Straatnamen Houten Zuidwest
(wijzigingen voorbehouden er kunnen geen rechten aan deze lijst ontleend worden)
Gebruik Ctrl + F voor het zoeken naar je straatnaam.
Buurt De Stenen
Wijknaam thema: diverse steen soorten
De Stenen geportretteerd op zondag 13 augustus 2006, door Sander van Scherpenzeel. |
1. De Steen - Steen is een harde stof met een minerale samenstelling. Bij besluit van college van burgemeester en wethouders vastgesteld op 17 maart 2020. |
2. Damsteen - Een van de witte of zwarte speelstukken van het damspel Bij besluit van college van burgemeester en wethouders vastgesteld op 13 juni 2000. |
3. Deksteen - Een deksteen is onderdeel van een hunebed of dolmen. Een hunebed bestaat uit draagstenen (rechtopstaande grote stenen), waarop dekstenen rusten. De dekstenen vormen het plafond. Er zijn in de loop der eeuwen veel stenen verdwenen, ze werden gebruikt voor bijvoorbeeld de aanleg van wegen, de bouw van huizen en het versterken van zeeweringen. | |
Doorgaans staan de draagstenen grotendeels op evenwijdige lijnen. Twee draagstenen en een deksteen worden samen een juk of trilithon genoemd. De juk of meerdere jukken worden afgesloten door sluitstenen. De ruimtes tussen deze stenen werden opgevuld door kleinere stenen, de stopstenen. De ingang is vaak in het midden van de lange zijde te vinden en bevat in sommige gevallen poortstenen. | Het geheel werd afgedekt door een dekheuvel, waarbij in sommige gevallen de dekstenen niet werden bedekt en zichtbaar bleven. Er zijn in sommige hunebedden en dolmens petrogliefen aangetroffen op de draagstenen en/of dekstenen. Bij besluit van college van burgemeester en wethouders vastgesteld op 13 juni 2000. |
4. Dobbelsteen - Een dobbelsteen (ook wel: teerling) is in de gebruikelijke uitvoering een kubusvormig voorwerp met op elk van de zijden een van de ogenaantallen 1 tot en met 6. Het woord dobbelsteen verwijst naar het oude spel dobbelen. Door werpen van de dobbelsteen zal een van de zijden min of meer toevallig boven komen. Het aantal ogen op deze zijde wordt als uitkomst van de worp beschouwd. De dobbelsteen fungeert daarmee als toevalsgenerator die met gelijke kansen van 1/6 de getallen 1 t/m 6 voortbrengt. | |
Tegenwoordig zijn er ook dobbelstenen met andere aantallen genummerde zijden; dit zijn meestal regelmatige veelvlakken of daarop gebaseerde lichamen. Ook zijn er varianten van de kubusvormige dobbelsteen met andere afbeeldingen op de zijden, afhankelijk van de gewenste toepassing. Een dobbelsteen behoort zo gevormd te zijn dat elke zijde een even grote kans heeft om boven te komen liggen. Zo'n dobbelsteen heet zuiver. | Dit is niet bij elk aantal vlakken even makkelijk te verwezenlijken. In werkelijkheid zal elke dobbelsteen wel wat onregelmatigheden hebben, zodat een zuivere dobbelsteen niet bestaat. Een moderne dobbelsteen heeft afgeronde hoeken en zijden, waardoor de dobbelsteen beter rolt en het minder voorspelbaar is hoe de dobbelsteen tot rust zal komen. Bij besluit van college van burgemeester en wethouders vastgesteld op 13 juni 2000. |
5. Dominosteen - Domino is een legspel dat met speciale dominostenen wordt gespeeld. De stenen zijn vaak gemaakt van plastic of hout, vroeger ook van echte steen of ivoor. De stenen zijn langwerpig van vorm en verdeeld in twee vierkante veldhelften, ieder gemerkt met ogen. In de standaarddomino-uitvoering hebben de helften nul tot zes ogen maar er zijn ook uitvoeringen met nul tot negen, nul tot twaalf en nul tot achttien ogen. In de standaardset komen alle 28 combinaties van 0 tot 6 eenmaal voor. Domino is zeer populair op het eiland Curaçao en in Latijns-Amerika, onder de jeugd verliest domino echter aan populariteit. | Bij besluit van college van burgemeester en wethouders vastgesteld op 13 juni 2000. |
6. Drijfsteen - Drijfsteen is een lichte bouwsteen die bestaat uit vulkanisch en licht puimsteen gruis (ook wel bims genoemd) gebonden door portlandcement. Deze steen is erg licht door de vele lucht die in de bims is opgesloten en daardoor drijft deze steen dan ook op water. De dichtheid van drijfsteen bedraagt 700 à 740 kg/m3. | |
Drijfsteen is vooral geschikt voor warmte- en geluidsisolatie en minder geschikt voor constructieve doeleinden. Daarom veel gebruikt voor warmte- en geluidsisolerende tussenwanden en niet dragende wanden. De eigenschappen van drijfsteen zijn verwant aan die van cellenbeton. | De drijfsteenindustrie ontstond na 1840 in het Neuwiederbekken aan de Rijn (Neuwied, Andernach en dergelijke), waar de grondstof puimsteengruis ruim voorhanden was. In Nederland werden deze stenen in 1881 geïntroduceerd. De productie bedroeg 119 miljoen stenen in 1894 en 229 miljoen stenen in 1902. Bij besluit van college van burgemeester en wethouders vastgesteld op 13 juni 2000. |
7. Edelsteen - Edelstenen zijn zeldzame gesteenten, die meestal worden bewerkt en verwerkt in sieraden en sierobjecten. Edelstenen beschikken over de volgende kenmerken: Schoonheid. Hieronder vallen visuele aspecten zoals kleur, glans, vuur, doorzichtigheid en lichteffecten. Duurzaamheid. Hierbij wordt gekeken naar hardheid, breekbaarheid/splijtbaarheid en chemische bestendigheid. Bij besluit van college van burgemeester en wethouders vastgesteld op 13 juni 2000. |
8. Gevelsteen - Een gevelsteen is een stenen plaat of blok met een inscriptie en vaak een emblematische voorstelling in reliëf die (meestal) de voorgevel van een gebouw siert. De gevelsteen verleent het gebouw een eigen, herkenbare identiteit. Gevelstenen zijn meestal van natuursteen, maar er zijn ook exemplaren van terracotta bekend en in Hoorn is een eiken reliëf te vinden, op de plek waar anders een gevelsteen zou zitten. Bij besluit van college van burgemeester en wethouders vastgesteld op 13 juni 2000. | |
9. Granietsteen - Graniet is een zuur (of felsisch) stollingsgesteente dat voornamelijk bestaat uit drie mineralen; kwarts, veldspaten (kaliveldspaat en plagioklaas) en mica's (muscoviet en/of biotiet). Ook amfibool komt in graniet voor. De onderlinge verhouding van de mineralen verschilt, maar Bij besluit van college van burgemeester en wethouders vastgesteld op 13 juni 2000. |
10. Kalksteen - Kalksteen is sedimentair gesteente dat ontstaat door de opeenhoping van (kalkhoudende) stoffelijke overblijfselen van in zee levende organismen. Daarmee bestaat kalksteen voornamelijk uit calciumcarbonaat (CaCO3) en vindt men er regelmatig fossielen in terug (schelpen, ammonieten, e.d.). Blauwe hardsteen is bijvoorbeeld een vorm van fossiele kalksteen, bestaande uit de restanten van zeelelies. | |
Kalksteen wordt vooral in tropische gebieden gevormd (koraal), maar ook in Noordwest-Europa komt het voor. In Zuid-Limburg dagzoomt de kalksteen op veel plekken. Een deel van deze kalksteen is in de vorm van krijtgesteente, dat in Limburg mergel wordt genoemd. Ook de witte krijtrotsen van Dover bestaan uit krijtgesteente. In België komt in de Ardennen op veel plekken kalksteen voor. | In kalksteen treden vaak karstverschijnselen op zoals grotten met druipstenen, dolines, poljes en diepe karstdalen. Bij besluit van college van burgemeester en wethouders vastgesteld op 13 juni 2000. |
11. Kiezelsteen - Kiezelstenen of kiezels zijn afgeronde, gladde klasten (keien, stenen of grind, naargelang de korrelgrootte). Ze worden gevormd door slijting en schuring tegen elkaar onder invloed van water of wind. Vandaar dat men ook spreekt van rolstenen. Uit hun aanwezigheid op Mars kon worden afgeleid dat er ooit water heeft gestroomd: sommige exemplaren waren te zwaar om door wind te zijn meegevoerd. Kiezelstenen krijgen hun vorm door te worden meegevoerd in een rivier of onder inwerking van zeegolven en -getijden. In zogenaamde reuzen- of duivelsketels worden bijzonder sferische exemplaren gevormd. Ze worden vaak als zodanig gebruikt in kunstwerken of als bouwmateriaal. | Bij besluit van college van burgemeester en wethouders vastgesteld op 13 juni 2000. |
|
12. Kraagsteen - Een console is in de bouwkunde een vooruitspringend of uitkragend constructiedeel aan een kolom of wand. Een console brengt het gewicht van zijn belasting, van bijvoorbeeld van een ligger of een vloer, over op die kolom of wand. Kraagstenen, consoles en klossen | |
Vandaag de dag is de benaming console de algemene term voor elk vooruitspringend constructiedeel, al was het maar omdat een kraagsteen een steen is. Consoles kunnen ook van andere materialen zijn gemaakt, zoals beton, staal of hout (klossen). | Consoles en kraagstenen zijn net als kapitelen blikvangers bij een constructie. Ze zijn dan ook vaak uitbundig versierd. In de architectuur is de decoratieve functie soms minstens zo belangrijk als de bouwtechnische. Bij besluit van college van burgemeester en wethouders vastgesteld op 13 juni 2000. |
13. Lazuursteen - Lapis lazuli of lazuursteen is een ondoorzichtig gesteente met een intense azuurblauwe kleur. Het wordt voornamelijk gewonnen in Afghanistan. Als edelsteen zijn vooral de intens blauwe stenen gewild, liefst licht goudkleurig gespikkeld met pyriet gouden glitters. Witte calcietaders maken de steen waardeloos. Lapis lazuli met te veel calciet en pyriet is ook minder gewild. Kleine hoeveelheden pyriet helpen echter een steen als echt te identificeren en brengen de waarde niet naar beneden. De beste kwaliteit lapis wordt in Afghanistan en Chili gevonden, maar er zijn ook vindplaatsen verder noordelijk in Centraal-Azië en China. Bij besluit van college van burgemeester en wethouders vastgesteld op 13 juni 2000. |
14. Leisteen - Leisteen (Engels: slate; Duits: Schiefer) is een metamorf gesteente dat gekenmerkt wordt door één duidelijke, dominante foliatie van afwisselende laagjes kwarts met veldspaat en laagjes mica. Dankzij deze foliatie heeft leisteen een sterke splijting en verbrokkelt het in dunne, plaatvormige brokken. | |
Leisteen wordt in de natuur gevormd door de metamorfose van kleirijk sediment, zoals schalie of kleisteen. Het wordt veel als dakbedekking gebruikt, zeker in gebieden waar het aan het oppervlak voorkomt, zoals in het zuiden van België en aangrenzende delen van Duitsland. Leisteen kan in bepaalde gebieden in de bergen worden gevonden. Het ontstaat uit klei die onder druk in de loop van vele miljoenen jaren omgevormd wordt tot leisteen. | Leisteen, een natuursteen, bestaat uit een compositie van verschillende sedimenten, die door samenspoeling van verschillende stoffen, waaronder kwarts, hematiet en pyriet, om er maar een paar te noemen, onder hoge druk zijn ontstaan. Bij besluit van college van burgemeester en wethouders vastgesteld op 13 juni 2000. |
15. Maansteen - Maansteen is een natrium-kalium-aluminium-silicaat met de chemische formule (Na,K)AlSi3O8. | |
De meestvoorkomende maansteen bestaat uit het mineraal orthoklaas. De plagioklaasveldspaat oligoklaas vormt ook maansteen. Maansteen is een veldspaat met een parelmoer- of glasglans. Er komen maansteenafzettingen voor in Australië, de Centrale Alpen, Mexico, Madagaskar, Myanmar, Noorwegen, Polen, India, Sri Lanka en de Verenigde Staten. Maansteen is gesteente dat op de Maan is ontstaan. | Er zijn op de Aarde drie bronnen van maansteen: |
16. Mergelsteen - Mergel is een sedimentair gesteente dat uit een mengsel van klei en fijnverdeelde kalk bestaat. Het is een slecht afgebakend begrip. Qua samenstelling neemt dit gesteente een plaats in tussen kalksteen en schalie, de overgang verloopt gradueel. Hoewel er verschillende definities bestaan, wordt in Nederland de regel gehanteerd dat mergel een gesteente is dat voor 25-75% uit kalk bestaat en voor het restant uit klei. Door het grote gehalte aan kleimineralen kan mergel niet zo goed cementeren als kalksteen, waardoor het gemakkelijker erodeert. De limburgse mergel is eigenlijk geen mergel maar een kalksteen. | |
Limburgse mergel is de naam die in Limburg wordt gegeven aan krijtgesteente. Hierbij gaat het meestal niet om mergel volgens de geologische betekenis. De Limburgse mergel is vooral afgezet tijdens het Krijt en komt ondergronds in vrijwel geheel Nederland en grote delen van Vlaanderen voor. | Mergel is in België een van de vele steensoorten die gewonnen wordt voor gebruik in de bouw en monumentaal werk, maar voor Nederland is het de enige voor deze doeleinden gewonnen steensoort. Hoewel het zeer zacht gesteente is, is het vrij weervast, mits de vochthuishouding goed geregeld is; natte mergel kan kapotvriezen. Mergel bestaat voor 98% uit koolzure kalk en 2% uit andere bestanddelen, voornamelijk zand. |
17. Metselsteen - Kalkzandsteen is zowel een uit kalk en zand samengestelde kunststeen als een bepaald type natuursteen. Bij besluit van college van burgemeester en wethouders vastgesteld op 13 juni 2000. | |
18. Natuursteen - Natuursteen is in de bouwkunde en civiele techniek een gesteente, dat in de natuur wordt aangetroffen en dat na een eventuele bewerking, geschikt is als bouwmateriaal. Natuursteen treft men aan in vele variëteiten. Tegenwoordig wordt gesteente uit de hele wereld naar Nederland en België gehaald. Gewoonlijk wordt een onderverdeling gemaakt in: stollingsgesteente: onder andere granieten, trachieten en basaltlava's afzettingsgesteente: onder andere kalkstenen, zandstenen en tuffen |
19. Sluitsteen - Een sluitsteen is een vaak zorgvuldig behakte steen, aangebracht in de top van een boog of op de ontmoetingsplaats van enkele ribben in de top van een ribgewelf. Wanneer de sluitsteen doorhangt, wordt de term druiper gebruikt. Deze vorm komt voor in sommige laatromaanse Duitse gewelven. Wanneer een sluitsteen in een gewelf ver naar beneden hangt, spreken men van een Mariakroon. | |
20. Waalsteen - Klei gewonnen in of nabij rivier de Waal waar steen van gemaakt is. (baksteen). Bij besluit van college van burgemeester en wethouders vastgesteld op 13 juni 2000. |
21. Zandsteen - Zandsteen is een sedimentair- of afzettingsgesteente dat voornamelijk bestaat uit zandkorrels. Bij sedimentatie van zandkorrels worden ook silt, kalk, grind, glimmers, veldspaat en andere gesteentefragmenten afgezet. Door verwering wordt een van oorsprong geelbruine zandsteen grijs. Het voorkomen van bepaalde oxiden en andere mineralen kleurt varianten bruinrood. Zandsteen bestaat voornamelijk uit kwarts. |
In 1996 werden voor de zuidwestelijke kwadrant van Houten diverse wijknamen vastgesteld. Voor bouwprojecten in de buurt De Stenen en De Muren werd voor de wijknaam Schonauwen gekozen. Genoemd naar het gelijknamige kasteel, heerlijkheid en vroegere gemeente (1818-1857) Schonauwen betekend 'mooi land' of 'mooi natte weidegrond'. Waarop scho teruggaat op het middelnederlandse woord voor mooi of prachtig. En nauwen de betekenis heeft van weidegrond of natte weidegrond zoals de echte betekenis ervan is. Vergelijke maar eens Nassouwe en Rhijnauwen. Bij herziening van de wijkindelingen en buurten in 2011 in opdracht van het Centraal Bureau voor de Statistiek heeft de gemeente Houten de wijknamen die eerder waren vastgesteld bij collegebesluit van burgemeester en wethouders op dinsdag 13 maart 2012 ingetrokken. Na deze dag werd de wijknaam Schonauwen niet meer gebruikt in de administratie. Na dit besluit werd De Stenen een buurt van de wijk Houten Zuidwest. |
Buurt De Muren
De Muren geportretteerd op vrijdag 1 december 2006, door Sander van Scherpenzeel. |
1. De Muur - Een muur is een verticale constructie die dient als afscheiding tussen twee ruimten. Een muur kan gemaakt zijn van leem, natuursteen, baksteen of gewapend beton. Het woord muur is afgeleid van het Latijnse woord murus (= muur). Daarmee is het woord muur een van de meest ingeburgerde leenwoorden van het Nederlands. Bij besluit van college van burgemeester en wethouders vastgesteld op 15 mei 2001 en 1 juni 2004. |
2. Boogmuur - Een spaarboog is een boogconstructie die gebruikt is om materiaal en/of arbeid uit te sparen. Om een fundering of muur te bouwen is veel metselwerk nodig, waarbij men door middel van een boog een deel van de muur of fundering overbrugde. De meeste boogmuren komen voor in funderingen en worden grondbogen genoemd. Ook bovengronds komen spaarbogen voor zoals in Romeinse aquaducten, een zijde van muren en andere plaatsen. Bij besluit van college van burgemeester en wethouders vastgesteld op 15 mei 2001. |
3. Burchtmuur - Muur deel uitmakend van een burcht, fort of kasteel. Bij besluit van college van burgemeester en wethouders vastgesteld op 1 juni 2004. |
4. Cascademuur - Cascade is het woord voor kleine waterval. Een Waterval is een geologische formatie die ontstaat doordat water stroomt over een gesteentelaag die harder, en dus erosie-bestendiger is, dan een daaronder liggende laag. Als de bovenlaag door het water wordt doorbroken ontstaat een plotseling hoogteverschil. | |
Sommige watervallen ontstaan in bergachtige omgevingen met snelle erosie en stroombeddingen die aan snelle veranderingen onderhevig zijn. In deze gevallen is een waterval niet het gevolg van het langzaam uitschuren van een bedding door het water maar van een betrekkelijk snel geologisch proces als het verschuiven van platen in de ondergrond of van vulkanische activiteit. De meeste watervallen zijn het resultaat van het uitslijpen van een rivierbedding gedurende vele jaren. | Meestal is de ondergrond een behoorlijk harde steensoort met daaronder een zachtere. Het over de rand stortende water zal de zachtere onderlaag onder de harde laag wegslijpen. De harde bovenlaag zal veel langzamer afbreken. Hierdoor blijft steeds een scherpe rand bestaan die zich echter langzaam stroomopwaarts verplaatst. Cascademuur een muur waar een kleine waterval vanaf komt. Bij besluit van college van burgemeester en wethouders vastgesteld op 15 mei 2001 en 1 juni 2004. |
5. Donjonmuur - Een donjon is een middeleeuwse versterkte woontoren, al dan niet gebouwd op een motte. De eerste donjons waren van hout; later werden ze gebouwd met stenen uit een steengroeve of in baksteen. De naam is afkomstig van het Gallo-Romaanse woord dominionem (op zijn beurt weer afgeleid van het Latijnse dominium/dominus) en betekent zoiets als (huis van de) Heer. Bij besluit van college van burgemeester en wethouders vastgesteld op 15 mei 2001. | |
6. Draagmuur - Een muur die een belangrijke functie heeft in het ondersteunen van de daarboven liggende delen van een gebouw. Bij besluit van college van burgemeester en wethouders vastgesteld op 1 juni 2004. |
7. Galerijmuur - Muur onderdeel uitmakend van een (flat)gallerij. Bij besluit van college van burgemeester en wethouders vastgesteld op 15 mei 2001 en 1 juni 2004. | |
8. Grachtmuur - Muur onderdeel uitmakend van een oever naast de gracht. Bij besluit van college van burgemeester en wethouders vastgesteld op 15 mei 2001 en 1 juni 2004. |
9. Haardmuur - Muur deel uitmakend een een schouw of haard De Haard (ook schouw) is de stookplaats. Van oorsprong was de haard de plek waar (binnen het huis) het vuur brandde, in het begin een open vuur (het haardvuur) of, zoals wij het nu zouden noemen, de open haard. Het was daarom ook de plek waar gekookt werd. De naam haard is overgegaan naar het fornuis, waarop, nog steeds met vuur, werd gekookt. Ook de op hout en kolen gestookte kachels werden haard genoemd. De haard was, vanwege de warmte, vaak de centrale plek van het huis. Vandaar dat het woord ook overdrachtelijk gebruikt wordt als middelpunt. Bij besluit van college van burgemeester en wethouders vastgesteld op 1 juni 2004. |
10. Hofmuur - Muur deel uitmakend van open of gesloten hof. Een ommuurt hof. Bij besluit van college van burgemeester en wethouders vastgesteld op 15 mei 2001. | |
11. Kademuur - Havenmuur of muur aan de walkant van een gracht. Bij besluit van college van burgemeester en wethouders vastgesteld op 15 mei 2001. | |
12. Kanaalmuur - Muur deel uitmakend van de oever van een kanaal. Bij besluit van college van burgemeester en wethouders vastgesteld op 1 juni 2004. |
13. Kantelenmuur - Een kanteel of tinne is een onderdeel van verdedigingswerken. Het is een rechtopstaand, vierkant of rechthoekig stuk van een borstwering, met eventueel een schietgat in het midden. Kantelen worden al sinds de oudheid gebruikt als verdedigend element, later, vanaf de Middeleeuwen, ook als verfraaiing. | |
Het doel van kantelen was het beschermen van de verdedigers tegen door de aanvallende partij afgeschoten projectielen (pijlen, later kogels en projectielen), terwijl ze door het gebruik van schietgaten en de openingen tussen de kantelen de aanvallers relatief veilig konden beschieten. Naast hun praktische nut werden en worden kantelen ook gebruikt als architectonisch element. Muur bestaande uit kantelen. Bij besluit van college van burgemeester en wethouders vastgesteld op 15 mei 2001. |
14. Kapelmuur - Muur deel uitmakend van een kapel. Bij besluit van college van burgemeester en wethouders vastgesteld op 15 mei 2001 en 1 juni 2004. | |
15. Keermuur - Een keermuur of keerwand is een stijf, grond- of waterkerend kunstwerk dat door een groot gewicht en een brede voet een grote standzekerheid kan bereiken. Een keermuur is vaak van gewapend beton of van stalen damwandplaten gemaakt, maar er kunnen ook andere materialen gebruikt worden. De geprefabriceerd betonnen elementen worden langs elkaar geplaatst waardoor een betonnen muur ontstaat met een groot draagvermogen. | |
Hierdoor kunnen de keerwanden dan ook voor een groot aantal doeleinden gebruikt worden waaronder het maken van kelders, sleufsilo's, solide fundering, kademuren en opslagtoepassingen. Een vroege toepassing van dit prefab principe is de muraltmuur, een snelle en goedkope manier om dijken te verhogen. Kenmerkend is dat een deel van het benodigde gewicht wordt geleverd door de grond die op de fundatieplaat rust, dit leidt tot materiaalbesparing. Een keermuur wordt meestal in een L of T vorm gemaakt. Bij besluit van college van burgemeester en wethouders vastgesteld op 1 juni 2004. |
16. Kerkmuur - Muur deel uitmakend van een kerk. Bij besluit van college van burgemeester en wethouders vastgesteld op 1 juni 2004. | |
17. Kleimuur - Muur gemaakt van klei of stenen van klei. Bij besluit van college van burgemeester en wethouders vastgesteld op 1 juni 2004. |
18. Kloostermuur - Muur deel uitmakend van een klooster. Bij besluit van college van burgemeester en wethouders vastgesteld op 1 juni 2004. | |
19. Kluismuur - Muur onderdeel uitmakend van wal-, kluis-, of werfmuur. Muur waar een brandkast of kluis in gevestid is. Bij besluit van college van burgemeester en wethouders vastgesteld op 15 mei 2001 en 1 juni 2004. | |
20. Paleismuur - Muur onderdeel uitmakend van een paleis. Bij besluit van college van burgemeester en wethouders vastgesteld op 15 mei 2001 en 1 juni 2004. |
21. Slotmuur - Muur onderdeel uitmakend van een slot of kasteel. Bij besluit van college van burgemeester en wethouders vastgesteld op 15 mei 2001 en 1 juni 2004. | |
22. Spiegelmuur - Muur bestaande uit spiegels. Bij besluit van college van burgemeester en wethouders vastgesteld op 1 juni 2004. |
23. Stadsmuur - Een stadsmuur is een muur of ommuring van een stad waarmee een verdediging tegen vijanden werd gevormd. In de middeleeuwen moest een stad eerst toestemming van de landsheer verkrijgen, voordat een stadsmuur mocht worden gebouwd. Dit was niet direct gekoppeld aan het verkrijgen van stadsrechten: meestal was het een afzonderlijk privilege dat pas later werd verleend. Bij besluit van college van burgemeester en wethouders vastgesteld op 15 mei 2001. |
24. Tolmuur - Economische afsluiting door hoge invoerrechten. Bij besluit van college van burgemeester en wethouders vastgesteld op 1 juni 2004. | |
25. Torenmuur - Muur onderdeel uitmakend van een toren. Bij besluit van college van burgemeester en wethouders vastgesteld op 15 mei 2001. |
26. Tuinmuur - Een muur naast of om een tuin. Bij besluit van college van burgemeester en wethouders vastgesteld op 1 juni 2004. | |
27. Vestingmuur - Muur van een vesting, kasteel of burcht. Bij besluit van college van burgemeester en wethouders vastgesteld op 15 mei 2001. |
28. Werfmuur - De stenen afsluitmuur van de werfkelder is de werfmuur, hij hoorde bij de kelder, en om de paar meter was er dus een andere eigenaar. En dat was te zien: de ene werfmuur was goed onderhouden, de ander stond op instorten. Voor de werven zelf gold eenzelfde verhaal. Bij besluit van college van burgemeester en wethouders vastgesteld op 15 mei 2001. |
In 1996 werden voor de zuidwestelijke kwadrant van Houten diverse wijknamen vastgesteld. Voor bouwprojecten in de buurt De Muren en De Stenen werd voor de wijknaam Schonauwen gekozen. Genoemd naar het gelijknamige kasteel, heerlijkheid en vroegere gemeente (1818-1857) Schonauwen betekend 'mooi land' of 'mooi natte weidegrond'. Waarop scho teruggaat op het middelnederlandse woord voor mooi of prachtig. En nauwen de betekenis heeft van weidegrond of natte weidegrond zoals de echte betekenis ervan is. Vergelijke maar eens Nassouwe en Rhijnauwen. Bij herziening van de wijkindelingen en buurten in 2011 in opdracht van het Centraal Bureau voor de Statistiek heeft de gemeente Houten de wijknamen die eerder waren vastgesteld bij collegebesluit van burgemeester en wethouders op dinsdag 13 maart 2012 ingetrokken. Na deze dag werd de wijknaam Schonauwen niet meer gebruikt in de administratie. Na dit besluit werd De Muren een buurt van de wijk Houten Zuidwest. |
Buurt De Polders
Wijknaam thema: diverse soorten polders