Verworven gronden, landerijen, boerderijen en landgoederen, herbergen door jhr. Paulus Wilhelmus Bosch van Drakestein (1771-1834) tussen 1798 en 1832-1900 en overige familieleden. Deel 2 |
Landgoed Splinterenburg aan de Vuurscheweg 3 en 2 (boswachterswoning) te De Bilt
Woonhuis aan de Vuursche Steeg 2
Bouwterrein aan de Koudelaan
Boerderij Het Prinsenhuis (Rijnevelds Veen) aan de Maartensdijkseweg 14 en 14a, behorend bij landgoed Splinterenburg en De Hoge Woning te De Bilt
Percelen in Vianen (gem. Vijfheerenlanden)
Op woensdag 28 augustus 1799 werd bij een publiek veiling ten overstaan van de commissarissen van de raad van de rechtspleging van de stad Vianen diverse percelen verkocht gelegen in de polder Autena Bolgerij. Koper was Paulus Willem Bosch. De goederen waren afkomstig uit de nalatenschap van Jan van Lakerveld. Op zaterdag 23 mei 1840 werden deze familie Bosch goederen geveild ten overstaan van de Utrechtse notaris G.H. Stevens. Bron: Het Utrechts Archief, 34-4, 3644, 34-4 U324c034 1838 23-05-1840, aktenummer: 12044. |
Aankoop Ambachtsheerlijkheid Schalkwijk
In de achttiende eeuw werd de ambachtsheerlijkheid van Schalkwijk bezit door Andries Cornelis de Normandië. Na zijn overlijden kwam de heerlijkheid in bezit van schoonzoon Jan Messchert (1760-1807). Na het overlijden van zijn echtgenote in 1819 mevrouw Maria Martha de Normandië (1763-1819). Verkocht André Corneille de Normandië Messchert de ambachtsheerlijkheid van Schalkwijk ten overstaan van de Utrechtse notaris Pieter Adriaan van Schermbeek. |
André Corneille had zijn achternaam gewijzigd als eerste beginnende met due van zijn moeder 'de Normandië' om daarna te volgende met de achternaam van vader 'Messchert' wat de 'Normandie Messchert' werd. Familie Messchert bezat in de achttiende eeuw bierbrouwerij de Oranjeboom in Rotterdam. |
Voor meer informatie over familie 'Ram van Schalkwijk' en 'de Wijkersloot de Weerdesteyn' die de familiepagina. (link) |
Aankoop percelen land Vechterbroek (gem. Bunnik)
Landgoed De Proosdij te Ede (prov. Gelderland)
Op woensdag 1 december 1819 werd door het domeinenkantoor van de Nederlandse Staat te Arnhem afdeling Gelderland de vroegere vast- en onroerende goederen van het kapittel van St. Jan te Utrecht verkocht per afslag. Paulus Wilhelmus Bosch van Drakestein kocht het landgoed de Hennekamp of Hindekamp gelegen op de Ginkelse Heide in de gemeente Ede. |
Landgoed behoorde tot 21 februari 1811 bij het kapittel van St. Jan te Utrecht. De boerderij staat tegenwoordig geadresseerd aan de Kreelseweg 98 te Ede en heette in het verleden 'Boschzicht'. |
Hofstede en landerijen in Ede, Bennekom,
Wageningen en Ederveen
Op woensdag 1 december 1819 werd door het domeinenkantoor van de Nederlandse Staat te Arnhem afdeling Gelderland de vroegere vast- en onroerende goederen van het kapittel van St. Jan te Utrecht verkocht per afslag. |
Paulus Wilhelmus Bosch van Drakestein kocht het landgoed met de bijbehorende landerijen van De Proosdij aan. De Proosdij had diverse landerijen en percelen in de omgevingen van de gemeente Ede liggen, ook gelegen in Wageningen en bij het dorp Ederveen. |
De Proosdij behoorde bij de vast- en onroerende goederen van het kapittel van St. Jan te Utrecht tot 21 februari 1811. Nadien werd deze opgeheven en kwamen het vastgoed en de onroerende goederen toe aan de Staat der Nederlanden. Het boerderijencomplex bestaat tegenwoordig nog in de gemeente Ede. En is gelegen aan de Proosdijweg 37 t/m 41. |
In het complex is een kinderenboerderij gevestigd van zorginstelling 's Heerenloo. Wat betreft de andere landerijen is heden (bijna) de hele gemeente Ede op de vroegere gronden van familie Bosch van Drakestein gebouwd (zie kaart bovenaan). |
Percelen in Wijk bij Duurstede
Op woensdag 15 december 1819 werd in Amerongen ten huize van Otto de Ridder, kastelein in de Roden Leeuw. Bij aanbod en daarna bij afslag publiekelijk aan de hoogste bieder verkocht en geveild. De vroegere vast- en onroerende goederen van het Utrechtse kapittel Ten Dom. Paulus Wilhelmus Bosch van Drakestein kocht toen de diverse percelen land, gelegen in de gemeente Wijk bij Duurstede in de polder Noordhuizen, ten oosten gelegen de landerijen van De Hoge- en de Lage Maat. Ten zuiden gelegen de het polderweggetje de Broekweg. Ten westen en noorden gelegen de weg en het gehucht Dwarsdijk. De percelen droegen in de achttiende eeuw de naam De Veilingkamp. Tussen 1938 en 1953 werd ten noorden en oosten van De Veilingkamp het Amsterdam- Rijnkanaal aangelegd. Dit Nederlandse kanaal loopt van de hoofdstad Amsterdam, ten oosten van Utrecht stad via Houten en Wijk bij Duurstede naar de Waal bij Tiel. Zo kunnen binnenvaartschepen makkelijker van de Amsterdamse havens met goederen naar het achterland en zo naar het Duitse Roergebied varen. En visa versa. Het kanaal werd in de jaren twintig en dertig van de twintigste eeuw ontworpen door de Utrechtse ingenieur van de Provinciale Waterstaat Utrecht, Anton Mussert. Hij die in de Tweede Wereldoorlog de Nationaal Socialistische Beweging (NSB) leiden. Anno 2020 is op het vroegere land De Veilingkamp een rozenbottelkwekerij gevestigd met de naam Rozenbotteltuin De Put, gelegen aan de Broekweg 10 te Wijk bij Duurstede. Enige jaren geleden zijn de kwekers nog in het televisie programma Binnenste- Buiten van de KRO-NCRV geweest. Website: Rozenbotteltuin De Put |
Boerderij De Ossenwaard (Ossenwaard 20)
en
Boerderij De Hoop (Ossenwaard 19) met
landerijen in Cothen (gem. Wijk bij Duurstede)
Op woensdag 15 december 1819 werd in Utrecht door het domeinenkantoor van de Nederlandse Staat te Amerongen de vroegere vast- en onroerende goederen van het kapittel Ten Dom verkocht bij afslag. Paulus Wilhelmus Bosch van Drakestein kocht toen de gronden en de bijhorende boerderij De Hoop aan, gelegen in Cothen aan de Ossenwaard. Na zijn overlijden in april 1834 werden de gronden en boerderij toebedeeld zijn zoon jhr. Johannes Gerardus Bosch van Drakestein. Na het overlijden van jhr. Johannes Gerardus Bosch van Drakestein (1811-1883) werd het vast- en onroerend goed in het gebied van de Ossenwaard verdeel aan zijn zoon en achterneef. |
Boerderij ,, De Ossenwaard'' (Ossenwaard 20) kwam toe aan Johan zijn oudste zoon toe jhr. Carolus (Karel) Petrus Johannes Bosch van Drakestein (1874-1908). De boerderij werd verkocht aan de familie Van der Horst die er al geruime tijd de pachter op was. Boerderij ,, De Hoop'' aan de Ossenwaard 19 kwam toe aan Johan Gerardus Bosch zijn achterneef jhr. Johannes Ludovicus Paulus Bosch van Drakestein van Nieuw-Amelisweerd in 1883. Ruim 27 jaar in 1920 later verkocht Johan Bosch De Hoop aan zijn zwager jhr. Van Nispen tot Sevenaer. Zijn nazaten verkochte de boerderij in de periode 1989-1990 aan de pachter familie Van Rijn die er al geruime tijd de pachters op ,,de Hoop'' waren. |
Eigenaren van boerderijen De Ossenwaard
en De Hoop (1834-1944)
Op dinsdag 14 oktober 1919 werd voor notaris H.J. van Heijst te Wijk bij Duurstede door de weduwe van Jhr. Carolus (Karel) Petrus Johannes Bosch van Drakestein (1874-1908), mevrouw Florentine Caroline Johanna de Sonnaville (weduwe van Carel) en haar dochter Sophronia Paulina Bosch van Drakestein (1882-1931) diverse landerijen uit de Ossenwaard bij Cothen verkocht. Die zij van haar schoonvader Johannes Gerardus Bosch van Drakestein hadden geërfd. |
Boerderij De Ossenwaard aan de Ossenwaard 20 te Cothen
Boerderij De Hoop aan de Ossenwaard 19 te Cothen
Hofstede en landerijen in Houten/Oud-Wulven
Op woensdag 15 december 1819 werd in Utrecht door het domeinenkantoor van de Nederlandse Staat te Amerongen de vroegere vast- en onroerende goederen van het kapittel Ten Dom verkocht bij afslag. Paulus Wilhelmus Bosch van Drakestein kocht toen de gronden van de vroegere ambachtsheerlijkheid 'de Grote en de Kleine Koppel en Maarschalkerweerd' aan te gemeente Oud-Wulven (Houten), na 1954 het huidige Utrecht Lunetten. Boerderij De Koppel ooit gelegen aan het einde van de Koppeldijk en aan het begin van het Rijndijkje. Was gelegen tegen de grens van het Utrechtse Tolsteeg aan. Boerderij De Koppel was eeuwenlang het eigendom van het Utrechtse kapittel ten DOM. Op woensdag 15 december 1819 kocht Paulus Wilhelmus Bosch van Drakestein op een veiling te Utrecht de boerderij aan van de Nederlandse Domeinen van het Rijksdomeinen kantoor te Amerongen. |
Na het overlijden van Paulus in 1834 erft zijn zoon jongste zoon Gerard Willem Bosch van Drakestein boerderij De Koppel en boerderij De Grote Geer. Bij de vererfbepaling in januari 1835 was boerderij De Koppel al toegewezen aan Gerard Willem Bosch. Toch hwordt De Koppel in het kadaster ingeschreven op het bezit van zijn oudste broer Willem Bosch van Drakestein. Willem bezit het verderop gelegen landgoed Nieuw-Amelisweerd. Pas rond 1845 gaat De Koppel definitief over op het bezit van Gerard Willem Bosch van Drakestein. Zoon van Gerard Willem Bosch, Paulus Titus Marie Jozef Bosch van Drakestein heeft de boerderij tot aan 1896 in bezit. Waarna bij veiling de boerderij werd aangekocht door veehouder Michiel van Zijl die er al geruime tijd de pachter erop was op De Koppel. |
Per 1 januari 1954 komt de boerderij op Utrechts grondgebied te liggen na de grote grondannexatie van die tijd. Het Houtense Maarschalkerweerd werd ook bij de gemeente Utrecht gevoegd. Een nazaat van Michiel van Zijl verkoopt de boerderij in 1964 aan de gemeente Utrecht voor de toenmalige stadsuitbreiding van Utrecht Lunetten. Kort daarna is de boerderij afgebroken. |
Boerderij De Hoge Woning aan de
Maartensdijkseweg 10 te De Bilt
Op dinsdag 7 november 1826 kocht Paulus Willem Bosch van Drakestein hofstede De Hooge Woning aan van de vorige eigenaren ten overstaande van de Baarnse notaris Frans Pen. Verkopers waren o.a. De Rooij, Roelofse en Van Dijk. Paul Bosch van Drakestein betaalde voor de Hoge Woning f. 4.800 gulden. Tot de jaren 60 van de twintigste eeuw bleef De Hooge Woning bij het vast- en onroerend goed van familie Bosch van Drakestein in bezit. jhr. Paulus Jan (1901-1955) of Freddy (1930-2008) Bosch van Drakestein verkocht de Hooge Woning aan familie Van der Krol, heden gelegen aan de Maartendijkseweg 10 te De Bilt. Bron: Archief Eemland, 0443, 342. |