Archief, 34-4, 2687, aktenummer: 774.



Op donderdag 29 oktober 1829 vond ten overstaan van de Utrechtse notaris Hendrik van Ommeren de verkoop plaats van het pand Waterstraat 1, Oudegracht 29. Eigenaar heer Herman Dirk de Geer, grondeigenaar, wonende aan het Oud Kerkhof verkocht de panden aan Dirk van Zijtveld, van beroep Korenkoper en wonende te Jufvrouwstraat bij de Wittevrouwen in Utrecht voor een bedrag voor f. 8.000-, gulden.

Bron: Het Utrechts Archief, 34-4, 3268, aktenummer: 5993.


Op donderdag 28 oktober 1829 verkocht Herman Dirk de Geer voor een bedrag van f. 8.000-, gulden de panden aan de Waterstraat 1, hoek Oudegracht 29 aan Dirk van Zijtveld, van beroep Korenkoper en wonende te Jufvrouwstraat in Utrecht Wittevrouwen. Transport vond plaats ten overstaan van de Utrechtse notaris Hendrik van Ommeren. Bron: Het Utrechts Archief, 34-4, 3268, aktenummer: 5993. Op donderdag 28 oktober 1829 verkocht Herman Dirk de Geer voor een bedrag van f. 8.000-, gulden de panden aan de Waterstraat 1, hoek Oudegracht 29 aan Dirk van Zijtveld, van beroep Korenkoper en wonende te Jufvrouwstraat in Utrecht Wittevrouwen. Transport vond plaats ten overstaan van de Utrechtse notaris Hendrik van Ommeren. Bron: Het Utrechts Archief, 34-4, 3268, aktenummer: 5993.


     

Op zaterdag 1 juli van het jaar 1820 ten overstaan van de Utrechtse notaris Hendrik van Ommeren vond veiling plaats van het pand aan de Waterstraat nr. 1, Oude Gracht nr. 29 Paulus Willem Bosch van Drakestein verkocht het huis  ƒ. 10.000-, gulden aan notaris Gerardus Henricus Stevens. Hierbij werd ook geprobeerd om diverse stallen die Paul Bosch in 1808 eerder had aangekocht te veilen in de buurt van de Korte Lauwerstraat en Lange Lauwerstraat in wijk H. Bron: Het Utrechts Archief,  34-4, 3249, aktenummer: 3188 01-07-1820. Op zaterdag 1 juli van het jaar 1820 ten overstaan van de Utrechtse notaris Hendrik van Ommeren vond veiling plaats van het pand aan de Waterstraat nr. 1, Oude Gracht nr. 29 Paulus Willem Bosch van Drakestein verkocht het huis  ƒ. 10.000-, gulden aan notaris Gerardus Henricus Stevens. Hierbij werd ook geprobeerd om diverse stallen die Paul Bosch in 1808 eerder had aangekocht te veilen in de buurt van de Korte Lauwerstraat en Lange Lauwerstraat in wijk H. Bron: Het Utrechts Archief,  34-4, 3249, aktenummer: 3188 01-07-1820.


Gezicht op de voorgevel van het huis Waterstraat 1 te Utrecht in 1975. Bron: Het Utrechts Archief, catalogusnummer: 73321. Gezicht op de voorgevel van het huis Waterstraat 1 te Utrecht in 1975. Bron: Het Utrechts Archief, catalogusnummer: 73321.


Op zaterdag 1 juli van het jaar 1820 ten overstaan van de Utrechtse notaris Hendrik van Ommeren vond veiling plaats van het pand aan de Waterstraat nr. 1, Oude Gracht nr. 29 Paulus Willem Bosch van Drakestein verkocht het huis  ƒ. 10.000-, gulden aan notaris Gerardus Henricus Stevens. Hierbij werd ook geprobeerd om diverse stallen die Paul Bosch in 1808 eerder had aangekocht te veilen in de buurt van de Korte Lauwerstraat en Lange Lauwerstraat in wijk H. Beschrijving van eerste perceel bij de veiling. Bron: Het Utrechts Archief,  34-4, 3249, aktenummer: 3188 01-07-1820. Op zaterdag 1 juli van het jaar 1820 ten overstaan van de Utrechtse notaris Hendrik van Ommeren vond veiling plaats van het pand aan de Waterstraat nr. 1, Oude Gracht nr. 29 Paulus Willem Bosch van Drakestein verkocht het huis  ƒ. 10.000-, gulden aan notaris Gerardus Henricus Stevens. Hierbij werd ook geprobeerd om diverse stallen die Paul Bosch in 1808 eerder had aangekocht te veilen in de buurt van de Korte Lauwerstraat en Lange Lauwerstraat in wijk H. Beschrijving van eerste perceel bij de veiling. Bron: Het Utrechts Archief,  34-4, 3249, aktenummer: 3188 01-07-1820.


Op zaterdag 1 juli van het jaar 1820 ten overstaan van de Utrechtse notaris Hendrik van Ommeren vond veiling plaats van het pand aan de Waterstraat nr. 1, Oude Gracht nr. 29 Paulus Willem Bosch van Drakestein verkocht het huis  ƒ. 10.000-, gulden aan notaris Gerardus Henricus Stevens. Hierbij werd ook geprobeerd om diverse stallen die Paul Bosch in 1808 eerder had aangekocht te veilen in de buurt van de Korte Lauwerstraat en Lange Lauwerstraat in wijk H. Beschrijving van tweede en derde perceel bij de veiling. Bron: Het Utrechts Archief,  34-4, 3249, aktenummer: 3188 01-07-1820. Op zaterdag 1 juli van het jaar 1820 ten overstaan van de Utrechtse notaris Hendrik van Ommeren vond veiling plaats van het pand aan de Waterstraat nr. 1, Oude Gracht nr. 29 Paulus Willem Bosch van Drakestein verkocht het huis  ƒ. 10.000-, gulden aan notaris Gerardus Henricus Stevens. Hierbij werd ook geprobeerd om diverse stallen die Paul Bosch in 1808 eerder had aangekocht te veilen in de buurt van de Korte Lauwerstraat en Lange Lauwerstraat in wijk H. Beschrijving van tweede en derde perceel bij de veiling. Bron: Het Utrechts Archief,  34-4, 3249, aktenummer: 3188 01-07-1820.


Gezicht in de Waterstraat te Utrecht vanaf de Oudegracht. Rechts de zijgevel van het pand Oudegracht 29 en de panden Waterstraat 1-hoger op donderdag 19 juni 1997. Bron: Het Utrechts Archief, catalogusnummer: 838904. Gezicht in de Waterstraat te Utrecht vanaf de Oudegracht. Rechts de zijgevel van het pand Oudegracht 29 en de panden Waterstraat 1-hoger op donderdag 19 juni 1997. Bron: Het Utrechts Archief, catalogusnummer: 838904.


Op zaterdag 1 juli van het jaar 1820 ten overstaan van de Utrechtse notaris Hendrik van Ommeren vond veiling plaats van het pand aan de Waterstraat nr. 1, Oude Gracht nr. 29 Paulus Willem Bosch van Drakestein verkocht het huis  ƒ. 10.000-, gulden aan notaris Gerardus Henricus Stevens. Hierbij werd ook geprobeerd om diverse stallen die Paul Bosch in 1808 eerder had aangekocht te veilen in de buurt van de Korte Lauwerstraat en Lange Lauwerstraat in wijk H. Beschrijving van eerste perceel bij de veiling en bewijs van eigendom. Bron: Het Utrechts Archief,  34-4, 3249, aktenummer: 3188 01-07-1820. Op zaterdag 1 juli van het jaar 1820 ten overstaan van de Utrechtse notaris Hendrik van Ommeren vond veiling plaats van het pand aan de Waterstraat nr. 1, Oude Gracht nr. 29 Paulus Willem Bosch van Drakestein verkocht het huis  ƒ. 10.000-, gulden aan notaris Gerardus Henricus Stevens. Hierbij werd ook geprobeerd om diverse stallen die Paul Bosch in 1808 eerder had aangekocht te veilen in de buurt van de Korte Lauwerstraat en Lange Lauwerstraat in wijk H. Beschrijving van eerste perceel bij de veiling en bewijs van eigendom. Bron: Het Utrechts Archief,  34-4, 3249, aktenummer: 3188 01-07-1820.


    

Op zaterdag 1 juli van het jaar 1820 ten overstaan van de Utrechtse notaris Hendrik van Ommeren vond veiling plaats van het pand aan de Waterstraat nr. 1, Oude Gracht nr. 29 Paulus Willem Bosch van Drakestein verkocht het huis  ƒ. 10.000-, gulden aan notaris Gerardus Henricus Stevens. Hierbij werd ook geprobeerd om diverse stallen die Paul Bosch in 1808 eerder had aangekocht te veilen in de buurt van de Korte Lauwerstraat en Lange Lauwerstraat in wijk H. Beschrijving van biedingen op twee percelen. Bron: Het Utrechts Archief,  34-4, 3249, aktenummer: 3188 01-07-1820. Op zaterdag 1 juli van het jaar 1820 ten overstaan van de Utrechtse notaris Hendrik van Ommeren vond veiling plaats van het pand aan de Waterstraat nr. 1, Oude Gracht nr. 29 Paulus Willem Bosch van Drakestein verkocht het huis  ƒ. 10.000-, gulden aan notaris Gerardus Henricus Stevens. Hierbij werd ook geprobeerd om diverse stallen die Paul Bosch in 1808 eerder had aangekocht te veilen in de buurt van de Korte Lauwerstraat en Lange Lauwerstraat in wijk H. Beschrijving van biedingen op twee percelen. Bron: Het Utrechts Archief,  34-4, 3249, aktenummer: 3188 01-07-1820.



Nog vele jaren blijven de panden in het bezit van de familie Van Zijtveld waarop de familie rond 1891 de panden verkopen aan de heer Jan Krap, van beroep aannemer, timmerman en opzichter der Genie en wonende te Naarden en gehuwd met Wilhelmina Koeman.

Bron: kadasterarchiefviewer 1832-1987


Op zaterdag 1 juli van het jaar 1820 ten overstaan van de Utrechtse notaris Hendrik van Ommeren vond veiling plaats van het pand aan de Waterstraat nr. 1, Oude Gracht nr. 29 Paulus Willem Bosch van Drakestein verkocht het huis  ƒ. 10.000-, gulden aan notaris Gerardus Henricus Stevens. Hierbij werd ook geprobeerd om diverse stallen die Paul Bosch in 1808 eerder had aangekocht te veilen in de buurt van de Korte Lauwerstraat en Lange Lauwerstraat in wijk H. Beschrijving van laatste bieding op tweede perceel. Bron: Het Utrechts Archief,  34-4, 3249, aktenummer: 3188 01-07-1820. Op zaterdag 1 juli van het jaar 1820 ten overstaan van de Utrechtse notaris Hendrik van Ommeren vond veiling plaats van het pand aan de Waterstraat nr. 1, Oude Gracht nr. 29 Paulus Willem Bosch van Drakestein verkocht het huis  ƒ. 10.000-, gulden aan notaris Gerardus Henricus Stevens. Hierbij werd ook geprobeerd om diverse stallen die Paul Bosch in 1808 eerder had aangekocht te veilen in de buurt van de Korte Lauwerstraat en Lange Lauwerstraat in wijk H. Beschrijving van laatste bieding op tweede perceel. Bron: Het Utrechts Archief,  34-4, 3249, aktenummer: 3188 01-07-1820.


Kwitantie ten overstaan van notaris Hendrik van Ommeren waarbij Paulus Willem Bosch van Drakestein het huis aan de Waterstraat nr. en Oudegracht 29 verkocht aan Gerardus Henricus Stevens. In de kwitantie wordt Willem van Dam van Isselt genoemd als eigenaar van het pand. Bron: Het Utrechts Archief, 34-4, 3249, aktenummer: 3251. Kwitantie ten overstaan van notaris Hendrik van Ommeren waarbij Paulus Willem Bosch van Drakestein het huis aan de Waterstraat nr. en Oudegracht 29 verkocht aan Gerardus Henricus Stevens. In de kwitantie wordt Willem van Dam van Isselt genoemd als eigenaar van het pand. Bron: Het Utrechts Archief, 34-4, 3249, aktenummer: 3251.


            

Op dinsdag 18 december 1821 vond ten overstaan van de Utrechtse notaris Hendrik van Ommeren de verkoop plaats twee stallingen, koetshuizen, gelegen achter de Wal aan de Lange Lauwestraat wijk H. nr. 141 en 141bis. Paulus Willem Bosch van Drakestein verkocht het vastgoed aan Johan Boscher voor ƒ. 12.000,- gulden. Begin beschrijving van akte. Bron: Het Utrechts Archief, 34-4 3252, aktenummer: 3676. Op dinsdag 18 december 1821 vond ten overstaan van de Utrechtse notaris Hendrik van Ommeren de verkoop plaats twee stallingen, koetshuizen, gelegen achter de Wal aan de Lange Lauwestraat wijk H. nr. 141 en 141bis. Paulus Willem Bosch van Drakestein verkocht het vastgoed aan Johan Boscher voor ƒ. 12.000,- gulden. Begin beschrijving van akte. Bron: Het Utrechts Archief, 34-4 3252, aktenummer: 3676.


Op dinsdag 18 december 1821 vond ten overstaan van de Utrechtse notaris Hendrik van Ommeren de verkoop plaats twee stallingen, koetshuizen, gelegen achter de Wal aan de Lange Lauwestraat wijk H. nr. 141 en 141bis. Paulus Willem Bosch van Drakestein verkocht het vastgoed aan Johan Boscher voor ƒ. 12.000,- gulden. Eindbeschrijving van akte. Bron: Het Utrechts Archief, 34-4 3252, aktenummer: 3676. Op dinsdag 18 december 1821 vond ten overstaan van de Utrechtse notaris Hendrik van Ommeren de verkoop plaats twee stallingen, koetshuizen, gelegen achter de Wal aan de Lange Lauwestraat wijk H. nr. 141 en 141bis. Paulus Willem Bosch van Drakestein verkocht het vastgoed aan Johan Boscher voor ƒ. 12.000,- gulden. Eindbeschrijving van akte. Bron: Het Utrechts Archief, 34-4 3252, aktenummer: 3676.


   

Rouwadvertentie van B. van Wensing van zijn weduwe van 13 februari 1815 gepubliceerd in de krant van 20 februari 1815. Bron: Delpher.nl. Rouwadvertentie van B. van Wensing van zijn weduwe van 13 februari 1815 gepubliceerd in de krant van 20 februari 1815. Bron: Delpher.nl.

 

Fragment van de inschrijving van ondertrouw van Anna Maria de Bruyn van haar overleden echtgenote Bernard of Berend van Wensing op vrijdag 1 januari 1808. Bron: Het Utrechts Archief, 711, 78. Fragment van de inschrijving van ondertrouw van Anna Maria de Bruyn van haar overleden echtgenote Bernard of Berend van Wensing op vrijdag 1 januari 1808. Bron: Het Utrechts Archief, 711, 78.


       

Straatnaambord 'Waterstraat' in de Utrechtse wijk C. Foto: Sander van Scherpenzeel. Straatnaambord 'Waterstraat' in de Utrechtse wijk C. Foto: Sander van Scherpenzeel.


  

Fragment uit de hypotheek4 boek uit 1856 ten overstaan van de Amerongense notaris Johannes Willem Anthonie Immink waarbij op woensdag 15 oktober 1856 de kinderen van Dirk van Zijtveld. De panden aan de Waterstraat 1, hoek Oudegracht 29 werd verdeeld aan zijn kinderen ter waarde van f. 23.500-, gulden. Bron: Het Utrechts Archief, 1294, 5178, 178, 58. Fragment uit de hypotheek4 boek uit 1856 ten overstaan van de Amerongense notaris Johannes Willem Anthonie Immink waarbij op woensdag 15 oktober 1856 de kinderen van Dirk van Zijtveld. De panden aan de Waterstraat 1, hoek Oudegracht 29 werd verdeeld aan zijn kinderen ter waarde van f. 23.500-, gulden. Bron: Het Utrechts Archief, 1294, 5178, 178, 58.


Op zaterdag 28 juni 1890 werd ten overstaan van de Utrechtse Engbertus Johannes Duurs geveild Achter de St. Pieter de panden Waterstraat 1, hoek Oudegracht 29 (kadastraal C116 en C117) geveild door de familie Van Zijtveld. Koper van de panden was Jan Krab, van beroep directeur Brood- en Meelfabriek voor een bedrag f. 20.800-, gulden. Bron: Het Utrechts Archief, 1294, 5501, 501, 12. Op zaterdag 28 juni 1890 werd ten overstaan van de Utrechtse Engbertus Johannes Duurs geveild Achter de St. Pieter de panden Waterstraat 1, hoek Oudegracht 29 (kadastraal C116 en C117) geveild door de familie Van Zijtveld. Koper van de panden was Jan Krab, van beroep directeur Brood- en Meelfabriek voor een bedrag f. 20.800-, gulden. Bron: Het Utrechts Archief, 1294, 5501, 501, 12.


Fragment uit de boedelscheidingsakte uit 1856 ten overstaan van de Amerongense notaris Johannes Willem Anthonie Immink waarbij op woensdag 15 oktober 1856 de kinderen van Dirk van Zijtveld. De panden aan de Waterstraat 1, hoek Oudegracht 29 werd verdeeld aan zijn kinderen ter waarde van f. 23.500-, gulden. Bron: Regionaal Archief Zuid-Utrecht, 063, 49, 1856, 30-10-1856, aktenummer: 4265. Fragment uit de boedelscheidingsakte uit 1856 ten overstaan van de Amerongense notaris Johannes Willem Anthonie Immink waarbij op woensdag 15 oktober 1856 de kinderen van Dirk van Zijtveld. De panden aan de Waterstraat 1, hoek Oudegracht 29 werd verdeeld aan zijn kinderen ter waarde van f. 23.500-, gulden. Bron: Regionaal Archief Zuid-Utrecht, 063, 49, 1856, 30-10-1856, aktenummer: 4265.


Fragment uit de boedelscheidingsakte uit 1856 ten overstaan van de Amerongense notaris Johannes Willem Anthonie Immink waarbij op woensdag 15 oktober 1856 de kinderen van Dirk van Zijtveld. De panden aan de Waterstraat 1, hoek Oudegracht 29 werd verdeeld aan zijn kinderen ter waarde van f. 23.500-, gulden (handtekeningen). Bron: Regionaal Archief Zuid-Utrecht, 063, 49, 1856, 30-10-1856, aktenummer: 4265. Fragment uit de boedelscheidingsakte uit 1856 ten overstaan van de Amerongense notaris Johannes Willem Anthonie Immink waarbij op woensdag 15 oktober 1856 de kinderen van Dirk van Zijtveld. De panden aan de Waterstraat 1, hoek Oudegracht 29 werd verdeeld aan zijn kinderen ter waarde van f. 23.500-, gulden (handtekeningen). Bron: Regionaal Archief Zuid-Utrecht, 063, 49, 1856, 30-10-1856, aktenummer: 4265.


   

Land in Maarssenbroek (gem. Maarssen)




Op zaterdag 28 mei 1808 wordt ten overstaan van de Utrechtse notaris Nicolaas Wilhelmus Buddingh een stuk land verpacht aan Gerrit van der Linden. Voor de pacht staat Gerrit van Zijl borg. De verpachter is Cornelia van Bijleveld, sinds 1802 de weduwe van Theodorus Gerardus Bosch.

Het betreft: omtrent 10 morgen hooij- als weiland. Locatie: strekkende van den Maarssenbroekschen dijk tot de Ouwenaarskade. In het gerecht van Maarssenbroek.

Na uitgebreid onderzoek in de online archiefbanken en op Delpher.nl weten we helaas niet waar deze 10 morgen land in Maarssenbroek precies gelegen hebben. In de beschrijving van de akte staat dat het land uit de boedel van haar man Theo komt. Alleen is niet bekend waar de echte oorsprong van het eigendom vandaan komt.

Vermoedelijk is de 10 morgen afkomstig uit de de boedel van een van de familieleden van Cornelia. Aannemelijk is ook dat de 10 morgen land naar haar overlijden in 1823 zijn verkocht. Want bij de invoering van het kadaster op 1 oktober 1832 zijn er geen familieleden Bosch van Drakestein, Michiels van Kessenich of Bijleveld bekend die een perceel bezaten in de polder van het Maarssenbroek. 

Het Utrechts Archief 34-4 U272c038 83 28-05-1808.


 

Ambachtsheerlijkheid Reijercop-Creuningen


Op zaterdag 6 augustus 1808 werd ten huize Sr. George Klank achter Den Dom te Utrecht publiekelijk geveild de Ambachtsheerlijkheid Reijerscop-Creuningen. Paulus Wilhelmus Bosch van Drakestein kocht ten overstaan van de Utrechtse notaris Popp de ambachtsheerlijkheid aan voor f. 1995-, gulden. 

Vanaf toen was hij ook Heer van Reijerscop-Creuningen.


Het wapen van de ambachtsheerlijkheid Reijerscop-Creuningen verleend door de Hoge Raad van Adel te Den Haag op 22 juli 1822. Het wapen van de ambachtsheerlijkheid Reijerscop-Creuningen verleend door de Hoge Raad van Adel te Den Haag op 22 juli 1822. "In goud een zwarte reiger".



Reijerscop is een buurtschap en van oorsprong middeleeuwse ontginning, liggend in de Nederlandse gemeenten Woerden en Utrecht, in de provincie Utrecht. De boerderijen en andere gebouwen in deze buurtschap liggen aan een ruim 5 km lange weg met de naam Reijerscop, die even ten zuiden van de A12 ligt en daarmee ongeveer evenwijdig loopt.  Ongeveer 3 km van deze weg ligt in Harmelen, gemeente Woerden, en het resterende oostelijke deel ervan ligt in De Meern, gemeente Utrecht.


    

Portret (fragment) van Jhr. Carel Theodoor Jan Bosch van Drakestein. Geboren op dinsdag 21 juli 1807 te Utrecht aan de Voorstraat en overleden op woensdag 4 april 1860 te 's-Gravenhage (Zuid-Holland). Carel werd 52 jaar. Hier geportretteerd in de omgeving van Maastricht (Limburg) rond 1835-1837 waar Carel rond 1840 woonde met zijn gezin. Carel was dragonder 1e luitenant (paardrijder/ritmeester). Heer van Landgoed de Sterrenberg, liggend bij Soest en Zeist (Utrecht) en de ambachtsheer van de ambachtsheerlijkheid Reijerscop-Creuningen (Utrecht/Vleuten-De Meern). Huwde op donderdag 22 april 1841 1840 met Barbera Annetta Cornelia Christine Octavie Volkhemer (1820-1842), begraven te Maastricht. Carel huwde voor de 2e keer met Leopine Antionette Steenberghe (1821-1882) te 's-Gravenhage op woensdag 17 juli 1844. Carel werd door zijn tweede huwelijk stamvader van een deel van de familie Steenberghe tak in Nederland die in latere andere notabelen in Den Haag en andere delen van Nederland voortbracht. Bron: portret bevindt zicht in particulier bezit, Lage Vuursche. Portret (fragment) van Jhr. Carel Theodoor Jan Bosch van Drakestein. Geboren op dinsdag 21 juli 1807 te Utrecht aan de Voorstraat en overleden op woensdag 4 april 1860 te 's-Gravenhage (Zuid-Holland). Carel werd 52 jaar. Hier geportretteerd in de omgeving van Maastricht (Limburg) rond 1835-1837 waar Carel rond 1840 woonde met zijn gezin. Carel was dragonder 1e luitenant (paardrijder/ritmeester). Heer van Landgoed de Sterrenberg, liggend bij Soest en Zeist (Utrecht) en de ambachtsheer van de ambachtsheerlijkheid Reijerscop-Creuningen (Utrecht/Vleuten-De Meern). Huwde op donderdag 22 april 1841 1840 met Barbera Annetta Cornelia Christine Octavie Volkhemer (1820-1842), begraven te Maastricht. Carel huwde voor de 2e keer met Leopine Antionette Steenberghe (1821-1882) te 's-Gravenhage op woensdag 17 juli 1844. Carel werd door zijn tweede huwelijk stamvader van een deel van de familie Steenberghe tak in Nederland die in latere andere notabelen in Den Haag en andere delen van Nederland voortbracht. Bron: portret bevindt zicht in particulier bezit, Lage Vuursche.


Handtekening van Jhr. Carel Bosch van Drakestein, Heer van Reijerscop - Creuningen en Sterrenberg ten overstaan van notaris Mariënhoff te Wijk bij Duurstede Voor de machtiging aan Frans Nicolaas van Bern om de verpachting van het grasgewas van de uiterwaarden in Wijk bij Duurstede in De Bosscherwaarden in 1835 te bezegelen.. Bron: Regionaal Archief Zuid-Utrecht (RAZU), 063. Handtekening van Jhr. Carel Bosch van Drakestein, Heer van Reijerscop - Creuningen en Sterrenberg ten overstaan van notaris Mariënhoff te Wijk bij Duurstede Voor de machtiging aan Frans Nicolaas van Bern om de verpachting van het grasgewas van de uiterwaarden in Wijk bij Duurstede in De Bosscherwaarden in 1835 te bezegelen.. Bron: Regionaal Archief Zuid-Utrecht (RAZU), 063.


  

Kaart van W.H. Hoekwater uit 1901 van het gebied tussen Utrecht stad en Woerden waar het middeleeuws gerecht Reijerscop-Creuningen gelegen lag. Gehucht staat er niet op ingetekend. Kaart van W.H. Hoekwater uit 1901 van het gebied tussen Utrecht stad en Woerden waar het middeleeuws gerecht Reijerscop-Creuningen gelegen lag. Gehucht staat er niet op ingetekend.



De naam is een verbastering van Reigerskop. Het begrip kopin de naam slaat niet op de kop van een reiger, maar op het feit dat de Polder Reijerscop een zogenaamde cope-ontginning is.


Op zaterdag 6 augustus 1808 werd ten overstaan van de Utrechtse notaris Philip Christian Popp de ambachtsheerlijkheid Reijerscop-Creuningen verkocht voor f. 1995-, gulden aan Paulus Wilhelmus Bosch (van Drakestein) (handtekening). Bron: Het Utrechts Archief, 34-4, U303a022, 06-08-1808, 140-146. Op zaterdag 6 augustus 1808 werd ten overstaan van de Utrechtse notaris Philip Christian Popp de ambachtsheerlijkheid Reijerscop-Creuningen verkocht voor f. 1995-, gulden aan Paulus Wilhelmus Bosch (van Drakestein) (handtekening). Bron: Het Utrechts Archief, 34-4, U303a022, 06-08-1808, 140-146.



De ontginning Reijerscop was verdeeld over meerdere gerechten. Er waren geen lineaire grenzen, de verschillende percelen behoorden wisselend tot een van de gerechten. Naast het gebied Reijerscop-Lichtenberg (dat een deel was van het gerecht Veldhuizen, Bijleveld, Rosweide en Reijerscop-Lichtenberg) waren er de gerechten Reijerscop-Creuningen, Reijerscop-Indijk en Reijerscop-Mierlo.


Op zaterdag 6 augustus 1808 werd ten overstaan van de Utrechtse notaris Philip Christian Popp de ambachtsheerlijkheid Reijerscop-Creuningen verkocht voor f. 1995-, gulden aan Paulus Wilhelmus Bosch (van Drakestein) (handtekening oa ook van verkoper en notaris Popp). Bron: Het Utrechts Archief, 34-4, U303a022, 06-08-1808, 140-146. Op zaterdag 6 augustus 1808 werd ten overstaan van de Utrechtse notaris Philip Christian Popp de ambachtsheerlijkheid Reijerscop-Creuningen verkocht voor f. 1995-, gulden aan Paulus Wilhelmus Bosch (van Drakestein) (handtekening oa ook van verkoper en notaris Popp). Bron: Het Utrechts Archief, 34-4, U303a022, 06-08-1808, 140-146.



Het laatste gerecht behoorde tot de proosdij van Sint Pieter te Utrecht en werd daarom ook wel aangeduid als Reijerscop-Sint Pieter. Het oostelijk deel van de ontginning kwam in 1812 bij de gemeente Veldhuizen en het westelijk gedeelte bij de gemeente Harmelen. De gemeente Veldhuizen werd in 1954 deel van de nieuw gevormde gemeente Vleuten-De Meern.

In 2001 werd Vleuten-De Meern bij de gemeente Utrecht gevoegd, en de gemeente Harmelen bij Woerden.

Het wapen van de heerlijkheid was een (sprekende) reiger. 

Bron: Wikipedia Reijerscop.


  

Hofstede 'de Heezer Eng', later

hofstede De Kleine Paltz te Soest

Bosch en heide grond van hofstede De Kleine Paltz, eerder genaamd 'de Heezer Eng' te Soest, Bosch en Duin en Den Dolder aangekocht door Paulus Wilhelmus Bosch van Drakestein op 10 augustus 1809 voor f. 1.025 gulden. Gronden in geel gearceerd hofstede De Kleine Paltz in 1832. Bron: HISGIS Utrecht. Bosch en heide grond van hofstede De Kleine Paltz, eerder genaamd 'de Heezer Eng' te Soest, Bosch en Duin en Den Dolder aangekocht door Paulus Wilhelmus Bosch van Drakestein op 10 augustus 1809 voor f. 1.025 gulden. Gronden in geel gearceerd hofstede De Kleine Paltz in 1832. Bron: HISGIS Utrecht.


Boerderij De Paltz aan de Heezerspoor Westzijde 4 te Soest. Hier stond van oorsprong een andere boerderij die vele decennia van familie Bosch van Drakestein is geweest. Eerder verhuurd door Paul Bosch en later door zijn zoon Karel Bosch van Drakestein. Gronden rondom de boerderij behoorden bij het Landgoed De Paltz. Op 19de eeuwse kaarten staat het gebied beschreven als De Kleine Paltz. Karel had alle gronden in de gemeenten Soest en Zeist in bezit na het overlijden van vader Paul in april 1834. Foto: Wikipedia Atsje - Eigen werk. Boerderij De Paltz aan de Heezerspoor Westzijde 4 te Soest. Hier stond van oorsprong een andere boerderij die vele decennia van familie Bosch van Drakestein is geweest. Eerder verhuurd door Paul Bosch en later door zijn zoon Karel Bosch van Drakestein. Gronden rondom de boerderij behoorden bij het Landgoed De Paltz. Op 19de eeuwse kaarten staat het gebied beschreven als De Kleine Paltz. Karel had alle gronden in de gemeenten Soest en Zeist in bezit na het overlijden van vader Paul in april 1834. Foto: Wikipedia Atsje - Eigen werk.


Verkoopadvertentie van de heidegrond de Heezer Eng. Op zaterdag 11 augustus 1809 kocht Paulus Willem Bosch ten overstaan van de Amersfoortse notaris Gerard van Kleef het heidegebied de Heezer Eng aan te Soest aan van Pieter Rademaker. Bron: Delpher.nl. Verkoopadvertentie van de heidegrond de Heezer Eng. Op zaterdag 11 augustus 1809 kocht Paulus Willem Bosch ten overstaan van de Amersfoortse notaris Gerard van Kleef het heidegebied de Heezer Eng aan te Soest aan van Pieter Rademaker. Bron: Delpher.nl.



Op zaterdag 11 augustus 1809 kocht Paulus Willem Bosch ten overstaan van de Amersfoortse notaris Gerard van Kleef het heidegebied de Heezer Eng aan te Soest aan van Pieter Rademaker.


Op donderdag 10 augustus 1809 kocht Paulus Willem Bosch van Drakestein hofstede of het heidegebied van de Heezer Eng te Soest aan van Pieter Rademakers die zijn schulden niet meer kon voldoen. En vandaar dat hij zijn hofstede moest verkopen. Paul kocht het heidegebied van De Heezereng voor f. 1.025, - gulden aangekocht. Koop vond plaats ten overstaan van de Amersfoortse notaris Gerardus van Kleef. Bron: Archief Eemland, 0083, AT054a001. Op donderdag 10 augustus 1809 kocht Paulus Willem Bosch van Drakestein hofstede of het heidegebied van de Heezer Eng te Soest aan van Pieter Rademakers die zijn schulden niet meer kon voldoen. En vandaar dat hij zijn hofstede moest verkopen. Paul kocht het heidegebied van De Heezereng voor f. 1.025, - gulden aangekocht. Koop vond plaats ten overstaan van de Amersfoortse notaris Gerardus van Kleef. Bron: Archief Eemland, 0083, AT054a001.


Op donderdag 10 augustus 1809 kocht Paulus Willem Bosch van Drakestein hofstede of het heidegebied van de Heezer Eng te Soest aan van Pieter Rademakers die zijn schulden niet meer kon voldoen. En vandaar dat hij zijn hofstede moest verkopen. Paul kocht het heidegebied van De Heezereng voor f. 1.025, - gulden aangekocht. Koop vond plaats ten overstaan van de Amersfoortse notaris Gerardus van Kleef. Bovenaan de handtekening van Paulus Willem Bosch van Drakestein. Een van de eerste keren dat onze stichting bekend is dat Paul met 'Bosch van Drakestein' tekende. Voordat hij zijn achternaam bij de invoering van de burgerlijke stand begin 1811 officiële zou gaan gebruiken. Bron: Archief Eemland, 0083, AT054a001. Op donderdag 10 augustus 1809 kocht Paulus Willem Bosch van Drakestein hofstede of het heidegebied van de Heezer Eng te Soest aan van Pieter Rademakers die zijn schulden niet meer kon voldoen. En vandaar dat hij zijn hofstede moest verkopen. Paul kocht het heidegebied van De Heezereng voor f. 1.025, - gulden aangekocht. Koop vond plaats ten overstaan van de Amersfoortse notaris Gerardus van Kleef. Bovenaan de handtekening van Paulus Willem Bosch van Drakestein. Een van de eerste keren dat onze stichting bekend is dat Paul met 'Bosch van Drakestein' tekende. Voordat hij zijn achternaam bij de invoering van de burgerlijke stand begin 1811 officiële zou gaan gebruiken. Bron: Archief Eemland, 0083, AT054a001.



De Paltz is een buitenplaats met landgoed en natuurgebied van 77 hectare op de 'Soester berg' tussen Soesterberg en Soestduinen in de gemeente Soest in de provincie Utrecht. Het gebied wordt begrensd door de Van Weerden Poelmanweg, Soester Hoogt, de Verlengde Paltzerweg, De Paltzerweg en het Heezerspoor w.z.

Het gebied bestaat uit een parkgedeelte en het gebied van de oude zandafgraving. In het parkgedeelte zijn lanen, een koetshuis, een waterval en een gastenverblijf. De berceaus uit de 19e eeuw zijn bewaard gebleven. De oude productiebossen zijn vervangen door diverse bomen en struiken. De vroegere zandafgraving is weer volledig begroeid.


Kaart van tiendplichtige percelen te Laaghees, langs de Pijnenburger grift, te Hooghees, en te Zeist, door B. de Roij uit 1698. Bron: Het Utrechts Archief, 85-1, 73. Kaart van tiendplichtige percelen te Laaghees, langs de Pijnenburger grift, te Hooghees, en te Zeist, door B. de Roij uit 1698. Bron: Het Utrechts Archief, 85-1, 73.



De naam komt van Duitse dagloners uit de Palts in Duitsland die hier kwamen wonen nadat ze waren gedeserteerd uit het leger van Frederik de Grote. Hun huizen stonden op de plek van het huidige landhuis. Het gebied heette toen nog Hoog Hees (Laag Hees lag bij de Wieksloterweg in Soest).

Op 18 december 1823 kocht Andries de Wilde voor f. 24.800-, het landgoed Pijnenburg, waartoe ook enkele delen van het gebied De Paltz in Soesterberg behoorden. Van de Zeister burgemeester F.N. van Bern kocht De Wilde op 11 november 1836 nog een aantal stukken grond in het gebied. Hij liet op 15 juni 1860 zijn landgoed by opbod verkopen. Zelf ging hij wonen op het zuidelijke deel van Pijnenburg. Het gedeelte ten noorden van de Biltseweg werd gekocht door mr.Herman Albrecht Insinger en de goederen van De Paltz werden gekocht voor f. 8.950 door de burgemeester van Breukelen, Jacob Philip Albert Leonard Ram.

Deze liet in 1867 een herenhuis, tuinmanswoning, stal en koetshuis bouwen. De bestaande boerderij werd na een brand in 1861 herbouwd. Daarna volgde in 1863 de bouw van drie arbeiderswoningen aan het Heezerspoor. In 1867 werden het herenhuis en het koetshuis voltooid en werd begonnen met de aanleg van het park naar een ontwerp van tuinarchitect en boomkweker Hendrik Copijn.

Nadat jhr. Ram onder curatele was gesteld, werd het landgoed op 5 juli 1872 bij opbod verkocht. Het werd voor ƒ 25.000 eigendom van Louis Rutgers van Rozenburg, assuradeur te Amsterdam. Hij gebruikte het eerst als buitenhuis. In 1860 werd het zijn vaste verblijfplaats. Hij liet het landgoed in 1876 opnieuw aanleggen door tuinarchitect Leonard Springer. Na de dood van Louis Rutgers van Rozenburg in 1908 vestigde diens oudste zoon David Louis zich op het landgoed.

Na zijn verhuizing in 1922 naar Utrecht werd het landgoed verkocht aan de gebroeders Van der Krol. Deze houthandelaren, die het landgoed nooit hebben bewoond, kapten grote stukken bos en vervingen het door productiebos voor de mijnbouw in Zuid-Limburg. In de 20ste eeuw werden delen van het landgoed gebruikt voor zandafgraving. Ook werd er 70 hectare verkocht aan de Nederlandse Staat voor defensiedoeleinden.

In 1984 werd het landgoed gekocht door E.S. Raatjes, waarna hij het koetshuis liet restaureren. Onder het koetshuis werd een extra kelder gegraven, vanwaaruit alle elektriciteit op het landgoed kon worden bediend. Na de voltooiing vestigde Raatjes zich in 1989 in het koetshuis. De omgeving werd aangeplant met bomen vanuit de hele wereld. In 1998 liet Raatjes het herdershuis bouwen. Onder de zeven meter hoge waterval bevindt zich een vleermuisgrot. Ook kwam er een faunahuis, een dassenburcht en werden vele nestkasten opgehangen.


Kadasterkaart met in geel gearceerd de gronden van Paulus Willem Bosch van Drakestein met links in geel de heidegrond van de Heezer Eng. Aangekocht op donderdag 10 augustus 1809 te Amersfoort ten overstaan van notaris Gerard van Kleef. Bron: HISGIS Utrecht. Kadasterkaart met in geel gearceerd de gronden van Paulus Willem Bosch van Drakestein met links in geel de heidegrond van de Heezer Eng. Aangekocht op donderdag 10 augustus 1809 te Amersfoort ten overstaan van notaris Gerard van Kleef. Bron: HISGIS Utrecht.



In de Middeleeuwen heette dit grondgebied "de Eng fan Hees" en werd ook "Grote Eng" en "Hoog Hees" genoemd. Het witgepleisterde gebouw heeft een veranda, een symmetrische voorgevel en is gebouwd in Frans-eclectische stijl. De voorgevel en de portiek hebben pilaren. Het huis heeft vier verdiepingen: een kelder, een begane grond, een verdieping en een zolder met schilddak. De aanleg van de tuin gaat deels terug op de 15e-eeuwse ontginning tot bouwland.

Na 1872 werden enkele stukken grond toegevoegd aan het landgoed en werd het bestaande beukendoolhof opnieuw beplant door tuinarchitect Leonard Springer. In het midden van het doolhof stond een folly in de vorm van een kluizenaarsgrot. Rutgers van Rozenburg liet dit aanleggen voor gasten en zijn vier dochters. De villa wordt sinds eind 2013 gebruikt als kantoor en galerie.


Kaart van zes percelen land aan de Pijnenburgsche grift in ca. 1660. Bron: Het Utrechts Archief, TA, catalogusnummer: 2204. Kaart van zes percelen land aan de Pijnenburgsche grift in ca. 1660. Bron: Het Utrechts Archief, TA, catalogusnummer: 2204.



Op dinsdag 10 juli 1883 kocht Louis Rutgers van Rozenburg ten overstaan van de Amersfoortse notaris Hermanus Pen de hofstede 'De Kleine Paltz'. Van Fredericus Fransciscus Steenberghe, Leopoldina Antoinetta, douairière van Charles Theodoor Johannes Bosch van Drakestein - de gemeente Soest, aan voor een bedrag van. f. 18.000 gulden.

Hofstede De Kleine Paltz werd hierbij het landgoed De Paltz gevoegd.

Familie Bosch van Drakestein heeft aan het begin van de negentiende eeuw de hofstede die eerder 'de Heezer Eng' heette de naam gewijzigd in hofstede 'De Kleine Paltz'.

Bron: Het Utrechts Archief, 1294, 6750, 250 31.


Op dinsdag 10 juli 1883 vond ten overstaan van de Baarnse notaris Hermanus Pen de verkoop plaats van de hofstede 'de Heezer Eng' door Henri Maximiliaan Steengerghe en zijn familie aan jhr. Louis Rutgers van Rozenburg met een waarde van f. 18.000-, gulden. Begin beschrijving van akte. Bron: Archief Eemland, 0443 462, aktenummer: 8944. Op dinsdag 10 juli 1883 vond ten overstaan van de Baarnse notaris Hermanus Pen de verkoop plaats van de hofstede 'de Heezer Eng' door Henri Maximiliaan Steengerghe en zijn familie aan jhr. Louis Rutgers van Rozenburg met een waarde van f. 18.000-, gulden. Begin beschrijving van akte. Bron: Archief Eemland, 0443 462, aktenummer: 8944.


Op dinsdag 10 juli 1883 vond ten overstaan van de Baarnse notaris Hermanus Pen de verkoop plaats van de hofstede 'de Heezer Eng' door Henri Maximiliaan Steengerghe en zijn familie aan jhr. Louis Rutgers van Rozenburg met een waarde van f. 18.000-, gulden. Beschrijving van goederen. Bron: Archief Eemland, 0443 462, aktenummer: 8944. Op dinsdag 10 juli 1883 vond ten overstaan van de Baarnse notaris Hermanus Pen de verkoop plaats van de hofstede 'de Heezer Eng' door Henri Maximiliaan Steengerghe en zijn familie aan jhr. Louis Rutgers van Rozenburg met een waarde van f. 18.000-, gulden. Beschrijving van goederen. Bron: Archief Eemland, 0443 462, aktenummer: 8944.


Op dinsdag 10 juli 1883 vond ten overstaan van de Baarnse notaris Hermanus Pen de verkoop plaats van de hofstede 'de Heezer Eng' door Henri Maximiliaan Steengerghe en zijn familie aan jhr. Louis Rutgers van Rozenburg met een waarde van f. 18.000-, gulden. Handtekening familieleden Steenberghe en con.. Bron: Archief Eemland, 0443 462, aktenummer: 8944. Op dinsdag 10 juli 1883 vond ten overstaan van de Baarnse notaris Hermanus Pen de verkoop plaats van de hofstede 'de Heezer Eng' door Henri Maximiliaan Steengerghe en zijn familie aan jhr. Louis Rutgers van Rozenburg met een waarde van f. 18.000-, gulden. Handtekening familieleden Steenberghe en con.. Bron: Archief Eemland, 0443 462, aktenummer: 8944.


Op dinsdag 10 juli 1883 vond ten overstaan van de Baarnse notaris Hermanus Pen de verkoop plaats van de hofstede 'de Heezer Eng' door Henri Maximiliaan Steengerghe en zijn familie aan jhr. Louis Rutgers van Rozenburg met een waarde van f. 18.000-, gulden. Handtekening jhr. Louis Rutgers van Rozenburg. Bron: Archief Eemland, 0443 462, aktenummer: 8944. Op dinsdag 10 juli 1883 vond ten overstaan van de Baarnse notaris Hermanus Pen de verkoop plaats van de hofstede 'de Heezer Eng' door Henri Maximiliaan Steengerghe en zijn familie aan jhr. Louis Rutgers van Rozenburg met een waarde van f. 18.000-, gulden. Handtekening jhr. Louis Rutgers van Rozenburg. Bron: Archief Eemland, 0443 462, aktenummer: 8944.


Kadastrale minuutplan, gemeente Soest, sectie in in 1832. Ingetekend hofstede de Heezer Eng, later De Kleine Paltz. Bron: RCE te Amersfoort. Kadastrale minuutplan, gemeente Soest, sectie in in 1832. Ingetekend hofstede de Heezer Eng, later De Kleine Paltz. Bron: RCE te Amersfoort.


Kadastrale hulpkaart gemeente Soest in 1880 met de grenswijzigingen op het terrein van hofstede Heezer Eng of de Kleine Paltz in 1880. Bron: Kadasterarchiefviewer 1832-1987. Kadastrale hulpkaart gemeente Soest in 1880 met de grenswijzigingen op het terrein van hofstede Heezer Eng of de Kleine Paltz in 1880. Bron: Kadasterarchiefviewer 1832-1987.


   

Hofsteden, landgoederen en landerijen in Utrecht Zuidoost, Houten en Bunnik

Fragment van een document van de intendant van koning Lodewijk Napoleon met verkoopvoorwaarden in 1810 aan jhr. Wickevoort Crommelin van beide landgoederen Nieuw-Amelisweerd en Oud-Amelisweerd. Bron: Regionaal Archief Zuid-Utrecht (RAZU), 217, 3. Fragment van een document van de intendant van koning Lodewijk Napoleon met verkoopvoorwaarden in 1810 aan jhr. Wickevoort Crommelin van beide landgoederen Nieuw-Amelisweerd en Oud-Amelisweerd. Bron: Regionaal Archief Zuid-Utrecht (RAZU), 217, 3.



Op zaterdag 24 augustus 1811 kocht Paulus Wilhelmus Bosch van Drakestein de landgoederen Nieuw- en Oud-Amelisweerd ten overstaan van notaris Van Ommeren te Utrecht. Waarna Paulus Wilhelmus  Bosch van Drakestein zich ook heer van Nieuw-Amelisweerd en Oud-Amelisweerd mocht noemen.


Kaart waarop de landerijen van Paulus staan ingetekend op 1 oktober 1832 bij de invoering van het kadaster. Met daarbij het vast- en onroerend goed van landgoed Nieuw- en Oud-Amelisweerd die Paulus Wilhelmus Bosch van Drakestein aankocht op 24 augustus 1811. Andere aangekochte landerijen staan er ook bij. Kaart waarop de landerijen van Paulus staan ingetekend op 1 oktober 1832 bij de invoering van het kadaster. Met daarbij het vast- en onroerend goed van landgoed Nieuw- en Oud-Amelisweerd die Paulus Wilhelmus Bosch van Drakestein aankocht op 24 augustus 1811. Andere aangekochte landerijen staan er ook bij.


Fragment van een van de documenten uit de verkoop van de landgoederen Oud-Amelisweerd en Nieuw-Amelisweerd in 1810 door de intendant van koning Lodewijk Napoleon (Van Rooijen) aan jhr. Wickevoort Crommelin. Bron: Regionaal Archief Zuid-Utrecht (RAZU), 217, 3. Fragment van een van de documenten uit de verkoop van de landgoederen Oud-Amelisweerd en Nieuw-Amelisweerd in 1810 door de intendant van koning Lodewijk Napoleon (Van Rooijen) aan jhr. Wickevoort Crommelin. Bron: Regionaal Archief Zuid-Utrecht (RAZU), 217, 3.


Luchtfoto van de landgoederen Nieuw-Amelisweerd (l) en Oud-Amelisweerd (r) tussen Utrecht en Bunnik, uit het zuidoosten op vrijdag 19 oktober 2012. Bron: Het Utrechts Archief, catalogusnummer: 849883. Luchtfoto van de landgoederen Nieuw-Amelisweerd (l) en Oud-Amelisweerd (r) tussen Utrecht en Bunnik, uit het zuidoosten op vrijdag 19 oktober 2012. Bron: Het Utrechts Archief, catalogusnummer: 849883.


Gezicht op het huis Oud Amelisweerd tussen Utrecht en Bunnik, met links het botenhuis en rechts de toegangsbrug over de Kromme Rijn tussen 1810 en 1830. Vervaardigd door: J.L. Jonxis. Bron: Het Utrecht Utrechts Archief: catalogusnummer: 201059. Gezicht op het huis Oud Amelisweerd tussen Utrecht en Bunnik, met links het botenhuis en rechts de toegangsbrug over de Kromme Rijn tussen 1810 en 1830. Vervaardigd door: J.L. Jonxis. Bron: Het Utrecht Utrechts Archief: catalogusnummer: 201059.


Gezicht op het huis Nieuw-Amelisweerd (Koningslaan 1) te Bunnik in mei - juni 1997. Naar een foto van Victor Lansink. Bron: Het Utrechts Archief, catalogusnummer: 852461. Gezicht op het huis Nieuw-Amelisweerd (Koningslaan 1) te Bunnik in mei - juni 1997. Naar een foto van Victor Lansink. Bron: Het Utrechts Archief, catalogusnummer: 852461.


Gezicht op het huis Nieuw-Amelisweerd (Koningslaan 1) te Bunnik in mei - juni 1997. Naar een foto van Victor Lansink. Bron: Het Utrechts Archief, catalogusnummer: 852458. Gezicht op het huis Nieuw-Amelisweerd (Koningslaan 1) te Bunnik in mei - juni 1997. Naar een foto van Victor Lansink. Bron: Het Utrechts Archief, catalogusnummer: 852458.



Huis aan het Janskerkhof 17 en 17A (1812-1840) (gem. Utrecht)

Het huis aan het Janskerkhof 17 en 17a te Utrecht wat Paulus Bosch van Drakestein op dinsdag 15 februari 1820 voor ƒ. 25.000,- aankocht van de familie Leijsius. Beeld uit 1886 kort voor de afbraak. Bron: HUA. Het huis aan het Janskerkhof 17 en 17a te Utrecht wat Paulus Bosch van Drakestein op dinsdag 15 februari 1820 voor ƒ. 25.000,- aankocht van de familie Leijsius. Beeld uit 1886 kort voor de afbraak. Bron: HUA.



In het najaar van 1811 kwam het gezin Bosch in het huis  Janskerkhof 17 en 17a te wonen. (<1890 H. 593)

Het huis was eerder van Willem Arnoud Leyssius (1769-1796), hij huwde in 1790 met Frederica Geertruida van Westrenen van Themaat (1773-1845). Willem kwam in 1796 om het leven na een duel in Oudwijk. De erfgename zijn daarna 15 jaar verwikkeld in diverse rechtszaken.


Interieur van het oude claustrale huis van St. Jan aan het Janskerkhof 17 in het jaar 1791 toen dhr. Leyssius het van dhr. Van Ewijck aankocht. Bron: onbekend. Interieur van het oude claustrale huis van St. Jan aan het Janskerkhof 17 in het jaar 1791 toen dhr. Leyssius het van dhr. Van Ewijck aankocht. Bron: onbekend.



In oktober 1811 logeerde Prins van Neufchatel (Louis Alexandre Berthier) op het Janskerkhof 17. Louis maakte onderdeel uit van het gevolg van het bezoek van keizer Napoleon die in die dagen Utrecht bezocht. Al het koninklijke personeel werd ondergebracht in diverse huizen in de stad. 

Tussen 1796 en 1812 woonde Petrus Leonardus van Heilmann van Stoutenburg in het huis.

Hij huurde het huis ruim 15 lang van familie Leyssius - Van Westrenen.

Bron: Huizenaanhetjanskerkhof.nl Janskerkhof 17 en 17a.

Uit nader archiefonderzoek en met medewerking en ontdekking van Thomas Sukking uit Soesterberg. Hebben we weten vast te stellen dat Paul Bosch van Drakestein in het najaar van 1811 het huis aan het Janskerkhof 17 heeft betrokken met zijn gezin. Hij zou het huis nog 9 jaar huren van de familie Leijsius.

Waarop dinsdag 15 februari van het jaar 1820 ten overstaande van de Utrechtse notaris Hendrik van Ommeren, het huis aan het Janskerkhof nr. 17, genummers wijk H, nr. 593 werd verkocht door Pieter Hendrik Leijsius, rentenier, wonende te Utrecht op de Nieuwegracht aab de Runnebaan en waarbij de heer Cornelis Adriaan Mollerus, van beroep griffier van het Hoog Miliatire Gerechtshof, wonende binnen binnen deze stad. Met de in laatst genoemde naam als gesubstitueerde gemachtigde van de heer Nicloaas Willem Molleus, rentenier, woonachtig in Marseille, genoemd als verkoper en de aankopende partij Mr. Paulus Willem Bosch van Drakestein

'Een huizinge, erve en grond met zijn kelders enkluizen, tuin, stallinge en koetshuis, staande en gelegen binnen Utrecht aan de noordzijde Wijk H. No. 593,- Mhet eene kleine Huizinge gelegen naast de stallinge van eerst gemelde a Huizinge aan de Voorstraat wijk H. No. 522,- voor de somme van ƒ. 25.000,-'.

Bron: HUA, 34-4, 3248, aktenummer: 3030.

De heer Paul Bosch zou tot aan zijn overlijden in april 1834 hier wonen. Na het overlijden van Paul bleef zijn oudste zoon Willem met Henriëtte er nog enige jaren wonen, totdat ook Henriëtte overleed eind 1839. Hierna kwam het huis Janskerkhof 17 en 17a toe aan zijn dochter Elizabeth. Zij was met haar neef Jan Willem Hendrik Bosch gehuwd.


Frament uit het repertoire van notaris Hendrik van Ommeren te Utrecht waarbij de familie Leijsius het huis aan het Janskerkhof 17 op dinsdag 15 februari 1820 verkocht aan Paulus Willem Bosch van Drakestein voor ƒ. 25.000,-. Bron: HUA, 34-4. Frament uit het repertoire van notaris Hendrik van Ommeren te Utrecht waarbij de familie Leijsius het huis aan het Janskerkhof 17 op dinsdag 15 februari 1820 verkocht aan Paulus Willem Bosch van Drakestein voor ƒ. 25.000,-. Bron: HUA, 34-4.


Portret van Pieter Frederik Leyssius (1793-1846) (mede) eigeaar van het huis Janskerkhof nr. 17. tussen 1812 en 1820. bron: geni.com. Portret van Pieter Frederik Leyssius (1793-1846) (mede) eigeaar van het huis Janskerkhof nr. 17. tussen 1812 en 1820. bron: geni.com.


Fragment uit de boedelscheiding van jkvr. Elisabeth Cornelia Petronella Bosch van Drakestein (1809-1883), weduwe van Jan Willem Hendrik Bosch (1799-1851) uit 1884 ten overstaan van de Utrechtse notaris Jan van Hengelaar waarbij het huis aan het Janskerkhof 17 (H593) ter waarde van f. 56.000-, Nederlandse guldens met het huis aan de Voorstraat 63 werd nagelaten aan dochter jkvr. Henriette Paulina Wilhelmina Bosch (dochter) (1). Bron: Het Utrechts Archief, 34-4, 2584, aktenummer: 2277. Fragment uit de boedelscheiding van jkvr. Elisabeth Cornelia Petronella Bosch van Drakestein (1809-1883), weduwe van Jan Willem Hendrik Bosch (1799-1851) uit 1884 ten overstaan van de Utrechtse notaris Jan van Hengelaar waarbij het huis aan het Janskerkhof 17 (H593) ter waarde van f. 56.000-, Nederlandse guldens met het huis aan de Voorstraat 63 werd nagelaten aan dochter jkvr. Henriette Paulina Wilhelmina Bosch (dochter) (1). Bron: Het Utrechts Archief, 34-4, 2584, aktenummer: 2277.


Fragment uit de boedelscheiding van jkvr. Elisabeth Cornelia Petronella Bosch van Drakestein (1809-1883), weduwe van Jan Willem Hendrik Bosch (1799-1851) uit 1884 ten overstaan van de Utrechtse notaris Jan van Hengelaar waarbij het huis aan het Janskerkhof 17 (H593) ter waarde van f. 56.000-, Nederlandse guldens met het huis aan de Voorstraat 63 werd nagelaten aan dochter jkvr. Henriette Paulina Wilhelmina Bosch (dochter) (2). Bron: Het Utrechts Archief, 34-4, 2584, aktenummer: 2277. Fragment uit de boedelscheiding van jkvr. Elisabeth Cornelia Petronella Bosch van Drakestein (1809-1883), weduwe van Jan Willem Hendrik Bosch (1799-1851) uit 1884 ten overstaan van de Utrechtse notaris Jan van Hengelaar waarbij het huis aan het Janskerkhof 17 (H593) ter waarde van f. 56.000-, Nederlandse guldens met het huis aan de Voorstraat 63 werd nagelaten aan dochter jkvr. Henriette Paulina Wilhelmina Bosch (dochter) (2). Bron: Het Utrechts Archief, 34-4, 2584, aktenummer: 2277.


Fragment uit de boedelscheiding van jkvr. Elisabeth Cornelia Petronella Bosch van Drakestein (1809-1883), weduwe van Jan Willem Hendrik Bosch (1799-1851) uit 1884 ten overstaan van de Utrechtse notaris Jan van Hengelaar waarbij het huis aan het Janskerkhof 17 (H593) ter waarde van f. 56.000-, Nederlandse guldens met het huis aan de Voorstraat 63 werd nagelaten aan dochter jkvr. Henriette Paulina Wilhelmina Bosch (dochter) (3). Bron: Het Utrechts Archief, 34-4, 2584, aktenummer: 2277. Fragment uit de boedelscheiding van jkvr. Elisabeth Cornelia Petronella Bosch van Drakestein (1809-1883), weduwe van Jan Willem Hendrik Bosch (1799-1851) uit 1884 ten overstaan van de Utrechtse notaris Jan van Hengelaar waarbij het huis aan het Janskerkhof 17 (H593) ter waarde van f. 56.000-, Nederlandse guldens met het huis aan de Voorstraat 63 werd nagelaten aan dochter jkvr. Henriette Paulina Wilhelmina Bosch (dochter) (3). Bron: Het Utrechts Archief, 34-4, 2584, aktenummer: 2277.


    

Op zaterdag 29 augustus 1885 vond ten overstaan van de Utrechtse notaris Jan van Hengelaar de verkoop plaats van het huis Janskerkhof 17 (wijk H nr. 593). Henrietta Paulina Wilhelmina Bosch (dochter van Jan Willem Hendrik Bosch en Elisabeth Bosch van Drakestein). Verkocht voor f. 21.200 gulden het huis aan de Utrechtse timmerman Henny Adolf Douson en zijn echtgenote Hendrika Elisabeth Kerkhoff. Bron: Het Utrechts Archief, 1294 5446 (446), 1885 sept. 9-1885 nov. 18 446 52 en 34-4 2586. Op zaterdag 29 augustus 1885 vond ten overstaan van de Utrechtse notaris Jan van Hengelaar de verkoop plaats van het huis Janskerkhof 17 (wijk H nr. 593). Henrietta Paulina Wilhelmina Bosch (dochter van Jan Willem Hendrik Bosch en Elisabeth Bosch van Drakestein). Verkocht voor f. 21.200 gulden het huis aan de Utrechtse timmerman Henny Adolf Douson en zijn echtgenote Hendrika Elisabeth Kerkhoff. Bron: Het Utrechts Archief, 1294 5446 (446), 1885 sept. 9-1885 nov. 18 446 52 en 34-4 2586.


Op zaterdag 29 augustus 1885 vond ten overstaan van de Utrechtse notaris Hengelaar de verkoop plaats door jkvr. Henriette Paulina Wilhelmina Bosch van haar ouderlijk huis die haar grootvader Paul Bosch in 1812 kocht van de familie Leyssius - Van Westrenen. Henriette verkocht het huis aan het Janskerkhof 17 wijk H. nr. 593 voor een bedrag van f. 21.200-, gulden. Fragment van machtiging. Bron: Het Utrechts Archief, 34-4, 2586. Op zaterdag 29 augustus 1885 vond ten overstaan van de Utrechtse notaris Hengelaar de verkoop plaats door jkvr. Henriette Paulina Wilhelmina Bosch van haar ouderlijk huis die haar grootvader Paul Bosch in 1812 kocht van de familie Leyssius - Van Westrenen. Henriette verkocht het huis aan het Janskerkhof 17 wijk H. nr. 593 voor een bedrag van f. 21.200-, gulden. Fragment van machtiging. Bron: Het Utrechts Archief, 34-4, 2586.


Op zaterdag 29 augustus 1885 vond ten overstaan van de Utrechtse notaris Hengelaar de verkoop plaats door jkvr. Henriette Paulina Wilhelmina Bosch van haar ouderlijk huis die haar grootvader Paul Bosch in 1812 kocht van de familie Leyssius - Van Westrenen. Henriette verkocht het huis aan het Janskerkhof 17 wijk H. nr. 593 voor een bedrag van f. 21.200-, gulden. Fragment verkoop door Henriette Bosch en bewijs van verkrijging uit de erfenis van moeder Elisabeth Bosch van Drakestein. Bron: Het Utrechts Archief, 34-4, 2586. Op zaterdag 29 augustus 1885 vond ten overstaan van de Utrechtse notaris Hengelaar de verkoop plaats door jkvr. Henriette Paulina Wilhelmina Bosch van haar ouderlijk huis die haar grootvader Paul Bosch in 1812 kocht van de familie Leyssius - Van Westrenen. Henriette verkocht het huis aan het Janskerkhof 17 wijk H. nr. 593 voor een bedrag van f. 21.200-, gulden. Fragment verkoop door Henriette Bosch en bewijs van verkrijging uit de erfenis van moeder Elisabeth Bosch van Drakestein. Bron: Het Utrechts Archief, 34-4, 2586.


Op zaterdag 29 augustus 1885 vond ten overstaan van de Utrechtse notaris Jan van Hengelaar de verkoop plaats van het huis Janskerkhof 17 (wijk H nr. 593). Henrietta Paulina Wilhelmina Bosch (dochter van Jan Willem Hendrik Bosch en Elisabeth Bosch van Drakestein). Verkocht voor f. 21.200 gulden het huis aan de Utrechtse timmerman Henny Adolf Douson en zijn echtgenote Hendrika Elisabeth Kerkhoff. Fragment van beschrijving van verkoop. Bron: Het Utrechts Archief, 1294 5446 (446), 1885 sept. 9-1885 nov. 18 446 52 en 34-4 2586. Op zaterdag 29 augustus 1885 vond ten overstaan van de Utrechtse notaris Jan van Hengelaar de verkoop plaats van het huis Janskerkhof 17 (wijk H nr. 593). Henrietta Paulina Wilhelmina Bosch (dochter van Jan Willem Hendrik Bosch en Elisabeth Bosch van Drakestein). Verkocht voor f. 21.200 gulden het huis aan de Utrechtse timmerman Henny Adolf Douson en zijn echtgenote Hendrika Elisabeth Kerkhoff. Fragment van beschrijving van verkoop. Bron: Het Utrechts Archief, 1294 5446 (446), 1885 sept. 9-1885 nov. 18 446 52 en 34-4 2586.


Op zaterdag 29 augustus 1885 vond ten overstaan van de Utrechtse notaris Jan van Hengelaar de verkoop plaats van het huis Janskerkhof 17 (wijk H nr. 593). Henrietta Paulina Wilhelmina Bosch (dochter van Jan Willem Hendrik Bosch en Elisabeth Bosch van Drakestein). Verkocht voor f. 21.200 gulden het huis aan de Utrechtse timmerman Henny Adolf Douson en zijn echtgenote Hendrika Elisabeth Kerkhoff (1). Bron: Het Utrechts Archief, 1294 5446 (446), 1885 sept. 9-1885 nov. 18 446 52 en 34-4 2586. Op zaterdag 29 augustus 1885 vond ten overstaan van de Utrechtse notaris Jan van Hengelaar de verkoop plaats van het huis Janskerkhof 17 (wijk H nr. 593). Henrietta Paulina Wilhelmina Bosch (dochter van Jan Willem Hendrik Bosch en Elisabeth Bosch van Drakestein). Verkocht voor f. 21.200 gulden het huis aan de Utrechtse timmerman Henny Adolf Douson en zijn echtgenote Hendrika Elisabeth Kerkhoff (1). Bron: Het Utrechts Archief, 1294 5446 (446), 1885 sept. 9-1885 nov. 18 446 52 en 34-4 2586.


Op zaterdag 29 augustus 1885 vond ten overstaan van de Utrechtse notaris Jan van Hengelaar de verkoop plaats van het huis Janskerkhof 17 (wijk H nr. 593). Henrietta Paulina Wilhelmina Bosch (dochter van Jan Willem Hendrik Bosch en Elisabeth Bosch van Drakestein). Verkocht voor f. 21.200 gulden het huis aan de Utrechtse timmerman Henny Adolf Douson en zijn echtgenote Hendrika Elisabeth Kerkhoff (2). Bron: Het Utrechts Archief, 1294 5446 (446), 1885 sept. 9-1885 nov. 18 446 52 en 34-4 2586. Op zaterdag 29 augustus 1885 vond ten overstaan van de Utrechtse notaris Jan van Hengelaar de verkoop plaats van het huis Janskerkhof 17 (wijk H nr. 593). Henrietta Paulina Wilhelmina Bosch (dochter van Jan Willem Hendrik Bosch en Elisabeth Bosch van Drakestein). Verkocht voor f. 21.200 gulden het huis aan de Utrechtse timmerman Henny Adolf Douson en zijn echtgenote Hendrika Elisabeth Kerkhoff (2). Bron: Het Utrechts Archief, 1294 5446 (446), 1885 sept. 9-1885 nov. 18 446 52 en 34-4 2586.


           

Kadasterhulpkaart van het terrein Janskerkhof 17 (Wijk H. Nr. 593) in 1884 (A566) en het achterliggende bijbehorende terrein Voorstraat 63 (Wijk H. Nr. 522) (A572). Beide terreinen werden gesplitst terrein A566 werd A2443 en werd gesplitst met een nieuw perceelnummer A2442. Voorstraat 63 was A572 werd perceel A2441 en tezamen met perceel A2442 verkocht door jkvr. Henriëtta Paulina Wilhelmina Bosch verkocht aan haar achterneef jhr. Willem Eugené Bosch van Oud-Amelisweerd. Henriëtta verkocht haar ouderlijk huis aan Henny Adolf Douson, van beroep timmerman. Bron: Kadasterarchiefviewer 1832-1987. Kadasterhulpkaart van het terrein Janskerkhof 17 (Wijk H. Nr. 593) in 1884 (A566) en het achterliggende bijbehorende terrein Voorstraat 63 (Wijk H. Nr. 522) (A572). Beide terreinen werden gesplitst terrein A566 werd A2443 en werd gesplitst met een nieuw perceelnummer A2442. Voorstraat 63 was A572 werd perceel A2441 en tezamen met perceel A2442 verkocht door jkvr. Henriëtta Paulina Wilhelmina Bosch verkocht aan haar achterneef jhr. Willem Eugené Bosch van Oud-Amelisweerd. Henriëtta verkocht haar ouderlijk huis aan Henny Adolf Douson, van beroep timmerman. Bron: Kadasterarchiefviewer 1832-1987.


 

Op woensdag 11 augustus 1886 vond ten overstaan van de Utrechtse notaris Harmen Wander Artenzen de verkoop plaats van het huis Janskerkhof 17 (wijk H nr. 593) door Hendrika Elisabeth Kerkhoff, weduwe van Henny Adolf Douson verkocht het huis aan de gemeente Utrecht. Gemachtigde voor de Elisabeth was advocaat Lambertus van Lier van het Hof van Utrecht. Voor de gemeente Utrecht was voor de verkoop vertegenwoordigd Willem Richard Boer, burgemeester van de stad Utrecht. Het huis werd verkocht voor. f. 24.000-, gulden. Kort na de verkoop zou het huis worden afgebroken voor de bouw van een school (1). Bron: Het Utrechts Archief, 1294 5455 (455), 1886 aug. 13-1886 okt. 22 455 17 en 34-4, 3889 1886 mei-1886 sep. 11-08-1886. Op woensdag 11 augustus 1886 vond ten overstaan van de Utrechtse notaris Harmen Wander Artenzen de verkoop plaats van het huis Janskerkhof 17 (wijk H nr. 593) door Hendrika Elisabeth Kerkhoff, weduwe van Henny Adolf Douson verkocht het huis aan de gemeente Utrecht. Gemachtigde voor de Elisabeth was advocaat Lambertus van Lier van het Hof van Utrecht. Voor de gemeente Utrecht was voor de verkoop vertegenwoordigd Willem Richard Boer, burgemeester van de stad Utrecht. Het huis werd verkocht voor. f. 24.000-, gulden. Kort na de verkoop zou het huis worden afgebroken voor de bouw van een school (1). Bron: Het Utrechts Archief, 1294 5455 (455), 1886 aug. 13-1886 okt. 22 455 17 en 34-4, 3889 1886 mei-1886 sep. 11-08-1886.


Op woensdag 11 augustus 1886 vond ten overstaan van de Utrechtse notaris Harmen Wander Artenzen de verkoop plaats van het huis Janskerkhof 17 (wijk H nr. 593) door Hendrika Elisabeth Kerkhoff, weduwe van Henny Adolf Douson verkocht het huis aan de gemeente Utrecht. Gemachtigde voor de Elisabeth was advocaat Lambertus van Lier van het Hof van Utrecht. Voor de gemeente Utrecht was voor de verkoop vertegenwoordigd Willem Richard Boer, burgemeester van de stad Utrecht. Het huis werd verkocht voor. f. 24.000-, gulden. Kort na de verkoop zou het huis worden afgebroken voor de bouw van een school (2). Bron: Het Utrechts Archief, 1294 5455 (455), 1886 aug. 13-1886 okt. 22 455 17 en 34-4, 3889 1886 mei-1886 sep. 11-08-1886. Op woensdag 11 augustus 1886 vond ten overstaan van de Utrechtse notaris Harmen Wander Artenzen de verkoop plaats van het huis Janskerkhof 17 (wijk H nr. 593) door Hendrika Elisabeth Kerkhoff, weduwe van Henny Adolf Douson verkocht het huis aan de gemeente Utrecht. Gemachtigde voor de Elisabeth was advocaat Lambertus van Lier van het Hof van Utrecht. Voor de gemeente Utrecht was voor de verkoop vertegenwoordigd Willem Richard Boer, burgemeester van de stad Utrecht. Het huis werd verkocht voor. f. 24.000-, gulden. Kort na de verkoop zou het huis worden afgebroken voor de bouw van een school (2). Bron: Het Utrechts Archief, 1294 5455 (455), 1886 aug. 13-1886 okt. 22 455 17 en 34-4, 3889 1886 mei-1886 sep. 11-08-1886.


Op woensdag 11 augustus 1886 vond ten overstaan van de Utrechtse notaris Harmen Wander Artenzen de verkoop plaats van het huis Janskerkhof 17 (wijk H nr. 593) door Hendrika Elisabeth Kerkhoff, weduwe van Henny Adolf Douson verkocht het huis aan de gemeente Utrecht. Gemachtigde voor de Elisabeth was advocaat Lambertus van Lier van het Hof van Utrecht. Voor de gemeente Utrecht was voor de verkoop vertegenwoordigd Willem Richard Boer, burgemeester van de stad Utrecht. Het huis werd verkocht voor. f. 24.000-, gulden. Kort na de verkoop zou het huis worden afgebroken voor de bouw van een school (3). Fragment van Raadsbesluit van de gemeente Utrecht. Bron: Het Utrechts Archief, 34-4. Op woensdag 11 augustus 1886 vond ten overstaan van de Utrechtse notaris Harmen Wander Artenzen de verkoop plaats van het huis Janskerkhof 17 (wijk H nr. 593) door Hendrika Elisabeth Kerkhoff, weduwe van Henny Adolf Douson verkocht het huis aan de gemeente Utrecht. Gemachtigde voor de Elisabeth was advocaat Lambertus van Lier van het Hof van Utrecht. Voor de gemeente Utrecht was voor de verkoop vertegenwoordigd Willem Richard Boer, burgemeester van de stad Utrecht. Het huis werd verkocht voor. f. 24.000-, gulden. Kort na de verkoop zou het huis worden afgebroken voor de bouw van een school (3). Fragment van Raadsbesluit van de gemeente Utrecht. Bron: Het Utrechts Archief, 34-4.


  

Huis aan de Voorstraat 63 en 65 (gem. Utrecht)


Onderzoek en tekst Huizenaanhetjanskerkhof.nl.


   

Gezicht op de voorgevel van het pand Voorstraat 63 te Utrecht in 1958. Bron: Het Utrechts Archief, catalogusnummer: 72653. Gezicht op de voorgevel van het pand Voorstraat 63 te Utrecht in 1958. Bron: Het Utrechts Archief, catalogusnummer: 72653.



Tot 1884 behoorde dit perceel bij Janskerkhof 17-17a. In de middeleeuwen stonden op het erf grenzend aan de Voorstraat het koetshuis en de stalling van claustraal II. Daarnaast stond een klein huis, ook eigendom van de eigenaar van Janskerkhof 17. Dit huis werd verhuurd.

De meeste claustrale erven van het kapittel van Sint Jan werden al in het begin van de zeventiende eeuw verkaveld en bebouwd met nieuwe huizen. Claustraal erf II bleef echter intact. Pas in 1884 werd de eigendom van de percelen gesplitst. Het koetshuis en de stal werden vervolgens afgebroken ten behoeve van de bouw van een woonhuis.

In de OAT 1832 staat Paulus Willem Bosch van Drakestein als eigenaar van perceel A572 (huis en erf) vermeld.

Splitsing claustraal erf II

Het koetshuis aan de Voorstraat was eigendom van de eigenaar van het voormalige huis Janskerkhof 17. Bij verkoop van het huis Janskerkhof 17 werd het koetshuis steeds mee verkocht. Het perceel Janskerkhof 17-17a is daardoor het enige claustrale erf rond het Janskerkhof dat in de negentiende eeuw nog in handen van één eigenaar was.

Pas in 1884 werd de eigendom van het perceel definitief gesplitst.

Henrietta Paulina Wilhelmina Bosch

Op 7 december 1883 overleed Elisabeth Cornelia Petronella Bosch van Drakestein, de toenmalige eigenaresse en bewoonster van Janskerkhof 17. Na haar overlijden werd het perceel gesplitst. Het perceel aan de Voorstraat kwam in handen van haar dochter Henrietta Paulina Wilhelmina Bosch (1828-1899). (Het perceel Janskerkhof 17 werd door de erfgenamen aan de gemeente Utrecht verkocht. De gemeente Utrecht liet het huis afbreken ten behoeve van de bouw van een school.)

Nieuw woonhuis

Henrietta Paulina Wilhelmina Bosch diende in 1884 een bouwplan in voor een woonhuis op het perceel Voorstraat wijk H no. 522 (HUA, bouwdossier 4270-39-233). Dit woonhuis kwam “ter plaatse van een te amoveeren stal en koetshuis”. Volgens het bevolkingsregister woonde Henrietta Paulina Wilhelmina Bosch vanaf juli 1885 op Voorstraat 522a.

Bij de omnummering van 1890 werden de adressen Voorstraat wijk H no. 522 en 522a gewijzigd in Voorstraat 65 en Voorstraat 63 Utrecht.

Henrietta Paulina Wilhelmina Bosch overleed op 4 augustus 1899, wonende Voorstraat 63 (BS Utrecht 1899 O, aktenr. 1075).


Gezicht in de Voorstraat te Utrecht met de huizen nrs. 63 (rechts)-hoger; links op de achtergrond de voorgevel van het huis Drift 31 in 1953-1957. Naar een foto van G.J.C.A. Smilda. Bron: Het Utrechts Archief, catalogusnummer: 52570. Gezicht in de Voorstraat te Utrecht met de huizen nrs. 63 (rechts)-hoger; links op de achtergrond de voorgevel van het huis Drift 31 in 1953-1957. Naar een foto van G.J.C.A. Smilda. Bron: Het Utrechts Archief, catalogusnummer: 52570.



Willem Eugène Bosch van Oud Amelisweerd

In december 1899 werd een bouwplan ingediend voor de verbouwing van Voorstraat 65 (HUA, bouwdossier 4270-72-419). De indiener was Willem Eugène Bosch van Oud Amelisweerd (1864-1935). Hij was een neef van Henrietta Paulina Wilhelmina Bosch. Willem Eugène Bosch van Oud Amelisweerd woonde toentertijd op Drift 12.

Volgens een aantekening op de bouwtekening was Voorstraat 65 een oud adres van Voorstraat 63. Gelet op de tekening, een smal huis met een raam en een deur, gaat het mogelijk om het kleine huis links van Voorstraat 63 (zie voor volledige foto: HUA, catalogusnr. 52570).


Portret van Willem Eugene Bosch (van Oud-Amelisweerd) 1864-1935. Bron: Nederlands Instituut voor Kunstgeschiedenis, Den Haag. Portret van Willem Eugene Bosch (van Oud-Amelisweerd) 1864-1935. Bron: Nederlands Instituut voor Kunstgeschiedenis, Den Haag.



In het bevolkingsregister 1900-1910 (Wijk 1, deel 17-18) werd Willem Eugène Bosch van Oud Amelisweerd met zijn gezin op 13 april 1900 ingeschreven op Voorstraat 63 Utrecht. Het blad van Voorstraat 65 is leeg. Willem Eugène Bosch van Oud Amelisweerd was notaris. Bosch van Oud Amelisweerd gebruikte Voorstraat 65 als kantoor.

In 1901 was C.F.J. Brands, rapporteur van de VIIe sectie van het Internationale Landbouwcongres, op Voorstraat 65 gevestigd (Het nieuws van den dag: kleine courant, 10-07-1901, p. 10, Delpher). Brands gebruikte Voorstraat 65 vermoedelijk als kantooradres. In het bevolkingsregister komt Brands niet voor op dit adres.


Fragment uit de hypotheek4 akte waarop zaterdag 11 november 1899 de verkoop plaatsvond na het overlijden van jkvr. Henrietta Paulina Wilhelmina Bosch in 1899 waarop Christopher Laurens Zellerhoff commissionairs in effecten, wonende te Utrecht die het huis aan de Voorstraat 63 verkocht aan jhr. Willem Eugene Bosch van Oud-Amelisweerd, notaris wonende te Utrecht voor een verkoopsom van f. 30.000 gulden. Bron: Het Utrechts Archief, 1294. Fragment uit de hypotheek4 akte waarop zaterdag 11 november 1899 de verkoop plaatsvond na het overlijden van jkvr. Henrietta Paulina Wilhelmina Bosch in 1899 waarop Christopher Laurens Zellerhoff commissionairs in effecten, wonende te Utrecht die het huis aan de Voorstraat 63 verkocht aan jhr. Willem Eugene Bosch van Oud-Amelisweerd, notaris wonende te Utrecht voor een verkoopsom van f. 30.000 gulden. Bron: Het Utrechts Archief, 1294.



Coöperatieve Centrale Raiffeisen bank

In 1898 werd in Utrecht de Coöperatieve Centrale Raiffeisen-Bank opgericht. De Coöperatieve Centrale Raiffeisen-Bank diende als overkoepelende organisatie voor de boerenleenbanken die in de negentiende eeuw werden opgericht. Willem Eugène Bosch van Oud Amelisweerd was bestuurslid van de Coöperatieve Centrale Raiffeisen bank. Hij stelde zijn kantoor ter beschikking van de bank.

Nadat Bosch van Oud Amelisweerd was benoemd tot lid van Gedeputeerde Staten, besloot het bestuur van de Raiffeisen-bank om Boothstraat 14 te kopen (De Tijd, 12-01-1907, Delpher; Nieuwsblad van het Noorden, 15-01-1907, Delpher).


Op zaterdag 11 mei 1907 vond de verkoop plaats ten overstaan van de Utrechtse notaris H.J. Besier van het pand aan de Voorstraat 63, jhr. Willem Eugene Bosch van Oud-Amelisweerd verkocht het pand voor f. 42.000-, gulden aan heer Meester Marten Nauta, advocaat en procureur, wonende te Utrecht. Bron: Het Utrechts Archief, 830, 256. Op zaterdag 11 mei 1907 vond de verkoop plaats ten overstaan van de Utrechtse notaris H.J. Besier van het pand aan de Voorstraat 63, jhr. Willem Eugene Bosch van Oud-Amelisweerd verkocht het pand voor f. 42.000-, gulden aan heer Meester Marten Nauta, advocaat en procureur, wonende te Utrecht. Bron: Het Utrechts Archief, 830, 256.


Op zaterdag 11 mei 1907 vond de verkoop plaats ten overstaan van de Utrechtse notaris H.J. Besier van het pand aan de Voorstraat 63, jhr. Willem Eugene Bosch van Oud-Amelisweerd verkocht het pand voor f. 42.000-, gulden aan heer Meester Marten Nauta, advocaat en procureur, wonende te Utrecht. Beschrijving van het huis. Bron: Het Utrechts Archief, 830, 256. Op zaterdag 11 mei 1907 vond de verkoop plaats ten overstaan van de Utrechtse notaris H.J. Besier van het pand aan de Voorstraat 63, jhr. Willem Eugene Bosch van Oud-Amelisweerd verkocht het pand voor f. 42.000-, gulden aan heer Meester Marten Nauta, advocaat en procureur, wonende te Utrecht. Beschrijving van het huis. Bron: Het Utrechts Archief, 830, 256.


   

Landerijen in Zuilen (gem. Utrecht)


 


Op dinsdag 3 april 1804 werd ten overstaan van de Utrechtse notaris Jacob Christiaan de Graaf een stuk bouwgrond van 6 morgen en 450 roeden verkocht. Het bouwland lag gelegen tussen de 1e Daalsedijk en de Amsterdamsestraatweg te Utrecht Zuilen op het grondgebied van de Zweesereng. Ten zuiden van rivier de Vecht en ten zuidoosten van het Utrechtse gehucht Vijfhuizen De verkopende partij was Arend Roelofs. De koper van het stuk grond was Huibert Nicolaas van Schalkwijk a Velden.


Luchtfoto van dinsdag 29 september 1936 van een gedeelte van de gemeentes Zuilen (midden) en Achttienhoven (achtergrond), uit het zuidwesten; op de voorgrond de Lageweidschedijk te Utrecht, vervolgens het Merwedekanaal en de Vecht; geheel rechts de N.V. Staalfabrieken DEMKA voorheen J.M. de Muinck Keizer (Havenweg 7). Dit grondgebied is per 1 jan. 1954 bij de gemeente Utrecht gevoegd. Dit gedeelte van het Merwedekanaal is later gewijzigd in Amsterdam-Rijnkanaal. De Lageweidschedijk is in 1937 gewijzigd in Lageweide. Bron: Het Utrechts Archief, catalogusnummer: 84659. Luchtfoto van dinsdag 29 september 1936 van een gedeelte van de gemeentes Zuilen (midden) en Achttienhoven (achtergrond), uit het zuidwesten; op de voorgrond de Lageweidschedijk te Utrecht, vervolgens het Merwedekanaal en de Vecht; geheel rechts de N.V. Staalfabrieken DEMKA voorheen J.M. de Muinck Keizer (Havenweg 7). Dit grondgebied is per 1 jan. 1954 bij de gemeente Utrecht gevoegd. Dit gedeelte van het Merwedekanaal is later gewijzigd in Amsterdam-Rijnkanaal. De Lageweidschedijk is in 1937 gewijzigd in Lageweide. Bron: Het Utrechts Archief, catalogusnummer: 84659.



Huibert Nicolaas van Schalkwijk a Velden werd in het doopregister ingeschreven op 9 januari 1763. Hij huwd met Maria Breur zij is geboren op 5 februari 1742 en sterft op 31 december 1796. Huibert sterft op 12 juni 1812, op 77 jarige leeftijd.

Hij was ruim 16,5 weduwnaar. Vermoedelijk in het najaar van 1812 als de boedelverkoop van Huibert plaats vind koopt Paulus Wilhelmus Bosch van Drakestein het ca. 6 morgen groot stuk land aan de 1e Daalsedijk aan. Bij de invoering van het kadaster op 1 oktober 1832 is te zien dat het twee percelen betrof en de rechter helft van de 1e Daalsedijk. Bron: Het Utrechts Archief 34-4 U286a012 87 03-04-1804.

In de jaren twintig van de twintigste eeuw als de stad Utrecht verder richting het noordwesten gaat bouwen en de wijk Zuilen zijn huidige vorm krijgt. Koopt het Grondbedrijf van de gemeente Utrecht het stuk grond aan van familie Bosch van Oud-Amelisweerd. Zij bezaten meer gronden in Zuilen, het Lauwerecht en Achttienhoven.



Zaken behartiging in Parijs (Frankrijk)

In het jaar 1810 liet Paul Bosch van Drakestein ten overstaan van de Utrechtse notaris Hendrik van Ommeren twee belangenbehartigers aanstellen voor zijn zaken die te regelen zouden zijn in Parijs. Nog in de Napoleontische tijd toen Lodewijk Napoleon koning van Holland was. Paul Bosch was zeer Frans gezind. Wat meestal in Utrechtse bestuurlijke kringen van sociëteiten en andere verenigingen bij de notabelen in Utrecht tegen de haren in streek. Met zijn vergaard vermogen van vastgoed, gekocht van de oude failliete adel adel leefde Paul op hogere stand dan hij van huis uit was opgegroeid. Vermoedelijk had Paul Bosch geen zaken van vast- en onroerend goed in Frankrijk te regelen. Tot zo ver is daar geen verder bewijs voor gevonden. Bron: Het Utrechts Archief, 34-4, 34-4 U320b008 1810 jan.-1810 juli. In het jaar 1810 liet Paul Bosch van Drakestein ten overstaan van de Utrechtse notaris Hendrik van Ommeren twee belangenbehartigers aanstellen voor zijn zaken die te regelen zouden zijn in Parijs. Nog in de Napoleontische tijd toen Lodewijk Napoleon koning van Holland was. Paul Bosch was zeer Frans gezind. Wat meestal in Utrechtse bestuurlijke kringen van sociëteiten en andere verenigingen bij de notabelen in Utrecht tegen de haren in streek. Met zijn vergaard vermogen van vastgoed, gekocht van de oude failliete adel adel leefde Paul op hogere stand dan hij van huis uit was opgegroeid. Vermoedelijk had Paul Bosch geen zaken van vast- en onroerend goed in Frankrijk te regelen. Tot zo ver is daar geen verder bewijs voor gevonden. Bron: Het Utrechts Archief, 34-4, 34-4 U320b008 1810 jan.-1810 juli.


  

Hofstede en landerijen Schoneveld

(gem. Houten en Schonauwen)

Boerderij Schoneveld aan het Leedijkerhout 15 en 17, voorheen 2003 Leedijk 1 en 3 in oktober 1963. Bron: Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (RCE) te Amersfoort, beeldbank, documentnummer: 85.008. Boerderij Schoneveld aan het Leedijkerhout 15 en 17, voorheen 2003 Leedijk 1 en 3 in oktober 1963. Bron: Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (RCE) te Amersfoort, beeldbank, documentnummer: 85.008.



In een groot deel van de 18e eeuw behoord boerderij Schoneveld bij de onroerende goederen van kasteel Schonauwen. De onroerende goederen zijn eigendom van Gerlach Theodorus Baron van der Capellen, heer van Houten en 't Goy, Schonauwen en Mijdrecht. De baron overlijd in 1805 en laat alles na aan zijn weduwe Frederika Johanna van Hangest d’Yvoy.

Zij overlijd in 1812. Doordat het echtpaar geen kinderen heeft en bovendien nog een grote schuld heeft openstaan bij een zekere jonkheer Nepveu van 18.000 gulden zien de nazaten van Frederika familie Van Hangest d'Yvoy zich genoodzaakt alles te laten veilen om de nog opstaande schuld te vereffenen. De veiling geschied op woensdag 26 oktober 1812 voor notaris Gerardus Hendrikus Stevens te Utrecht. Achter de St. Pieter, Wijk F, n. 363 (heden Achter de Sint Pieter).


Fragment van een kadasterkaart ingetekend met de Houtensewetering en de Goyerwetering in de 19de eeuw ter hoogte van de boerderij Schoneveld. Met de naam van jkvr. Elisabeth Bosch van Drakestein erbij ingetekend. Uit het familiearchief van Wttewaall op landgoed Wickenburgh. Fragment van een kadasterkaart ingetekend met de Houtensewetering en de Goyerwetering in de 19de eeuw ter hoogte van de boerderij Schoneveld. Met de naam van jkvr. Elisabeth Bosch van Drakestein erbij ingetekend. Uit het familiearchief van Wttewaall op landgoed Wickenburgh.



Gerlach Theodorus Baron van der Capellen, heer van Houten en 't Goy, Schonauwen en Mijdrecht. Bron: Nederlands Instituut voor Kunstgeschiedenis, Den Haag. Gerlach Theodorus Baron van der Capellen, heer van Houten en 't Goy, Schonauwen en Mijdrecht. Bron: Nederlands Instituut voor Kunstgeschiedenis, Den Haag.


Mevrouw Frederika Johanna Hangest d’Yvoy, echgenote van Gerlach Theodorus van der Capellen. Bron: Nederlands Instituut voor Kunstgeschiedenis, Den Haag. Mevrouw Frederika Johanna Hangest d’Yvoy, echgenote van Gerlach Theodorus van der Capellen. Bron: Nederlands Instituut voor Kunstgeschiedenis, Den Haag.


    


Bij de veiling werd boerderij Schoneveld gekocht door Paulus Wilhelmus Bosch van Drakestein die deze gelijk aan zijn moeder Cornelia van Bijleveld schenkt. Om van de opbrengsten van de pacht in haar oude dag te voorzien.

Na haar overlijden in 1823 erft haar kleinzoon Jan Willem Hendrik Bosch (Van Drakestein) de boerderij, hij is de neef van Paulus Wilhelmus Bosch van Drakestein. Via verschillende verervingen door de familie Bosch werd Schoneveld uiteindelijk verkocht bij een veiling in 1931 aan de toenmalige pachter P.J. van Wijk. Nazaten van deze P.J. van Wijk wonen tot op de dag van vandaag nog op de boerderij.


Samengestelde, rechterdeel van een, panoramafoto van Houten met gezicht vanaf de Schalkwijkseweg (nu Schalkwijksepad) ter hoogte van de Leedijk in zuidoostelijke richting, links boerderij Schoneveld en rechts boerderij 't Herenhuis aan de Granietsteen (10) in 1996. Bron: Regionaal Archief Zuid-Utrecht (RAZU), 353, 105169, 118. Samengestelde, rechterdeel van een, panoramafoto van Houten met gezicht vanaf de Schalkwijkseweg (nu Schalkwijksepad) ter hoogte van de Leedijk in zuidoostelijke richting, links boerderij Schoneveld en rechts boerderij 't Herenhuis aan de Granietsteen (10) in 1996. Bron: Regionaal Archief Zuid-Utrecht (RAZU), 353, 105169, 118.



Rond 1900 is de boerderij ook een periode in eigendom geweest van Jhr. Paulus Jan Bosch van Drakestein. De vroegere Commissaris van de Koning(in) van Noord-Brabant.


Kaart uit de veilingcatalogus van de hofstede Schoneveld en landerijen aan de Leedijk (Leedijkerhout 15-17) te Houten op 7 mei 1931. De hofstede was eigendom van Elisabeth Frederica Maria Bosch van Drakestein (1853-1931) en werd na haar overlijden in 1931 verkocht aan P.J. van Wijk. Bron: Het Utrechts Archief, 635, 35. Kaart uit de veilingcatalogus van de hofstede Schoneveld en landerijen aan de Leedijk (Leedijkerhout 15-17) te Houten op 7 mei 1931. De hofstede was eigendom van Elisabeth Frederica Maria Bosch van Drakestein (1853-1931) en werd na haar overlijden in 1931 verkocht aan P.J. van Wijk. Bron: Het Utrechts Archief, 635, 35.


Luchtfoto (fragment) van boerderij Schoneveld (links) met bovenaan de Schalkwijkseweg (Provincielweg T16) van Utrecht naar Schalkwijk-Culemborg met rechts de Leedijk met het buurtschap Leebrug op maandag 5 april 1976. Bron: Het Utrechts Archief, catalogusnummer: 847537. Luchtfoto (fragment) van boerderij Schoneveld (links) met bovenaan de Schalkwijkseweg (Provincielweg T16) van Utrecht naar Schalkwijk-Culemborg met rechts de Leedijk met het buurtschap Leebrug op maandag 5 april 1976. Bron: Het Utrechts Archief, catalogusnummer: 847537.



Bron: Het Utrechts Archief 34-4 Notarissen in de stad Utrecht U324c004 1812 Aktenummer: 1696.


Beschrijving van de percelen van boerderij Schoneveld bij de verkoop door jhr. Herbert Paulus Jan Bosch van Drakestein aan de familie Van Wijk die al reeds de pachters op de boerderij waren. Bron: Het Utrechts Archief, 1294 7254 (754), 1932 juni 16-1932 sept. 14 754 15. Beschrijving van de percelen van boerderij Schoneveld bij de verkoop door jhr. Herbert Paulus Jan Bosch van Drakestein aan de familie Van Wijk die al reeds de pachters op de boerderij waren. Bron: Het Utrechts Archief, 1294 7254 (754), 1932 juni 16-1932 sept. 14 754 15.


Beschrijving van de percelen van boerderij Schoneveld bij de verkoop door jhr. Herbert Paulus Jan Bosch van Drakestein aan de familie Van Wijk die al reeds de pachters op de boerderij waren. Beschrijving van familieleden Van wijk. Bron: Het Utrechts Archief, 1294 7254 (754), 1932 juni 16-1932 sept. 14 754 15. Beschrijving van de percelen van boerderij Schoneveld bij de verkoop door jhr. Herbert Paulus Jan Bosch van Drakestein aan de familie Van Wijk die al reeds de pachters op de boerderij waren. Beschrijving van familieleden Van wijk. Bron: Het Utrechts Archief, 1294 7254 (754), 1932 juni 16-1932 sept. 14 754 15.



              

Het land behorend bij boerderij Schoneveld (boerderij rechts) gezien vanaf de Schalkwijkseweg met links de toenmalige Leedijk (Leedijkerhout) in 1996. Bron: Regionaal Archief Zuid-Utrecht (RAZU), 353, 105168, 118. Het land behorend bij boerderij Schoneveld (boerderij rechts) gezien vanaf de Schalkwijkseweg met links de toenmalige Leedijk (Leedijkerhout) in 1996. Bron: Regionaal Archief Zuid-Utrecht (RAZU), 353, 105168, 118.


Gezicht op de boerderij Schoneveld aan de Leedijkerhout 15-17 te Houten in juli 1996. Bron: Het Utrechts Archief, catalogusnummer: 123680. Gezicht op de boerderij Schoneveld aan de Leedijkerhout 15-17 te Houten in juli 1996. Bron: Het Utrechts Archief, catalogusnummer: 123680.



Firma Ketwich & Voombergh Negotiatie ten lasten de Plantage van Waterland, Adrichem, Palmeneribo en Surnimombo in de Kolonie van Suriname

Krantenbericht afkomstig uit Delpher waarbij ingevolge de appointement (zitting) bij het Hof van Justitie op de datum 23 juni 1807 gesteld de op de requeste (verzoekschrift) aan het gemelde hof, gepresenteerd door Pieter van Herzele,, ..., Hendrik Willem Kunhne, ...en Mr. Paulus Willem Bosch van Drakestein, als bij akte van 25 februari 1807 en de volgende dagen door notaris Anthony Karsseboom en getuigen te Amsterdam, gepasserd door verscheine houders van Obligatien, in eene Negotiatie (samenwerking in leningen en obligatien) tot een fonds geweest zijnde directie van wijlen Daniel Changuion ten laste van de planters in RIO-ESSEQUEBO en DEMERARY in het jaar 1768 opgericht. ... ... ... ... ... , Request en appoitement, mitgadersActe en Qualificatie, visie genomen worden ten Comptoiren van den Procureur Adrianus De Bas in Den Haag en van notaris Antony Karrseboom te Amsterdam. Paulus Willem Bosch van Drakestein richten tezamen met andere een Negotiatie in obligatien op voor de plantages in Suriname. Bron: Delpher.nl. Krantenbericht afkomstig uit Delpher waarbij ingevolge de appointement (zitting) bij het Hof van Justitie op de datum 23 juni 1807 gesteld de op de requeste (verzoekschrift) aan het gemelde hof, gepresenteerd door Pieter van Herzele,, ..., Hendrik Willem Kunhne, ...en Mr. Paulus Willem Bosch van Drakestein, als bij akte van 25 februari 1807 en de volgende dagen door notaris Anthony Karsseboom en getuigen te Amsterdam, gepasserd door verscheine houders van Obligatien, in eene Negotiatie (samenwerking in leningen en obligatien) tot een fonds geweest zijnde directie van wijlen Daniel Changuion ten laste van de planters in RIO-ESSEQUEBO en DEMERARY in het jaar 1768 opgericht. ... ... ... ... ... , Request en appoitement, mitgadersActe en Qualificatie, visie genomen worden ten Comptoiren van den Procureur Adrianus De Bas in Den Haag en van notaris Antony Karrseboom te Amsterdam. Paulus Willem Bosch van Drakestein richten tezamen met andere een Negotiatie in obligatien op voor de plantages in Suriname. Bron: Delpher.nl.

Wo. 08-06-1814


De firma Ketwich & Voombergh is voortgekomen uit de bundeling van de activiteiten van de zelfstandig optredende Abraham van Ketwich en Dirk Jan Voombergh. Zij stonden beiden ingeschreven als makelaars in beleningen, obligaties, vaste goederen, inboedels enzovoort, respectievelijk van 1762 en 1789 tot 1795.

Van Ketwich was rond 1790 gevestigd aan de Herengracht bij de Bergstraat en Voombergh aan de Keizersgracht bij de Herenstraat. Reeds vanaf het jaar waarin zij beiden als makelaar optraden, werden zij gezamenlijk genoemd. Daarnaast blijven zij beiden als zelfstandig tussenpersoon optreden.

Een formele overeenkomst tussen de beide heren, onderhands of notarieel, werd in het archief niet aangetroffen zodat het onduidelijk blijft welk aandeel beiden in de firma hadden, in de werkzaamheden en in de opbrengsten. Mogelijk bestond er in het geheel geen formele schriftelijke overeenkomst omdat zij in de voorkomende gevallen steeds afzonderlijke akten opmaakten voor de uitvoering van specifieke opdrachten en handelingen.

De term firma moet in de eerste periode voor 1802 dan ook met omzichtigheid gebruikt worden. Dit gebeurde tevens met andere tussenpersonen waarmee zij incidenteel samen optraden, bijvoorbeeld Abraham Voombergh en Cornelis van Ketwich.


Op woensdag 8 juni 1814 vond in de huizen van mevrouw Wed. Van Vloten, geboren Van Haak ten overstaan van de Utrechtse notaris G.H. Stevens en notarisklerk H.J. van Mariënhoff. 'Handelde in naam en als aandeelhouder hebbende van de directie der nigotatie ten lasten van de planters in de colonie Esfeqnicoo en Dimerary op hypotheken van plantage in dezelve colonië' dat meneer van Van Vloten na zijn dood en volgens akte is bepaald gepasseerd bij notaris Cornelis de Wijs e n notaris Jan de Wijs op 1 mei 1807 volgens akte heeft benoemd na zijn dood de heer Hendrik Haak van Veen, rentenier wonende te Utrecht als mede commissaris lid van de Negotiatie (afsluiting van lening - gezamenlijk als commissie, als obligatiën in de plantages in Suriname). Mede commissarislid was P.W. Bosch van Drakestein. Bron: Het Utrechts Archief, 34-4, 3616, aktenummer: 997. Op woensdag 8 juni 1814 vond in de huizen van mevrouw Wed. Van Vloten, geboren Van Haak ten overstaan van de Utrechtse notaris G.H. Stevens en notarisklerk H.J. van Mariënhoff. 'Handelde in naam en als aandeelhouder hebbende van de directie der nigotatie ten lasten van de planters in de colonie Esfeqnicoo en Dimerary op hypotheken van plantage in dezelve colonië' dat meneer van Van Vloten na zijn dood en volgens akte is bepaald gepasseerd bij notaris Cornelis de Wijs e n notaris Jan de Wijs op 1 mei 1807 volgens akte heeft benoemd na zijn dood de heer Hendrik Haak van Veen, rentenier wonende te Utrecht als mede commissaris lid van de Negotiatie (afsluiting van lening - gezamenlijk als commissie, als obligatiën in de plantages in Suriname). Mede commissarislid was P.W. Bosch van Drakestein. Bron: Het Utrechts Archief, 34-4, 3616, aktenummer: 997.



In de periode vanaf de oprichting van het eerste administratiekantoor (1802) trad Dirk Jan Voombergh steeds als enige op namens de firma Ketwich & Voombergh. Kennelijk heeft hij de leiding van de zaak alleen op zich genomen en maakte hij dankbaar gebruik van de goede naam die Abraham van Ketwich aan het eind van de achttiende eeuw had verworven. Zijn goede naam vormde voor het publiek een basis van vertrouwen voor de werkzaamheden van de firma.

In de bewaard gebleven archivalia van de administratiekantoren is niet meer te achterhalen of Abraham van Ketwich ook werkelijk heeft bijgedragen aan de werkzaamheden van de firma. Dit is niet zo verwonderlijk gezien zijn vergevorderde leeftijd, tegen de zestig. Er is dan ook geen aanleiding om hem als initiator te beschouwen. Wel bleef Van Ketwich tot zijn overlijden in 1809 buiten de administratiekantoren incidenteel activiteiten ontplooien, zoals diverse commissariaten en het beheer van boedels.

Abraham van Ketwich (1743-1809) en Dirk Jan Voombergh (1768-1824) zijn beiden te Amsterdam geboren als zonen van kooplieden. Hun vaders vestigden zich reeds voor hun huwelijken te Amsterdam vanuit Wijhe en Raalte in Overijssel en werden poorters van de stad. Hun voorouders waren niet alleen uit dezelfde streek afkomstig maar stonden zelfs in familiebetrekking tot elkaar. De overgrootvader van Dirk Jan Voombergh, Jacob, was een broer van de grootmoeder van Abraham van Ketwich.

Een indicatie voor de hoogte van hun inkomen of vermogen geeft het bedrag dat zij moesten betalen vanwege het Middel op het Trouwen. Reeds bij hun eerste huwelijken, respectievelijk in 1768 en 1791, vielen zij beiden in de categorie met het hoogste tarief. Voor de verdere ontwikkeling van de vermogenspositie Van Ketwich zijn weinig directe bronnen voorhanden, behalve dan het bezit van huizen aan de Herengracht en zijn buitenverblijf Rusthof te Baambrugge.


Op woensdag 8 juni 1814 vond in de huizen van mevrouw Wed. Van Vloten, geboren Van Haak ten overstaan van de Utrechtse notaris G.H. Stevens en notarisklerk H.J. van Mariënhoff. 'Handelde in naam en als aandeelhouder hebbende van de directie der nigotatie ten lasten van de planters in de colonie Esfeqnicoo en Dimerary op hypotheken van plantage in dezelve colonië' dat meneer van Van Vloten na zijn dood en volgens akte is bepaald gepasseerd bij notaris Cornelis de Wijs e n notaris Jan de Wijs op 1 mei 1807 volgens akte heeft benoemd na zijn dood de heer Hendrik Haak van Veen, rentenier wonende te Utrecht als mede commissaris lid van de Negotiatie (afsluiting van lening - gezamenlijk als commissie, als obligatiën in de plantages in Suriname). Mede commissarislid was P.W. Bosch van Drakestein. Ondertekening van de akte. Bron: Het Utrechts Archief, 34-4, 3616, aktenummer: 997. Op woensdag 8 juni 1814 vond in de huizen van mevrouw Wed. Van Vloten, geboren Van Haak ten overstaan van de Utrechtse notaris G.H. Stevens en notarisklerk H.J. van Mariënhoff. 'Handelde in naam en als aandeelhouder hebbende van de directie der nigotatie ten lasten van de planters in de colonie Esfeqnicoo en Dimerary op hypotheken van plantage in dezelve colonië' dat meneer van Van Vloten na zijn dood en volgens akte is bepaald gepasseerd bij notaris Cornelis de Wijs e n notaris Jan de Wijs op 1 mei 1807 volgens akte heeft benoemd na zijn dood de heer Hendrik Haak van Veen, rentenier wonende te Utrecht als mede commissaris lid van de Negotiatie (afsluiting van lening - gezamenlijk als commissie, als obligatiën in de plantages in Suriname). Mede commissarislid was P.W. Bosch van Drakestein. Ondertekening van de akte. Bron: Het Utrechts Archief, 34-4, 3616, aktenummer: 997.



Dirk Jan Voombergh behoorde in 1813 tot de honderd hoogstaangeslagenen van Amsterdam. Met zijn inkomen van f 50.000 zit hij net onder de top van f 60.000 van bijvoorbeeld Willem Borski, Jan Willink en Adriaan Hope. Hij was eigenaar van het Huis aan de Drie Grachten, een kapitaal pand aan de Nieuwe Doelenstraat 6 en de buitenplaats Slotzicht onder Vreeland.

Van 1814-1824 was hij commissaris van de Associatie Cassa en van 1814-1824 had hij zitting in de Raad. Na het overlijden van Dirk Jan Voombergh bleef de leiding van de firma in handen van zijn nazaten, eerst zijn enige zoon Albert tot 1851, dan een verdere verwant Frederik van Taack Trakranen tot 1881 en nadien verschillende Laboucheres, te beginnen met Ernest, een kleinzoon van Albert Voombergh.

Bron: Stadsarchief, inleidende beschrijving toegang: 600, Inventaris van het Archief van de Firma Ketwich; Voomberg en Wed. W. Borski.


Uit het archief van de Firma Ketwich & Voomberg financiële dienstverlener in Amsterdam stad sinds de 18e eeuw. Waarbij op 29 mei 1802 Theodorus Gerardus Bosch verkocht aan P.W. Bosch van Drakestein een obligatie van f. 1.000-, gulden onder verband van de plantages Rosenburg en Monibijox gelegen in de kolonie van Suriname. Als geregistreerd door de heer F.W. Huddig als directe gehypotoneerde van de voorts plantagiën op datum 7 augustus 1767 ten name van de wel edele gestrengen heer Dionisius Pouw Dat de obligatie tot het recht bekomen heeft heeft getransporteerd door de heer Mr. Jan Pieter van Vianen en Huijbert van Vloten als exentaris van de boedel en naltenschap van de heer Pieter van Bosveld op 25 juli 1788 voor notairs Nicolaas Wilhelmus Buddingh. Fragment uit de akte van benoeming van D.J. Voombergh, D.W. van Vloten Abrahamsz, A. Voombergh, en P.W. Bosch van Drakenstein tot commissarissen van een negotiatie (lening in samenwerkingsverband ook in de obligatien). Bron: Stadsarchief Amsterdam, 600, 712. Uit het archief van de Firma Ketwich & Voomberg financiële dienstverlener in Amsterdam stad sinds de 18e eeuw. Waarbij op 29 mei 1802 Theodorus Gerardus Bosch verkocht aan P.W. Bosch van Drakestein een obligatie van f. 1.000-, gulden onder verband van de plantages Rosenburg en Monibijox gelegen in de kolonie van Suriname. Als geregistreerd door de heer F.W. Huddig als directe gehypotoneerde van de voorts plantagiën op datum 7 augustus 1767 ten name van de wel edele gestrengen heer Dionisius Pouw Dat de obligatie tot het recht bekomen heeft heeft getransporteerd door de heer Mr. Jan Pieter van Vianen en Huijbert van Vloten als exentaris van de boedel en naltenschap van de heer Pieter van Bosveld op 25 juli 1788 voor notairs Nicolaas Wilhelmus Buddingh. Fragment uit de akte van benoeming van D.J. Voombergh, D.W. van Vloten Abrahamsz, A. Voombergh, en P.W. Bosch van Drakenstein tot commissarissen van een negotiatie (lening in samenwerkingsverband ook in de obligatien). Bron: Stadsarchief Amsterdam, 600, 712.


Uit het archief van de Firma Ketwich & Voomberg financiële dienstverlener in Amsterdam stad sinds de 18e eeuw. Waarbij op 29 mei 1802 Theodorus Gerardus Bosch verkocht aan P.W. Bosch van Drakestein een obligatie van f. 1.000-, gulden onder verband van de plantages Rosenburg en Monibijox gelegen in de kolonie van Suriname. Als geregistreerd door de heer F.W. Huddig als directe gehypothoneerde van de voorts plantagiën op datum 7 augustus 1767 ten name van de wel edele gestrengen heer Dionisius Pouw Dat de obligatie tot het recht bekomen heeft heeft getransporteerd door de heer Mr. Jan Pieter van Vianen en Huijbert van Vloten als exentaris van de boedel en nalatenschap van de heer Pieter van Bosveld op 25 juli 1788 voor notaris Nicolaas Wilhelmus Buddingh. Fragment uit de akte van benoeming van D.J. Voombergh, D.W. van Vloten Abrahamsz, A. Voombergh, en P.W. Bosch van Drakenstein tot commissarissen van een negotiatie (lening in samenwerkingsverband ook in de obligatien). Beschrijving van nieuwe leden als commissarissen van de Negotiatie. Bron: Stadsarchief Amsterdam, 600, 712. Uit het archief van de Firma Ketwich & Voomberg financiële dienstverlener in Amsterdam stad sinds de 18e eeuw. Waarbij op 29 mei 1802 Theodorus Gerardus Bosch verkocht aan P.W. Bosch van Drakestein een obligatie van f. 1.000-, gulden onder verband van de plantages Rosenburg en Monibijox gelegen in de kolonie van Suriname. Als geregistreerd door de heer F.W. Huddig als directe gehypothoneerde van de voorts plantagiën op datum 7 augustus 1767 ten name van de wel edele gestrengen heer Dionisius Pouw Dat de obligatie tot het recht bekomen heeft heeft getransporteerd door de heer Mr. Jan Pieter van Vianen en Huijbert van Vloten als exentaris van de boedel en nalatenschap van de heer Pieter van Bosveld op 25 juli 1788 voor notaris Nicolaas Wilhelmus Buddingh. Fragment uit de akte van benoeming van D.J. Voombergh, D.W. van Vloten Abrahamsz, A. Voombergh, en P.W. Bosch van Drakenstein tot commissarissen van een negotiatie (lening in samenwerkingsverband ook in de obligatien). Beschrijving van nieuwe leden als commissarissen van de Negotiatie. Bron: Stadsarchief Amsterdam, 600, 712.


Uit het archief van de Firma Ketwich & Voomberg financiële dienstverlener in Amsterdam stad sinds de 18e eeuw. Waarbij op 29 mei 1802 Theodorus Gerardus Bosch verkocht aan P.W. Bosch van Drakestein een obligatie van f. 1.000-, gulden onder verband van de plantages Rosenburg en Monibijox gelegen in de kolonie van Suriname. Als geregistreerd door de heer F.W. Huddig als directe gehypotoneerde van de voorts plantagiën op datum 7 augustus 1767 ten name van de wel edele gestrengen heer Dionisius Pouw Dat de obligatie tot het recht bekomen heeft heeft getransporteerd door de heer Mr. Jan Pieter van Vianen en Huijbert van Vloten als exentaris van de boedel en naltenschap van de heer Pieter van Bosveld op 25 juli 1788 voor notairs Nicolaas Wilhelmus Buddingh. Fragment uit de akte van benoeming van D.J. Voombergh, D.W. van Vloten Abrahamsz, A. Voombergh, en P.W. Bosch van Drakenstein tot commissarissen van een negotiatie (lening in samenwerkingsverband ook in de obligatien). Ondertekening door Theodorus Gerardus Bosch. Bron: Stadsarchief Amsterdam, 600, 712. Uit het archief van de Firma Ketwich & Voomberg financiële dienstverlener in Amsterdam stad sinds de 18e eeuw. Waarbij op 29 mei 1802 Theodorus Gerardus Bosch verkocht aan P.W. Bosch van Drakestein een obligatie van f. 1.000-, gulden onder verband van de plantages Rosenburg en Monibijox gelegen in de kolonie van Suriname. Als geregistreerd door de heer F.W. Huddig als directe gehypotoneerde van de voorts plantagiën op datum 7 augustus 1767 ten name van de wel edele gestrengen heer Dionisius Pouw Dat de obligatie tot het recht bekomen heeft heeft getransporteerd door de heer Mr. Jan Pieter van Vianen en Huijbert van Vloten als exentaris van de boedel en naltenschap van de heer Pieter van Bosveld op 25 juli 1788 voor notairs Nicolaas Wilhelmus Buddingh. Fragment uit de akte van benoeming van D.J. Voombergh, D.W. van Vloten Abrahamsz, A. Voombergh, en P.W. Bosch van Drakenstein tot commissarissen van een negotiatie (lening in samenwerkingsverband ook in de obligatien). Ondertekening door Theodorus Gerardus Bosch. Bron: Stadsarchief Amsterdam, 600, 712.


Op zaterdag 11 juni 1814 vond ten huizen van wed. Van Vloten door notarisklerk H.J. van Mariënhoff voor notariskantoor G.H. Stevens. Comparante was mevrouw Anna Gillina van Siaak, wed. van de heer Dirk Wernard van Vloten, wonende aan de Nieuwegracht. Dat zij ingevolge van oprichting van Negotiatie onder de directie van de heren Dirk Wernard van Vloten en ten lasten van enige planters in de kolonie van Essepiebe en Demarary gevestigde hypotheken van plantage in dezelfde kolonie ..., ..., ..., ..., na het overlijden van echtgenote Dirk Wernard van Vloten de directeur van gezegde negotiatie voor het belang van continuering de wel edele heren Paulus Willem Bosch van Drakestein en Hendrik Haak van Veen in naam als commissarissen voor de voorgemelde negotiatie benoemd in dezelfde kwaliteit voor geaccepteerd. Bron: Het Utrechts Archief, 34-4, 3616, aktenummer: 1009. Op zaterdag 11 juni 1814 vond ten huizen van wed. Van Vloten door notarisklerk H.J. van Mariënhoff voor notariskantoor G.H. Stevens. Comparante was mevrouw Anna Gillina van Siaak, wed. van de heer Dirk Wernard van Vloten, wonende aan de Nieuwegracht. Dat zij ingevolge van oprichting van Negotiatie onder de directie van de heren Dirk Wernard van Vloten en ten lasten van enige planters in de kolonie van Essepiebe en Demarary gevestigde hypotheken van plantage in dezelfde kolonie ..., ..., ..., ..., na het overlijden van echtgenote Dirk Wernard van Vloten de directeur van gezegde negotiatie voor het belang van continuering de wel edele heren Paulus Willem Bosch van Drakestein en Hendrik Haak van Veen in naam als commissarissen voor de voorgemelde negotiatie benoemd in dezelfde kwaliteit voor geaccepteerd. Bron: Het Utrechts Archief, 34-4, 3616, aktenummer: 1009.



NEGOTIATIE DOOR G. DE VRIES ABRAHAMSZ EN G. DE VRIES OP MEI 1770 OPGERICHT N.B. Ten behoeve van planters in de kolonie Suriname. In 1776 ging de directie over op S. van Nooten Jansz. In deze negotiatie werden onder andere de plantages Waterwijk, Mazard, Monplaisir en Bergen op Zoom ondergebracht. Gegevens over de overige plantages ontbreken. Vanaf 26 februari 1819 was D.J. Voombergh commissaris van deze negotiatie. Dezelfde rol vervulde Albert Voombergh vanaf 25 april 1827.

712 Akte van benoeming van D.J. Voombergh, D.W. van Vloten Abrahamsz, A. Voombergh, en P.W. Bosch van Drakenstein tot commissarissen., 1819 - 1827

Op zaterdag 11 juni 1814 vond ten huizen van wed. Van Vloten door notarisklerk H.J. van Mariënhoff voor notariskantoor G.H. Stevens. Comparante was mevrouw Anna Gillina van Siaak, wed. van de heer Dirk Wernard van Vloten, wonende aan de Nieuwegracht. Dat zij ingevolge van oprichting van Negotiatie onder de directie van de heren Dirk Wernard van Vloten en ten lasten van enige planters in de kolonie van Essepiebe en Demarary gevestigde hypotheken van plantage in dezelfde kolonie ..., ..., ..., ..., na het overlijden van echtgenote Dirk Wernard van Vloten de directeur van gezegde negotiatie voor het belang van continuering de wel edele heren Paulus Willem Bosch van Drakestein en Hendrik Haak van Veen in naam als commissarissen voor de voorgemelde negotiatie benoemd in dezelfde kwaliteit voor geaccepteerd. Handtekeningen ten overstaan van notarisklerk H.J. van Mariënhoff en G.H. Stevens binnen Utrecht. Bron: Het Utrechts Archief, 34-4, 3616, aktenummer: 1009. Op zaterdag 11 juni 1814 vond ten huizen van wed. Van Vloten door notarisklerk H.J. van Mariënhoff voor notariskantoor G.H. Stevens. Comparante was mevrouw Anna Gillina van Siaak, wed. van de heer Dirk Wernard van Vloten, wonende aan de Nieuwegracht. Dat zij ingevolge van oprichting van Negotiatie onder de directie van de heren Dirk Wernard van Vloten en ten lasten van enige planters in de kolonie van Essepiebe en Demarary gevestigde hypotheken van plantage in dezelfde kolonie ..., ..., ..., ..., na het overlijden van echtgenote Dirk Wernard van Vloten de directeur van gezegde negotiatie voor het belang van continuering de wel edele heren Paulus Willem Bosch van Drakestein en Hendrik Haak van Veen in naam als commissarissen voor de voorgemelde negotiatie benoemd in dezelfde kwaliteit voor geaccepteerd. Handtekeningen ten overstaan van notarisklerk H.J. van Mariënhoff en G.H. Stevens binnen Utrecht. Bron: Het Utrechts Archief, 34-4, 3616, aktenummer: 1009.


andschriftkaart van de suikerplantages Acaribo en Waterland aan de Suriname rivier. Voorts staan op de kaart de plantage Amsincq en de suikerplantage La Rencontre. De kaart werd vervaardigd door Gustavus Palm, beëdigd landmeter in Suriname. Kaarten van hem zijn bekend uit de periode 1713 tot 1717. Bron: Wikimedia Commons. andschriftkaart van de suikerplantages Acaribo en Waterland aan de Suriname rivier. Voorts staan op de kaart de plantage Amsincq en de suikerplantage La Rencontre. De kaart werd vervaardigd door Gustavus Palm, beëdigd landmeter in Suriname. Kaarten van hem zijn bekend uit de periode 1713 tot 1717. Bron: Wikimedia Commons.


De suikerplantage Waterlant in Suriname-Plantage van Jonas Witsen aan de Surinamerivier naar een schilderij van Dirk Valkenburg (1675-1721) in de periode 1698-1718. Bron: Wikimedia Commons. De suikerplantage Waterlant in Suriname-Plantage van Jonas Witsen aan de Surinamerivier naar een schilderij van Dirk Valkenburg (1675-1721) in de periode 1698-1718. Bron: Wikimedia Commons.


18e-eeuws schilderij van Dirk Valkenburg met plantageslaven tijdens een ceremoniële dans (1706-1708). Slaven op een suikerplantage in Suriname.Visioenen van een woest paradijs: Albert Eckhout, hofschilder in koloniaal Nederlands Brazilië. Bron: Wikimedia Commons. 18e-eeuws schilderij van Dirk Valkenburg met plantageslaven tijdens een ceremoniële dans (1706-1708). Slaven op een suikerplantage in Suriname.Visioenen van een woest paradijs: Albert Eckhout, hofschilder in koloniaal Nederlands Brazilië. Bron: Wikimedia Commons.


Plantage Waterland (cacao, granen, bananen) in Suriname in ca. 1885 naar een foto van Julius Eduard Muller / Paramaribo. Bron: Wikimedia Commonms. Plantage Waterland (cacao, granen, bananen) in Suriname in ca. 1885 naar een foto van Julius Eduard Muller / Paramaribo. Bron: Wikimedia Commonms.


Rij huizen op de plantage Palmeniribo en Surimonbo te Suriname. Naar een tekening van Dirk Valkenburg uit 1708. Bron: Wikimedia Commons. Rij huizen op de plantage Palmeniribo en Surimonbo te Suriname. Naar een tekening van Dirk Valkenburg uit 1708. Bron: Wikimedia Commons.


De plantage Adrichem gelegen aan het kanaal van de Matapica, tussen de plantages Kulenkampspruit, Annazorg en Livonia was met zijn 500 akkers (215 ha) iets kleiner dan een gemiddelde koffieplantage. Overigens werd naast koffie ook katoen verbouwd. De plantage is waarschijnlijk rond 1750 aangelegd. De eigenaar was mr. George Curtius, Raad Fiscaal en daarmee na de gouverneur de hoogste gezagsbekleder in de kolonie. Aan zijn functie dankte de plantage haar latere aanduiding in het Sranan: Fiskari, van Fiskaal in 1775. Bron: Geheugen.delpher.nl. De plantage Adrichem gelegen aan het kanaal van de Matapica, tussen de plantages Kulenkampspruit, Annazorg en Livonia was met zijn 500 akkers (215 ha) iets kleiner dan een gemiddelde koffieplantage. Overigens werd naast koffie ook katoen verbouwd. De plantage is waarschijnlijk rond 1750 aangelegd. De eigenaar was mr. George Curtius, Raad Fiscaal en daarmee na de gouverneur de hoogste gezagsbekleder in de kolonie. Aan zijn functie dankte de plantage haar latere aanduiding in het Sranan: Fiskari, van Fiskaal in 1775. Bron: Geheugen.delpher.nl.


"Commissarissen en Directeuren der Negotiatie ten lasten de Plantagien Waterland, Adrichem, Palmeneribo en Surnimombo, gelegen in de Kolonie van Suriname, roepen bij deze op alle de Geïnteresseerden in de gemelde Negotiatie om met hunne Aandeelen voorzien te compareren in den Doelen op de Garnalenmarkt op donderdag den 31sten julij eerstkomende, ten halve twee uur, ten einden volgens art. A. der op 20 december 1826 gearresteerde Conventie over te gaan tot de benoeming van eenen nieuwe Commissaris, in plaats van den overledenen Heer P.W. Bosch van Drakestein". Bron: Delpher.nl.


Te huize van Jonkh. Willem Bosch van Drakestein te Utrecht, zal woensdag den 10. Augustus en geurende de maanden September en October alle Woensdagen van 's morgens 9 tot 12 ure, tegen intrekking van het COUPON, verschene ultimo December 1834 van de Negotiatie, ten laste van de Planters in Essequebo en Demerarij, onder directie van den heer Mr. P.J. Boddaert, Registers Utrecht en Utrecht, Lr. A, worden betaald ƒ. 20,- terwijl verder op dezelfde dagen tegen intrekking van het Coupon, verschenen ultimo December 1835 eene repartitie zal worden gedaan ƒ. 150,-, voorspruitende uit de ingekomen Compensatie. Gelden door het Engelsch Gouvernement, ten gevolge der Emancipatie Bill van de Negers uitbetaald; alles volgend resolutie van Geinteresseerden. Bron: Delpher.nl. Te huize van Jonkh. Willem Bosch van Drakestein te Utrecht, zal woensdag den 10. Augustus en geurende de maanden September en October alle Woensdagen van 's morgens 9 tot 12 ure, tegen intrekking van het COUPON, verschene ultimo December 1834 van de Negotiatie, ten laste van de Planters in Essequebo en Demerarij, onder directie van den heer Mr. P.J. Boddaert, Registers Utrecht en Utrecht, Lr. A, worden betaald ƒ. 20,- terwijl verder op dezelfde dagen tegen intrekking van het Coupon, verschenen ultimo December 1835 eene repartitie zal worden gedaan ƒ. 150,-, voorspruitende uit de ingekomen Compensatie. Gelden door het Engelsch Gouvernement, ten gevolge der Emancipatie Bill van de Negers uitbetaald; alles volgend resolutie van Geinteresseerden. Bron: Delpher.nl.


Mr. Willem Bosch van Drakestein van Nieuw-Amelisweerd, adverteert, dat ten zijne huize, van 5. Juli aanstaande en gedurende de maanden: Augustus en September 1837, des Woensdagsmorgens van 9 tot 12 ure, tegen intrekking van het Coupon, verschenen ultimo December 1836, zal worden December 1836. Zal worden betaald ƒ. 30-, van de NEGOTIATIE ten laste planters in Essequebo en Demerarij. onder Directie van den WelEdel Heer Mr. P.J. Boddaert, Register Utrecht; alles volgens resolutie van Geïnteresseerden. Bro: Delpher.nl. Mr. Willem Bosch van Drakestein van Nieuw-Amelisweerd, adverteert, dat ten zijne huize, van 5. Juli aanstaande en gedurende de maanden: Augustus en September 1837, des Woensdagsmorgens van 9 tot 12 ure, tegen intrekking van het Coupon, verschenen ultimo December 1836, zal worden December 1836. Zal worden betaald ƒ. 30-, van de NEGOTIATIE ten laste planters in Essequebo en Demerarij. onder Directie van den WelEdel Heer Mr. P.J. Boddaert, Register Utrecht; alles volgens resolutie van Geïnteresseerden. Bro: Delpher.nl.


Mr. Willem Bosch van Drakestein van Nieuw-Amelisweerd, te Utrecht, op het St. Janskerkhof, No. 593, zal op Dinsdag den 6. Augustus en volgende Dinsdagen, gedurende de maanden September en October, van 10 tot 12 ure, vaceren tot het betalen van één Pro Cent uitdeeling over de Negotiatie anno 1766, door wijlen den Wel edelen Gestrengen Heer Mr. K, van der Helm Boddaert opgerigt, tegen intrekking van het Coupon over den jaren 1838, Register Utrecht, allen volgens Geïnteresseerden, in dato 226 Junij 1839. Voorts zal gelijktijdig worden gevaceert tot afgifte van Nieuwe Coupons, en zulks op vertoon van Obligatien van bovengenoemd register. Bron: Delpher.nl. Mr. Willem Bosch van Drakestein van Nieuw-Amelisweerd, te Utrecht, op het St. Janskerkhof, No. 593, zal op Dinsdag den 6. Augustus en volgende Dinsdagen, gedurende de maanden September en October, van 10 tot 12 ure, vaceren tot het betalen van één Pro Cent uitdeeling over de Negotiatie anno 1766, door wijlen den Wel edelen Gestrengen Heer Mr. K, van der Helm Boddaert opgerigt, tegen intrekking van het Coupon over den jaren 1838, Register Utrecht, allen volgens Geïnteresseerden, in dato 226 Junij 1839. Voorts zal gelijktijdig worden gevaceert tot afgifte van Nieuwe Coupons, en zulks op vertoon van Obligatien van bovengenoemd register. Bron: Delpher.nl.


Mr. Willem Bosch van Drakestein van Nieuw-Amelisweerd, wonende op de Runnenbaan, No. 247 (Nieuwegracht nr. 5), zal op donderdag den 13. Augustus en gedurende de maanden September en October 1840, Alle Donderdagen van 10 tot 12 ure vacceren, tot het betalen van eene uitdeeling van EEN PROCENT over de Negotitaie ten jaren 1766, door wijlen K. van den Helm Boddaert opgerigt. tegen intrekking van het Coupon, over den jare 1839, register Utrecht; volgens resolutie van Geïnteresseerden, dato 1 juli 1840. Bron: Delpher.nl. Mr. Willem Bosch van Drakestein van Nieuw-Amelisweerd, wonende op de Runnenbaan, No. 247 (Nieuwegracht nr. 5), zal op donderdag den 13. Augustus en gedurende de maanden September en October 1840, Alle Donderdagen van 10 tot 12 ure vacceren, tot het betalen van eene uitdeeling van EEN PROCENT over de Negotitaie ten jaren 1766, door wijlen K. van den Helm Boddaert opgerigt. tegen intrekking van het Coupon, over den jare 1839, register Utrecht; volgens resolutie van Geïnteresseerden, dato 1 juli 1840. Bron: Delpher.nl.


  

Hofstede en landerijen in de Voorveldse Polder (gem. Utrecht)


   

Zicht op de Voordorpsedijk over de spoorlijn Utrecht-Hilversum, UItrecht-Maliebaan in februari 2022. Foto: Sander van Scherpenzeel. Zicht op de Voordorpsedijk over de spoorlijn Utrecht-Hilversum, UItrecht-Maliebaan in februari 2022. Foto: Sander van Scherpenzeel.



Op zaterdag 13 augustus 1814 werd in de middag op 16:00 uur op het Kantoor der Publieke Verkoopingen, achter St. Pieter, Wijk F., No. 363 binnen de stad van Utrecht, publiek geveild en verkocht. Onder het toeziend oog van de Utrechtse notaris Nicolaas Wilhelmus Buddingh.
No. 1. Een BUITENWONING, met agterhuis, Schuuren en Berg genaamd Voorveld, met een Tuin vóór het HUIS een, dito er, agter, en een Erf of Tuin ter zijde gelegen, staande en gelegen in de Blaauw Cappelsche Steeg, onder den Geregte van Oostveen.



No. 2. Acht en een half Morgen WEILAND, Verongeldende voor 8 Morgen en 430 Roeden, onder Oostveen (Maartsendijk) voornoemd, aan den Kerkdijk (Ezelsdijk/Kardinaal de Jongweg) - Welke beide Percelen, eerst ieder afzonderlijk, en daarna te samen bij elkander zullen geveild en verkogt worden. Verkoper van het achterhuis Voorveld was Adrianus van Niekerken. Koper van de 8 en halve morgen weiland is Paulus Wilhelmus Bosch van Drakestein.



Bij de invoering van het kadaster op 1 oktober 1832 wordt als eigenaar Jan Willem Hendrik Bosch genoemd va de 8 en halve morgen grond in Blauwkapel te Maartensdijk. Bij dit stuk grond in Maartensdijk zijn er twee optie mogelijk die waarop de grond toe kwam aan Paulus zijn neef Jan Willem Hendrik Bosch. Na de aankoop kon de 8 en halve morgen grote grond zijn overgaan naar Paulus zijn moeder Cornelia van Bijleveld.


Zicht op het straatnaambord 'Voordorpsedijk' op de plek tussen de spoorwegovergang en ondergang van de spoorlijn Utrecht- Amersfoort, hoofdbaan en sprinterbaan. Gezien in februari 2022. Foto: Sander van Scherpenzeel. Zicht op het straatnaambord 'Voordorpsedijk' op de plek tussen de spoorwegovergang en ondergang van de spoorlijn Utrecht- Amersfoort, hoofdbaan en sprinterbaan. Gezien in februari 2022. Foto: Sander van Scherpenzeel.



Die dan tussen 1814 en 1823 het jaar tot aan haar overlijden de eigenaresse ervan was. Zij voorzag zich dan in de pachtopbrengsten in haar oude dag. Na haar overlijden zou dan de grond zijn overgegaan op kleinzoon Jan Willem Hendrik Bosch. Of dat Jan Willem Hendrik Bosch op zijn 18de verjaardag op dinsdag 22 juli 1817, van ome Paul het stuk grond in Maartensdijk kreeg. Later zal de grond na het overlijden van Jan Willem Hendrik Bosch toe bekomen zijn aan zoon Wilhelmus Johannes Marie Bosch van Oud-Amelisweerd. Hij is de stamvader van de Bosch van Oud-Amelisweerd tak.


Zicht op de parallelbaan voor de sprinters op de spoorlijn Utrecht - Amersfoort richting het noordoosten gezien met op de achtergrond het viaduct van de rijksweg A27. Plek de spoorwegovergang in de Voordorpsedijk ter hoogte van huisnr. 9 in februari 2022.. Foto: Sander van Scherpenzeel. Zicht op de parallelbaan voor de sprinters op de spoorlijn Utrecht - Amersfoort richting het noordoosten gezien met op de achtergrond het viaduct van de rijksweg A27. Plek de spoorwegovergang in de Voordorpsedijk ter hoogte van huisnr. 9 in februari 2022.. Foto: Sander van Scherpenzeel.



Het land lag in het noorden tegen de Blaauwkapelsche weg aan, waarvan de zuidelijke kant van de weg deze naam had. En de noordelijke kant van de weg de naam Voordorpsche dijk droeg. Het achterhuis genaamd Voorveld wat bij de grond behoorde stond heden op de plek van een huis wat nu geadresseerd is op het adres van de Voordorpsedijk 1 te Utrecht. Gelegen ten oosten van het Nieuwe Hollandse Waterlinie Fort Blauwkapel, deze werd gebouwd in de periode 1818 tot 1821.



Ten zuiden van het 8 en halve morgen grote stuk land van wat ooit van familie Bosch was sloot deze aan op de Ezelsdijk. Deze Ezelsdijk wordt in diverse begin negentiende eeuwse beschrijving nog genoemd als de Kerkdijk. De naam van de Ezelsdijk raakte later in die eeuw in zwang als benaming. Midden twintigste eeuw zou op het tracé van de Ezelsdijk de huidige Kardinaal de Jongweg worden aangelegd.


Zicht op de parallelbaan voor sprinters richting Utrecht Centraal gezien met links de aftakkende spoorbaan richting het Utrechtse Maliebaan station. Op de plek van de spoorwegovergang in de Voordorpsedijk ter hoogte van nr. 9 in februari 2022. Foto: Sander van Scherpenzeel. Zicht op de parallelbaan voor sprinters richting Utrecht Centraal gezien met links de aftakkende spoorbaan richting het Utrechtse Maliebaan station. Op de plek van de spoorwegovergang in de Voordorpsedijk ter hoogte van nr. 9 in februari 2022. Foto: Sander van Scherpenzeel.



Ook in het midden van de negentiende eeuw werden er nog diverse andere stukjes grond van het eigendom van familie Bosch afgesnoept. Met de aanleg van twee nieuwe spoorlijnen. De eerste die rond 1860 werd aangelegd de Centraalspoorweg, die werd aangelegd tussen Utrecht en de stad Zwolle. En de Oosterspoorbaan van Utrecht Lunetten naar Hilversum die omstreeks 1872 werd aangelegd. De spoorlijn kruizen vandaag de dag elkaar nog ten oosten van het Fort Blauwkapel.

Met de aanleg van de Kardinaal de Jongweg midden twintigste eeuw werd de wijk Tuindorp ten noorden van deze weg gebouwd. Vooral in de jaren zestig werd er volop gebouwd. De grond waarop de huizen en flats in het Utrechtse Tuindorp werden gebouwd waren voor 1 januari 1954 van de gemeente Maartensdijk.


Zicht op de boerderij aan de Voordorpsedijk 27-27a in de richting van het noorden gezien in februari 2022. Foto: Sander van Scherpenzeel. Zicht op de boerderij aan de Voordorpsedijk 27-27a in de richting van het noorden gezien in februari 2022. Foto: Sander van Scherpenzeel.



In de periode 1948-1954 werd er grote voorbereiding getroffen om diverse Utrechtse gemeenten op te heffen of te annexeren met de stad. Zo moest de Nieuwegeinse plaats Jutphaas een groot noordelijk deel afstaan aan de stad. Werd de gemeente Zuilen opgeheven en gevoed bij de stad. Gemeente Houten moest zijn noordelijk deel van het Maarschalkerweerd/Oud-Wulven afstaan.



Hofstede en landerijen in Houten en Odijk

(gem. Houten en Bunnik)

Boerderij De Grote Geer, Snoeksloot 54, 56 en 58. Foto: Peter Koch. Boerderij De Grote Geer, Snoeksloot 54, 56 en 58. Foto: Peter Koch.



Boerderij De Grote Geer ooit gelegen aan de Binnenweg kwam in 1985 te liggen aan de Snoeksloot 62 en 64 nadat om de boerderij in die periode de wijk De Sloten werd gebouwd.

Anno 2020 is de boerderij gelegen aan de Snoeksloot 54, 56 en 58.






Tot 1798 was de boerderij eigendom van Jan van Vianen. In dat jaar overlijd hij en laat een vrouw en dochtertje achter. Zijn vrouw Engeltje Smit krijgt enkele jaren later een relatie met Jan Nagel.

Hij trouwt met haar waardoor hij De Grote Geer in eigendom verkrijgt. In de verpondingslijst uit 1806 (belasting) staat geschreven dat Jan Nagel in dat jaar een compagnon heeft een zekere J. de Munnik. De heer Nagel en De Munnik verkopen boerderij De Grote Geer op zaterdag 2 september 1815 ten overstaan van notaris Theodorus Koppen te Utrecht.


Handtekeningen van P.W. Bosch van Drakestein, moeder Cornelia van Bijleveld en de notaris Theodorus Koppen op zaterdag 2 september 1815 onder koopakte van boerderij De Grote Geer wat door Paul en Cornelia voor f. 16.000-, gulden wordt aangekocht. Bron: Het Utrechts Archief, 34-4 U270a035 1814-1815 Notaris Theodorus Koppen, aktenummer: 794, blz 401 Handtekeningen van P.W. Bosch van Drakestein, moeder Cornelia van Bijleveld en de notaris Theodorus Koppen op zaterdag 2 september 1815 onder koopakte van boerderij De Grote Geer wat door Paul en Cornelia voor f. 16.000-, gulden wordt aangekocht. Bron: Het Utrechts Archief, 34-4 U270a035 1814-1815 Notaris Theodorus Koppen, aktenummer: 794, blz 401



Koper is Paulus Wilhelmus Bosch van Drakestein samen met zijn moeder Cornelia van Bijleveld die De Grote Geer voor f. 16.000-, gulden. De voltooiing van de koop vind plaats ten overstaan van Utrechtse notaris Theodorus Koppen op maandag 18 september 1815.

Paul Bosch geeft De Grote Geer met het bijbehorende land gelijk door aan zijn moeder Cornelia van Bijleveld. Zodat zij uit de pachtopbrengsten die zij later sluit met de landbouwer Abraham van Rossum in haar oude dag kan voorzien.

De man van Cornelia is Theodorus Gerardus Bosch die in 1802 al overlijd had voor die tijd al wat gronden in eigendom in het Houtense 't Goy. Na het overlijden van Cornelia in 1823 erft haar zoon Paulus de boerderij weer terug.


Handtekeningen van Cornelia van Bijleveld, wed. van T. G. Bosch en landbouwer Abraham van Rossum op boerderij De Grote Geer. Tezamen ondertekenend met de Utrechtse notaris Theodorus Koppen. Bron: Het Utrechts Archief, 34-4 U270a035 1814-1815 Not. Theodorus Koppen, aktenummer: 801, blz 409. Handtekeningen van Cornelia van Bijleveld, wed. van T. G. Bosch en landbouwer Abraham van Rossum op boerderij De Grote Geer. Tezamen ondertekenend met de Utrechtse notaris Theodorus Koppen. Bron: Het Utrechts Archief, 34-4 U270a035 1814-1815 Not. Theodorus Koppen, aktenummer: 801, blz 409.



Na zijn overlijden op 17 april 1834 komt de boerderij in handen van zijn zoon Jhr. Gerard Willem Bosch van Drakestein. Tot 1927 zou de boerderij in het bezit blijven van familie Bosch van Drakestein. Via de nazaten van Van Nispen tot Pannerden en Helmich verkoopt deze laatste familie de boerderij in 1973 aan de familie Van Wijk die er al reeds tiental jaren erop pachten.

In hetzelfde jaar laat de familie Van Wijk de boerderij bij openbare veiling veilen en koopt de gemeente Houten boerderij De Grote Geer met de bijbehorende landerijen.

Bron: Het Utrechts Archief 34-4 Notarissen in de stad Utrecht U270a035 1814-1815 Blz. 401 Aktenummer: 794.


   

Landerijen ten oosten van de Kerkweg bij Fectio - Vechten

Op zaterdag 9 november 1816 om 13:00 uur in de middag werd ten overstaan van de Utrechtse notaris Hendrik van Ommeren ruim 17 morgen land, gelegen ten oosten van de Kerkweg (lopend tussen de Koningsweg en de Marsdijk). De heer Ooster verkocht in opdracht van dhr. George Sawijer, heer van Oostbroek het land aan de Paulus Willem Bosch van Drakestein voor f. 5.200-, gulden. Het land was in pacht bij Willem van 't Schip en zijn echtegenote Maria Wiersijk die op de nabij gelegen boerderij De Klomp woonde (in 1826 zoude nazaten van Van 't Schip de De Klomp ook aan Paulus Willem Bosch verkopen. Paulus voegde het land bij zijn 5 jaar eerdere gekocht landgoed Nieuw-Amelisweerd. Bron: Het Utrechts Archief, 34-4, 3243. Op zaterdag 9 november 1816 om 13:00 uur in de middag werd ten overstaan van de Utrechtse notaris Hendrik van Ommeren ruim 17 morgen land, gelegen ten oosten van de Kerkweg (lopend tussen de Koningsweg en de Marsdijk). De heer Ooster verkocht in opdracht van dhr. George Sawijer, heer van Oostbroek het land aan de Paulus Willem Bosch van Drakestein voor f. 5.200-, gulden. Het land was in pacht bij Willem van 't Schip en zijn echtegenote Maria Wiersijk die op de nabij gelegen boerderij De Klomp woonde (in 1826 zoude nazaten van Van 't Schip de De Klomp ook aan Paulus Willem Bosch verkopen. Paulus voegde het land bij zijn 5 jaar eerdere gekocht landgoed Nieuw-Amelisweerd. Bron: Het Utrechts Archief, 34-4, 3243.


Uitsneden uit de 'kaart van Marcella' met de belangrijkste waarnemingen tijden de bouw van Fort Vechten in 1867-1870, De cirkel markeert het gebied waarbinnen graafwerk is verricht. Het noorden bevindt zich links, de uitsnede is niet op schaal. Naar een kopie in het archief van de RACM. Uitsneden uit de 'kaart van Marcella' met de belangrijkste waarnemingen tijden de bouw van Fort Vechten in 1867-1870, De cirkel markeert het gebied waarbinnen graafwerk is verricht. Het noorden bevindt zich links, de uitsnede is niet op schaal. Naar een kopie in het archief van de RACM.


Luchtfoto uit WOII in de periode 1940-1942 met de aangelegde kazematten en bunkers in de omgeving van Fort bij Vechten met het Fectio Vechten terrein. Bron: Kadaster NL. Luchtfoto uit WOII in de periode 1940-1942 met de aangelegde kazematten en bunkers in de omgeving van Fort bij Vechten met het Fectio Vechten terrein. Bron: Kadaster NL.


Beschrijving van de ruim 17 morgen grote land van dhr. George Sawijer, heer van Oostbroek die hij voor f. 5.200-, Nederlandse gulden verkocht ten overstaan van de Utrechtse notaris Hendrik van Ommeren aan Paulus Willem Bosch van Drakestein. Bron: Het Utrechts Archief, 34-4, 3243. Beschrijving van de ruim 17 morgen grote land van dhr. George Sawijer, heer van Oostbroek die hij voor f. 5.200-, Nederlandse gulden verkocht ten overstaan van de Utrechtse notaris Hendrik van Ommeren aan Paulus Willem Bosch van Drakestein. Bron: Het Utrechts Archief, 34-4, 3243.


Plattegrond van de landerijen en tuinen rond het huis Oostbroek bij De Bilt in 1778. Fotoreproductie van een tekening van M.F. Armauer uit 1778, in de bibliotheek van de Landbouwuniversiteit Wageningen, Afdeling Speciale Collecties (nr. S 1105). Bron: Het Utrechts Archief,catalogusnummer: 107433. Plattegrond van de landerijen en tuinen rond het huis Oostbroek bij De Bilt in 1778. Fotoreproductie van een tekening van M.F. Armauer uit 1778, in de bibliotheek van de Landbouwuniversiteit Wageningen, Afdeling Speciale Collecties (nr. S 1105). Bron: Het Utrechts Archief,catalogusnummer: 107433.


Bod op de ruim 17 morgen grote land van dhr. George Sawijer, heer van Oostbroek die hij voor f. 5.200-, Nederlandse gulden verkocht ten overstaan van de Utrechtse notaris Hendrik van Ommeren aan Paulus Willem Bosch van Drakestein. Bron: Het Utrechts Archief, 34-4, 3243. Bod op de ruim 17 morgen grote land van dhr. George Sawijer, heer van Oostbroek die hij voor f. 5.200-, Nederlandse gulden verkocht ten overstaan van de Utrechtse notaris Hendrik van Ommeren aan Paulus Willem Bosch van Drakestein. Bron: Het Utrechts Archief, 34-4, 3243.


Gezicht over een weiland op de achtergevel van het huis Oostbroek bij De Bilt in 1842 naar een tekening van P.J. Lutgers. Bron: Het Utrechts Archief, catalogusnummer: 201717. Gezicht over een weiland op de achtergevel van het huis Oostbroek bij De Bilt in 1842 naar een tekening van P.J. Lutgers. Bron: Het Utrechts Archief, catalogusnummer: 201717.


Bruikleenovereenkomsttekening van de gemeente Utrecht van het gebied Mereveld. Waar eens de Kerkweg lag. Bron: Het Utrechts Archief, 1803. Bruikleenovereenkomsttekening van de gemeente Utrecht van het gebied Mereveld. Waar eens de Kerkweg lag. Bron: Het Utrechts Archief, 1803.


Gezicht op de spoorwegovergang in de Kerkweg te Bunnik en Vechten in de Rijnspoorweg (Amsterdam, Utrecht, Arnhem) rond 1995. Bron: Regionaal Archief Zuid-Utrecht (RAZU), beeldbank. Gezicht op de spoorwegovergang in de Kerkweg te Bunnik en Vechten in de Rijnspoorweg (Amsterdam, Utrecht, Arnhem) rond 1995. Bron: Regionaal Archief Zuid-Utrecht (RAZU), beeldbank.


Handtekeningen van M. Ooster (gemachtigde van George Sawijer), Paulus Willem Bosch van Drakestein en H. van Ommeren. Bron: Het Utrechts Archief, 34-4, 3243. Handtekeningen van M. Ooster (gemachtigde van George Sawijer), Paulus Willem Bosch van Drakestein en H. van Ommeren. Bron: Het Utrechts Archief, 34-4, 3243.


Het huis Oostbroek bij De Bilt in 1729. Naar een tekening van Antonina Houbraken. Bron: Collectienederland.nl - RKD.nl. Het huis Oostbroek bij De Bilt in 1729. Naar een tekening van Antonina Houbraken. Bron: Collectienederland.nl - RKD.nl.


 

Hofstede De Stulp aan de Stulpselaan te Lage Vuursche
Topografische Militairekaart uit ca. 1885 met aan de rechterkant aan de oostkant van het landgoed Drakestein hofstede of boerderij De Stulp gelegen. Bron: Topotijdreis.nl. Topografische Militairekaart uit ca. 1885 met aan de rechterkant aan de oostkant van het landgoed Drakestein hofstede of boerderij De Stulp gelegen. Bron: Topotijdreis.nl.



Hofstede De Stulp behoorde eerder tot het landgoed De Hoge Vuursche waarvan Pieter van der Vliet de eigenaar was. Hij verkocht de hofstede tezamen met hofstede de Zeven Linden aan Louis Rutgers (Van Rozenburg) ten overstaande van Utrechtse notaris Nioclaas Wilhelmus Buddingh op dinsdag 3 maart 1801. Pieter van der Vliet was persoonlijk failliet gegaan en hij moest noodgedwongen veel van zijn bezittingen behorend bij het landgoed De Hoge Vuursche eind 18e eeuw verkopen. Om de lening aan Baron Van Nagell te kunnen voldoen.


Op donderdag 30 januari 1817 kocht Paulus Willem Bosch van Drakestein ten overstaande van de Utrechtse notaris Hendrik van Ommeren hofstede De Stulp te Lage Vuursche aan van de eerdere eigenaar Louis Rutgers van Rozenburg, wonende te Amsterdam. Voor f. 6.100 gulden en 20 stuivers dus voor f. 6.101 gulden was De Stulp eigendom geworden van Paul Bosch van Drakestein. De Stulp werd bij het landgoed Drakestein en het vastgoed van de Lage Vuursche gevoegd. Handtekening van notaris Hendrik van Ommeren, Paul Bosch van Drakestein en Louis Rutgers van Rozenburg onder de aankoopakte. Bron: Het Utrechts Archief, 34-4, U320b021 akteknr. 2043. notaris Hendrik van Ommeren. Op donderdag 30 januari 1817 kocht Paulus Willem Bosch van Drakestein ten overstaande van de Utrechtse notaris Hendrik van Ommeren hofstede De Stulp te Lage Vuursche aan van de eerdere eigenaar Louis Rutgers van Rozenburg, wonende te Amsterdam. Voor f. 6.100 gulden en 20 stuivers dus voor f. 6.101 gulden was De Stulp eigendom geworden van Paul Bosch van Drakestein. De Stulp werd bij het landgoed Drakestein en het vastgoed van de Lage Vuursche gevoegd. Handtekening van notaris Hendrik van Ommeren, Paul Bosch van Drakestein en Louis Rutgers van Rozenburg onder de aankoopakte. Bron: Het Utrechts Archief, 34-4, U320b021 akteknr. 2043. notaris Hendrik van Ommeren.


Heidegebied De Stulp in april 2014. Bron: Wikimedia Commons Atsje. Heidegebied De Stulp in april 2014. Bron: Wikimedia Commons Atsje.



Op donderdag 30 januari 1817 verkocht Louis Rutgers van Rozenburg hofstede De Stulp ten overstaan van de Utrechtse notairs Hendrik van Ommeren aan Paulus Wilhelmus Bosch van Drakestein. Paul voegde de hofstede toe aan zijn landgoed en kasteel Drakestein toe.

Tot de jaren 60 van de twintigste eeuw zou De Stulp in het bezit van de familie Bosch van Dtakestein blijven.

Bron: Het Utrechts Archief, 34-4, U272c024, 30, 1, 03-03-1801.


Heidegebied De Stulp in april 2014. Bron: Wikimedia Commons Atsje. Heidegebied De Stulp in april 2014. Bron: Wikimedia Commons Atsje.


Heidegebied De Stulp in april 2014 twee zandpaden niet bij elkaar komen. Bron: Wikimedia Commons Atsje. Heidegebied De Stulp in april 2014 twee zandpaden niet bij elkaar komen. Bron: Wikimedia Commons Atsje.


Heidegebied De Stulp in april 2014. Bron: Wikimedia Commons Atsje. Heidegebied De Stulp in april 2014. Bron: Wikimedia Commons Atsje.


Heidegebied De Stulp in april 2014 met een zandpad richting het bos toelopend. Bron: Wikimedia Commons Atsje. Heidegebied De Stulp in april 2014 met een zandpad richting het bos toelopend. Bron: Wikimedia Commons Atsje.


  
Hofstede De Zeven Linden aan de Zevenlindenweg
Rechtsboven (oostelijk) van kasteel De Hoge Vuursche ten zuiden van de Hilversumsestraatweg lag hofstede De Zeven Linden. Waar het bospad in een slinger loopt. Bron: Topografische Kaart uit ca. 1885, Topotijdreis.nl. Rechtsboven (oostelijk) van kasteel De Hoge Vuursche ten zuiden van de Hilversumsestraatweg lag hofstede De Zeven Linden. Waar het bospad in een slinger loopt. Bron: Topografische Kaart uit ca. 1885, Topotijdreis.nl.



Hofstede De Zeven Linden behoorde eerder tot het landgoed De Hoge Vuursche waarvan Pieter van der Vliet de eigenaar was. Hij verkocht de hofstede tezamen met hofstede De Stulp aan Louis Rutgers (Van Rozenburg) ten overstaande van Utrechtse notaris Nioclaas Wilhelmus Buddingh op dinsdag 3 maart 1801.


Schrift met opgetekende biedingen op de diverse hofsteden en onroerende goederen destijds behorend bij kasteel de Hoge Vuursche bij veiling en opbod aangeboden op zaterdag 19 augustus 1815. Hier staat beschreven dat Paul Bosch van Drakestein ruim f. 2.780 betaalde voor 4 morgen en 350 roeden land te Zandvoort en hofstede De Zeven Linden. Bron: Het Utrechts Archief, 1855, 1083. Schrift met opgetekende biedingen op de diverse hofsteden en onroerende goederen destijds behorend bij kasteel de Hoge Vuursche bij veiling en opbod aangeboden op zaterdag 19 augustus 1815. Hier staat beschreven dat Paul Bosch van Drakestein ruim f. 2.780 betaalde voor 4 morgen en 350 roeden land te Zandvoort en hofstede De Zeven Linden. Bron: Het Utrechts Archief, 1855, 1083.



Op zaterdag 19 augustus 1815 werd ten overstaande van de Baarnse notaris Frans Pen hofstede De Zeven Linden verkocht, met percelen liggende in De Vuursche en Soestdijk. Tezamen met 4 morgen, 305 roeden weiland gelegen onder Zantvoort aan Paul Bosch van Drakestein.

Hofstede De Zeven Linden maakte tot 1815 onderdeel uit van kasteel de Hoge Vuursche in bezit geweest van Louis Rutgers van Rozenburg die vermoedelijk in financiële nood zat. En genoodzaakt was om zijn hofsteden en onroerende goederen per veiling moest verkopen.

Paul Bosch kocht De Zeven Linden aan van Louis Rutgers van Rozenburg op de veiling voor f. 2.780-,gulden.

Bron: Het Utrechts Archief, 1855, 1083.

Later werd in de bossen van de Hoge Vuursche in het gebied van De Zeven Linden.

Camping De Zeven Linden opgericht.

Eerdere tijdens was de camping/bungalowpark De Zeven Linden in het bezit geweest van jkvr. Diana Bosch van Drakestein (1932-2017).


Op zaterdag 19 augustus 1815 kocht Paulus Willem Bosch van Drakestein de hofstede De Zeven Linden met landerijen aan van jhr. Louis Rutgers van Rozenburg voor een bedrag van f. 2.790, - gulden. (1). Bron: Archief Eemland, 0443, 316. Op zaterdag 19 augustus 1815 kocht Paulus Willem Bosch van Drakestein de hofstede De Zeven Linden met landerijen aan van jhr. Louis Rutgers van Rozenburg voor een bedrag van f. 2.790, - gulden. (1). Bron: Archief Eemland, 0443, 316.


Camping De Zeven Linden vanuit de lucht gezien anno 2021. Foto: Slagboom en Peeters Luchtfotografie B.V.. Camping De Zeven Linden vanuit de lucht gezien anno 2021. Foto: Slagboom en Peeters Luchtfotografie B.V..


Op zaterdag 19 augustus 1815 kocht Paulus Willem Bosch van Drakestein de hofstede De Zeven Linden met landerijen aan van jhr. Louis Rutgers van Rozenburg voor een bedrag van f. 2.790, - gulden. (2). Bron: Archief Eemland, 0443, 316. Op zaterdag 19 augustus 1815 kocht Paulus Willem Bosch van Drakestein de hofstede De Zeven Linden met landerijen aan van jhr. Louis Rutgers van Rozenburg voor een bedrag van f. 2.790, - gulden. (2). Bron: Archief Eemland, 0443, 316.


Bos bij de Zeven Linden in juni 2015. Bron: Wikimeida Commons Atsje. Bos bij de Zeven Linden in juni 2015. Bron: Wikimeida Commons Atsje.



Pieter van der Vliet was persoonlijk failliet gegaan en hij moest noodgedwongen veel van zijn bezittingen behorend bij het landgoed De Hoge Vuursche eind 18e eeuw verkopen. Om de leningen aan baron Van Nagell te kunnen voldoen.


Gezicht op de voor- en rechtergevel van een boerderij aan de Zeven Lindenlaan bij Hoge Vuursche te Baarn. Vermoedelijk boerderij De Zeven Linden in de periode 1870-1875. In 1987 vervaardigde fotoreproductie van een ca 1875 gemaakte foto. De originele foto bevindt zich bij de Historische Kring Baerne. Bron: Het Utrechts Archief, catalogusnummer: 92202. Gezicht op de voor- en rechtergevel van een boerderij aan de Zeven Lindenlaan bij Hoge Vuursche te Baarn. Vermoedelijk boerderij De Zeven Linden in de periode 1870-1875. In 1987 vervaardigde fotoreproductie van een ca 1875 gemaakte foto. De originele foto bevindt zich bij de Historische Kring Baerne. Bron: Het Utrechts Archief, catalogusnummer: 92202.



In 1815 zou Louis Rutgers van Rozenburg hofstede De Zeven Linden  bij veiling verkopen aan Paulus Wilhelmus Bosch van Drakestein. Paul zou zijn nieuwe bezit bij het landgoed en kasteel Drakestein voegen.

Bron: Het Utrechts Archief, 34-4, U272c024, 30, 1, 03-03-1801.


Bospad in het bos De Zeven Linden in juni 2015. Bron: Wikimedia Commons Atsje. Bospad in het bos De Zeven Linden in juni 2015. Bron: Wikimedia Commons Atsje.


Camping De Zeven Linden aan de Zevenlindenweg te Hoge Vuursche in juni 2015 met het hoofdgebouw en snackbar. Eerder was de camping in eigendom geweest van jkvr. Diana Bosch van Drakestein. Bron: Wikimedia Commons Atsje. Camping De Zeven Linden aan de Zevenlindenweg te Hoge Vuursche in juni 2015 met het hoofdgebouw en snackbar. Eerder was de camping in eigendom geweest van jkvr. Diana Bosch van Drakestein. Bron: Wikimedia Commons Atsje.


Camping De Zeven Linden aan de Zevenlindenweg te Hoge Vuursche in juni 2015. Eerder was de camping in eigendom van jkvr. Diana Bosch van Drakestein. Bron: Wikimedia Commons Atsje. Camping De Zeven Linden aan de Zevenlindenweg te Hoge Vuursche in juni 2015. Eerder was de camping in eigendom van jkvr. Diana Bosch van Drakestein. Bron: Wikimedia Commons Atsje.


 

Aankoop van de percelen van de vroegere buitenplaats de Colenberg te De Bilt  

Op zaterdag 14 november 1818 kocht Paulus Willem Bosch van Drakestein ten overstaan van notaris Hendrik van Ommeren 5 percelen van de buitenplaats Colenberg aan in De Bilt. In bezit geweest van Maximiliaan Louis baron van Utenhove tot Bottesteijn. Bron: HISGIS Utrecht. Op zaterdag 14 november 1818 kocht Paulus Willem Bosch van Drakestein ten overstaan van notaris Hendrik van Ommeren 5 percelen van de buitenplaats Colenberg aan in De Bilt. In bezit geweest van Maximiliaan Louis baron van Utenhove tot Bottesteijn. Bron: HISGIS Utrecht.



Op zaterdag 14 november 1818 kocht Paulus Willem Bosch van Drakestein ten overstaan van notaris Hendrik van Ommeren 5 percelen van de buitenplaats Colenberg aan in De Bilt. In bezit geweest van Maximiliaan Louis baron van Utenhove tot Bottesteijn.

Na het overlijden van Paulus Willem Bosch van Drakestein verkochte zijn zonen op 23 mei 1840 de percelen op een veiling ten overstaan van de Utrechtse notaris G.H Stevens. Hierbij werden de vijf percelen verkocht aan zoon Carel Bosch van Drakestein. Later machtigde hij zijn broer Willem Bosch van Drakestein om de vijf percelen aan een lokale bewoner in De Bilt te verkopen.

Zie voor bijbehorende informatie over het land van de Colenberg verderop op deze pagina de veiling van 23 mei 1840 of de Nieuw-Amelisweerd pagina.


Fragment van akte waarin Maximiliaan van Utenhove tot Bottesteijn de vijf percelen van de vroegere buitenplaats de Colenberg verkocht aan Paulus Willem Bosch van Drakestein op 14 november 1818 ten overstaan van de Utrechtse notaris Hendrik van Ommeren. Bron: Het Utrechts Archief, 34-4, 3246 U320b024 1818 juni-1819 jan. 18-11-1818, aktenummer: 2651. Fragment van akte waarin Maximiliaan van Utenhove tot Bottesteijn de vijf percelen van de vroegere buitenplaats de Colenberg verkocht aan Paulus Willem Bosch van Drakestein op 14 november 1818 ten overstaan van de Utrechtse notaris Hendrik van Ommeren. Bron: Het Utrechts Archief, 34-4, 3246 U320b024 1818 juni-1819 jan. 18-11-1818, aktenummer: 2651.


Woningen vermoedelijk aan de Utrechtseweg - Veldzichtstraat in De Bit in de jaren dertig van de twintigste eeuw. Bron: HUA, 1201. Woningen vermoedelijk aan de Utrechtseweg - Veldzichtstraat in De Bit in de jaren dertig van de twintigste eeuw. Bron: HUA, 1201.


Fragment van beschrijving der vijf percelen waarin Maximiliaan van Utenhove tot Bottesteijn de vijf percelen van de vroegere buitenplaats de Colenberg verkocht aan Paulus Willem Bosch van Drakestein op 14 november 1818 ten overstaan van de Utrechtse notaris Hendrik van Ommeren. Bron: Het Utrechts Archief, 34-4, 3246 U320b024 1818 juni-1819 jan. 18-11-1818, aktenummer: 2651. Fragment van beschrijving der vijf percelen waarin Maximiliaan van Utenhove tot Bottesteijn de vijf percelen van de vroegere buitenplaats de Colenberg verkocht aan Paulus Willem Bosch van Drakestein op 14 november 1818 ten overstaan van de Utrechtse notaris Hendrik van Ommeren. Bron: Het Utrechts Archief, 34-4, 3246 U320b024 1818 juni-1819 jan. 18-11-1818, aktenummer: 2651.


Fragment van beschrijving der vijf percelen waarin Maximiliaan van Utenhove tot Bottesteijn de vijf percelen van de vroegere buitenplaats de Colenberg verkocht aan Paulus Willem Bosch van Drakestein voor f. 6.600-, gulden op 14 november 1818 ten overstaan van de Utrechtse notaris Hendrik van Ommeren. Bron: Het Utrechts Archief, 34-4, 3246 U320b024 1818 juni-1819 jan. 18-11-1818, aktenummer: 2651. Fragment van beschrijving der vijf percelen waarin Maximiliaan van Utenhove tot Bottesteijn de vijf percelen van de vroegere buitenplaats de Colenberg verkocht aan Paulus Willem Bosch van Drakestein voor f. 6.600-, gulden op 14 november 1818 ten overstaan van de Utrechtse notaris Hendrik van Ommeren. Bron: Het Utrechts Archief, 34-4, 3246 U320b024 1818 juni-1819 jan. 18-11-1818, aktenummer: 2651.


   

Landerijen in Weltevreden (gem. Utrecht)


 


Op maandag 14 mei 1804 vond ten overstaan van de Utrechtse notaris Hermanus Brouwer de verkoop plaats van 6,73 morgen in drie percelen land. Voor een bedrag van f. 6.300-, gulden kocht Paulus Willem Bosch de percelen aan van de vorige eigenaren: Jacobus Verhoeff, Anthonia Vos, Jacobus Adrianus Verhoeff, Adrianus Johannes Westeneng, Anthonij Rynier Verhoeff, Adriana Wilhelmina Verhoeff, Benjamin Johannes Verhoeff, Mattheus Johannes Banens, Maria Elizabeth Verhoeff en Benjamin Vo.

Bron: Het Utrechts Archief, 34-4, 2456, aktenummer: 39.


Fragment van beschrijving van verkoop van de drie percelen met een grote van 6,73 morgen groot. Verkoop van dr drie percelen grond gelegen in het gerecht van Hoge- en Lage weide door familie Verhoeff aan Paulus Willem Bosch voor f. 6.300-, gulden. Bron: Het Utrechts Archief, 34-4, 2456, aktenummer: 39. Fragment van beschrijving van verkoop van de drie percelen met een grote van 6,73 morgen groot. Verkoop van dr drie percelen grond gelegen in het gerecht van Hoge- en Lage weide door familie Verhoeff aan Paulus Willem Bosch voor f. 6.300-, gulden. Bron: Het Utrechts Archief, 34-4, 2456, aktenummer: 39.



Op vrijdag 28 oktober 1808 wordt ten overstaan van de Utrechtse notaris Henricus van Dusseldorp Jr. de boedel verdeeld van de overleden weduwnaar Jacobus Verhoef. Hij overleed op maandag 19 november 1804.

Zijn echtgenote overleed een jaar eerder, Antonia Vos was haar naam. Zij werd begraven op maandag 21 november 1803. Het echtpaar had vijf kinderen. Dochter Adriana Wilhelmina Verhoeff erft van haar overleden vader ruim 6,73 morgen weiland op de Hoge- en Lage Weide in de Utrechtse gemeente Catharijne.

Heden ligt op dit stuk grond de Bilitonkade in de Utrechtse wijk Lombok, de Keulsekade met het Merwedekanaal en de Merwedesluizen. Het Merwedekanaal is hier omstreeks 1890 aangelegd voor de verbinding van de Nederlandse hoofdstad Amsterdam, via de Nieuwegeinse plaats Vreeswijk en de rivier de Lek, naar de Zuid-Hollandse stad Gorinchem, gelegen aan Boven Merwede rivier.


Fragment van beschrijving van verkoop (handtekeningen) van de drie percelen met een grote van 6,73 morgen groot. Verkoop van dr drie percelen grond gelegen in het gerecht van Hoge- en Lage weide door familie Verhoeff aan Paulus Willem Bosch voor f. 6.300-, gulden. Bron: Het Utrechts Archief, 34-4, 2456, aktenummer: 39. Fragment van beschrijving van verkoop (handtekeningen) van de drie percelen met een grote van 6,73 morgen groot. Verkoop van dr drie percelen grond gelegen in het gerecht van Hoge- en Lage weide door familie Verhoeff aan Paulus Willem Bosch voor f. 6.300-, gulden. Bron: Het Utrechts Archief, 34-4, 2456, aktenummer: 39.



Adriana Wilhelmina Verhoeff huwde op woensdag 29 april 1812 te Utrecht stad met Simon Roghair, een 27 jaar jonge man uit de Bunnik (Prov. Utrecht). Hij is de zoon Joannes Roghair en Anna Maria Frank. Simon werd geboren op 1 januari 1786 en overleed op woensdag 1 mei 1839 te Nieuwer-Amstel (Amsterdam, Prov. Noord-Holland).

Hij werd 53 jaar oud. Van beroep was hij apotheker. Joannes Roghair was predikant Nederlands Hervormd predikant in het dorp Bunnik.


Kaart van enige percelen land gelegen tussen de Leidse Rijn bij de Hommel, de Nieuwe- en Oud laan en de Groeneweg in Catharijne. Tekening in kleur door J. van Broeckhuysen uit 1706. Rechts herberg Den Hommel. Bron: Het Utrechts Archief, 221, 1041. Kaart van enige percelen land gelegen tussen de Leidse Rijn bij de Hommel, de Nieuwe- en Oud laan en de Groeneweg in Catharijne. Tekening in kleur door J. van Broeckhuysen uit 1706. Rechts herberg Den Hommel. Bron: Het Utrechts Archief, 221, 1041.



Later werd de grond heden gelegen onder de Bilitonkade, Keulsekade en de Merwedesluizen het eigendom van familie Bosch van Oud-Amelisweerd.



Hofstede en landerijen in Kockengen, Spengen

(gem. Stichtse Vecht)

Boerderijencomplex aan de Spengen 32 en 32a in Kockengen. Ooit van Paul Willem Bosch van Drakesteins bezit geweest. Foto: Google Maps Streetview. Boerderijencomplex aan de Spengen 32 en 32a in Kockengen. Ooit van Paul Willem Bosch van Drakesteins bezit geweest. Foto: Google Maps Streetview.



Op woensdag 21 september 1803 verkochte de kinderen wijlen Jan Carel Reykse, van beroep drossaard van Montfoort en Margaretha Maria van Baerle ten overstaan van de Utrechtse notaris Hermanus Brouwer de hofstde met landerijen aan de Spengen Kockengen aan de Spengen 32a. Met eem grote van ruim 22 morgen. Koper was Paulus Wilhelmus Bosch van beroep lid van de departementale rekenkamer van Utrecht.

Paul betaalde voor de boerderij met landerijen f. 5.350-, gulden.

Bron: Het Utrechts Archief, 34-4, 2455, aktenummer: 86.


Het boerderijencomplex aan de Spengen 32 en 32a vanuit het zuiden gezien. Foto: Slagboom en Peeters Luchtfotografie B.V.. Het boerderijencomplex aan de Spengen 32 en 32a vanuit het zuiden gezien. Foto: Slagboom en Peeters Luchtfotografie B.V..


Op woensdag 21 september 1803 verkochte de kinderen wijlen Jan Carel Reykse, van beroep drossaard van Montfoort en Margaretha Maria van Baerle ten overstaan van de Utrechtse notaris Hermanus Brouwer de hofstde met landerijen aan de Spengen Kockengen aan de Spengen 32a. Met eem grote van ruim 22 morgen. Koper was Paulus Wilhelmus Bosch van beroep lid van de departementale rekenkamer van Utrecht. Paul betaalde voor de boerderij met landerijen f. 5.350-, gulden. Bieding op de landerijen. Bron: Het Utrechts Archief, 34-4, 2455, aktenummer: 86. Op woensdag 21 september 1803 verkochte de kinderen wijlen Jan Carel Reykse, van beroep drossaard van Montfoort en Margaretha Maria van Baerle ten overstaan van de Utrechtse notaris Hermanus Brouwer de hofstde met landerijen aan de Spengen Kockengen aan de Spengen 32a. Met eem grote van ruim 22 morgen. Koper was Paulus Wilhelmus Bosch van beroep lid van de departementale rekenkamer van Utrecht. Paul betaalde voor de boerderij met landerijen f. 5.350-, gulden. Bieding op de landerijen. Bron: Het Utrechts Archief, 34-4, 2455, aktenummer: 86.


Boerderij met landerijen in Spengen Kockengen aangekocht door Paulus Wilhelmus Bosch van Drakestein op 11 maart 1817. Boerderij met landerijen in Spengen Kockengen aangekocht door Paulus Wilhelmus Bosch van Drakestein op 11 maart 1817.




E-mailen
Info