Straatnamen Houten Zuidwest
(wijzigingen voorbehouden er kunnen geen rechten aan deze lijst ontleend worden)
Gebruik Ctrl + F voor het zoeken naar je straatnaam.
Buurt De Stenen
Wijknaam thema: diverse steen soorten
De Stenen geportretteerd op zondag 13 augustus 2006, door Sander van Scherpenzeel. |
1. De Steen - Steen is een harde stof met een minerale samenstelling. Bij besluit van college van burgemeester en wethouders vastgesteld op 17 maart 2020. |
Steen is een harde stof met een minerale samenstelling (bijvoorbeeld baksteen, beton of natuursteen). Steen kan op verschillende wijzen worden geproduceerd of gewonnen: gedolven uit een steengroeve, gebakken uit klei, gevormd uit beton gemaakt van kalk en zand: kalkzandsteen. |
2. Damsteen - Een van de witte of zwarte speelstukken van het damspel Bij besluit van college van burgemeester en wethouders vastgesteld op 13 juni 2000. |
Dammen is een bordspel. Het bord bestaat uit 100 vakjes, velden genaamd, in 10 rijen van 10, waarbij de velden afwisselend wit en zwart zijn. Er wordt gespeeld met damschijven. Dit zijn ronde schijven (meestal van hout). Voor het spel worden 20 witte en 20 zwarte damschijven gebruikt. Als oorsprong voor dammen geldt het bordspel Alquerque. |
|
3. Deksteen - Een deksteen is onderdeel van een hunebed of dolmen. Een hunebed bestaat uit draagstenen (rechtopstaande grote stenen), waarop dekstenen rusten. De dekstenen vormen het plafond. Er zijn in de loop der eeuwen veel stenen verdwenen, ze werden gebruikt voor bijvoorbeeld de aanleg van wegen, de bouw van huizen en het versterken van zeeweringen. |
Doorgaans staan de draagstenen grotendeels op evenwijdige lijnen. Twee draagstenen en een deksteen worden samen een juk of trilithon genoemd. De juk of meerdere jukken worden afgesloten door sluitstenen. De ruimtes tussen deze stenen werden opgevuld door kleinere stenen, de stopstenen. De ingang is vaak in het midden van de lange zijde te vinden en bevat in sommige gevallen poortstenen. |
Het geheel werd afgedekt door een dekheuvel, waarbij in sommige gevallen de dekstenen niet werden bedekt en zichtbaar bleven. Bij besluit van college van burgemeester en wethouders vastgesteld op 13 juni 2000. |
|
4. Dobbelsteen - Een dobbelsteen (ook wel: teerling) is in de gebruikelijke uitvoering een kubusvormig voorwerp met op elk van de zijden een van de ogenaantallen 1 tot en met 6. Het woord dobbelsteen verwijst naar het oude spel dobbelen. Door werpen van de dobbelsteen zal een van de zijden min of meer toevallig boven komen. Het aantal ogen op deze zijde wordt als uitkomst van de worp beschouwd. De dobbelsteen fungeert daarmee als toevalsgenerator die met gelijke kansen van 1/6 de getallen 1 t/m 6 voortbrengt. |
Tegenwoordig zijn er ook dobbelstenen met andere aantallen genummerde zijden; dit zijn meestal regelmatige veelvlakken of daarop gebaseerde lichamen. Ook zijn er varianten van de kubusvormige dobbelsteen met andere afbeeldingen op de zijden, afhankelijk van de gewenste toepassing. Een dobbelsteen behoort zo gevormd te zijn dat elke zijde een even grote kans heeft om boven te komen liggen. Zo'n dobbelsteen heet zuiver. |
Dit is niet bij elk aantal vlakken even makkelijk te verwezenlijken. In werkelijkheid zal elke dobbelsteen wel wat onregelmatigheden hebben, zodat een zuivere dobbelsteen niet bestaat. Bij besluit van college van burgemeester en wethouders vastgesteld op 13 juni 2000. |
5. Dominosteen - Domino is een legspel dat met speciale dominostenen wordt gespeeld. De stenen zijn vaak gemaakt van plastic of hout, vroeger ook van echte steen of ivoor. De stenen zijn langwerpig van vorm en verdeeld in twee vierkante veldhelften, ieder gemerkt met ogen. In de standaarddomino-uitvoering hebben de helften nul tot zes ogen maar er zijn ook uitvoeringen met nul tot negen, nul tot twaalf en nul tot achttien ogen. |
In de standaardset komen alle 28 combinaties van 0 tot 6 eenmaal voor. Domino is zeer populair op het eiland Curaçao en in Latijns-Amerika, onder de jeugd verliest domino echter aan populariteit. Bij besluit van college van burgemeester en wethouders vastgesteld op 13 juni 2000. |
6. Drijfsteen - Drijfsteen is een lichte bouwsteen die bestaat uit vulkanisch en licht puimsteen gruis (ook wel bims genoemd) gebonden door portlandcement. Deze steen is erg licht door de vele lucht die in de bims is opgesloten en daardoor drijft deze steen dan ook op water. De dichtheid van drijfsteen bedraagt 700 à 740 kg/m3. |
Drijfsteen is vooral geschikt voor warmte- en geluidsisolatie en minder geschikt voor constructieve doeleinden. Daarom veel gebruikt voor warmte- en geluidsisolerende tussenwanden en niet dragende wanden. De eigenschappen van drijfsteen zijn verwant aan die van cellenbeton. De drijfsteenindustrie ontstond na 1840 in het Neuwiederbekken aan de Rijn (Neuwied, Andernach en dergelijke), waar de grondstof puimsteengruis ruim voorhanden was. In Nederland werden deze stenen in 1881 geïntroduceerd. De productie bedroeg 119 miljoen stenen in 1894 en 229 miljoen stenen in 1902. Bij besluit van college van burgemeester en wethouders vastgesteld op 13 juni 2000. |
Firet |
7. Edelsteen - Edelstenen zijn zeldzame gesteenten, die meestal worden bewerkt en verwerkt in sieraden en sierobjecten. Edelstenen beschikken over de volgende kenmerken: Schoonheid. Hieronder vallen visuele aspecten zoals kleur, glans, vuur, doorzichtigheid en lichteffecten. Duurzaamheid. Hierbij wordt gekeken naar hardheid, breekbaarheid/splijtbaarheid en chemische bestendigheid. Zeldzaamheid. Hierbij wordt gekeken naar hoe vaak een product in de natuur voorkomt. |
Bij besluit van college van burgemeester en wethouders vastgesteld op 13 juni 2000. |
8. Gevelsteen - Een gevelsteen is een stenen plaat of blok met een inscriptie en vaak een emblematische voorstelling in reliëf die (meestal) de voorgevel van een gebouw siert. De gevelsteen verleent het gebouw een eigen, herkenbare identiteit. |
Gevelstenen zijn meestal van natuursteen, maar er zijn ook exemplaren van terracotta bekend en in Hoorn is een eiken reliëf te vinden, op de plek waar anders een gevelsteen zou zitten. Bij besluit van college van burgemeester en wethouders vastgesteld op 13 juni 2000. |
* |
9. Granietsteen - Graniet is een zuur (of felsisch) stollingsgesteente dat voornamelijk bestaat uit drie mineralen; kwarts, veldspaten (kaliveldspaat en plagioklaas) en mica's (muscoviet en/of biotiet). Ook amfibool komt in graniet voor. De onderlinge verhouding van de mineralen verschilt, maar doorgaans is kwarts de dominante component (ongeveer 50%). |
Het kwarts is meestal grijs, het veldspaat kan gekleurd zijn (crème, roze voor kaliveldspaat en (melk)wit voor plagioklaas) en de glimmers zijn meestal bruin of lichtgrijs van kleur. Bij besluit van college van burgemeester en wethouders vastgesteld op 13 juni 2000. |
*
10. Kalksteen - Kalksteen is sedimentair gesteente dat ontstaat door de opeenhoping van (kalkhoudende) stoffelijke overblijfselen van in zee levende organismen. Daarmee bestaat kalksteen voornamelijk uit calciumcarbonaat (CaCO3) en vindt men er regelmatig fossielen in terug (schelpen, ammonieten, e.d.). Blauwe hardsteen is bijvoorbeeld een vorm van fossiele kalksteen, bestaande uit de restanten van zeelelies. |
Kalksteen wordt vooral in tropische gebieden gevormd (koraal), maar ook in Noordwest-Europa komt het voor. In Zuid-Limburg dagzoomt de kalksteen op veel plekken. Een deel van deze kalksteen is in de vorm van krijtgesteente, dat in Limburg mergel wordt genoemd. Ook de witte krijtrotsen van Dover bestaan uit krijtgesteente. In België komt in de Ardennen op veel plekken kalksteen voor. |