Stichting Houtense Hodoniemen

Onderzoekt straatnamen, boerderijen, onroerend goed en adellijke families in Houten en omgeving

Familie Strick van Linschoten van Rhijnauwen -
Bunnik en Vechten
Familiewapen Strick van Linschoten van Rhijnauwen Bunnik en Vechten, Abstede en Wittevrouwen, Nieuw-Helvoet - De Quack, Vlooswijk, Hekendorp, Snelrewaard, Mastwijk, Polanen, Schagen, Den Engh, Kattenbroek, Lange Linschoten en IJsselvere. Bron: Wikipedia. Familiewapen Strick van Linschoten van Rhijnauwen Bunnik en Vechten, Abstede en Wittevrouwen, Nieuw-Helvoet - De Quack, Vlooswijk, Hekendorp, Snelrewaard, Mastwijk, Polanen, Schagen, Den Engh, Kattenbroek, Lange Linschoten en IJsselvere. Bron: Wikipedia.

 

  

Naambetekenis


Strick: Familienaam uit de algemene plaatsnaam, van Germaanse striki; streep, (land)streek; 'streek'.

Plaatsnaam in Elene, Velzeke, Scheldewindeke, Meerbeke, Michelbeke
(Oost-Vlaanderen). Streek in Vissenaken (Vlaams-Brabant), Strikken in Merksplas (Antwerpen).


Wapen van de Nederlandse heerlijkheid van Rhijnauwen 1698. Bron: Wikipedia Wapen van Bunnik. Wapen van de Nederlandse heerlijkheid van Rhijnauwen 1698. Bron: Wikipedia Wapen van Bunnik.



2. Familienaam uit Stricht: Maastricht (Nederlands-Limburg) of, Beroepsbijnaam, beroepsnaam van de strijker, de beambte belast met het (glad)strijken van het laken (lakenmeter) of van de korenmaat (korenmeter).

2. Bijnaam van een strikker, die strikt, knoopt. Vergelijk Duits stricken ‘breien’. Bron: Volkoomen.nl Familienamen



Het wapen van de gemeente Bunnik. Bron: Wikipedia Wapen van Bunnik. Het wapen van de gemeente Bunnik. Bron: Wikipedia Wapen van Bunnik.



Strik kan ook de betekenis hebben een 'strik/valstrik' om een dier te vangen. Of een knoop/strik die men maakt met een schoenveter bij het strikken van de schoenen. Het knopen van een vlinder das in misschien wel de bekendste betekenis: een vlinderdas of vlinderstrik is een type das die door heren op de boord van een overhemd wordt gedragen.

Dit type das dankt zijn naam aan zijn vorm, die enigszins op die van een vlinder lijkt. In de volksmond spreekt men doorgaans van een strikje wanneer men de vlinderdas bedoelt. Bron: Wikipedia.nl (Vlinderdas).


Het grondgebied van de vroegere gemeenten Rhijnauwen en Bunnik en Vechten zoals deze na de fusie op 1 januari 1858 is ontstaan tot 31 december 1963. Hierop werd de gemeente Bunnik samengevoegd met de gemeenten Odijk en Werkhoven. Kaart behorend bij de wegenlegger uit de periode uit ca. 1860. Bron: Het Utrechts Archief, Provinciaal Archief. Het grondgebied van de vroegere gemeenten Rhijnauwen en Bunnik en Vechten zoals deze na de fusie op 1 januari 1858 is ontstaan tot 31 december 1963. Hierop werd de gemeente Bunnik samengevoegd met de gemeenten Odijk en Werkhoven. Kaart behorend bij de wegenlegger uit de periode uit ca. 1860. Bron: Het Utrechts Archief, Provinciaal Archief.



Linschoten: is een dorp dat onderdeel is van de gemeente Montfoort in de Nederlandse provincie Utrecht. Linschoten is gelegen aan de N204 tussen Woerden en Montfoort. In het dorp gaat het riviertje de Lange Linschoten over in de Korte Linschoten.


Het wapen van Rhijnuawen. Bron: Het Utrechts Archief, 412. Het wapen van Rhijnuawen. Bron: Het Utrechts Archief, 412.




DISCLAIMER: Foto's voorzien van een SHH watermerk in de foto zijn uitsluitend bedoeld voor vertoning op deze website. Rechten liggen bij het Huisarchief Wickenburgh.

Voor foto's met SHH watermerk geldt dat deze absoluut niet voor andere doeleinde gebruikt mogen worden. Voor gebruik of bezichtige van de familiefoto's neem contact op met Otto Wttewaall via, info@landgoedwickenburgh.nl Gastheer Otto Wttewaall.


       

Landhuis Rhijnauwen in maart 1903 vanuit het zuiden gezien met op de voorgrond de Kromme Rijn. Links zittend een dame. Vermoedelijk mevr. Strick van Linschoten - Geertsema. Bron: Huisarchief Wickenburgh, Wttewaall (c). Landhuis Rhijnauwen in maart 1903 vanuit het zuiden gezien met op de voorgrond de Kromme Rijn. Links zittend een dame. Vermoedelijk mevr. Strick van Linschoten - Geertsema. Bron: Huisarchief Wickenburgh, Wttewaall (c).


Schilderij met erop veldwerkers bezig met het binnenhalen van de tarwe-oogst net buiten het dorp Bunnik. Schilder: Johan de Kruijff. Bron: RAZU, depot. Schilderij met erop veldwerkers bezig met het binnenhalen van de tarwe-oogst net buiten het dorp Bunnik. Schilder: Johan de Kruijff. Bron: RAZU, depot.


Landhuis Rhijnauwen gezien vanaf de voorkant richting het noordoosten in maart 1903 ten tijde nog van bewoning van familie Strick van Linschoten van Rhijnauwen. Voor het labdhuis twee dames vermoedelijk van famlie Wttewaall en/of Strick van Linschoten. Bron: Huisarchief Wickenburgh, Wttewaall (c). Landhuis Rhijnauwen gezien vanaf de voorkant richting het noordoosten in maart 1903 ten tijde nog van bewoning van familie Strick van Linschoten van Rhijnauwen. Voor het labdhuis twee dames vermoedelijk van famlie Wttewaall en/of Strick van Linschoten. Bron: Huisarchief Wickenburgh, Wttewaall (c).


       


Linschoten wordt voor het eerst genoemd in 1172 als Lindescote, een samenvoegsel van Linde (de naam van een riviertje) en scote (een stuk land dat uitkomt boven het laagland). Hoewel er in 1270 pas voor het eerst een vermelding is van een versterkt Huis te Linschoten, was dit er waarschijnlijk ook al in 1172.

Bron: Wikipedia.nl Linschoten (Dorp)

Germaans lindo: linde, skauta: beboste hoek land uitspringend in het laagland, of een waternaam Linde: de zachtjes stromende. Bron: Volkoomen.nl Familienamen

Rhijnauwen: natte weidegrond (uiterwaarden) langs de (Kromme) Rijn.


  

Landhuis Rhijnauwen vanuit het zuiden gezien, naast gelegen de Kromme Rijn in maart 1903 ten tijde van bewoning van familie Strick van Linschoten van Rhijnauwen. Bron: Huisarchief Wickenburgh, Wttewaall (c). Landhuis Rhijnauwen vanuit het zuiden gezien, naast gelegen de Kromme Rijn in maart 1903 ten tijde van bewoning van familie Strick van Linschoten van Rhijnauwen. Bron: Huisarchief Wickenburgh, Wttewaall (c).


Foto met op de achtergrond het koetshuis van Rhijnauwen gezien vanuit het zuiden vanaf de Rhijnauwenselaan in maart 1903 ten tijde van bewoning van familie Strick van Linschoten van Rhijnauwen. Toender tijd liep de weg et een boog richting de poort in het koetshuis. Heden loopt de laan haaks op de poort in zijn tracé. Bron: Huisarchief Wickenburgh, Wttewaall (c). Foto met op de achtergrond het koetshuis van Rhijnauwen gezien vanuit het zuiden vanaf de Rhijnauwenselaan in maart 1903 ten tijde van bewoning van familie Strick van Linschoten van Rhijnauwen. Toender tijd liep de weg et een boog richting de poort in het koetshuis. Heden loopt de laan haaks op de poort in zijn tracé. Bron: Huisarchief Wickenburgh, Wttewaall (c).


     

Huis en landgoed Rhijnauwen in 1726-1728. Bron: Het Gelders Archief, 1551, 1625. Huis en landgoed Rhijnauwen in 1726-1728. Bron: Het Gelders Archief, 1551, 1625.


Voor het poortgebouw van Rhijnauwen staat Arie Knoppers met zijn kinderen. De man met paard is vermoedelijk Van Dijk van boerderij het Goet ten Rijn. Voor het poortgebouw van Rhijnauwen staat Arie Knoppers met zijn kinderen. De man met paard is vermoedelijk Van Dijk van boerderij het Goet ten Rijn.


    

Adriaan Strick van Linschoten


Portret van Adriaan Strick van Linschoten (1650-1724), Heer van Linschoten raad in de vroedschap, schepen en burgemeester van Utrecht.


Portret van Adriaan Strick van Linschoten (1650-1724). Bron: Nederlands Instituut voor Kunstgeschiedenis, Den Haag. Portret van Adriaan Strick van Linschoten (1650-1724). Bron: Nederlands Instituut voor Kunstgeschiedenis, Den Haag.



Bewoner geweest van Huize Nieuw-Linschoten. Hij is de grootvader van Jhr. Jan Balthazar Strick van Linschoten van Rhijnauwen.


  

 Johan Hendrik Strick van Linschoten      

Portret van Johan Hendrik Strick van Linschoten (1687-1759). Heer van Linschoten, Polanen etc. Raad en schepen te Utrecht, gedeputeerde ter Staten-Generaal. Regent van de Fundatie van Renswoude 1754-1759. Bron: Nederlands Instituut voor Kunstgeschiedenis, Den Haag. Portret van Johan Hendrik Strick van Linschoten (1687-1759). Heer van Linschoten, Polanen etc. Raad en schepen te Utrecht, gedeputeerde ter Staten-Generaal. Regent van de Fundatie van Renswoude 1754-1759. Bron: Nederlands Instituut voor Kunstgeschiedenis, Den Haag.



Portret van Johan Hendrik Strick van Linschoten (1687-1759), schilderij uit 1736. Johan Hendrik is de zoon van Adriaan Strick van Linschoten en de vader van Jhr. Jan Balthazar Strick van Linschoten van Rhijnauwen.


Portret van Johan Hendrik Strick van Linschoten (1687-1759). Bron: Nederlands Instituut voor Kunstgeschiedenis, Den Haag. Portret van Johan Hendrik Strick van Linschoten (1687-1759). Bron: Nederlands Instituut voor Kunstgeschiedenis, Den Haag.


     

Portret van Charlotte Beatrix Strick van Linschoten (1732-ca. 1812) in ca. 1755. Geschilderd door Mattheus Verheyden. 	 Dochter van Johan Hendrik Strick, heer van Linschoten en Johanna Anthonia Bernard, vrouwe van Nieuw-Helvoet Vrouw van Gerard Cornelis van Riebeeck Zuster van Adriaan Strick van Linschoten; Daniel Jan Strick van Linschoten, heer van Bunnik en Vechten; Johanna Antonia Strick van Linschoten; Jan Balthazar Strick van Linschoten, jhr.; Andries Jan Strick van Linschoten; Johanna Maria Elisabeth Strick van Linschoten; Josepha Christina Clara Strick von Linschoten; Johanna Elisabeth Strick von Linschoten en Elisabeth Christina Strick von Linschoten. Bron: Wikimedia Commons. Portret van Charlotte Beatrix Strick van Linschoten (1732-ca. 1812) in ca. 1755. Geschilderd door Mattheus Verheyden. Dochter van Johan Hendrik Strick, heer van Linschoten en Johanna Anthonia Bernard, vrouwe van Nieuw-Helvoet Vrouw van Gerard Cornelis van Riebeeck Zuster van Adriaan Strick van Linschoten; Daniel Jan Strick van Linschoten, heer van Bunnik en Vechten; Johanna Antonia Strick van Linschoten; Jan Balthazar Strick van Linschoten, jhr.; Andries Jan Strick van Linschoten; Johanna Maria Elisabeth Strick van Linschoten; Josepha Christina Clara Strick von Linschoten; Johanna Elisabeth Strick von Linschoten en Elisabeth Christina Strick von Linschoten. Bron: Wikimedia Commons.


Portret van Daniel Jan Strick van Linschoten, geboren 1729, kanunnik van St,. Pieter en regent van de Fundatie van de Vrijvrouwe van Renswoude te Utrecht, overleden in 1776, Heer van Bunnik en Vechten. 	 Zoon van Johan Hendrik Strick, heer van Linschoten en Johanna Anthonia Bernard, vrouwe van Nieuw-Helvoet Man van Christina Gesina van Hoorn Vader van Nicolaas Hendrik Strick van Linschoten, heer van Bunnik, Vlooswijk en Cromwijk en Adriana Elizabeth Strick van Linschoten Broer van Adriaan Strick van Linschoten; Charlotte Beatrix Strick van Linschoten; Johanna Antonia Strick van Linschoten; Jan Balthazar Strick van Linschoten, jhr.; Andries Jan Strick van Linschoten; Johanna Maria Elisabeth Strick van Linschoten; Josepha Christina Clara Strick von Linschoten; Johanna Elisabeth Strick von Linschoten en Elisabeth Christina Strick von Linschoten. Bron: Wikimedia Commons. Portret van Daniel Jan Strick van Linschoten, geboren 1729, kanunnik van St,. Pieter en regent van de Fundatie van de Vrijvrouwe van Renswoude te Utrecht, overleden in 1776, Heer van Bunnik en Vechten. Zoon van Johan Hendrik Strick, heer van Linschoten en Johanna Anthonia Bernard, vrouwe van Nieuw-Helvoet Man van Christina Gesina van Hoorn Vader van Nicolaas Hendrik Strick van Linschoten, heer van Bunnik, Vlooswijk en Cromwijk en Adriana Elizabeth Strick van Linschoten Broer van Adriaan Strick van Linschoten; Charlotte Beatrix Strick van Linschoten; Johanna Antonia Strick van Linschoten; Jan Balthazar Strick van Linschoten, jhr.; Andries Jan Strick van Linschoten; Johanna Maria Elisabeth Strick van Linschoten; Josepha Christina Clara Strick von Linschoten; Johanna Elisabeth Strick von Linschoten en Elisabeth Christina Strick von Linschoten. Bron: Wikimedia Commons.


   

Jhr. Jan Balthazar Strick van Linschoten van Rhijnauwen

Portret van jhr. Jan Balthasar Strick van Linschoten (1734-1820), met rechts op de achtergrond het huis Rhijnauwen. Bron: Nederlands Instituut voor Kunstgeschiedenis, Den Haag. Portret van jhr. Jan Balthasar Strick van Linschoten (1734-1820), met rechts op de achtergrond het huis Rhijnauwen. Bron: Nederlands Instituut voor Kunstgeschiedenis, Den Haag.


Portret van Charlotta Martha van Utenhove (1743-1788), echtgenote van jhr. Jan Balthasar Strick van Linschoten. Bron: Nederlands Instituut voor Kunstgeschiedenis, Den Haag. Portret van Charlotta Martha van Utenhove (1743-1788), echtgenote van jhr. Jan Balthasar Strick van Linschoten. Bron: Nederlands Instituut voor Kunstgeschiedenis, Den Haag.


     

Kaart van het landgoed en de ambachtsheerlijkheid Rhijnauwen vervaardigd door J.P. Colognac, in opdracht van jhr. Jan Balthasar Strick van Linschoten in 1779. (noorden beneden) Bron: Het Utrechts Archief, catalogusnummer: 15356. Kaart van het landgoed en de ambachtsheerlijkheid Rhijnauwen vervaardigd door J.P. Colognac, in opdracht van jhr. Jan Balthasar Strick van Linschoten in 1779. (noorden beneden) Bron: Het Utrechts Archief, catalogusnummer: 15356.


  

Handtekening van Jhr. Jan Balthazar Strick van Linschoten van Rhijnauwen onder een van zijn bekenden testamenten. Bron: Het Utrechts Archief, 34-4. Handtekening van Jhr. Jan Balthazar Strick van Linschoten van Rhijnauwen onder een van zijn bekenden testamenten. Bron: Het Utrechts Archief, 34-4.



Op 2 oktober 1772 kocht Jhr. Jan Balthazar Strick van Linschoten Landgoed Rhijnauwen van de Amsterdamse edelman David ten Hove, Heer van Sleeburg, Den Bosch en Den Breur.

Advocaat van het Hof van Utrecht Jacob Smit trad op als gemachtigde voor Ten Hove.

De rest van het vast-, en onroerend goed van Rhijnauwen kocht Jhr. Jan Balthazar Strick van Linschoten aan van Ten Hove op 4 januari 1773. Waaronder ook boerderij De Uithof.


Een 17de eeuwse tekening van het huis Rhijnauwen. Bron: Rijksdienst voor het Cultureael Erfgoed (RCE) te Amersfoort, beeldbank, documentnummer: 61.188. Een 17de eeuwse tekening van het huis Rhijnauwen. Bron: Rijksdienst voor het Cultureael Erfgoed (RCE) te Amersfoort, beeldbank, documentnummer: 61.188.



Jhr. Jan Balthazar was van beroep Deken van het kaipittel van St. Pieter.

Bij Koninklijk Besluit, 's-Gravenhage 8 juli 1816, nr. 57. werd Jan Balthazar Strick van Linschoten Landgoed Rhijnauwen verheven tot jonkheer en zijn nazaten tot jonkheer en jonkvrouw.

Bron: Wapenregister van de Nederlandse Adel, W BOOKS.


De officiële (kopie) adeldiploma van jhr. Jan Balthasar Strick van Linschoten uit 1816. Bron: De Hoge Raad van Adel, Nederland. De officiële (kopie) adeldiploma van jhr. Jan Balthasar Strick van Linschoten uit 1816. Bron: De Hoge Raad van Adel, Nederland.


   

Jhr. Jan Carel Wendel Strick van Linschoten van Rhijnauwen

Portret van jhr. Jan Carel Wendel Strick van Linschoten (1790-1850). Vervaardigd door de Utrechtse portretschilder Jan Lodewijk Jonxis, ca. 1820-1825. Bron: Nederlands Instituut voor Kunstgeschiedenis, Den Haag. Portret van jhr. Jan Carel Wendel Strick van Linschoten (1790-1850). Vervaardigd door de Utrechtse portretschilder Jan Lodewijk Jonxis, ca. 1820-1825. Bron: Nederlands Instituut voor Kunstgeschiedenis, Den Haag.


Portret van Petronella Johanna Godin (1753-1791), geschilderd door Pierre Frédéric de la Croix in 1782. Petronella Johanna Godin was tweede echtgenote van jhr. Jan Balthasar Strick van Linschoten en moeder van Jhr. Jan Carel Wendel Strick van Linschoten. Bron: Nederlands Instituut voor Kunstgeschiedenis, Den Haag. Portret van Petronella Johanna Godin (1753-1791), geschilderd door Pierre Frédéric de la Croix in 1782. Petronella Johanna Godin was tweede echtgenote van jhr. Jan Balthasar Strick van Linschoten en moeder van Jhr. Jan Carel Wendel Strick van Linschoten. Bron: Nederlands Instituut voor Kunstgeschiedenis, Den Haag.


           

De gronden in geel gearceerd met rode lijnen in eigendom van Jhr. Jan Carel Wendel Strick van Linschoten op 1 oktober 1832 tijdens de invoering van het kadaster in Nederland. Bron: HISGIS Utrecht. De gronden in geel gearceerd met rode lijnen in eigendom van Jhr. Jan Carel Wendel Strick van Linschoten op 1 oktober 1832 tijdens de invoering van het kadaster in Nederland. Bron: HISGIS Utrecht.


   

Portret van jhr. Willem Strick van Linschoten (1824-1878) geportreteerd in 1855, hij is de oudste zoon van jhr. Jan Carel Wendel Strick van Linschoten, echtgenoot van Dido Cecilia Agatha Delbeek (1832-1904). Bron: collectie Ten Houte de Lange te Zeist. Portret van jhr. Willem Strick van Linschoten (1824-1878) geportreteerd in 1855, hij is de oudste zoon van jhr. Jan Carel Wendel Strick van Linschoten, echtgenoot van Dido Cecilia Agatha Delbeek (1832-1904). Bron: collectie Ten Houte de Lange te Zeist.


Portret in van Dido Cecilia Agatha Delbeek (1832-1904) geportretteerd in 1855. Echtgenote van jhr. Willem Strick van Linschoten (1824-1904). Schoondochter van jhr. Jan Carel Wendel Strick van Linschoten (1790-1850). Bron: collectie Ten Houte de Lange te Zeist. Portret in van Dido Cecilia Agatha Delbeek (1832-1904) geportretteerd in 1855. Echtgenote van jhr. Willem Strick van Linschoten (1824-1904). Schoondochter van jhr. Jan Carel Wendel Strick van Linschoten (1790-1850). Bron: collectie Ten Houte de Lange te Zeist.


Portret van jhr. Willem Strick van Linschoten (1824-1878) geportreteerd in 1855, hij is de oudste zoon van jhr. Jan Carel Wendel Strick van Linschoten, echtgenoot van Dido Cecilia Agatha Delbeek (1832-1904). Bron: collectie Ten Houte de Lange te Zeist.


Portret in van Dido Cecilia Agatha Delbeek (1832-1904) geportretteerd in 1855. Echtgenote van jhr. Willem Strick van Linschoten (1824-1904). Schoondochter van jhr. Jan Carel Wendel Strick van Linschoten (1790-1850). Bron: collectie Ten Houte de Lange te Zeist. Portret in van Dido Cecilia Agatha Delbeek (1832-1904) geportretteerd in 1855. Echtgenote van jhr. Willem Strick van Linschoten (1824-1904). Schoondochter van jhr. Jan Carel Wendel Strick van Linschoten (1790-1850). Bron: collectie Ten Houte de Lange te Zeist.


   

Overlijdensadvertentie van jhr. Jan Carel Wendel Strick van Linschoten van Rhijnauwen. Overleden op 20 februari 1850 op 59 jarig leeftijd. Bron: Delpher.nl. Overlijdensadvertentie van jhr. Jan Carel Wendel Strick van Linschoten van Rhijnauwen. Overleden op 20 februari 1850 op 59 jarig leeftijd. Bron: Delpher.nl.


   

Opmeting, in opdracht van de Staten van Utrecht, van percelen land (totaal 10 morgen 544 roeden) van het Convent van Oostbroek bij het huis Rhijnauwen te Bunnik in gebruik door de heer van Rhijnauwen (manuscriptkaart). Getekend op maandag 13 april 1648 door Baltus Lobe. Rechts is de Kromme-Rijn ingetekend, horizontaal is de Rhijnauwenselaan, dwars erop de Strick van Linschotenlaan. Rechtsonder op de hoek is heden het Pannenkoekenhuis Rhijnauwen gevestigd. Bron: Regionaal Archief Zuid-Utrecht (RAZU), 084, 57598, 61. Opmeting, in opdracht van de Staten van Utrecht, van percelen land (totaal 10 morgen 544 roeden) van het Convent van Oostbroek bij het huis Rhijnauwen te Bunnik in gebruik door de heer van Rhijnauwen (manuscriptkaart). Getekend op maandag 13 april 1648 door Baltus Lobe. Rechts is de Kromme-Rijn ingetekend, horizontaal is de Rhijnauwenselaan, dwars erop de Strick van Linschotenlaan. Rechtsonder op de hoek is heden het Pannenkoekenhuis Rhijnauwen gevestigd. Bron: Regionaal Archief Zuid-Utrecht (RAZU), 084, 57598, 61.



Portret van Jhr. Jan Carel Wendel Strick van Linschoten van Rhijnauwen (1790-1850). De zoon van Jhr. Jan Balthazar Strick van Linschoten geboren uit zijn tweede huwelijk.

Heer van Rhijnauwen, garde d'honneur van keizer Napoleon 1813, hoogheemraad van Bijleveld, den Meerndijk en Zuid-IJsseldijk.

Huwde te Bunnik op 7 augustus 1822 met
Paulina Gerardina Sibilla Poelman.


De gronden in geel gearceerd met rode lijnen in eigendom van Jhr. Jan Carel Wendel Strick van Linschoten op een Militaire Topografisch Historische achtergrondkaart geprojecteerd. Gronden bekend bij het kadaster op 1 oktober 1832. Bron: HISGIS Utrecht. De gronden in geel gearceerd met rode lijnen in eigendom van Jhr. Jan Carel Wendel Strick van Linschoten op een Militaire Topografisch Historische achtergrondkaart geprojecteerd. Gronden bekend bij het kadaster op 1 oktober 1832. Bron: HISGIS Utrecht.


   

Jkvr. Anna Magdalena Strick van Linschoten (1867-1961) in ca. 1960. Bron: Collectie Nederland, Erfgoedcentrum Zutphen. Jkvr. Anna Magdalena Strick van Linschoten (1867-1961) in ca. 1960. Bron: Collectie Nederland, Erfgoedcentrum Zutphen.


Grafzerk van Jkvr. Anna Magdalena Strick van Linschoten (1867-1961) in maart 2021 op begraafplaats Bosrust te Zeist. Foto: Sander van Scherpenzeel. Grafzerk van Jkvr. Anna Magdalena Strick van Linschoten (1867-1961) in maart 2021 op begraafplaats Bosrust te Zeist. Foto: Sander van Scherpenzeel.


      

Graf van Jkvr. Anna Magdalena Strick van Linschoten (1867-1961) (dochter van Jhr. Jan Balthazar Strick van Linschoten (1825-1899 en kleindochter van Jhr. Jan Carel Wendel Strick van Linschoten van Rhijnauwen (1790-1850) en haar echtgenoot (huwelijk 1890) Cornelis Johan Doude van Troostwijk (1863-1921) op begraafplaats Bosrust te Zeist. Uit dit huwelijk kwam 1 zoon en 2 dochters. Cornelis Johan Balthasar Doude van Troostwijk (1892-1972), Sara Louise Doude van Troostwijk (1894-1982) en Ottoline Maria Doude van Troostwijk (1898-1966). Foto uit maart 2021 door Sander van Scherpenzeel. Graf van Jkvr. Anna Magdalena Strick van Linschoten (1867-1961) (dochter van Jhr. Jan Balthazar Strick van Linschoten (1825-1899 en kleindochter van Jhr. Jan Carel Wendel Strick van Linschoten van Rhijnauwen (1790-1850) en haar echtgenoot (huwelijk 1890) Cornelis Johan Doude van Troostwijk (1863-1921) op begraafplaats Bosrust te Zeist. Uit dit huwelijk kwam 1 zoon en 2 dochters. Cornelis Johan Balthasar Doude van Troostwijk (1892-1972), Sara Louise Doude van Troostwijk (1894-1982) en Ottoline Maria Doude van Troostwijk (1898-1966). Foto uit maart 2021 door Sander van Scherpenzeel.


  

Jhr. Hendrik Strick van Linschoten van Rhijnauwen

Jhr. Hendrik Strick van Linschoten van Rhijnauwen (1827-1889). Bron: Het Utrechts Archief 29-33 83. Jhr. Hendrik Strick van Linschoten van Rhijnauwen (1827-1889). Bron: Het Utrechts Archief 29-33 83.


Jhr. Hendrik Strick van Linschoten van Rhijnauwen (1827-1889) rond 1885. Bron: Het Utrechts Archief, 412, 59. Jhr. Hendrik Strick van Linschoten van Rhijnauwen (1827-1889) rond 1885. Bron: Het Utrechts Archief, 412, 59.


     

Handtekening van Agatha van Notten, douairière van jhr. Hendrik Strick van Linschoten van Rhijnauwen. Bron: Regionaal Archief Zuid-Utrecht (RAZU), 063. Handtekening van Agatha van Notten, douairière van jhr. Hendrik Strick van Linschoten van Rhijnauwen. Bron: Regionaal Archief Zuid-Utrecht (RAZU), 063.



Portret van Jhr. Hendrik Strick van Linschoten van Rhijnauwen (1827-1889). Zoon van Jhr. Jan Carel Wendel Strick van Linschoten van Rhijnauwen.

Echtgenoot van Agatha Henrietta van Notten. Vader van Jhr. Carel Johan Strick van Linschoten van Rhijnauwen en Jkvr. Agatha Johanna Elisabeth Strick van Linschoten van Rhijnauwen.


Portret van Jhr. Hendrik Strick van Linschoten van Rhijnauwen (1827-1889) in 1864. Bron: Het Utrechts Archief, 412. Portret van Jhr. Hendrik Strick van Linschoten van Rhijnauwen (1827-1889) in 1864. Bron: Het Utrechts Archief, 412.


 

Jhr. Carel Johan Strick van Linschoten van Rhijnauwen

Jhr. Carel Johan Strick van Linschoten van Rhijnauwen (1853-1910) Foto: nmm.nl. Jhr. Carel Johan Strick van Linschoten van Rhijnauwen (1853-1910) Foto: nmm.nl.


Portret van J.H.A. Geertsema en jhr. Carel Johan Strick van Linschoten van Rhijnauwen rond 1879 vlak voor de tijd dat zij gingen trouwen. Bron: Het Utrechts Archief, 412, 59. Portret van J.H.A. Geertsema en jhr. Carel Johan Strick van Linschoten van Rhijnauwen rond 1879 vlak voor de tijd dat zij gingen trouwen. Bron: Het Utrechts Archief, 412, 59.


   

Portret van jhr. Carel Johan Strick van Linschoten van Rhijnauwen (1853-1910) rond 1870-1875. Bron: Het Utrechts Archief, 412. Portret van jhr. Carel Johan Strick van Linschoten van Rhijnauwen (1853-1910) rond 1870-1875. Bron: Het Utrechts Archief, 412.



Dit is jhr. Carel Johan Strick van Linschoten van Rhijnauwen (1853-1910).

Kleinzoon van jhr. Jan Carel Wendel Strick van Linschoten.

Carel Johan was de laatste in mannelijke lijn die Landgoed Rhijnauwen in eigendom had. Na zijn overlijden verkocht zijn echtgenote J.H.A. Geertsema het landgoed in 1919 aan gemeente Utrecht.

Tot haar overlijden in 1933 zou zij er blijven wonen.


Links Jhr. Carel Johan Strick van Linschoten van Rhijnauwen (1853-1910) schakend op Landgoed Wickenburg tegen Anthon van Eelde op donderdag 20 augustus 1903. Bron: Huisarchief Wickenburgh, Wttewaall (c). Links Jhr. Carel Johan Strick van Linschoten van Rhijnauwen (1853-1910) schakend op Landgoed Wickenburg tegen Anthon van Eelde op donderdag 20 augustus 1903. Bron: Huisarchief Wickenburgh, Wttewaall (c).


 

 Gezin Strick van Linschoten van Rhijnauwen

Portret van drie kinderen midden in 1888 middenin Jkvr. Arendina Strick van Linschoten (1887-1971) Jongetje links en meisje rechts onbekend. In het interieur van het landhuis Rhijnauwen. Bron: Catawiki.nl. Portret van drie kinderen midden in 1888 middenin Jkvr. Arendina Strick van Linschoten (1887-1971) Jongetje links en meisje rechts onbekend. In het interieur van het landhuis Rhijnauwen. Bron: Catawiki.nl.


Jhr. Carel Johan Strick van Linschoten van Rhijnauwen en zijn echtgenote J.H.A. Geertsema staande op de brug over de Kromme-Rijn voor het landgoed omstreeks 1910. Staande links vermoedelijk hun dochter Jkvr. Arendina Strick van Linschoten. Bron: Catawiki.nl Jhr. Carel Johan Strick van Linschoten van Rhijnauwen en zijn echtgenote J.H.A. Geertsema staande op de brug over de Kromme-Rijn voor het landgoed omstreeks 1910. Staande links vermoedelijk hun dochter Jkvr. Arendina Strick van Linschoten. Bron: Catawiki.nl



Jkvr. Arendina Strick van Linschoten

Jkvr. Arendina Strick van Linschoten (1887-1971) in 1912 met haar hond Sascha de Barrio. Dochter van Jhr. Carel Johan Strick van Linschoten van Rhijnauwen en J.H.A. Geertsema. Bron: Catawiki.nl Jkvr. Arendina Strick van Linschoten (1887-1971) in 1912 met haar hond Sascha de Barrio. Dochter van Jhr. Carel Johan Strick van Linschoten van Rhijnauwen en J.H.A. Geertsema. Bron: Catawiki.nl


Jkvr. Arendina Strick van Linschoten geboren dinsdag 19 juli 1887. Gefotografeerd op dit portret van op donderdag 28 juni 1888, Bron: Catawiki.nl. Jkvr. Arendina Strick van Linschoten geboren dinsdag 19 juli 1887. Gefotografeerd op dit portret van op donderdag 28 juni 1888, Bron: Catawiki.nl.


Landhuis Rhijnauwen omstreeks 1888 met vermoedelijk Mevr. Strick van Linschoten - Geertsema met haar dochter Jkvr, Arendina Strick van Linschoten bij de zij-gevel van het landhuis naast de Kromme-Rijn. Bron: Catawiki.nl. Landhuis Rhijnauwen omstreeks 1888 met vermoedelijk Mevr. Strick van Linschoten - Geertsema met haar dochter Jkvr, Arendina Strick van Linschoten bij de zij-gevel van het landhuis naast de Kromme-Rijn. Bron: Catawiki.nl.


Portret van jkvr. Arendina Strick van Linschoten - Bijl de Vroe (1887-1971) omstreeks 1907. Bron: Het Utrechts Archief, 412, 59. Portret van jkvr. Arendina Strick van Linschoten - Bijl de Vroe (1887-1971) omstreeks 1907. Bron: Het Utrechts Archief, 412, 59.


        

Gezicht op de Kromme Rijn tussen Utrecht en Bunnik met een boerderij aan de overzijde van het water tussen 1750 en 1780. Bron: Het Utrechts Archief, catalogusnummer: 38624. Gezicht op de Kromme Rijn tussen Utrecht en Bunnik met een boerderij aan de overzijde van het water tussen 1750 en 1780. Bron: Het Utrechts Archief, catalogusnummer: 38624.


  

Cornelis Lucien Marie Bijl de Vroe in 1916, gehuwd te Bunnik op donderdag 16 oktober 1913 met Jkvr. Arendina Strick van Linschoten. Bron: Nederlands Instituut voor Kunstgeschiedenis, Den Haag. Cornelis Lucien Marie Bijl de Vroe in 1916, gehuwd te Bunnik op donderdag 16 oktober 1913 met Jkvr. Arendina Strick van Linschoten. Bron: Nederlands Instituut voor Kunstgeschiedenis, Den Haag.


Portret van Johan Herman Bijl de Vroe in 1986, geboren op woensdag 21 september 1921. Zoon van Cornelis Lucien Marie Bijl de Vroe en Jkvr. Arendina Strick van Linschoten. Bron: Nederlands Instituut voor Kunstgeschiedenis, Den Haag. Portret van Johan Herman Bijl de Vroe in 1986, geboren op woensdag 21 september 1921. Zoon van Cornelis Lucien Marie Bijl de Vroe en Jkvr. Arendina Strick van Linschoten. Bron: Nederlands Instituut voor Kunstgeschiedenis, Den Haag.


      

Gezicht op het landschap bij Bunnik met links een huis en een houten standerdmolen en rechts een boerderij met een schuur en hooibergen op donderdag 14 september 1769 naar een tekening van D. van der Burg. Bron: Het Utrechts Archief, catalogusnummer: 200473. Gezicht op het landschap bij Bunnik met links een huis en een houten standerdmolen en rechts een boerderij met een schuur en hooibergen op donderdag 14 september 1769 naar een tekening van D. van der Burg. Bron: Het Utrechts Archief, catalogusnummer: 200473.


   

Portret van Jhr. Johan Herman Strick van Linschoten (Geboren 3- januari 1880), als jonge man in juni 1907 als luitenant generaal der jagers. Johan was de broer van Jkvr. Arendina Strick van Linschoten. Zoon van Jhr. Carel Johan Strick van Linschoten en mvr. J.H.A. Geertsema. Portret van Jhr. Johan Herman Strick van Linschoten (Geboren 3- januari 1880), als jonge man in juni 1907 als luitenant generaal der jagers. Johan was de broer van Jkvr. Arendina Strick van Linschoten. Zoon van Jhr. Carel Johan Strick van Linschoten en mvr. J.H.A. Geertsema.


Portret van Jhr. Unico Hendrik Strick van Linschoten. Geboren 16 maart 1859 en overleden op 7 maart 1899. Hij werd maar 39 jaar. Unico was de zoon van Jhr. Hendrik Strick van Linschoten van Rhijnauwen en Agatha Henrietta van Notten. Op het portret is Unico Hendrik ca. 20 jaar oud rond het jaar 1880. Portret van Jhr. Unico Hendrik Strick van Linschoten. Geboren 16 maart 1859 en overleden op 7 maart 1899. Hij werd maar 39 jaar. Unico was de zoon van Jhr. Hendrik Strick van Linschoten van Rhijnauwen en Agatha Henrietta van Notten. Op het portret is Unico Hendrik ca. 20 jaar oud rond het jaar 1880.



Gezicht vanuit het zuiden op kasteel Rhijnauwen, met gracht en brug, te Bunnik (licht ingekleurd) in de periode 1697 - 1702. Naar een tekening van Cornelis Specht en Jan Vianen. Bron: Regionaal Archief Zuid-Utrecht (RAZU), 084, 57408, 55. Gezicht vanuit het zuiden op kasteel Rhijnauwen, met gracht en brug, te Bunnik (licht ingekleurd) in de periode 1697 - 1702. Naar een tekening van Cornelis Specht en Jan Vianen. Bron: Regionaal Archief Zuid-Utrecht (RAZU), 084, 57408, 55.


  

Ambachtsheerlijkheden in bezit

van familie Strick van Linschoten

Rhijnauwen (1818-1858)

De kadastrale gemeente Rhijnauwen tot 1 januari 1858 met de landgoederen (L) Nieuw-Amelisweerd, (M) Oud-Amelisweerd en (R) Rhijnauwen. Bron: Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (RCE) te Amersfoort, beeldbank, documentnummer: 06062A01. De kadastrale gemeente Rhijnauwen tot 1 januari 1858 met de landgoederen (L) Nieuw-Amelisweerd, (M) Oud-Amelisweerd en (R) Rhijnauwen. Bron: Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (RCE) te Amersfoort, beeldbank, documentnummer: 06062A01.



Bunnik en Vechten

Wapen van de gemeente Bunnik (1913-1969) wat door de Hoge Raad van Adel werd toegewezen op dinsdag 11 februari 1913 aan de gemeente Bunnik. Aan het wapen werd het volgende blazoen toegewezen: Wapen van de gemeente Bunnik (1913-1969) wat door de Hoge Raad van Adel werd toegewezen op dinsdag 11 februari 1913 aan de gemeente Bunnik. Aan het wapen werd het volgende blazoen toegewezen: "In goud een stappende haan van keel en een uitgetande zoom van sabel." Bron: Wikipedia Wapen van Bunnik.


Schilderij van het dorp Bunnik met het Raadhuis en links de dorpskerk. Maken en datering onbekend. Bron: RAZU. Schilderij van het dorp Bunnik met het Raadhuis en links de dorpskerk. Maken en datering onbekend. Bron: RAZU.


Kaart van de gemeente Bunnik uit 1717 met de tiendvakken. Bron: HUA, 221. Kaart van de gemeente Bunnik uit 1717 met de tiendvakken. Bron: HUA, 221.


        

Jhr. Jan Pieter Strick van Linschoten (geboren 29 januari 1805 te Utrecht en overleden 3 maart 1881 te Benschop). Hij werd 76 jaar. Heer van Vlooswijk, Bunnik en Vechten. Zoon van Jhr. Nicolaas Hendrik Strick van Linschoten (1766 - 1837), Heer van Vlooswijk, Bunnik en Vechten. Bron: Nederlands Instituut voor Kunstgeschiedenis, Den Haag. Jhr. Jan Pieter Strick van Linschoten (geboren 29 januari 1805 te Utrecht en overleden 3 maart 1881 te Benschop). Hij werd 76 jaar. Heer van Vlooswijk, Bunnik en Vechten. Zoon van Jhr. Nicolaas Hendrik Strick van Linschoten (1766 - 1837), Heer van Vlooswijk, Bunnik en Vechten. Bron: Nederlands Instituut voor Kunstgeschiedenis, Den Haag.


Jhr. Johan Lodewijk Strick van Linschoten (geboren 15 september 1851 te Benschop en overleden 18 oktober 1941) Hij werd 90 jaar. Hij was de laatste Heer van Vlooswijk, Bunnik en Vechten na zijn overlijden was na 1941 de familie tak Strick van Linschoten van Bunnik en Vechten uitgestorven. Johan Lodewijk huwde in 1890 Jkvr. Maria Anthonia Strick van Linschoten (geboren op 16 november 1852 te Utrecht en overleden op 31 januari 1892). Bron: Nederlands Instituut voor Kunstgeschiedenis, Den Haag. Jhr. Johan Lodewijk Strick van Linschoten (geboren 15 september 1851 te Benschop en overleden 18 oktober 1941) Hij werd 90 jaar. Hij was de laatste Heer van Vlooswijk, Bunnik en Vechten na zijn overlijden was na 1941 de familie tak Strick van Linschoten van Bunnik en Vechten uitgestorven. Johan Lodewijk huwde in 1890 Jkvr. Maria Anthonia Strick van Linschoten (geboren op 16 november 1852 te Utrecht en overleden op 31 januari 1892). Bron: Nederlands Instituut voor Kunstgeschiedenis, Den Haag.


Jhr. Nicolaas Hendrik Strick van Linschoten (geboren 19 september 1847 te Benschop en overleden op 1 mei 1904) Hij werd 56 jaar. Heer van Vlooswijk, Bunnik en Vechten. Zoon van Jhr. Jan Pieter Strick van Linschoten (1805-1881). Heer van Vlooswijk, Bunnik en Vechten. Bron: Nederlands Instituut voor Kunstgeschiedenis, Den Haag. Jhr. Nicolaas Hendrik Strick van Linschoten (geboren 19 september 1847 te Benschop en overleden op 1 mei 1904) Hij werd 56 jaar. Heer van Vlooswijk, Bunnik en Vechten. Zoon van Jhr. Jan Pieter Strick van Linschoten (1805-1881). Heer van Vlooswijk, Bunnik en Vechten. Bron: Nederlands Instituut voor Kunstgeschiedenis, Den Haag.


Jkvr. Maria Anthonia Strick van Linschoten (geboren op 16 november 1852 te Utrecht en overleden op 31 januari 1892). Zij werd 39 jaar. Maria Antonia was de nicht van Johan Lodewijk. Bron: Nederlands Instituut voor Kunstgeschiedenis, Den Haag. Jkvr. Maria Anthonia Strick van Linschoten (geboren op 16 november 1852 te Utrecht en overleden op 31 januari 1892). Zij werd 39 jaar. Maria Antonia was de nicht van Johan Lodewijk. Bron: Nederlands Instituut voor Kunstgeschiedenis, Den Haag.


Grafmonument van Jhr. Johan Lodewijk Strick van Linschoten (1851-1941) de laatste heer van de ambachtsheerlijkheden Vlooswijk, Bunnik en Vechten. Grafmonument te vinden aan de Woudenbergseweg 46 begraafplaats Bosrust te Zeist. Foto: Sander van Scherpenzeel. Grafmonument van Jhr. Johan Lodewijk Strick van Linschoten (1851-1941) de laatste heer van de ambachtsheerlijkheden Vlooswijk, Bunnik en Vechten. Grafmonument te vinden aan de Woudenbergseweg 46 begraafplaats Bosrust te Zeist. Foto: Sander van Scherpenzeel.


Grafmonument van Jhr. Johan Lodewijk Strick van Linschoten (1851-1941) de laatste heer van de ambachtsheerlijkheden Vlooswijk, Bunnik en Vechten. Grafmonument te vinden aan de Woudenbergseweg 46 begraafplaats Bosrust te Zeist. Foto: Sander van Scherpenzeel. Grafmonument van Jhr. Johan Lodewijk Strick van Linschoten (1851-1941) de laatste heer van de ambachtsheerlijkheden Vlooswijk, Bunnik en Vechten. Grafmonument te vinden aan de Woudenbergseweg 46 begraafplaats Bosrust te Zeist. Foto: Sander van Scherpenzeel.


           

Schilderij van de Kromme Rijn met erover de de brug in de Tolhuislaan en Dorpsstraat van Bunnik met op de achtergrond de Witte Huisje en de Oude Dorpskerk. Door J. de Kruijf. Bron: RAZU. Schilderij van de Kromme Rijn met erover de de brug in de Tolhuislaan en Dorpsstraat van Bunnik met op de achtergrond de Witte Huisje en de Oude Dorpskerk. Door J. de Kruijf. Bron: RAZU.


Graf van J.L.M.J. van Diemen (Geboren 25 april 1811 en overleden 12 februari 1875), Jhr. Jan Pieter Strick van Linschoten (Geboren 29 januari 1805 en overleden 03 maart 1881) en Jhr. Nicolaas Hendrik Strick van Linschoten (Geboren 19 september 1847 en overleden 01-05-1904). Beide Heren, Heer van Vlooswijk, Bunnik en Vechten. Grafmonument te vinden op de Algemene Begraafplaats in het dorp Benschop. Bron: Online-begraafplaatsen.nl Graf id-nummer: 430482. Graf van J.L.M.J. van Diemen (Geboren 25 april 1811 en overleden 12 februari 1875), Jhr. Jan Pieter Strick van Linschoten (Geboren 29 januari 1805 en overleden 03 maart 1881) en Jhr. Nicolaas Hendrik Strick van Linschoten (Geboren 19 september 1847 en overleden 01-05-1904). Beide Heren, Heer van Vlooswijk, Bunnik en Vechten. Grafmonument te vinden op de Algemene Begraafplaats in het dorp Benschop. Bron: Online-begraafplaatsen.nl Graf id-nummer: 430482.


Schilderij van de Kromme ter hoogte van het dorp Bunnik ter hoogte van de Witte Huisjes met op de achtergrond de Oude Dorpskerk van Bunnik. Geschilderd door M.A.de Kruijff-Willeumier. Bron: RAZU. Schilderij van de Kromme ter hoogte van het dorp Bunnik ter hoogte van de Witte Huisjes met op de achtergrond de Oude Dorpskerk van Bunnik. Geschilderd door M.A.de Kruijff-Willeumier. Bron: RAZU.


Fragment uit de kasboeken van de Oude Dorpskerk van Bunnik waarbij jhr. Jan Carel Wendel Strick van Linschoten een gift geeft voor nieuwe gordijntje bij het orgel van f. 25,89. Bron: RAZU. Fragment uit de kasboeken van de Oude Dorpskerk van Bunnik waarbij jhr. Jan Carel Wendel Strick van Linschoten een gift geeft voor nieuwe gordijntje bij het orgel van f. 25,89. Bron: RAZU.


Fragment uit het kasboek van de Oude Dorpskerk van Bunnik met alle giften van de actieve kerkleden in de negentiende eeuw o.a. van de familie Van 't Hoenderdaal, Van Scherpenzeel. Bron: RAZU. Fragment uit het kasboek van de Oude Dorpskerk van Bunnik met alle giften van de actieve kerkleden in de negentiende eeuw o.a. van de familie Van 't Hoenderdaal, Van Scherpenzeel. Bron: RAZU.


  

Gezicht op het landschap bij Bunnik met een boerderij en een houten standerdmolen in 1752 naar een tekening van D. Verrijk. Bron: Het Utrechts Archief, catalogusnummer: 200472. Gezicht op het landschap bij Bunnik met een boerderij en een houten standerdmolen in 1752 naar een tekening van D. Verrijk. Bron: Het Utrechts Archief, catalogusnummer: 200472.

 

Portret van jkvr. Louisa Elisabet Strick van Linschoten (1845-1846), 1 jaar oud geworden. Dochter van jhr. Jan Pieter Strick van Linschoten en Johanna Maria Juliana van Diemen. Bron: Nederlands Instituut voor Kunstgeschiedenis, Den Haag. Portret van jkvr. Louisa Elisabet Strick van Linschoten (1845-1846), 1 jaar oud geworden. Dochter van jhr. Jan Pieter Strick van Linschoten en Johanna Maria Juliana van Diemen. Bron: Nederlands Instituut voor Kunstgeschiedenis, Den Haag.


    

De Dorspsstraat in Bunnik in de periode 1920-1930. Bron: Regionaal Archief Zuid-Utrecht (RAZU), 070, collectie Arie van der Gaag/Van der Brug. De Dorspsstraat in Bunnik in de periode 1920-1930. Bron: Regionaal Archief Zuid-Utrecht (RAZU), 070, collectie Arie van der Gaag/Van der Brug.


Dorp Bunnik, paard en wagen met twee knapen zittend achterop in de periode 1920-1930. Bron: Regionaal Archief Zuid-Utrecht (RAZU), 070, collectie Arie van der Gaag/Van der Brug. Dorp Bunnik, paard en wagen met twee knapen zittend achterop in de periode 1920-1930. Bron: Regionaal Archief Zuid-Utrecht (RAZU), 070, collectie Arie van der Gaag/Van der Brug.


Jubileum Deken A.W. Heinen in Bunnik. Bron: Regionaal Archief Zuid-Utrecht (RAZU), 070, collectie Arie van der Gaag/Van der Brug. Jubileum Deken A.W. Heinen in Bunnik. Bron: Regionaal Archief Zuid-Utrecht (RAZU), 070, collectie Arie van der Gaag/Van der Brug.


Gezicht op het dorp Bunnik in de periode 19201-1930. Bron: Regionaal Archief Zuid-Utrecht (RAZU), 070, collectie Arie van der Gaag/Van der Brug. Gezicht op het dorp Bunnik in de periode 19201-1930. Bron: Regionaal Archief Zuid-Utrecht (RAZU), 070, collectie Arie van der Gaag/Van der Brug.


Gezicht op de schoudermantel op de grens van de gemeente Bunnik met die van Odijk rond 1910-1920. Op deze plek werd de rijksweg A12 aangelegd rond 1940. Rechts de rivier de Kromme Rijn. Bron: Regionaal Archief Zuid-Utrecht (RAZU), 070, collectie Arie van der Gaag/Van der Brug. Gezicht op de schoudermantel op de grens van de gemeente Bunnik met die van Odijk rond 1910-1920. Op deze plek werd de rijksweg A12 aangelegd rond 1940. Rechts de rivier de Kromme Rijn. Bron: Regionaal Archief Zuid-Utrecht (RAZU), 070, collectie Arie van der Gaag/Van der Brug.


Gezicht op de schoudermantel op de grens van de gemeente Bunnik in de periode 19401-960. Op deze plek werd de rijksweg A12 aangelegd werd rond 1940. Rechts de rivier de Kromme Rijn. Bron: Regionaal Archief Zuid-Utrecht (RAZU), 070, collectie Arie van der Gaag/Van der Brug. Gezicht op de schoudermantel op de grens van de gemeente Bunnik in de periode 19401-960. Op deze plek werd de rijksweg A12 aangelegd werd rond 1940. Rechts de rivier de Kromme Rijn. Bron: Regionaal Archief Zuid-Utrecht (RAZU), 070, collectie Arie van der Gaag/Van der Brug.


Gezicht op rivier de Kromme Rijn rond 1920-1930. Bron: Regionaal Archief Zuid-Utrecht (RAZU), 070, collectie Arie van der Gaag/Van der Brug. Gezicht op rivier de Kromme Rijn rond 1920-1930. Bron: Regionaal Archief Zuid-Utrecht (RAZU), 070, collectie Arie van der Gaag/Van der Brug.


Gezicht op de rivier de Kromme Rijn bij het dorp Bunnik in de periode 1920-1930. Bron: Regionaal Archief Zuid-Utrecht (RAZU), 070, collectie Arie van der Gaag/Van der Brug. Gezicht op de rivier de Kromme Rijn bij het dorp Bunnik in de periode 1920-1930. Bron: Regionaal Archief Zuid-Utrecht (RAZU), 070, collectie Arie van der Gaag/Van der Brug.


     

Gezicht op de Kromme Rijn bij Bunnik met links twee boerderijen naar een tekening van J. Versteegh op 12 september 1765. Bron: Het Utrechts Archief, catalogusnummer:	 202235. Gezicht op de Kromme Rijn bij Bunnik met links twee boerderijen naar een tekening van J. Versteegh op 12 september 1765. Bron: Het Utrechts Archief, catalogusnummer: 202235.


Gezicht op Bunnik met links op de voorgrond een man met een vaarboom in een boot en rechts twee hengelaars aan een oever. Rechts een houten brug over het water naar een tekening van Jacobus Versteegen in 1745-1795. Bron: Rijksmuseum - Wikimedia Commons. Gezicht op Bunnik met links op de voorgrond een man met een vaarboom in een boot en rechts twee hengelaars aan een oever. Rechts een houten brug over het water naar een tekening van Jacobus Versteegen in 1745-1795. Bron: Rijksmuseum - Wikimedia Commons.


  

Abstede en Wittevrouwen

Gezicht op een weg in Abstede te Utrecht in de periode 1785-1835. Bron: Het Utrechts Archief, catalogusnummer: 38595. Gezicht op een weg in Abstede te Utrecht in de periode 1785-1835. Bron: Het Utrechts Archief, catalogusnummer: 38595.



Heerlijkheden en buurtschappen

Abstede en Wittevrouwen waren buurtschappen en ambachtsheerlijkheden in de stadsheerlijkheid van Utrecht ten oosten van de oude stad, die samen ook wel Groot-Covelswade werden genoemd. Bij Abstede hoorde ook het gebied Galgenwaard. Omdat Wittevrouwen buiten de Wittevrouwenpoort lag, werd ook wel gesproken over het gerecht Buiten Wittevrouwen­(poort). Het gebied heette oorspronkelijk Oudwijk. Wittevrouwen is tegenwoordig een buurt in de wijk Noordoost. Abstede, Buiten Wittevrouwen en Oudwijk zijn nu buurten in de wijk Oost.

Van 1818 tot 1823 was het gebied een zelfstandige gemeente, waar ook de heerlijkheid Blijenburg bij hoorde. In 1840 had het gebied met een oppervlakte van ongeveer 280 ha 2.460 inwoners. In Utrecht bevinden zich de Abstederbrug, -dijk en –hof en de Wittevrouwenkade, - singel en –straat en de Laan van Kovelswade.


Kadastraal uittreksel van de gemeente Abstede, sectie A, tweede blad, het terrein tussen de Minstroom en Kromme Rijn te Utrecht; met weergave van wegen, watergangen, percelen (ged.) en bebouwing, met vermelding van eigenaren in de periode 1825-1830. Bron: Het Utrechts Archief, catalogusnummer: 216099. Kadastraal uittreksel van de gemeente Abstede, sectie A, tweede blad, het terrein tussen de Minstroom en Kromme Rijn te Utrecht; met weergave van wegen, watergangen, percelen (ged.) en bebouwing, met vermelding van eigenaren in de periode 1825-1830. Bron: Het Utrechts Archief, catalogusnummer: 216099.



In 1715 verkochten de Staten van Utrecht de heerlijkheden Abstede en Wittevrouwen, alsmede Bunnik en Vechten, aan Jacob de Witte te Vlissingen. In 1724 werden deze heerlijkheden verkocht aan Joseph Loten (1680-1730), die Abstede en Wittevrouwen naliet aan zijn weduwe Christina Clara Strick van Linschoten (1688-1780) en Bunnik en Vechten aan zijn dochter Constantia Johanna Loten (1725-1763). Na haar dood in 1763 werd haar moeder ook vrouwe van Bunnik en Vechten. Zij werd in Abstede en Wittevrouwen opgevolgd door haar neef Johan Balthazar Strick van Linschoten, een zoon van haar broer Jan Hendrik Strick van Linschoten (1687-1759).


Kadastrale kaart van de buitengerechten Wittevrouwen en Blijenburg te Utrecht, het terrein tussen de Biltsche Grift / Nicolaasweg / Minstroom / Stadsbuitengracht, met weergave van percelen met bebouwing en vermelding van kadastrale nummers, wegen en watergangen in 1811. Bron: Het Utrechts Archief, catalogusnummer: 216128. Kadastrale kaart van de buitengerechten Wittevrouwen en Blijenburg te Utrecht, het terrein tussen de Biltsche Grift / Nicolaasweg / Minstroom / Stadsbuitengracht, met weergave van percelen met bebouwing en vermelding van kadastrale nummers, wegen en watergangen in 1811. Bron: Het Utrechts Archief, catalogusnummer: 216128.



Heren en vrouwen van Abstede en Wittevrouwen


Kaart van de bestaande en ontworpen verdedigingswerken te Utrecht; met de landbouw- en weidegronden in de directe omgeving van de stad; met wegen en watergangen en gestileerde weergave (ged.) van de bebouwing en het grondgebruik in opstand; met vermelding van het grondgebruik. Met schaalstok en windroos in oktober 1629. Door kaartmaker H.J. Verstralen. Uitsneden van het gebied Wittevrouwen. Abstede en Tolsteeg en Klein Kovelswade. Bron: Het Utrechts Archief, catalogusnummer: 216701. Kaart van de bestaande en ontworpen verdedigingswerken te Utrecht; met de landbouw- en weidegronden in de directe omgeving van de stad; met wegen en watergangen en gestileerde weergave (ged.) van de bebouwing en het grondgebruik in opstand; met vermelding van het grondgebruik. Met schaalstok en windroos in oktober 1629. Door kaartmaker H.J. Verstralen. Uitsneden van het gebied Wittevrouwen. Abstede en Tolsteeg en Klein Kovelswade. Bron: Het Utrechts Archief, catalogusnummer: 216701.



Johan Balthazar Strick van Linschoten, jhr. mr. (1734-1820) 1759-1820

Geb. en ov. Utrecht. Ook heer van Rhijnauwen en van Nieuw Helvoet en De Quack op Voorne-Putten. Hij werd in 1816 ingelijfd in de Nederland­se adel. Kanunnik en deken van St. Pieter in Utrecht, ontvanger van de Staten van Utrecht, raad in de Admira­li­teit van Friesland, lid van de Raad van Utrecht, hoogheemraad van de Lekdijk Bovendams. Tr.(1) Utrecht 1768 Charlotta Martha van Utenhove tot Bottesteyn (1743-1788), tr.(2) Utrecht 1790 Petronella Johanna Godin (1753-1791).


Gezicht op een boerderij in Abstede te Utrecht in 1829. Bron: Het Utrechts Archief, catalogusnummer: 38025. Gezicht op een boerderij in Abstede te Utrecht in 1829. Bron: Het Utrechts Archief, catalogusnummer: 38025.



Volgens zijn memorie van successie bestond zijn onroerend goed uit een huis aan de Nieuwegracht in Utrecht, nog vier huizen in Utrecht, huis Rhijnauwen met boerderijen en 32 morgen, de Bisschopshoef met 25 morgen in Zeist, de boerderijen Ten Rijn met 51 morgen in Bunnik, Fortuin met 39 morgen, Rijnswaard met 31 morgen, Bremerlust met 6 morgen, De Uithof met 37 morgen, een boerderij met 12 morgen in De Bilt, met 16 morgen in Abcoude, met 66 morgen in Zuilen, met 81 morgen in Schalkwijk, met 11 morgen in Linschoten, nog vier boerderijen met totaal 108 morgen, een warmoeziershofstede in Abstede en nog bijna 300 morgen land in verschillende andere plaatsen.


Gezicht over de stadsbuitengracht bij de Wittevrouwenbrug te Utrecht op de voor- en zijgevel van het hotel van Ballangée op de hoek van de Biltstraat en de Wittevrouwensingel, uit het noordwesten in 1896 naar een tekening van A.E. Grolman. Bron: Het Utrechts Archief, catalogusnummer: 31707. Gezicht over de stadsbuitengracht bij de Wittevrouwenbrug te Utrecht op de voor- en zijgevel van het hotel van Ballangée op de hoek van de Biltstraat en de Wittevrouwensingel, uit het noordwesten in 1896 naar een tekening van A.E. Grolman. Bron: Het Utrechts Archief, catalogusnummer: 31707.



Diederik Willem Jacob Strick van Linschoten, jhr. (1776-1854) 1820-1854

Zoon van de vorige, geb. Utrecht, ov. De Bilt, huis Arenberg. Ook heer van Nieuw-Helvoet en De Quack. In 1832 kocht hij landgoed Arenberg in De Bilt. Lid Provinciale Staten van Utrecht, heemraad Lekdijk Bovendams. Tr. Kortenhoef 1801 Sibilla Antoinette van Renesse van Wilp (1777-1830).


Gezicht op de Abstederdijk te Utrecht met aan weerszijden enkele boerderijen en op de achtergrond de molen op de Bijlhouwerstoren in 1826. Bron: Het Utrechts Archief, catalogusnummer: 30003. Gezicht op de Abstederdijk te Utrecht met aan weerszijden enkele boerderijen en op de achtergrond de molen op de Bijlhouwerstoren in 1826. Bron: Het Utrechts Archief, catalogusnummer: 30003.



Volgens zijn memorie van successie bestonden zijn onroerende goederen uit een herenhuis in Utrecht, een boerderij met 67 ha en nog een met 22 ha in Schalkwijk, een boerderij met 35 ha in Linschoten en buitenplaats Arenberg met 10,5 ha in De Bilt.


Gezicht op een weg in Abstede te Utrecht naar een tekening van Herman Saftleven uit 1650-1675. Bron: Het Utrechts Archief catalogusnummer: 35129. Gezicht op een weg in Abstede te Utrecht naar een tekening van Herman Saftleven uit 1650-1675. Bron: Het Utrechts Archief catalogusnummer: 35129.




Noot. In het Nederland’s Adelsboek van 1917 wordt hij niet, maar wel zijn zoon Jhr. Jan Hendrik Carel Strick van Linschoten (1802-1829) vermeld als heer van Abstede en Wittevrouwen. Uit andere bronnen blijkt dat hij wel degelijk heer was en daar hij veel langer heeft geleefd, is het erg onwaarschijnlijk dat zijn zoon heer is geweest.


Kadastraal uittreksel van de gemeente Abstede, sectie A te Utrecht, het terrein rondom de einden van de Biltstraat en de Maliebaan; met weergave van wegen en watergangen, percelen en bebouwing met vermelding van kadastrale nummers in 1830. Bron: Het Utrechts Archief, catalogusnummer: 214156. Kadastraal uittreksel van de gemeente Abstede, sectie A te Utrecht, het terrein rondom de einden van de Biltstraat en de Maliebaan; met weergave van wegen en watergangen, percelen en bebouwing met vermelding van kadastrale nummers in 1830. Bron: Het Utrechts Archief, catalogusnummer: 214156.



Cornelia Sara Wilhelmina Antoinetta Strick van Linschoten, jkvr. (1806-1855) 1854-1855

Dochter van de vorige, geb. Utrecht, ov. De Bilt, huize Arenberg. Ook vrouwe van Nieuw-Helvoet en De Quack. Tr. Utrecht 1827 (gescheiden van tafel en bed) Mr. Arnoud Gerard Joost baron Taets van Amerongen (1806-1886), geb. Amsterdam, ov. Utrecht. Kolonel, inspecteur jacht en visserij, rechter-plaatsvervanger te Utrecht, kamerheer i.b.d., Ridder in de Militaire Willemsorde.


Gezicht op enige huizen langs een weg in Abstede buiten de Wittevrouwenpoort te Utrecht uit 1729 naar een tekening van L.P. Serrurier. Bron: Het Utrechts Archief, catalogusnummer:	 35004. Gezicht op enige huizen langs een weg in Abstede buiten de Wittevrouwenpoort te Utrecht uit 1729 naar een tekening van L.P. Serrurier. Bron: Het Utrechts Archief, catalogusnummer: 35004.



Arnoud Gerard Joost baron Taets van Amerongen (1838-1893) 1855-1893

Zoon van de vorige, geb. De Bilt, huize Arenberg, ov. Brussel. Nieuw-Helvoet ging naar zijn broer Joost. Tr. Brussel 1864 Jeanne Philomène Laroze (1840-1890) Godert Hendrik baron Taets van Amerongen (1835-1907) 1893-1907


Kaart van het terrein met het gebouwencomplex van de Veeartsenijkundige Hoogeschool langs de Biltsche Vaart in de wijk Wittevrouwen te Utrecht; met vermelding van de bestemming van de gebouwen. Met waargave van aangrenzende straten met bebouwing in 1920-1930. De naam Biltsche Vaart is later gewijzigd in Biltsche Grift. Bron: Het Utrechts Archief, catalogusnummer: 214718. Kaart van het terrein met het gebouwencomplex van de Veeartsenijkundige Hoogeschool langs de Biltsche Vaart in de wijk Wittevrouwen te Utrecht; met vermelding van de bestemming van de gebouwen. Met waargave van aangrenzende straten met bebouwing in 1920-1930. De naam Biltsche Vaart is later gewijzigd in Biltsche Grift. Bron: Het Utrechts Archief, catalogusnummer: 214718.



Broer van de vorige, geb. De Bilt, huis Arenberg, ov. Brussel. Ritmeester cavalerie. Tr. Oosterbeek 1870 (scheiding van tafel en bed 1894) Maria Catharina Eleonora Riesz (1832-1908). Woonden in 1888 in Luik. Zij was eerder getrouwd met Willem Schuurman. Huis Arenberg is in 1928 afgebroken. Het is niet gelukt nog opvolgers van hem te vinden.


Gezicht vanaf de singel op de stadsbuitengracht en de stadswal te Utrecht uit het zuiden, met links de Wittevrouwenpoort en -brug en in het midden het wachthuisje met daarachter links de toren De Hond. Links achter de stadsmuur enkele gebouwen van het voormalige Wittevrouwenklooster; rechts op de achtergrond het bolwerk Wolvenburg met het gebouw van de lakmoesfabriek in 1780. Bron: Het Utrechts Archief, catalogusnummer: 30863. Gezicht vanaf de singel op de stadsbuitengracht en de stadswal te Utrecht uit het zuiden, met links de Wittevrouwenpoort en -brug en in het midden het wachthuisje met daarachter links de toren De Hond. Links achter de stadsmuur enkele gebouwen van het voormalige Wittevrouwenklooster; rechts op de achtergrond het bolwerk Wolvenburg met het gebouw van de lakmoesfabriek in 1780. Bron: Het Utrechts Archief, catalogusnummer: 30863.



Tekst en onderzoek: Peter de Jong, Schipluiden.

Schrijver van het boek:  van macht naar folklore, heerlijkheden in Zuid-Holland na de Franse Tijd heerlijkheden in Zuid-Holland na de Franse Tijd.


Kadastraal uittreksel van de gemeente De Bilt, sectie C en de gemeente Abstede, sectie A, met daarop aangegeven in verschillende kleuren de percelen in het gebied tussen de Vossegatsedijk in het zuiden (thans Vossegatselaan) en de Johannapolder / Oostbroekselaan in het noordoosten, met in het midden de Minstroom uit 1880-1900. Bron: Het Utrechts Archief, catalogusnummer: 28465. Kadastraal uittreksel van de gemeente De Bilt, sectie C en de gemeente Abstede, sectie A, met daarop aangegeven in verschillende kleuren de percelen in het gebied tussen de Vossegatsedijk in het zuiden (thans Vossegatselaan) en de Johannapolder / Oostbroekselaan in het noordoosten, met in het midden de Minstroom uit 1880-1900. Bron: Het Utrechts Archief, catalogusnummer: 28465.


 

 Nieuw-Helvoet

Wapen van Nieuw-Helvoet. Eigen werk - Hoge Raad van Adel. Bron: Wikipedia. Wapen van Nieuw-Helvoet. Eigen werk - Hoge Raad van Adel. Bron: Wikipedia.



Heerlijkheid en dorp

Dorp op Voorne-Putten bij Hellevoetsluis, ambachtsheerlijkheid. Bij Nieuw-Helvoet behoorde de oorspronkelijk zelfstandige heerlijkheid en polder De Quack. In 1724 kocht Daniel Bernard de heerlijkheid voor ƒ 8.200 van de Staten van Holland; kwam via zijn kleinzoon in de familie Strick van Linschoten. Van de heerlijke rechten is weinig gevonden.


Akte van belening door de Staten van Holland van Johan Balthasar Strick van Linschoten met de ambachtsheerlijkheid Nieuw Helvoet en De Quack, na overlijden van zijn grootvader Daniel Bernard Guiljamsz. uit 1761. Bron: Het Utrechts Archief, 1855, 1503. Akte van belening door de Staten van Holland van Johan Balthasar Strick van Linschoten met de ambachtsheerlijkheid Nieuw Helvoet en De Quack, na overlijden van zijn grootvader Daniel Bernard Guiljamsz. uit 1761. Bron: Het Utrechts Archief, 1855, 1503.


Akte van transport door de erfgenamen van Johan Balthasar Strick van Linschoten aan hun mede-erfgenaam Diederik Willem Jacob Strick van Linschoten van de ambachtsheerlijkheid Nieuw Helvoet en De Quack in 1820. Bron: Het Utrechts Archief, 1855 1507. Akte van transport door de erfgenamen van Johan Balthasar Strick van Linschoten aan hun mede-erfgenaam Diederik Willem Jacob Strick van Linschoten van de ambachtsheerlijkheid Nieuw Helvoet en De Quack in 1820. Bron: Het Utrechts Archief, 1855 1507.


Akte van transport door de erfgenamen van Johan Balthasar Strick van Linschoten aan hun mede-erfgenaam Diederik Willem Jacob Strick van Linschoten van de ambachtsheerlijkheid Nieuw Helvoet en De Quack in 1820. Beschrijving van akte. Bron: Het Utrechts Archief, 1855 1507. Akte van transport door de erfgenamen van Johan Balthasar Strick van Linschoten aan hun mede-erfgenaam Diederik Willem Jacob Strick van Linschoten van de ambachtsheerlijkheid Nieuw Helvoet en De Quack in 1820. Beschrijving van akte. Bron: Het Utrechts Archief, 1855 1507.


Akte van transport door de erfgenamen van Johan Balthasar Strick van Linschoten aan hun mede-erfgenaam Diederik Willem Jacob Strick van Linschoten van de ambachtsheerlijkheid Nieuw Helvoet en De Quack in 1820. Eind beschrijving van akte. Bron: Het Utrechts Archief, 1855 1507. Akte van transport door de erfgenamen van Johan Balthasar Strick van Linschoten aan hun mede-erfgenaam Diederik Willem Jacob Strick van Linschoten van de ambachtsheerlijkheid Nieuw Helvoet en De Quack in 1820. Eind beschrijving van akte. Bron: Het Utrechts Archief, 1855 1507.


Getranscribeerde tekst van de Staten van Holland en Westfriesland over de belening van de ambachtsheerlijkheden Nieuwe Hellevoet en de Quack. Bron: Het Utrechts Archief, 1855. Getranscribeerde tekst van de Staten van Holland en Westfriesland over de belening van de ambachtsheerlijkheden Nieuwe Hellevoet en de Quack. Bron: Het Utrechts Archief, 1855.



In 1826 wordt het zogenaamde mei- en bamischot vermeld; het bracht toen netto ƒ 648 op. 
De gemeente was 1.140 ha groot, had 730 inwoners rond 1840, bijna 2.100 in 1940 en 6.600 in 2004. In 1855 werd Struiten aan de gemeente toegevoegd. Nieuw-Helvoet ging in 1960 op in de gemeente Hellevoetsluis.


Jhr. Johan Balthazar Strick van LinschotenaJhr. Johan Balthazar Strick van Linschoten van Rhijnauwnen (1734-1820) door Jacobus Luberti Augustini. Bron: Nederlands Instituut voor Kunstgeschiedenis, Den Haag.van Rhijnauwnen (1734-1820). Bron: Nederlands Instituut voor Kunstgeschiedenis, Den Haag. Jhr. Johan Balthazar Strick van Linschoten van Rhijnauwnen (1734-1820) door Jacobus Luberti Augustini. Bron: Nederlands Instituut voor Kunstgeschiedenis, Den Haag.



Heren en vrouwen van Nieuw-Helvoet

Johan Balthazar Strick van Linschoten, jhr. mr. (1734-1820) 1761-1820
Geb. en ov. Utrecht, kasteel Rhijnauwen. Erfde de heerlijkheid van zijn grootvader Daniël Bernard (1676-1761). Ook heer van Rhijnauwen, een buitenplaats bij Bunnik, van Heeswijk en Achthoven, buurtschappen bij Linschoten en van Wittevrouwen en Abstede, buurtschappen bij Utrecht.

Hij werd in 1816 ingelijfd in de Nederlandse adel. Kanunnik en deken van St. Pieter in Utrecht, raad in de Admiraliteit van Friesland, lid van de raad van Utrecht, hoogheemraad Lekdijk Bovendams, ontvanger van de Staten van Utrecht. Tr.(1) Utrecht 1768 Charlotta Martha van Utenhove tot Bottesteyn (1743-1788), tr.(2) Utrecht 1790 Petronella Johanna Godin (1753-1791).


Plattegrond van het huis Arenberg bij De Bilt, met weergave van een plan voor de aanleg van riolering en waterleiding in 1894. Bron: Het Utrechts Archief, catalogusnummer: 1190-7. Plattegrond van het huis Arenberg bij De Bilt, met weergave van een plan voor de aanleg van riolering en waterleiding in 1894. Bron: Het Utrechts Archief, catalogusnummer: 1190-7.



Diederik Willem Jacob Strick van Linschoten, jhr. (1776-1854) 1820-1854
Zoon van de vorige, geb. Utrecht, ov. De Bilt, huize Arenberg. Lid Provinciale Staten van Utrecht, heemraad Lekdijk Bovendams. Hij bezat geen onroerend goed in Nieuw-Helvoet. Tr. Kortenhoef 1801 Sibilla Antoinette van Renesse van Wilp (1777-1830).


Jkvr. Cornelia Sara Wilhelmina Antoinette Strick van Linschoten (1806-1855). Naar een origineel portret dat zich in kasteel Renswoude bevindt. Naar een foto van Peter de Jong, Schipluiden. Jkvr. Cornelia Sara Wilhelmina Antoinette Strick van Linschoten (1806-1855). Naar een origineel portret dat zich in kasteel Renswoude bevindt. Naar een foto van Peter de Jong, Schipluiden.



Jkvr. Cornelia Sara Wilhelmina Antoinette Strick van Linschoten.

Cornelia Sara Wilhelmina Antoinette Strick van Linschoten, jkvr. (1806-1855)      1854-1855
Dochter van de vorige, geb. Utrecht, ov. De Bilt, huize Arenberg. Tr. Utrecht 1827 Mr. Arnoud Gerard Joost baron Taets van Amerongen (1806-1886), geb. Amsterdam, ov. Utrecht. Majoor schutterij Utrecht, inspecteur jacht en visserij, kamerheer i.b.d. van Willem III, Ridder in de Militaire Willemsorde, Commandeur in de Orde van de Eikenkroon.


Joost baron Taets van Amerongen (1832-1871). Foto: Peter de Jong, Schipluiden. Joost baron Taets van Amerongen (1832-1871). Foto: Peter de Jong, Schipluiden.



Joost baron Taets van Amerongen (1832-1871) 1856-1871
Zoon van de vorige, geb. De Bilt, huize Arenberg, ov. Deventer. Tr. Utrecht 1855 Jkvr. Hortense Cathérine Marie van de Poll. Woonden onder meer op huis Zwanenburg in Gendringen.


Raadhuis aan de Smitsweg, bouw afgerond in 1903 te Nieuw-Helvoet. Bron: Wikipedia Hellevoetfotoshoot - Eigen werk. Raadhuis aan de Smitsweg, bouw afgerond in 1903 te Nieuw-Helvoet. Bron: Wikipedia Hellevoetfotoshoot - Eigen werk.



Hortense Cathérine Marie van de Poll, jkvr. (1831-1915) 1871-1915
Weduwe van de vorige, geb. Amsterdam, ov. Den Haag. In 1865 had ze bemoeienis met het beroepen van een predikant namens haar man. 

Joost Herman baron Taets van Amerongen (1857-1932) 1915-1932
Zoon van de vorige, geb. Utrecht, ov. Malang, ongehuwd. Administrateur onderneming Satak, ambtenaar opiumbestrijding Semarang. In 1917 verleende hij als erfgenaam van zijn moeder goedkeuring aan de benoeming van een nieuwe predikant.

William Marie Eugène baron Taets van Amerongen (1860-1936) 1932-1936
Broer van de vorige, geb. Gendringen, huis Zwanenburg, dat in 1901 werd gesloopt, ov. Den Haag. Tr. Den Haag 1892 Jkvr. Gustavine Marie Verspyck (1861-1935). Het echtpaar liet geen kinderen na. Waarschijnlijk was hij de laatste heer.


Achterzijde van kasteel Renswoude. Bron: Wikipedia: Bas - Eigen werk. Achterzijde van kasteel Renswoude. Bron: Wikipedia: Bas - Eigen werk.



Tekst en onderzoek: Peter de Jong, Schipluiden.Schrijver van het boek:  van macht naar folklore, heerlijkheden in Zuid-Holland na de Franse Tijd heerlijkheden in Zuid-Holland na de Franse Tijd.


Kerk van Nieuw-Helvoet. Bron: Wikipedia Chris06 - Eigen werk. Kerk van Nieuw-Helvoet. Bron: Wikipedia Chris06 - Eigen werk.



De Quack

Wapen van het De Quack. Bron: Wikipedia. Wapen van het De Quack. Bron: Wikipedia.



De polder De Quack was een polder en waterschap in de gemeente Hellevoetsluis (voorheen Nieuw Helvoet) in de Nederlandse provincie Zuid-Holland.


Kaart van de polder Nieuw-Hellevoet in 1697. Caartboeck van Voorne. Bron: Wikipedia. Kaart van de polder Nieuw-Hellevoet in 1697. Caartboeck van Voorne. Bron: Wikipedia.



Het waterschap was in 1811 ontstaan als de (gedeeltelijke) rechtsopvolger van het gelijknamige Ambacht.

Het waterschap was verantwoordelijk voor de waterhuishouding in de polder.



Vlooswijk

Gezicht op de boerderij op het terrein van de heerlijkheid Vlooswijk bij Montfoort in 1729 naar een tekening van L.P. Serrurier. Bron: Het Utrechts Archief, catalogusnummer: 201985. Gezicht op de boerderij op het terrein van de heerlijkheid Vlooswijk bij Montfoort in 1729 naar een tekening van L.P. Serrurier. Bron: Het Utrechts Archief, catalogusnummer: 201985.



Vlooswijk is een polder in de Nederlandse provincie Utrecht die deels in de gemeente Montfoort en deels in de gemeente Woerden ligt.

Vlooswijk wordt in het noordoosten begrensd door de Kromwijker wetering. In het zuidoosten grenst het aan de polder Kromwijk, daarvan gescheiden door de Haarmolenvliet, in het zuidwesten aan Diemerbroek en in het noordwesten scheidt de Broekermolenvliet het van (Woerdens) Kromwijk.


Gezicht op het omgrachte kasteel Linschoten te Linschoten in de periode 1660-1680. Bron: Het Utrechts Archief, catalogusnummer: 107390. Gezicht op het omgrachte kasteel Linschoten te Linschoten in de periode 1660-1680. Bron: Het Utrechts Archief, catalogusnummer: 107390.



De rechtspraak was in de Middeleeuwen eigendom van het Kapittel van Oudmunster in Utrecht. Het kapittel gaf deze heerlijke rechten in verschillende delen te leen. Vlooswijk bestond uit 6 hoeven, waarvan de twee noordwestelijke later Westenrijk werden genoemd en de zuidoostelijke 4 Oostenrijk of Oosterwijk in Kromwijk. De grond van Oostenrijk was ook eigendom van Oudmunster en werd in leen gegeven, die van Westenrijk niet. De benaming van de heerlijkheid luidt ook wel Vlooswijk en Vlooswijk in Kromrijk.


Portret van Jhr. Paulus Hubert Adriaan Jan Strick van Linschoten (1769-1819), heer van Linschoten, Schagen en Den Engh, Polanen, Kattenbroek, Lange Linschoten en Snelrewaard, Hekendorp en IJsselvere, geb. te Utrecht 21 Nov. 1769, overl. te Bologna 25 Juli 1819. Bron: Nederlands Instituut voor Kunstgeschiedenis, Den Haag. Portret van Jhr. Paulus Hubert Adriaan Jan Strick van Linschoten (1769-1819), heer van Linschoten, Schagen en Den Engh, Polanen, Kattenbroek, Lange Linschoten en Snelrewaard, Hekendorp en IJsselvere, geb. te Utrecht 21 Nov. 1769, overl. te Bologna 25 Juli 1819. Bron: Nederlands Instituut voor Kunstgeschiedenis, Den Haag.



In de Franse tijd werd Vlooswijk samen met Wulverhorst, Kromwijk en Linschoter Haar tot de gemeente Wulverhorst samengevoegd. Op 1 januari 1812 werd de gemeente Wulverhorst met Vlooswijk bij Linschoten gevoegd, waarna het op 1 januari 1818 weer zelfstandig werd. Op 8 september 1857 werd het geheel weer bij Linschoten gevoegd.Linschoten ging in 1989 op in de gemeente Montfoort. Het deel ten noorden van de A12 werd bij Woerden gevoegd.


Kaart van het waterschap Bijleveld, gelegen in de gemeenten Vleuten, Harmelen, Veldhuizen, Linschoten en Achthoven; met weergave van de belangrijkste watergangen, dijken, wegen, molens, bruggen en verspreide bebouwing in 1836. Bron: Het Utrechts Archief, catalogusnummer: 214253. Kaart van het waterschap Bijleveld, gelegen in de gemeenten Vleuten, Harmelen, Veldhuizen, Linschoten en Achthoven; met weergave van de belangrijkste watergangen, dijken, wegen, molens, bruggen en verspreide bebouwing in 1836. Bron: Het Utrechts Archief, catalogusnummer: 214253.



Tekst en onderzoek: Peter de Jong, Schipluiden. Schrijver van het boek:  van macht naar folklore, heerlijkheden in Zuid-Holland na de Franse Tijd heerlijkheden in Zuid-Holland na de Franse Tijd.


Gezicht op een boerderij in Abstede te Utrecht. Op de achterzijde een boomstudie. Naar een tekening van L.C. Hora Siccama van maandag 28 augustus 1871. Bron: Het Utrechts Archief, catalogusnummer: 35124. Gezicht op een boerderij in Abstede te Utrecht. Op de achterzijde een boomstudie. Naar een tekening van L.C. Hora Siccama van maandag 28 augustus 1871. Bron: Het Utrechts Archief, catalogusnummer: 35124.



Verkoop ambachtsheerlijkheden Groot en Klein Hekendorp, IJsselveere en Polanen in 1856

Familie Strick van Linschoten (tak Linschoten)

Kaart van de heerlijkheid Polanen uit 1888. Beschrijving volgens Het Utrechts Archief T84, inventarisnummer: Stukken betreffende de verkoop door Elisabeth von Arnim aan Samuel Pierre Jean Charles van Dam en Andries Stigter van de heerlijkheid Polanen, 1856. Met retroakte, 1849. De heerlijkheid werd in 1849 aan Elisabeth toebedeeld uit de nalatenschap van Adriaan Johan Hendrik Paul Emil Napolionius Strick van Linschoten. Rijkseigendom. Kaart van de heerlijkheid Polanen uit 1888. Beschrijving volgens Het Utrechts Archief T84, inventarisnummer: Stukken betreffende de verkoop door Elisabeth von Arnim aan Samuel Pierre Jean Charles van Dam en Andries Stigter van de heerlijkheid Polanen, 1856. Met retroakte, 1849. De heerlijkheid werd in 1849 aan Elisabeth toebedeeld uit de nalatenschap van Adriaan Johan Hendrik Paul Emil Napolionius Strick van Linschoten. Rijkseigendom.


Op Zaterdag den 4. October 1856, des namiddags ten één ure precies, zal men aan het lokaal van verkoopingen der Notarissen te. Utrecht, publiek verkoopen: 7. De Hooge en Vrije AMBACHTSHEERLIJKHEDEN van Groot en Klein Hekendorp, de Hooge en de Vrije AMBACHTSHEERLIJKHEID van IJsselveere en de AMBACHTSHEERLIJKHEID van Polanen; voorts het TIENDREGT der Landen onder Hekendorp, IJsselveere, Snelrewaard en Polanen, alsmede en stukje TUINGROND, groot 06 roeden, 20 ellen, onder Hekendorp. Breeder bij biljetten en nader onderricht, ten kantore van de Notarissen STEVENS en BUSKES, te Utrecht. Bron: Delpher.nl. Op Zaterdag den 4. October 1856, des namiddags ten één ure precies, zal men aan het lokaal van verkoopingen der Notarissen te. Utrecht, publiek verkoopen: 7. De Hooge en Vrije AMBACHTSHEERLIJKHEDEN van Groot en Klein Hekendorp, de Hooge en de Vrije AMBACHTSHEERLIJKHEID van IJsselveere en de AMBACHTSHEERLIJKHEID van Polanen; voorts het TIENDREGT der Landen onder Hekendorp, IJsselveere, Snelrewaard en Polanen, alsmede en stukje TUINGROND, groot 06 roeden, 20 ellen, onder Hekendorp. Breeder bij biljetten en nader onderricht, ten kantore van de Notarissen STEVENS en BUSKES, te Utrecht. Bron: Delpher.nl.


GEVEILD den 4. Oktober 1856. De ambachtsheerlijkheid van Hekendorp en de Tienden gaande uit de Landen van Hekendorp J 3900 opgehouden. 6 Roeden 20 Ellen Tuingrond onder Hekendorp. J. C. van der Grijp. f 200 De ambachtsheerlijkheid van IJsselveere gemeente Snelrewaard en de Tienden gaande uit de Landerijen onder IJsselveere. f 1.470. opgehouden De grové en smalle Tienden, gaande uit de Landerijen gelegd onder de Weerd Zuid- en Noordzijden van den lange Linschoten. f 11,800 opgehouden. De ambacht heerlijkheid van Polanen en de Tienden gaande uit de Landerijen onder de heerlijkheid. de. Stigter f140. Een’ Huis binnen Utrecht O. Z. van dem Telingstraat G. 15Ì. JF. van der Poel, f 2050. Een Huis te Utrecht buiten de Waard Barriëre in de Lauwenrecht W. Z. der straat M, 277. G. var Veenendaal. f 1300. Een Pakhuis binnen Utrecht in de Rietsteeg. f 1000. opgehouden. Bron: Delpher.nl. GEVEILD den 4. Oktober 1856. De ambachtsheerlijkheid van Hekendorp en de Tienden gaande uit de Landen van Hekendorp J 3900 opgehouden. 6 Roeden 20 Ellen Tuingrond onder Hekendorp. J. C. van der Grijp. f 200 De ambachtsheerlijkheid van IJsselveere gemeente Snelrewaard en de Tienden gaande uit de Landerijen onder IJsselveere. f 1.470. opgehouden De grové en smalle Tienden, gaande uit de Landerijen gelegd onder de Weerd Zuid- en Noordzijden van den lange Linschoten. f 11,800 opgehouden. De ambacht heerlijkheid van Polanen en de Tienden gaande uit de Landerijen onder de heerlijkheid. de. Stigter f140. Een’ Huis binnen Utrecht O. Z. van dem Telingstraat G. 15Ì. JF. van der Poel, f 2050. Een Huis te Utrecht buiten de Waard Barriëre in de Lauwenrecht W. Z. der straat M, 277. G. var Veenendaal. f 1300. Een Pakhuis binnen Utrecht in de Rietsteeg. f 1000. opgehouden. Bron: Delpher.nl.


Op zaterdag 4 oktober 1856 vond ten overstaan van de Utrechtse notaris Hubertus Johannes Buskes de verkoop plaats van de ambachtsheerlijkheden Groot en Klein Hekendorp. IJsselveere en Polanen. Op huize Linschoten te Linschoten was gemachtigde Frederich Wilhelm Baron van den Busche, Ippenburg, genaamd Von Kessell voor Elisabeth von Arnim de verkoper voor de ambachtsheerlijkheden. Beschrijving van het eerste perceel betrof de ambachtsheerlijkheden Groot en Klein Hekendorp. Bron: Het Utrechts Archief, 34-4 4149 U330c018 1856 mei-1856 nov. 04-10-1856, aktenummer: 2208 Op zaterdag 4 oktober 1856 vond ten overstaan van de Utrechtse notaris Hubertus Johannes Buskes de verkoop plaats van de ambachtsheerlijkheden Groot en Klein Hekendorp. IJsselveere en Polanen. Op huize Linschoten te Linschoten was gemachtigde Frederich Wilhelm Baron van den Busche, Ippenburg, genaamd Von Kessell voor Elisabeth von Arnim de verkoper voor de ambachtsheerlijkheden. Beschrijving van het eerste perceel betrof de ambachtsheerlijkheden Groot en Klein Hekendorp. Bron: Het Utrechts Archief, 34-4 4149 U330c018 1856 mei-1856 nov. 04-10-1856, aktenummer: 2208


Op zaterdag 4 oktober 1856 vond ten overstaan van de Utrechtse notaris Hubertus Johannes Buskes de verkoop plaats van de ambachtsheerlijkheden Groot en Klein Hekendorp. IJsselveere en Polanen. Op huize Linschoten te Linschoten was gemachtigde Frederich Wilhelm Baron van den Busche, Ippenburg, genaamd Von Kessell voor Elisabeth von Arnim de verkoper voor de ambachtsheerlijkheden. Beschrijving van het vierde perceel betrof de ambachtsheerlijkheid IJsselveere in de gemeente Snelrewaard. Bron: Het Utrechts Archief, 34-4 4149 U330c018 1856 mei-1856 nov. 04-10-1856, aktenummer: 2208 Op zaterdag 4 oktober 1856 vond ten overstaan van de Utrechtse notaris Hubertus Johannes Buskes de verkoop plaats van de ambachtsheerlijkheden Groot en Klein Hekendorp. IJsselveere en Polanen. Op huize Linschoten te Linschoten was gemachtigde Frederich Wilhelm Baron van den Busche, Ippenburg, genaamd Von Kessell voor Elisabeth von Arnim de verkoper voor de ambachtsheerlijkheden. Beschrijving van het vierde perceel betrof de ambachtsheerlijkheid IJsselveere in de gemeente Snelrewaard. Bron: Het Utrechts Archief, 34-4 4149 U330c018 1856 mei-1856 nov. 04-10-1856, aktenummer: 2208


Op zaterdag 4 oktober 1856 vond ten overstaan van de Utrechtse notaris Hubertus Johannes Buskes de verkoop plaats van de ambachtsheerlijkheden Groot en Klein Hekendorp. IJsselveere en Polanen. Op huize Linschoten te Linschoten was gemachtigde Frederich Wilhelm Baron van den Busche, Ippenburg, genaamd Von Kessell voor Elisabeth von Arnim de verkoper voor de ambachtsheerlijkheden. Beschrijving van het eerste perceel betrof de ambachtsheerlijkheden Groot en Klein Hekendorp. De ambachtsheerlijkheid werd verkocht voor f. 3.000-, gulden aan Cornelis Schnell. Bron: Het Utrechts Archief, 34-4 4149 U330c018 1856 mei-1856 nov. 04-10-1856, aktenummer: 2208 Op zaterdag 4 oktober 1856 vond ten overstaan van de Utrechtse notaris Hubertus Johannes Buskes de verkoop plaats van de ambachtsheerlijkheden Groot en Klein Hekendorp. IJsselveere en Polanen. Op huize Linschoten te Linschoten was gemachtigde Frederich Wilhelm Baron van den Busche, Ippenburg, genaamd Von Kessell voor Elisabeth von Arnim de verkoper voor de ambachtsheerlijkheden. Beschrijving van het eerste perceel betrof de ambachtsheerlijkheden Groot en Klein Hekendorp. De ambachtsheerlijkheid werd verkocht voor f. 3.000-, gulden aan Cornelis Schnell. Bron: Het Utrechts Archief, 34-4 4149 U330c018 1856 mei-1856 nov. 04-10-1856, aktenummer: 2208


Op zaterdag 4 oktober 1856 vond ten overstaan van de Utrechtse notaris Hubertus Johannes Buskes de verkoop plaats van de ambachtsheerlijkheden Groot en Klein Hekendorp. IJsselveere en Polanen. Op huize Linschoten te Linschoten was gemachtigde Frederich Wilhelm Baron van den Busche, Ippenburg, genaamd Von Kessell voor Elisabeth von Arnim de verkoper voor de ambachtsheerlijkheden. Beschrijving van het vierde perceel betrof de ambachtsheerlijkheid IJsselveere in de gemeente Snelrewaard. Ambachtsheerlijkheid IJsselveere werd verkocht voor f. 1.370-, gulden aan Wilhelm Hendrik Johan Cantier van Nooten. Bron: Het Utrechts Archief, 34-4 4149 U330c018 1856 mei-1856 nov. 04-10-1856, aktenummer: 2208 Op zaterdag 4 oktober 1856 vond ten overstaan van de Utrechtse notaris Hubertus Johannes Buskes de verkoop plaats van de ambachtsheerlijkheden Groot en Klein Hekendorp. IJsselveere en Polanen. Op huize Linschoten te Linschoten was gemachtigde Frederich Wilhelm Baron van den Busche, Ippenburg, genaamd Von Kessell voor Elisabeth von Arnim de verkoper voor de ambachtsheerlijkheden. Beschrijving van het vierde perceel betrof de ambachtsheerlijkheid IJsselveere in de gemeente Snelrewaard. Ambachtsheerlijkheid IJsselveere werd verkocht voor f. 1.370-, gulden aan Wilhelm Hendrik Johan Cantier van Nooten. Bron: Het Utrechts Archief, 34-4 4149 U330c018 1856 mei-1856 nov. 04-10-1856, aktenummer: 2208


   

Geschiedenis Landgoed Rhijnauwen

Gezicht op de voor- en zijgevel van het huis Rhijnauwen (Rhijnauwenselaan 14) te Bunnik, ingericht als jeugdherberg. Periode 1930-1935. Collectie: Het Utrechts Archief; catalogusnummer: 1978. Gezicht op de voor- en zijgevel van het huis Rhijnauwen (Rhijnauwenselaan 14) te Bunnik, ingericht als jeugdherberg. Periode 1930-1935. Collectie: Het Utrechts Archief; catalogusnummer: 1978.

 


Geschiedenis

Evenals Nieuw- en Oud-Amelisweerd is Rhijnauwen in oorsprong een versterkt huis, waarschijnlijk reeds voor 1212 gebouwd op de oeverwal langs de Kromme Rijn, als centrum van een ontginningsheerlijkheid. De oudst bekendebewoner is Jacob van Lichtenberg, schepen van Utrecht.

Zijn dochter Aleyd bracht door haar huwelijk met de Zeeuwse edelman Jan van Renesse het goed in1248 in het bezit van deze familie.In 1449 wordt het huis in opdracht van bisschop Rudolf van Diepholt verwoest, uit wraak voor een vermeende aanslag op de stad Utrecht door de toenmalige eigenaar Frederik van Renesse. Het middeleeuwse kasteel bestond uiteen omgrachte hoofd- en voorburcht.


Landgoed Rhijnauwen aan de Kromme-Rijn vanuit de lucht gezien in 1985. Bron: Provincie Utrecht, Henk Bol. Landgoed Rhijnauwen aan de Kromme-Rijn vanuit de lucht gezien in 1985. Bron: Provincie Utrecht, Henk Bol.



De hoofdburcht bestond uit woonvleugels van twee verdiepingen op een onderbouw, gegroepeerd rond een binnenplaats, die aan de westzijde was afgesloten met een muur en een poortgebouw. Op de voorburcht stond een boerderij met stallen. 

Na de verwoesting van 1449 werd het kasteel gedeeltelijk herbouwd. Aan de oostzijde twee grote woonblokken met inde hoek van de binnenplaats een traptoren met achtkante bovenbouw en hogespits; aan de zuidzijde, de rivierzijde een tweedelige vleugel, waarvan het tussen lid in 1596 waarschijnlijk vernieuwd of grondig verbouwd werd

(gezien de gevelankers te zien op een gewassen krijttekening door R. Roghman uit ca 1647); aan de westzijde lag de poorttoren, die via een houten ophaalbrug en een stenenboogbrug toegang gaf tot de omgrachte voorburcht; de grootste en waarschijnlijk oudste vleugel aan de noordzijde, bleef nog twee eeuwen liggen als ruïne.


Gezicht op de ridderhofstad Rhijnauwen tussen Utrecht en Bunnik, uit het westen gezien. Links de ruïne van de verwoeste hoofdvleugel, rechts de poorttoren en de brug naar de voorburcht in 1647. Tekening in zwart krijt van Roelant Roghman. Bron: Het Utrechts Archief, catalogusnummer: 37931. Gezicht op de ridderhofstad Rhijnauwen tussen Utrecht en Bunnik, uit het westen gezien. Links de ruïne van de verwoeste hoofdvleugel, rechts de poorttoren en de brug naar de voorburcht in 1647. Tekening in zwart krijt van Roelant Roghman. Bron: Het Utrechts Archief, catalogusnummer: 37931.



In 1536 kreeg Rhijnauwen heerlijkheidsrechten en werd officieel tot ridderhofstad verklaard.De toegang tot het kasteel liep niet via een brug over de Kromme Rijn, maar via een oprijlaan uit noordelijke richting, thans Rhijnauwenselaan/Vossegatsedijk.

Deze hoofdlaan was niet op het hoofdgebouw gericht. Haaks op deze laan zijn in de loop van de 16de en 17de eeuw een drietal dwarslanen aangelegd, die het landgoed verdeelden in rechthoekige vakken, voornamelijk ingevuld met hakhout, weiland en boomgaard. Dit zou tot ver in de 18de eeuw zo blijven.


Gezicht over de slotgracht op de ridderhofstad Rhijnauwen tussen Utrecht en Bunnik, uit het westen, met rechts de brug naar de voormalige voorburcht en op de achtergrond bomen langs de Kromme Rijn tussen 1730 en 1735. Bron: Het Utrechts Archief, catalogusnummer: 37942. Gezicht over de slotgracht op de ridderhofstad Rhijnauwen tussen Utrecht en Bunnik, uit het westen, met rechts de brug naar de voormalige voorburcht en op de achtergrond bomen langs de Kromme Rijn tussen 1730 en 1735. Bron: Het Utrechts Archief, catalogusnummer: 37942.



Na door huwelijk en vererving in handen van verschillende families te zijn geweest, werd in 1717 het landgoed Rhijnauwen eigendom van David ten Hove. Zijn zoon Melchior ging er na zijn huwelijk in 1718 wonen.

Hij liet het nog middeleeuwse huis verbouwen tot een modern 18de eeuws herenhuis. De poorttoren en de traptoren, de zuidvleugel en de ruïne van de noordvleugel verdwijnen daarbij.

De oostvleugel werd gewijzigd en naar het westen toe verdubbeld.


Gezicht over de Kromme Rijn op de ridderhofstad Rhijnauwen tussen Utrecht en Bunnik, uit het zuidoosten tussen 1723 en 1730. Bron: Het Utrechts Archief, catalogusnummer: 37935. Gezicht over de Kromme Rijn op de ridderhofstad Rhijnauwen tussen Utrecht en Bunnik, uit het zuidoosten tussen 1723 en 1730. Bron: Het Utrechts Archief, catalogusnummer: 37935.



Zo ontstond een min of meer rechthoekig blokvormig huis met een symmetrisch front naar de vroegere voorburcht. De gracht rond de oorspronkelijke hoofdburcht bleef voorlopig gehandhaafd. In de loop van de 18de eeuw werd ook de boerderij op de voorburcht gesloopt, de stallen uitgebreid met poortgebouw en dienstwoningen de vierkante duiventoren gebouwd. Mogelijk is toen de hofstede Rhijnauwen gebouwd ter vervanging van de gesloopte boerderij.


Gezicht over de slotgracht op de ridderhofstad Rhijnauwen tussen Utrecht en Bunnik, uit het noorden, met linksachter bomen langs de Kromme Rijn en rechtsachter een bijgebouw op de voormalige voorburcht in periode 1740 tot 1760. Hendrik de Winter uit ca.1750. Bron: Het Utrechts Archief, catalogusnummer: 37939. Gezicht over de slotgracht op de ridderhofstad Rhijnauwen tussen Utrecht en Bunnik, uit het noorden, met linksachter bomen langs de Kromme Rijn en rechtsachter een bijgebouw op de voormalige voorburcht in periode 1740 tot 1760. Hendrik de Winter uit ca.1750. Bron: Het Utrechts Archief, catalogusnummer: 37939.



Over de Kromme Rijn werd een bruggetje gelegd. Tevens werd het ‘Nieuw Bos’ aangelegd, twee vierkante bosketten in geometrische stijl, ten noorden van het hoofdgebouw aan de Rhijnauwenselaan.

Aan de oostzijde van het hoofdgebouw kwam een even eens in geometrische stijl aangelegde tuin. Aan het einde van de 18de eeuw kwamen daar nog twee moderne slinger bosjes bij ten zuiden van de Rhijnauwenselaan.


Grafsteen van Hendrik van Utenhove, Heer van Amelisweerd. Steen gelegen in de Dorpskerk van Bunnik. Foto: Henk Blok. Grafsteen van Hendrik van Utenhove, Heer van Amelisweerd. Steen gelegen in de Dorpskerk van Bunnik. Foto: Henk Blok.



In 1772 werd Rhijnauwen verkocht aan Johan Balthazar Strick van Linschoten, gehuwd met barones van Utenhove, lid van de familie die op Nieuw-Amelisweerd woonde. In 1919 wordt het landgoed Rhijnauwen verkocht aan de gemeente Utrecht, samen met de bijbehorende boerderijen ‘Goed ten Rijn’, ‘Numeri’ (inmiddels afgebroken), de ‘Hofstede Rhijnauwen’, de ‘Hoge Boomgaard’, ‘De Uithof’, de hofstede aan de Hoofddijk, en ‘Boschhoeve’. Kort na de verkoop is aan het einde van de hoofdlaan aan de Kromme Rijn het theehuis gebouwd.


Kaart behorend bij de papieren m.b.t. tot de verkoop van Landgoed Rhijnauwen uit 1919. In dat jaar werd door de gemeente Utrecht het landgoed aangekocht van van de weduwe van Jhr. Carel Jan Strick van Linschoten van Rhijnauwen Mevr. Geerstema. Bron: Het Utrechts Archief. Kaart behorend bij de papieren m.b.t. tot de verkoop van Landgoed Rhijnauwen uit 1919. In dat jaar werd door de gemeente Utrecht het landgoed aangekocht van van de weduwe van Jhr. Carel Jan Strick van Linschoten van Rhijnauwen Mevr. Geerstema. Bron: Het Utrechts Archief.



De brug over de Kromme Rijn is in de Tweede Wereldoorlog verwoest. Na de oorlog werd een noodbrug gebouwd, die in 1973 is vernieuwd. Het park is sinds 1953 voor het publiek opengesteld. Het hoofdgebouw een blokvormig herenhuis, is sinds 1933 in gebruik als jeugdherberg, waartoe intern enkele aanpassingen hebben plaatsgevonden.

In 1975 is de zolder verbouwd en werd een ijzeren brandtrap geplaatst; in 1981 zijn er kamers op zolder gemaakt; in 1983 is de keuken en in 1986 is het sanitair vernieuwd.


Gezicht over de Kromme Rijn tussen Utrecht en Bunnik op de achtergevel van het kasteel Rhijnauwen, met rechts een gedeelte van het poortgebouw in 1866 door: PJ. Lutgers. Bron: Het Utrechts Archief, catalogusnummer: 201852. Gezicht over de Kromme Rijn tussen Utrecht en Bunnik op de achtergevel van het kasteel Rhijnauwen, met rechts een gedeelte van het poortgebouw in 1866 door: PJ. Lutgers. Bron: Het Utrechts Archief, catalogusnummer: 201852.



Beschrijving

Ondanks deze aanpassingen heeft het gebouw zijn hoofdvorm behouden en is de oorspronkelijke indeling zoveel mogelijk gehandhaafd. Karakteristiek is de symmetrisch ingedeelde voorgevel met nadruk op de ingangspartij.

Een hardstenenbordestrap leidt naar de brede voordeur, waarboven een Empire snijraam. De schuifvensters hebben alle een 19de eeuwse. Empire, roeden verdeling. Aan de voorzijde zijn zij voorzien van Louvre-luiken. In het metselwerk van de zij- en achtergevel zijn nog sporen zichtbaar van oude raam tracéringen.

Bron: Bunnik Geschiedenis en Architect, Saskia van Ginkel-Meester, 1989, Kerckebosch Uitgeverij.


Gezicht over de Kromme Rijn tussen Utrecht en Bunnik op de achtergevel van het kasteel Rhijnauwen, met rechts een gedeelte van het poortgebouw in 1866 door: PJ. Lutgers. Digitaal ingekleurd en gerestaureerd. Bron: Het Utrechts Archief, catalogusnummer: 201852. Gezicht over de Kromme Rijn tussen Utrecht en Bunnik op de achtergevel van het kasteel Rhijnauwen, met rechts een gedeelte van het poortgebouw in 1866 door: PJ. Lutgers. Digitaal ingekleurd en gerestaureerd. Bron: Het Utrechts Archief, catalogusnummer: 201852.



Binnen interieur van het landhuis Rhijnauwen in maart 1903 tijdens een bezoek van familie Wttewaall van Wickenburgh aan de familie Strick van Linschoten van Rhijnauwen. Bron: Huisarchief Wickenburgh, Wttewaall (c). Binnen interieur van het landhuis Rhijnauwen in maart 1903 tijdens een bezoek van familie Wttewaall van Wickenburgh aan de familie Strick van Linschoten van Rhijnauwen. Bron: Huisarchief Wickenburgh, Wttewaall (c).


Diverse familieleden (dames) Wttewaall op bezoek in het huis Rhijnauwen in maart 1903. Rechts zittend Jhr. Carel Johan Strick van Linschoten met naast hem vermoedelijk zijn echtgenote mevr. Strick van Linschoten - Geertsema. Bron: Huisarchief Wickenburgh, Wttewaall (c). Diverse familieleden (dames) Wttewaall op bezoek in het huis Rhijnauwen in maart 1903. Rechts zittend Jhr. Carel Johan Strick van Linschoten met naast hem vermoedelijk zijn echtgenote mevr. Strick van Linschoten - Geertsema. Bron: Huisarchief Wickenburgh, Wttewaall (c).


 

Nalatenschap Jhr. Jan Balthazar Strick van Linschoten

Gezicht op de voorgevel van het pand Drift 19 (verenigingsgebouw van de Utrechtse Vrouwelijke Studenten Vereniging (U.V.S.V.) te Utrecht in april 1998. Het huis dat ook in de achttiende en negentiende eeuw ook van Jan Balthazar Strick van Linschoten en zijn oudste zoon Diderik Willeam Jacob Strick van Linschoten was geweest. Bron: Het Utrechts Archief, catalogusnummer: 814980. Gezicht op de voorgevel van het pand Drift 19 (verenigingsgebouw van de Utrechtse Vrouwelijke Studenten Vereniging (U.V.S.V.) te Utrecht in april 1998. Het huis dat ook in de achttiende en negentiende eeuw ook van Jan Balthazar Strick van Linschoten en zijn oudste zoon Diderik Willeam Jacob Strick van Linschoten was geweest. Bron: Het Utrechts Archief, catalogusnummer: 814980.



'Compareerde voor Jan Hendrik van Grootveld. Openbaar notaris binnen Utrecht residerende en in tegenwoordigheid van Johannes Christian Fischer, klerk, dog niet van den ondergetekende Notaris wonende in de Heerenstraat, Cornelis Quint, Chirurgijnsgezel, Adrianus van IJsendoorn, kamerbehanger, beide wonende in de Predikheerenstraat en Jan van Wijngaarden Hendrikszoon, Grondeigenaar, wonende aan de Nieuwe Gragt, onder de Linden allen binnen Utrecht Getuigen ingevolge de Wet Vereischt en hiertoe Verzogt. De Hoog Wel Geboren Heer Johan Balthazar Strick van Linschoten, Heer van Rhijnauwen, Rentenier, wonende binnen Utrecht, aan de Nieuwegracht genaamd de Drift, Wijk H. Numero 616, dezelfde Verstand en Uiyspraak volkomen matig, als aan de Vernoemde Notaris en Vier getuigen is gebleeken'.

Zo staat de introductie geschreven in het testament van Jhr. Jan Balthazar Strick van Linschoten liet opmaken ten overstaande van de Utrecht notaris Jan Hendrik van Grootveld. Waarbij mede vier getuigen aanwezig hij zijn testament liet opmaken voordat hij zou overlijden in datzelfde jaar. Testament werd opgemaakt op vrijdag 28 januari 1820.

Van oudsher is het altijd geweest bij edele of personen met veel vermogen, macht en huizen of kastelen. Dat bij overlijden het belangrijkste goed van kasteel of heerlijkheid naar de oudste zoon zou gaan.

In het geval van Jan Balthazar Strick van Linschoten was dat heel anders. De jongste zoon kreeg het meest de oudste kwam er redelijk bekaaid van af.


Gezicht op de versierde voorgevel van de sociëteit van de U.V.S.V (Utrechtse Vrouwelijke Studenten Vereniging, Drift 19) te Utrecht ter gelegenheid van de viering van het 59e lustrum van de Utrechtse universiteit (295-jarig bestaan) met als thema Cortez in de zomer van 1931. Het huis dat in de achttiende en negentiende eeuw ook van Jan Balthazar Strick van Linschoten en zijn oudste zoon Diderik Willem Jacob Strick van Linschoten was geweest. Bron: Het Utrechts Archief, catalogusnummer: 109496. Gezicht op de versierde voorgevel van de sociëteit van de U.V.S.V (Utrechtse Vrouwelijke Studenten Vereniging, Drift 19) te Utrecht ter gelegenheid van de viering van het 59e lustrum van de Utrechtse universiteit (295-jarig bestaan) met als thema Cortez in de zomer van 1931. Het huis dat in de achttiende en negentiende eeuw ook van Jan Balthazar Strick van Linschoten en zijn oudste zoon Diderik Willem Jacob Strick van Linschoten was geweest. Bron: Het Utrechts Archief, catalogusnummer: 109496.



Uit het eerste huwelijk van Jan Balthazar Strick van Linschoten (1734-1820) met Chartlotte van Utenhove tot Bottesteyn (1743-1788) in 1768 (zijn buurvrouw wonende op Amelisweerd) krijgt hij een vier dochters en één zoon. Jhr. Diderik Willem Jacob Strick van Linschoten (1776-1854). In de eerste jaren van het jonge leven van Diderik laat Jan Bathazar Strick diverse testamenten opmaken. Waarin hij een overgroot deel van zijn bezittingen erop voorhand op laat vastleggen dat zoon Diderik het belangrijkste goed, dus dan ook Rhijnauwen zal ontvangen bij erfenis.

 In 1788 overlijd Charlotte op veel te vroegere leeftijd van 35 jaar. Waarop Jan Baltharzar twee jaar na het overlijden van zijn eerste echtgenote in 1790 huwde met Petronella Johanna Godin (1753-1791). Waarschijnlijk huwde hij met haar omdat zij in verwachting van een zoon. En een zoon buiten het huwelijk dat was not-done in het einde van de achttiende eeuw. Nog datzelfde jaar wordt zoon Jan Carel Wendel Strick van Linschoten geboren. Een jaar na de geboorte van Jan Carel Wendel in 1791 overlijd Petronella Godin op 38 jarige leeftijd.

Hierop wil Jan Balthazar Strick van Linschoten extra zekerheid hebben en gaat nog datzelfde jaar aan de slag om diverse testamenten en beschikking te laten registreren bij diverse Utrechtse notarissen. Voor het geval dat hij overlijd en zoon Jan Carel Wendel Strick nog onmondig of minderjarig is. Hierbij worden ook diverse voogden vastgelegd.

Hierin merk je al dat de zoon van de Jan Balthazar Strick van Linschoten al anders is dan ruim 20 jaar eerder. In de diverse documenten krijgt in Jan Carel Wendel Strick van Linschoten in meerderheid de goederen en heerlijkheden in het voordeel van zijn oudere halfbroer.


Portret van Antoinette Sibylla Van Renesse van Wilp (1777-1820), echtgenote van Diderik Willem Jacob Strick van Linschoten. Van hem is tot op heden geen portret bekend gebleven. Bron: Nederlands Instituut voor Kunstgeschiedenis, Den Haag. Portret van Antoinette Sibylla Van Renesse van Wilp (1777-1820), echtgenote van Diderik Willem Jacob Strick van Linschoten. Van hem is tot op heden geen portret bekend gebleven. Bron: Nederlands Instituut voor Kunstgeschiedenis, Den Haag.



Het vermoeden bestaat dat er waarschijnlijk iets was geknapt in de relatie tussen vader en zoon Jan Balthazar Strick en Diderik Willem Jacob Strick. In het opgemaakte testament staat ook te lezen van Diderik in een eerdere tijd al f. 40.000 gulden van vader Jan Balthazar Strick als voorerfenis heeft gerkegen. Zou het lening zijn geweest? Dat weten we niet zeker. Er staat wel geschreven dat Ja Balthazar dat enorm bedrag aan Diderik eerder betaald heeft.

Aan Jan Carel Wendel Strick, waaruit waarschijnlijk wel af-te-leiden valt dat Jan Balthazar Strick het zijn oogappeltje was in de diverse zinnen het meest toebedeeld krijgt van vader. Wel krijgt hij nog een keuze op uit te kiezen na vadersoverlijden. Of het aannemen van f. 55.000 gulden als erfenis of het landgoed Rhijnauwen met bijbehorende pachtboerderijen en landerijen in de omgeving van Bunnik, Zeist, De Bilt en Schalkwijk. Jan Carel Wendel Strick wist met deze keuze wel raad en nam het Landgoed Rhijnauwen.

Jan Balthazar Strick vier dochters die hij kreeg met Charlotte van Utenhove te noemen: Johanna Henrietta Antonia Strick van Linschoten (1769-1837), Suse Christina Strick van Linschoten (1772-1823), Christina Charlotta Strick van Linschoten (1775-1846), Charlotta Strick van Linschoten (1778-1850) en schoonzonen kregen in een erfdeel in de meeste gevallen een legaat of een groot geldbedrag op hun erfdeel.

Oudste zoon Diderik Willem Jacob kreeg wel de ambachtsheerlijkheden van de stadsbuitengerechten van Utrecht Abstede en Wittevrouwen van vader toebedeeld gekregen.

Nog een aantal losse hofstede in Abstede en verder in de omgeing met daarbij behorend twee boerderijen in Schalkwijk gelegen aan het Overeind 31 en 39-39a.

Vader Jan Balthazar vroeg wel in zijn testament of zonen Diderik en Jan Carel Wendel er onderling maar uit moesten komen van wie het ouderlijkhuis aan de Drift 19 mocht krijgen. In 1832 is dan ook te zien na de invoering van het kadaster dat Diderik het huis aan de Drift 19 heeft weten te bemachtigen voor zijn halfbroer Jan Carel Wendel.

Het was gelijk ook handig want de buren Diderik waren zijn zuster en zwager die naast hem woonde aan de Drift 21.

Jan Balthazar Strick liet wel zijn zijde kleding en sieraden evenredig in de helft na aan zijn zonen. Zoon Jan Carel Wendel Strick kreeg van vader nog zijn vergulde zilveren inktkoker en verzilverde tafelbestek van lepels, vorken en mesjes zo staat er geschreven. Ook zijn familieportretten, bibliotheek uit het huis aan de Drift 19 en huize Rhijnauwen kwamen toe aan jongste zoo en oogappel Jan Carel Wendel Strick van Linschoten.


Gezicht op de achtergevel van het huis Drift 21 te Utrecht in 1928. Bron: Het Utrechts Archief, catalogusnummer: 56328. Gezicht op de achtergevel van het huis Drift 21 te Utrecht in 1928. Bron: Het Utrechts Archief, catalogusnummer: 56328.



Buurman en dus zwager Cypriaan Gerard van Hengst (1776-1826) die in 1801 met Charlotte Strick van Linschoten (1778-1850) was gehuwd kregen samen 4 zonen en 1 dochter.

Charlotte was de jongste halfzus van Jan Carel Wendel Strick van Linschoten. Jan Carel Wendel Strick kon goed met zijn neef Carel Joseph van Hengst opschieten.

In diverse archiefstukken is te vinden dat Jan met Carel Joseph handelde in vast- en onroerend goed in Bunnik en omstreken, zoals die van de buitenplaats Bloemerwaard aan de Kromme Rijn, gelegen aan de oostkant van het dorp Bunnik en Vechten.

Na het overlijden van vader Jan Balthazar kocht zijn oudste zoon Diderik Strick het buiten de Arenberg gelegen in De Bilt aan de Utrechtseweg. Gelegen ten noorden van het landgoed Rhijnauwen. Zo kon Diderik zijn twee geliefde ambachtsheerlijkheden aan de oostkant van de stad Utrecht in de gaten houden. Te noemen Abstede en Wiitevrouwen.


Gezicht op de voorgevel van het huis Drift 21 te Utrecht, uit het zuidzuidwesten. in 1988. Bron: Het Utrechts Archief, catalogusnummer: 56334. Gezicht op de voorgevel van het huis Drift 21 te Utrecht, uit het zuidzuidwesten. in 1988. Bron: Het Utrechts Archief, catalogusnummer: 56334.


    

Op zaterdag 21 oktober 1854 vond te Utrecht ten overstaan van notaris Jacob Hendrik van Schermbeek de verkoop plaats van het vast- en onroerende goederen van de overleden jhr. Diderik Jacob Willem Strick van Linschoten. De perceel beschrijving van het pand Drift 19 (wijk H nr. 616) en twee panden aan de Keizerstraat 28 en 30-32. Bron: Het Utrechts Archief, 34-4 3464 1854 okt.-1854 dec. 21-10-1854. Op zaterdag 21 oktober 1854 vond te Utrecht ten overstaan van notaris Jacob Hendrik van Schermbeek de verkoop plaats van het vast- en onroerende goederen van de overleden jhr. Diderik Jacob Willem Strick van Linschoten. De perceel beschrijving van het pand Drift 19 (wijk H nr. 616) en twee panden aan de Keizerstraat 28 en 30-32. Bron: Het Utrechts Archief, 34-4 3464 1854 okt.-1854 dec. 21-10-1854.


Op zaterdag 21 oktober 1854 vond te Utrecht ten overstaan van notaris Jacob Hendrik van Schermbeek de verkoop plaats van het vast- en onroerende goederen van de overleden jhr. Diderik Jacob Willem Strick van Linschoten. Beschrijving van uitvoer van het testament van jhr. Diderik Strick van Linschoten door Mr. Gerard Johan Verloren, Lid van de Provincilale Staten en advocaat. Bron: Het Utrechts Archief, 34-4 3464 1854 okt.-1854 dec. 21-10-1854. Op zaterdag 21 oktober 1854 vond te Utrecht ten overstaan van notaris Jacob Hendrik van Schermbeek de verkoop plaats van het vast- en onroerende goederen van de overleden jhr. Diderik Jacob Willem Strick van Linschoten. Beschrijving van uitvoer van het testament van jhr. Diderik Strick van Linschoten door Mr. Gerard Johan Verloren, Lid van de Provincilale Staten en advocaat. Bron: Het Utrechts Archief, 34-4 3464 1854 okt.-1854 dec. 21-10-1854.


Op zaterdag 21 oktober 1854 vond te Utrecht ten overstaan van notaris Jacob Hendrik van Schermbeek de verkoop plaats van het vast- en onroerende goederen van de overleden jhr. Diderik Jacob Willem Strick van Linschoten. Bieding op het pand aan de Drift 19 door de Utrechtse timmerman Wouter van Leeuwen die f. 28.800-, gulden betaalde voor het huis aan de Drift 19. Bron: Het Utrechts Archief, 34-4 3464 1854 okt.-1854 dec. 21-10-1854. Op zaterdag 21 oktober 1854 vond te Utrecht ten overstaan van notaris Jacob Hendrik van Schermbeek de verkoop plaats van het vast- en onroerende goederen van de overleden jhr. Diderik Jacob Willem Strick van Linschoten. Bieding op het pand aan de Drift 19 door de Utrechtse timmerman Wouter van Leeuwen die f. 28.800-, gulden betaalde voor het huis aan de Drift 19. Bron: Het Utrechts Archief, 34-4 3464 1854 okt.-1854 dec. 21-10-1854.


Op zaterdag 21 oktober 1854 vond te Utrecht ten overstaan van notaris Jacob Hendrik van Schermbeek de verkoop plaats van het vast- en onroerende goederen van de overleden jhr. Diderik Jacob Willem Strick van Linschoten. Bieding op het pandan aan de Keizerstraat 28 en 30-32 door Jordaan Everard van Rheden, huisonderwijzer, wonende te Utrecht voor een bedrag van f. 6.425-, gulden. Bron: Het Utrechts Archief, 34-4 3464 1854 okt.-1854 dec. 21-10-1854. Op zaterdag 21 oktober 1854 vond te Utrecht ten overstaan van notaris Jacob Hendrik van Schermbeek de verkoop plaats van het vast- en onroerende goederen van de overleden jhr. Diderik Jacob Willem Strick van Linschoten. Bieding op het pandan aan de Keizerstraat 28 en 30-32 door Jordaan Everard van Rheden, huisonderwijzer, wonende te Utrecht voor een bedrag van f. 6.425-, gulden. Bron: Het Utrechts Archief, 34-4 3464 1854 okt.-1854 dec. 21-10-1854.


   

Familiegraf Strick van Linschoten van Rhijnauwen

Gezicht op de kruising Provincialeweg- Van Zijldreef, op de achtergrond de Algemene Begraafplaats met poortgebouw rond 1980. Bron: Regionaal Archief Zuid-Utrecht (RAZU), 353, 55892, 17. Gezicht op de kruising Provincialeweg- Van Zijldreef, op de achtergrond de Algemene Begraafplaats met poortgebouw rond 1980. Bron: Regionaal Archief Zuid-Utrecht (RAZU), 353, 55892, 17.


 

Algemene Begraafplaats Bunnik
Provincialeweg 63
3981 AR Bunnik

 

Gezicht over de S13 (de secundaire provinciale weg Utrecht-Wijk bij Duurstede), met links de ingang van de Algemene Begraafplaats Bunnik (Provincialeweg 63) in 1984. Bron: Het Utrechts Archief, catalogusnummer: 847351. Gezicht over de S13 (de secundaire provinciale weg Utrecht-Wijk bij Duurstede), met links de ingang van de Algemene Begraafplaats Bunnik (Provincialeweg 63) in 1984. Bron: Het Utrechts Archief, catalogusnummer: 847351.



Het begint allemaal op 12 november 1680 te Amsterdam met Mr. Josephus (Joseph) Loten die geboren wordt. 


Gezicht op de voorzijde van het poortgebouw van het huis Rhijnauwen bij Bunnik uit het zuiden in 1920-1925. Bron: Het Utrechts Archief, catalogusnummer: 8880. Gezicht op de voorzijde van het poortgebouw van het huis Rhijnauwen bij Bunnik uit het zuiden in 1920-1925. Bron: Het Utrechts Archief, catalogusnummer: 8880.



Zoon van Joan Loten en Constantia Hoeuft. Hij  werd gedoopt in de Nederlands Hervormde Amstelkerk te Amsterdam op 17 november 1680. Op 16 januari van het jaar 1702 voerde Joseph als 21 jarige Onderkoopman voor de Vereenigde Oostindische Compagnie (VOC) voor de Kamer van Zeeland op het schip de Oostersteijn naar Oost Indië. In oktober 1709 voerde Joseph
voor de Heren 17 kamer (VOC) naar Bengalen voor een zakelijke (fiscaal indepent) reis vanuit Amsterdam.



Portret van Constantia Hoeufft (1648-1733). Bron: Nederlands Instituut voor Kunstgeschiedenis, Den Haag. Portret van Constantia Hoeufft (1648-1733). Bron: Nederlands Instituut voor Kunstgeschiedenis, Den Haag.


Portret van Joan Loten (1646-1724). Bron: Nederlands Instituut voor Kunstgeschiedenis, Den Haag. Portret van Joan Loten (1646-1724). Bron: Nederlands Instituut voor Kunstgeschiedenis, Den Haag.



Beeldenlaan Rhijnauwen april 2012. Bron: Wikipedia Victor van Werkhooven - Own work. Beeldenlaan Rhijnauwen april 2012. Bron: Wikipedia Victor van Werkhooven - Own work.



Bengalen is een regio in het noordoosten van het Indisch Subcontinent die is onderverdeeld in de Indiase staat West-Bengalen en het land Bangladesh. Zijn reis hiernaar toe was volgens de beschrijvingen van een ‘aensienlijke en profitabele bedieninge’ geweest. Dus een goede en winstgevende zakenreis moet het zijn geweest.

Als gerepatrieerden commandant van een retourvloot van 21 augustus 1721 werd Joseph bij thuiskomt kanunnik van het kapittel Ten Dom. Een Utrechtse kanunnik beheerde in de 17e en 18e eeuw de onroerende goederen die voor 1580 van de katholiek kerk waren geweest. Na de reformatie en het verbod om het Katholicisme in het openbaar te belijden. Joseph Loten overleed te Utrecht op 27 september 1730.

Hij werd begraven in de Domkerk met 8 kwartieren. Dus 8 stenen rondom z’n eigen grafsteen waarop zijn voorouders beschreven stonden die ook van een hogere elite waren. In de 18e eeuw een soort ‘sociale reclame’ om te laten zien dat je als overleden van hogere komaf was.

Joseph Loten is drie keer getrouwd geweest de eerste keer met Alberta Pierraerd op 30 juli 1713. Alberta was de dochter van dhr. Lucas Pierraerd en Sara Breugel. Alberta overleed op 11 november 1716 te Bengalen.

Voor tweede keer trouwde Joseph in Batavia op 13 juli 1720 met Abigael Tant. Zij was de weduwe van Johan van der Niepoort een oud-secretaris van de hoge Nederlandse regering in Nederlands-Indië. Abigael overleed op 14 januari 1722 te Batavia.


Gezicht op de hofstede Rhijnauwen (Rhijnauwenselaan 14) te Bunnik, vanuit de tuin, uit het oosten in 1920-1930. Bron: Het Utrechts Archief, catalogusnummer: 41109. Gezicht op de hofstede Rhijnauwen (Rhijnauwenselaan 14) te Bunnik, vanuit de tuin, uit het oosten in 1920-1930. Bron: Het Utrechts Archief, catalogusnummer: 41109.



De derde keer trouwde Joseph Loten op 11 april 1723 met Christina Clara Strick van Linschoten. Zij werd geboren op Huize Linschoten op 14 november 1688 als dochter van Adriaan Strick van Linschoten en Mevr. Cecilia van Gerwen. Christina overleed te Utrecht op 5 mei 1780.

Uit haar huwelijk met Joseph kwamen 2 kinderen voort:
een zoon Adriaan Loten, hij werd geboren op 29 april 1724 te Utrecht maar overleed ruim een maand later te Utrecht op 25 mei 1724.


Dubbelportret van Cypriaan Gerard van Hengst (1776-1826) en Jkvr. Charlotte Strick van Linschoten (1778-1850). Charlotta werd geboren op Rhijnauwen op 4 augustus 1778. Bron: Nederlands Instituut voor Kunstgeschiedenis, Den Haag. Dubbelportret van Cypriaan Gerard van Hengst (1776-1826) en Jkvr. Charlotte Strick van Linschoten (1778-1850). Charlotta werd geboren op Rhijnauwen op 4 augustus 1778. Bron: Nederlands Instituut voor Kunstgeschiedenis, Den Haag.



Christina haar tweede kind was ze met Joseph kreeg was een dochter Constantia Johanna Loten zij werd geboren te Utrecht op 31 augustus 1725. Constantia trouwde op 2 april 1742 te Utrecht met Mr. François Doubleth jr., heer van Groeneveld, Mijnsheerenland en Moerkerken. Hij was de zoon François Doubleth sr. en Constantia van der Beeck.

François Doubleth jr. werd geboren te Delft op 15 november 1715. François was geëligeerde van de  raad in de vergadering der Staten van Utrecht. Een geëligeerden was een gekozenen die tijdens de Middeleeuwen één van de vertegenwoordigers was van de vijf Utrechtse kapittels Ten Dom, Oudmunster, Sint-Pieter, Sint-Jan of Sint-Marie. Zij vormden het eerste lid van de Staten van Utrecht.


Interieur van Kasteel Rhijnauwen van de Jeugdherberg in ca. 1925. Interieur van Kasteel Rhijnauwen van de Jeugdherberg in ca. 1925.



Na die tijd werd François jr. extraordinaris (ongewoon functionaris) van de raad van het Hof van Utrecht in 1747. In hetzelfde jaar is François jr. super-intendant (opper toezichthouder) van het St. Maria Magdalenaklooster te Wijk bij Duurstede.

Als extra-ordinairis envoyé (diplomatieke vertegenwoordiger buiten de gewone dienst) reist hij af naar het Zweedse Hof in het jaar 1760. In dezelfde functie reist hij ook af naar Madrid waar hij ook in een onbekend jaar overleed. Zijn echtgenote Constantia Johanna Loten overleed op 2 april 1742 te Utrecht. Constantia en François hadden een kinderloos huwelijk.

Toen de vader van Constantia Joseph overleed in 1730 werd zij Vrouwe van de Heerlijkheid Bunnik en Vechten. Haar vader was voor 1730, Heer van Bunnik en Vechten. Constantie overleed op 36 jarige leeftijd. Haar titel Vrouwe van Bunnik en Vechten vererfde op haar nog levende moeder Jkvr. Christina Clara Strick van Linschoten de titel.

Op 22 september 1776 voor het Dorpsgerecht van Bunnik en Vechten ruim 3,5 jaar voor het overlijden van Christina Clara Strick van Linschoten ‘prelegateert (overdracht) zij aan Jhr. Nicolaas Hendrik Strick van Linschoten, nagelaten zoon van haar neef Jhr. Daniel Johan Strick van Linschoten, de ambachtsheerlijkheid Bunnik en Vechten’. De zoon (Nicolaas Hendrik) van de neef (Daniel Jan) van Christina krijgt van zijn oudtante de ambachtsheerlijkheid Bunnik en Vechten in 1776.


Gezicht op de Kromme Rijn en op Huize Rhijnauwen (Rhijnauwenselaan 14) te Bunnik, uit het zuidwesten in 1920-1930. Bron: Het Utrechts Archief, catalogusnummer: 41110. Gezicht op de Kromme Rijn en op Huize Rhijnauwen (Rhijnauwenselaan 14) te Bunnik, uit het zuidwesten in 1920-1930. Bron: Het Utrechts Archief, catalogusnummer: 41110.


           

Portret van Jhr. Jan Carel Strick van Linschoten (1831-1903). Jan Carel werd geboren op Rhijnauwen op 29 september 1831. Bron: Nederlands Instituut voor Kunstgeschiedenis, Den Haag. Portret van Jhr. Jan Carel Strick van Linschoten (1831-1903). Jan Carel werd geboren op Rhijnauwen op 29 september 1831. Bron: Nederlands Instituut voor Kunstgeschiedenis, Den Haag.


Portret van Johanna Louise Tissot van Patot (1846-1903) . Gehuwd op 8 juni 1865 te Maarssen met jhr. Jan Carel Strick van Linschoten. Bron: Nederlands Instituut voor Kunstgeschiedenis, Den Haag. Portret van Johanna Louise Tissot van Patot (1846-1903) . Gehuwd op 8 juni 1865 te Maarssen met jhr. Jan Carel Strick van Linschoten. Bron: Nederlands Instituut voor Kunstgeschiedenis, Den Haag.


Overlijdensadvertentie van jhr. Jan Carel Strick van Linschoten (1831-1903). Jan Carel werd geboren op Rhijnauwen op 29 september 1831. Overleden op 71 jarige leeftijd. Bron: Delpher.nl. Overlijdensadvertentie van jhr. Jan Carel Strick van Linschoten (1831-1903). Jan Carel werd geboren op Rhijnauwen op 29 september 1831. Overleden op 71 jarige leeftijd. Bron: Delpher.nl.


Overlijdensadvertentie van Johanna Louise Tissot van Patot (1846-1903) . Gehuwd op 8 juni 1865 te Maarssen met jhr. Jan Carel Strick van Linschoten. Bron: Delpher.nl. Overlijdensadvertentie van Johanna Louise Tissot van Patot (1846-1903) . Gehuwd op 8 juni 1865 te Maarssen met jhr. Jan Carel Strick van Linschoten. Bron: Delpher.nl.


              


Daniel Johan Strick van Linschoten sterft nog datzelfde jaar in 1776 (geboren 1729). Zijn oudste zoon Nicolaas Hendrik Strick van Linschoten (1766-1837) is dan pas amper 10 jaar oud. Tot 1784 zou zijn moeder Christine Gesina van Hoorn (1739-1805) tijdelijk de titel Vrouwe van Bunnik en Vechten gebruiken totdat haar onmondige zoon mondig werd op zijn achttiende verjaardag.

Vanaf 16 juli 1784 tot aan het overlijden van Nicolaas Hendrik Strick van Linschoten op 30 december 1837 was hij Heer van Bunnik en Vechten, Vlooswijk en Cromwijk.


Gezicht in een laan op het landgoed Rhijnauwen te Bunnik in 1920-1930. Bron: Het Utrechts Archief, catalogusnummer: 41104. Gezicht in een laan op het landgoed Rhijnauwen te Bunnik in 1920-1930. Bron: Het Utrechts Archief, catalogusnummer: 41104.



Drie jaar eerder in 1772 koopt Jhr. Jan Balthazar Strick van Linschoten Landgoed en Huize Rhijnauwen van David ten Hove een edelman uit Amsterdam. De verkoop wordt geleid door Jacob Smit advocaat aan het Hof van Utrecht. Jan Balthazar is de kleinzoon van Adriaan Strick van Linschoten eigenaar van huize Nieuw-Linschoten. Jan Balthazar zijn vader Jhr. Johan Hendrik Strick van Linschoten is de oudere broer van Jkvr. Christina Clara Strick van Linschoten. Zoals je eerder las droeg zij de ambachtsheerlijkheid over aan de zoon (Jhr. Nicolaas Hendrik) van de broer (Jhr. Daniel Jan) van Jhr. Jan Balthazar Strick van Linschoten.

Jhr. Nicolaas Hendrik Strick van Linschoten geboren 16 juli 1766 te Utrecht, overleed op 30 december 1837 op zijn kasteel IJsselstein op 71 jarige leeftijd.



Van oorsprong werden de edelen van de landgoederen Amelisweerd en Rhijnauwen bijgezet in de grafkelders van de tegenwoordige Protestantse Gemeente de ‘Oude Dorpskerk’ Kerkpad 2 te Bunnik.

Tot ongeveer 1825 zouden zowel katholieke als protestantse inwoners van Bunnik hier begraven worden. Rond die tijd kreeg de katholieke gemeenschap een eigen parochie met kerk en kerkhof.

In 1830 werd het kerkhof als begraafplaats gehuurd door de burgerlijke gemeente Bunnik voor de periode van 99 jaar, maar deze werd echter in 1890 al gesloten. In de meeste graven konden vier grote kisten of een dubbel aantal kleine kinderkisten, in de twee grote grafkelders dubbel zoveel.

De meeste mensen werden in Bunnik in de kerk begraven, slechts één op de tien vond zijn laatste rustplaats op het kerkhof. Aanvankelijk liep de rusttijd van een graf op tot gemiddeld zeventig jaar, maar rond 1800, toen Bunnik 600 inwoners telden en zo'n 12 doden per jaar in de kerk werden begraven, was de rusttijd teruggelopen naar hooguit twintig jaar.


Gezicht op een brug over de Kromme Rijn bij Bunnik, met links een groot huis op 16 augustus 1751. Naar een tekening van P.J. van Liender en H.G. Schutter. Bron: Het Utrechts Archief, catalogusnummer: 202265. Gezicht op een brug over de Kromme Rijn bij Bunnik, met links een groot huis op 16 augustus 1751. Naar een tekening van P.J. van Liender en H.G. Schutter. Bron: Het Utrechts Archief, catalogusnummer: 202265.



De meeste families kenden bovendien familiegraven, wat betekende dat de overgebleven graven als huurgraven een snellere opeenvolging hadden. Daarnaast was er een onderscheid tussen katholieke en protestantse graven, wat ook eens de rusttijd verkortte.

De graven in de kerk zijn voor het grootste deel in 1845 geruimd.
De grote grafsteen van Rhijnauwen van eerder bewoners van het gelijknamige landgoed en huis kreeg een plek voor de toren van de Oude Dorpskerk.

Oude grafstenen buiten de kerk, waaronder dat van de familie Strick van Linschoten, werden in die periode verwijderd. De meeste stenen werden kapot geslagen of in enkele gevallen verkocht.


  

Gezicht op een gezin in een roeiboot op de Kromme Rijn met op de achtergrond een gedeelte van de voorgevel van de hofstede Rhijnauwen (Rhijnauwenselaan 14) te Bunnik in 1920-1930. Bron: Het Utrechts Archief, catalogusnummer: 41111. Gezicht op een gezin in een roeiboot op de Kromme Rijn met op de achtergrond een gedeelte van de voorgevel van de hofstede Rhijnauwen (Rhijnauwenselaan 14) te Bunnik in 1920-1930. Bron: Het Utrechts Archief, catalogusnummer: 41111.



Uit deze tekst van René ten Dam en Henk Reinders over begraafplaatsen in Bunnik valt dus te lezen dat familie Strick eerder een familiegraf had buiten de kerk van Bunnik.

Vermoedelijk zal het in de eerste plaats een vrij simpele steen zijn geweest wat op het familiegraf lag. Omdat er vanaf 1829 officieel niet meer in de kerk begraven mocht worden werden de meeste bewoners van Bunnik begraven op het kerkhof. 


Gezicht op de tuin langs de Kromme Rijn van - en vanuit huize Rhijnauwen (Rhijnauwenselaan 14) te Bunnik in 1920-1930. Bron: Het Utrechts Archief, catalogusnummer: 41106. Gezicht op de tuin langs de Kromme Rijn van - en vanuit huize Rhijnauwen (Rhijnauwenselaan 14) te Bunnik in 1920-1930. Bron: Het Utrechts Archief, catalogusnummer: 41106.


  


In 1889 kocht de burgerlijke gemeente Bunnik een akker op de Bunnikse Engh van Jhr. Hendrik Strick van Linschoten van Rhijnauwen.

Deze akker lag aan de weg van Bunnik naar Utrecht buiten de bebouwde kom. Hier is sinds die tijd de algemene begraafplaats van de gemeente Bunnik gevestigd.


De Duiventoren van het landgoed Rhijnauwen. Bron: RCE 6te Amersfoort, beeldbank. De Duiventoren van het landgoed Rhijnauwen. Bron: RCE 6te Amersfoort, beeldbank.



De jonkheer bedong met de verkoop van de akker de fraaiste plek voor zijn eigen familie. Om het familiegraf Strick van Linschoten op de mooiste plek van de begraafplaats aan te laten leggen. Hendrik overleed in 1889 vermoedelijk 'kort' na de aanleg van de begraafplaats. Hij werd in het familiegraf bijgezet. Hendriks jongere zus Jkvr. Anna Magdalena Strick van Linschoten die overleed op 19 november 1841 is als eerste bijgezet in het familiegraf.


Gezicht op het feestelijk versierde huis Rhijnauwen (Rhijnauwenselaan 14) te Bunnik ter gelegenheid van het huwelijk van de bewoners, jkvr. Arendina Strick van Linschoten en Cornelis Luciën Marie Bijl de Vroe, op 16 oktober 1913. Het Utrechts Archief, catalogusnummer 79861. Gezicht op het feestelijk versierde huis Rhijnauwen (Rhijnauwenselaan 14) te Bunnik ter gelegenheid van het huwelijk van de bewoners, jkvr. Arendina Strick van Linschoten en Cornelis Luciën Marie Bijl de Vroe, op 16 oktober 1913. Het Utrechts Archief, catalogusnummer 79861.



In 1889 kocht de burgerlijke gemeente Bunnik een akker op de Bunnikse Engh van Jhr. Hendrik Strick van Linschoten van Rhijnauwen.
Deze akker lag aan de weg van Bunnik naar Utrecht buiten de bebouwde kom. Hier is sinds die tijd de algemene begraafplaats van de gemeente Bunnik gevestigd.

De jonkheer bedong met de verkoop van de akker de fraaiste plek voor zijn eigen familie. Om het familiegraf Strick van Linschoten op de mooiste plek van de begraafplaats aan te laten leggen. Hendrik overleed in 1889 vermoedelijk 'kort' na de aanleg van de begraafplaats. Hij werd in het familiegraf bijgezet. Hendriks jongere zus Jkvr. Anna Magdalena Strick van Linschoten die overleed op 19 november 1841 is als eerste bijgezet in het familiegraf.


  

Portret van David Johan Martens, geboren 1751, raad in de vroedschap van Utrecht (portret in 1800) (1781-1795), lid van het gemeentebestuur (1803 en 1808-1811), curator van de hogeschool, overleden 1811. Echtgenoot van Jkvr. Johanna Henrietta Antonia Martens - Strick van Linschoten. Bron: Centraal Museum. Portret van David Johan Martens, geboren 1751, raad in de vroedschap van Utrecht (portret in 1800) (1781-1795), lid van het gemeentebestuur (1803 en 1808-1811), curator van de hogeschool, overleden 1811. Echtgenoot van Jkvr. Johanna Henrietta Antonia Martens - Strick van Linschoten. Bron: Centraal Museum.


Portret van Johanna Henrietta Antonia Martens - Strick van Linschoten, geboren 1769, echtgenote van David Johan Martens, overleden 1837. (Portret in 1800). Bron: Centraal Museum. Portret van Johanna Henrietta Antonia Martens - Strick van Linschoten, geboren 1769, echtgenote van David Johan Martens, overleden 1837. (Portret in 1800). Bron: Centraal Museum.


Portret van David Johan Martens, geboren 1751, raad in de vroedschap van Utrecht (portret in 1800) (1781-1795), lid van het gemeentebestuur (1803 en 1808-1811), curator van de hogeschool, overleden 1811. Echtgenoot van Jkvr. Johanna Henrietta Antonia Martens - Strick van Linschoten. Bron: Het Utrechts Archief, catalogusnummer 105653. Portret van David Johan Martens, geboren 1751, raad in de vroedschap van Utrecht (portret in 1800) (1781-1795), lid van het gemeentebestuur (1803 en 1808-1811), curator van de hogeschool, overleden 1811. Echtgenoot van Jkvr. Johanna Henrietta Antonia Martens - Strick van Linschoten. Bron: Het Utrechts Archief, catalogusnummer 105653.


Portret van Johanna Henrietta Antonia Martens - Strick van Linschoten, geboren 1769, echtgenote van David Johan Martens, overleden 1837. (Portret in 1800). Bron: Het Utrechts Archief, catalogusnummer: 105654. Portret van Johanna Henrietta Antonia Martens - Strick van Linschoten, geboren 1769, echtgenote van David Johan Martens, overleden 1837. (Portret in 1800). Bron: Het Utrechts Archief, catalogusnummer: 105654.



Gezicht in de Rhijnauwenselaan te Bunnik, uit het noordoosten in 1920-1930. Bron: Het Utrechts Archief, catalogusnummer: 41107. Gezicht in de Rhijnauwenselaan te Bunnik, uit het noordoosten in 1920-1930. Bron: Het Utrechts Archief, catalogusnummer: 41107.



Na het openen van de algemene begraafplaats is vermoedelijk het huidige grafmonument van de familie Strick van Linschoten in 1889 overgeplaatst van het kerkhof naar de huidige begraafplaats.


Gezicht op de oprijlaan naar- en een deel van de voorgevel van de huize Rhijnauwen te Bunnik in 1920-1930. Bron: Het Utrechts Archief, catalogusnummer: 41119. Gezicht op de oprijlaan naar- en een deel van de voorgevel van de huize Rhijnauwen te Bunnik in 1920-1930. Bron: Het Utrechts Archief, catalogusnummer: 41119.



In het jaar 1890 werd een jaar later na de oplevering van de Algemene Begraafplaats buiten Bunnik het kerkhof bij de Dorpskerk gesloten. Leden van de familie Strick van Linschoten die zijn overleden in de periode 1841 tot 1889 zijn eerder bijgezet in het familiegraf wat eerder stond op het kerkhof bij de Dorpskerk van Bunnik.

Als conclusie kan je dus stellen na dit verhaal dat twee takken van de familie twee heerlijkheden hadden. De heerlijkheid, landgoed en huize Rhijnauwen en de heerlijkheid Bunnik en Vechten. 

Bronnen: Daktari.antenna.nl, Wikipedia.nl, Gravenopinternet.nl, Ensie.nl, Encyclo.nl, Regionaal Archief Zuid-Utrecht (RAZU) 64 - 469, Dodenakkers.nl, Henk Reinders, De Oude Dorpskerk te Bunnik - uit het het verleden van een gebouw en een gemeente; (Bunnik, 1988),
Gerrit Vermeer, De Sint-Heribert of het Witte kerkje te Odijk; (Zutphen, 1987),
Saskia van Ginkel-Meester, Bunnik, geschiedenis en architectuur; (Zeist, 1989)

Familiegraf Strick van Linschoten van Rhijnauwen. Foto: Online-begraafplaatsen.nl Familiegraf Strick van Linschoten van Rhijnauwen. Foto: Online-begraafplaatsen.nl


          

'De Kelder van Rhijnauwen' grafplaat in de Oude Dorpskerk van Bunnik aan de het Kerkpad 2. Foto: Henk Blok. 'De Kelder van Rhijnauwen' grafplaat in de Oude Dorpskerk van Bunnik aan de het Kerkpad 2. Foto: Henk Blok.


    

Lijst van bijgezette familieleden van

Strick van Linschoten van Rhijnauwen

Gezicht op het graf van de familie Strick van Linschoten van Rhijnauwen in 1988 op de begraafplaats aan de Provincialeweg 63 te Bunnik. Het Utrechts Archief, catalogusnummer 5543. Gezicht op het graf van de familie Strick van Linschoten van Rhijnauwen in 1988 op de begraafplaats aan de Provincialeweg 63 te Bunnik. Het Utrechts Archief, catalogusnummer 5543.



1.   Jhr. Drs. Carel Johan Strick van Linschoten. Geboren op 27 juli 1916 te Rijswijk, Zuid-Holland en overleden 5 februari 1988 te Enschede, Overijssel op 71 jarige leeftijd. 

2.   Mevr. Johanna Hendrika van der Jagt. Geboren op 28 maart 1919 te Rijswijk, Gelderland en overleden 4 maart 1978 te Zutphen, Gelderland op 59 jarige leeftijd. Echtgenote van Jhr. Drs. Carel Johan Strick van Linschoten. 

3.   Jkvr. Louise Lilian Maria Strick van Linschoten. Geboren op 1 mei 1975 te Assen, Drenthe en overleden op 11 juni 1976 te Rotterdam, Zuid-Holland op 1 jarige leeftijd. Dochter van  Jhr. Hendrick Franciscus Thomas Maria Strick van Linschoten en Mevr. Elisabeth Dodonea van Hasselt.

4.   Jkvr. Arendina Strick van Linschoten. Geboren 19 juli 1887 te Leiden, Zuid-Holland en overleden op 7 oktober 1971 te Arnhem, Gelderland op 84 jarige leeftijd. Echtgenote van Cornelis Lucien Marie Bijl de Vroe. Dochter van Jhr. Carel Johan Strick van Linschoten van Rhijnauwen en Mevr. Johanna Hermanna Geertsema.


Gezicht op de oprijlaan van de hofstede Rhijnauwen te Bunnik; op de achtergrond het toegangshek aan de Rhijnauwenselaan in 1915-1930. Bron: Het Utrechts Archief, catalogusnummer: 41118. Gezicht op de oprijlaan van de hofstede Rhijnauwen te Bunnik; op de achtergrond het toegangshek aan de Rhijnauwenselaan in 1915-1930. Bron: Het Utrechts Archief, catalogusnummer: 41118.




5.   Mevr. Johanna Hermanna Arendina Geertsema. Geboren op  23 september 1854 te Groningen, Groningen en overleden op 6 december 1934 te Den Haag, Zuid-Holland op 80 jarige leeftijd. Echtgenote van Jhr. Carel Johan Strick van Linschoten van Rhijnauwen.


portret van jkvr. Agatha Johanna Elizabeth Strick van Linschoten. Geboren op 24 januari 1856 te Rhijnauwen, Utrecht en overleden op 1 februari 1926 te Bunnik, Utrecht op 70 jarige leeftijd. Portret van rond 1920-1925. Bron: Het Utrechts Archief, 412, 59. portret van jkvr. Agatha Johanna Elizabeth Strick van Linschoten. Geboren op 24 januari 1856 te Rhijnauwen, Utrecht en overleden op 1 februari 1926 te Bunnik, Utrecht op 70 jarige leeftijd. Portret van rond 1920-1925. Bron: Het Utrechts Archief, 412, 59.



6.   Jkvr. Agatha Johanna Elizabeth Strick van Linschoten. Geboren op 24 januari 1856 te Rhijnauwen, Utrecht en overleden op 1 februari 1926 te Bunnik, Utrecht op 70 jarige leeftijd. Dochter van Jhr. Hendrik Strick van Linschoten van Rhijnauwen en Mevr. Agatha Henriëtta van Notten.


Portret van vermoedelijk jhr. Carel Johan Strick van Linschoten van Rhijnauwen. Geboren op 9 april 1853 te Rhijnauwen, Utrecht en overleden op 14 juni 1910 te Bunnik, Utrecht op 57 jarige leeftijd. Bron: Het Utrechts Archief, 412, 59. Portret van vermoedelijk jhr. Carel Johan Strick van Linschoten van Rhijnauwen. Geboren op 9 april 1853 te Rhijnauwen, Utrecht en overleden op 14 juni 1910 te Bunnik, Utrecht op 57 jarige leeftijd. Bron: Het Utrechts Archief, 412, 59.



7.   Jhr. Carel Johan Strick van Linschoten van Rhijnauwen. Geboren op 9 april 1853 te Rhijnauwen, Utrecht en overleden op 14 juni 1910 te Bunnik, Utrecht op 57 jarige leeftijd. Echtgenoot van Mevr. Johanna Hermanna Arendina Geertsema.



Portret van twee dames met links jkvr. Ottolina Maria Strick van Linschoten (1831-1904) en rechts jkvr. Agatha H. Strick van Linschoten (1829-1908) in de periode 1900-1905. Bron: Het Utrechts Archief, 412, 59. Portret van twee dames met links jkvr. Ottolina Maria Strick van Linschoten (1831-1904) en rechts jkvr. Agatha H. Strick van Linschoten (1829-1908) in de periode 1900-1905. Bron: Het Utrechts Archief, 412, 59.



8.   Mevr. Agatha Henriëtta van Notten. Geboren op 2 juli 1829 te Amsterdam, Noord-Holland en overleden op 1 oktober 1908 te Utrecht, Utrecht op 79 jarige leeftijd. Echtgenote van Jhr. Hendrik Strick van Linschoten van Rhijnauwen.


Portret van Agatha Henriette van Notten (1829-1908). Bron: Nederlands Instituut voor Kunstgeschiedenis, Den Haag. Portret van Agatha Henriette van Notten (1829-1908). Bron: Nederlands Instituut voor Kunstgeschiedenis, Den Haag.


           

Op dinsdag 27 februari 1906 vond ten overstaan van notaris H.J. van Heijst te Wijk bij Duurstede de registratie plaats van de uiterste wilsbeschikking van Agatha Henrietta van Notten, douairière van jhr. Hendrik Strick van Linschoten. Bron: Regionaal Archief Zuid-Utrecht (RAZU), 063. Op dinsdag 27 februari 1906 vond ten overstaan van notaris H.J. van Heijst te Wijk bij Duurstede de registratie plaats van de uiterste wilsbeschikking van Agatha Henrietta van Notten, douairière van jhr. Hendrik Strick van Linschoten. Bron: Regionaal Archief Zuid-Utrecht (RAZU), 063.


Op dinsdag 27 februari 1906 vond ten overstaan van notaris H.J. van Heijst te Wijk bij Duurstede de registratie plaats van de uiterste wilsbeschikking van Agatha Henrietta van Notten, douairière van jhr. Hendrik Strick van Linschoten. Agatha Henrietta van Notten legateerde aan haar kleindochter jkvr. Arendina een som van ƒ. 28.000,- gulden. Bron: Regionaal Archief Zuid-Utrecht (RAZU), 063. Op dinsdag 27 februari 1906 vond ten overstaan van notaris H.J. van Heijst te Wijk bij Duurstede de registratie plaats van de uiterste wilsbeschikking van Agatha Henrietta van Notten, douairière van jhr. Hendrik Strick van Linschoten. Agatha Henrietta van Notten legateerde aan haar kleindochter jkvr. Arendina een som van ƒ. 28.000,- gulden. Bron: Regionaal Archief Zuid-Utrecht (RAZU), 063.