Beschrijving kranten bericht afkomstig van het Algemeen Handelsblad van 11 mei 1861, Delpher.nl. — Onder de belangrijke Utrechtsche munten, door de familie Munnicks van Cleeff aan het koninklijk penningkabinet geschonken, merkt men op een zeer fraaije denarius van bisschop Godefried van Reenen (1156—73), gen obool van Dirk van der Aare (11981212), een onuitgegeven denarius van bisschop Otto, te Deventer geslagen; de eenig bekende obool van Otto van Holland (1236—49), de halve grooten van Jan van Arkel, te Utrecht en te Deventer geslagen; de zeldzame halve groot met de twee schilden van Frederik van Blankenheim (1394—1423); een onuitgegeven half vuurijzer van David van Bourgondie; de Christus gulden van Frederik van Baden, de Dominusgulden van bisschop Philippus van Bourgondie, de eenige ontdekte zilveren munt van den laatsten bisschop Hendrik van Beijeren, en eindelijk de vierdubbele braspenning, door Carel van Egmond van het Utrechtsche kerkzilver geslagen, toen hij in het bezit dier stad was. Beschrijving kranten bericht afkomstig van het Algemeen Handelsblad van 11 mei 1861, Delpher.nl. — Onder de belangrijke Utrechtsche munten, door de familie Munnicks van Cleeff aan het koninklijk penningkabinet geschonken, merkt men op een zeer fraaije denarius van bisschop Godefried van Reenen (1156—73), gen obool van Dirk van der Aare (11981212), een onuitgegeven denarius van bisschop Otto, te Deventer geslagen; de eenig bekende obool van Otto van Holland (1236—49), de halve grooten van Jan van Arkel, te Utrecht en te Deventer geslagen; de zeldzame halve groot met de twee schilden van Frederik van Blankenheim (1394—1423); een onuitgegeven half vuurijzer van David van Bourgondie; de Christus gulden van Frederik van Baden, de Dominusgulden van bisschop Philippus van Bourgondie, de eenige ontdekte zilveren munt van den laatsten bisschop Hendrik van Beijeren, en eindelijk de vierdubbele braspenning, door Carel van Egmond van het Utrechtsche kerkzilver geslagen, toen hij in het bezit dier stad was.