Naambetekenis
Straat en sloot de Wijkersloot gelegen tussen Dwarsdijk en Wijk Bij Duurstede in het voorjaar van 2019. Foto's: Sander van Scherpenzeel. |
De betekenis van wijk is vestingsplaats en van sloot is watergang Betekenis: Vestingsplaats aan de watergang |
Kasteel Weerdesteyn, Weerdesteynselaan 1, Langbroek. Foto's: Winfried Leeman. Weerde komt vermoedelijk van het Oud Nederlands woord voor verdedigen/verweren. Weerde kan ook uiterwaarden betekenen. Aangezien het kasteel vanaf de middeleeuwen in een moeras is gebouwd in de omgeving van Langbroek. De naam Langboek betekend letterlijk vestingsplaats in of langs het lange moeras. Maar aangezien het kasteel Weerdesteyn niet direct in de omgeving van een rivier ligt waar meestal aan weerszijde een uiterwaarden bijhoort. Is het minder waarschijnlijk dat weerde teruggaat op de betekenis van uiterwaarden. |
|
Stein komt van de Oud Nederlandse betekenis van een verdedigbaar huis van steen, een kasteel. In de twaalfde en dertiende eeuw was het een mode woord onder de vroegere adellijk geslacht om aan te duiden dat je in een huis, kasteel of burcht van steen woonde. Gebouwen bouwen van steen in die tijd was alleen weggelegd voor de allerrijkste. En om hun bezettingen te beschermen bouwde men in steen. Regelmatig voerde de heren van een kasteel oorlogen met hun buren of de bisschop van het sticht (Utrecht). Steen van dus een rijk goed. Iets wat men in die tijd liet terugkomen in de naam van een kasteel. |
Letterlijk betekenis van de naam De Wijkerslooth de Weerdesteyn is: de Vestigingsplaats aan de watergang de verdedigbaar kasteel De Wijkerslooth (ook: van Wijkerslooth van Grevenmachern, de Wijkerslooth de Rooyesteyn en de Wijkerslooth de Weerdesteyn) is een Nederlands en Belgisch adellijk geslacht. |
In 1786 werd Henricus Jacobus van Wijkerslooth van Weerdesteyn door keizer Jozef II verheven in de Oostenrijke adel en werd hem de titel van baron bij eerstgeboorte verleend. In 1803 werd een broer van de laatste, Cornelis Gerardus Josephus van Wijkerslooth van Grevenmachern, door keizer Frans II verheven tot baron van het Heilige Roomse Rijk. In 1814 en 1816 werden leden van de familie benoemd in ridderschappen. In 1816 werd Franciscus Johannes de Wijkerslooth de Weerdesteyn ingelijfd in de Nederlandse adel en in 1816 werd hem de titel van baron bij eerstgeboorte verleend. |
In 1816 werd de titel van baron bij eerstgeboorte verleend aan François Johannes de Wijckerslooth van Roijestein die in 1814 in de Ridderschap benoemd was; zijn nageslacht opteerde na 1830 voor België en maakt sindsdien deel uit van de Belgische adel. Aan hen werd in 1963 in België de titel van baron(es) op allen verleend. Bron Wikipedia De Wijkerslooth |
De Wijkerslooth Bij S.B. van 28 aug. 1814, nr. 14, werd (Henricus Theodorus) van Wijckerslooth van Grevenmachern benoemd in de ridderschap van Holland; acte van bewijs 9 jan. 1817. Bij K.B. van 1 juli 1816, nr. 93, werd F(ranciscus) J(ohannes Nicolaas) de Wijckerslooth van Royestein benoemd in de ridderschap van Utrecht; acte van bewijs 16 okt. 1816. Bij K.B. van 8 juli 1816, nr. 57, werd F(ranciscus) J(ohannes) de Wijckerslooth van Bij K.B. van 24 nov. 1816, L4 H', nr. 39, werd aan jonkheer F. J. Wijkerslooth van Bij K.B. van 27 sept. 1817, nr. 63, werd aan jonkheer F. J. de Wijkerslooth van De adelslijst 1825 kent hem abusievelijk overgang van de titel op allen toe (niet Bij K.B. van 16 juli 1822, nr. 88, werd voor Cornelius Ludovicus van Wijkerslooth Op te vatten als inlijving met de titel baron Wapen 1814: in goud een dubbele rode adelaar; in een zilveren hartschild vijf blauwe dwarsbalken en over alles heen een rode leeuw, goud gekroond, gaande over een schuin-links geplaatste gouden sleutel. Het schild gedekt met een kroon van vijf parels; schildhouders: twee omziende rode leeuwen; het geheel geplaatst op een bruin voetstuk. W. 1817: in goud een rode adelaar, blauw getongd en genageld. Schildhouders: twee Bron: De Nederlandse Adel - Besluiten en Wapenbeschrijvingen. |
Kasteel Weerdesteyn
Weerdesteijnselaan 1, 3947 ND,
Langbroek, Wijk bij Duurstede
In 1319 en 1320 komen we in de archieven een Adam Philipszoon en Willem Philipszoon tegen, die mogelijk dezelfde twee personen zijn als Adam van Weerdestein en zijn broer Willem, die beide in 1329 vermeld worden. Het vermoeden bestaat dat hun vader Philip het kasteel Weerdesteyn rond 1300 gebouwd zou hebben. Het kasteel zelf wordt pas voor de eerste keer in 1333 genoemd. Volgens de bewaard gebleven kroniek van Johannes de Beka uit het midden van de 14e eeuw heeft de bisschop Johan van Arkel in 1351 Weerdesteyn 'gecregen'. Door financiële problemen had hij zich terug getrokken in Grenoble, maar hij kwam in 1351 terug en mogelijk heeft de eigenaar van Weerdesteyn hem toen (tijdelijk) het kasteel als residentie aangeboden. |
In 1358 verkoopt Philips van Weerdestein, een zoon van de eerder genoemd Willem, het kasteel aan Johan van de Weteringh. De familie Van Weerdestein was eigenaar van Bloemenweerde bij Cothen en woonde vanaf die tijd op dat kasteeltje. Over de familie Van de Weteringh is erg weinig bekend. We weten alleen dat een 'Johan van de Weteringh' het kasteel in 1358 kocht, dat een 'Van de Weteringh' in 1394 leenman van de bisschop was en dat er een 'Johan van de Weteringh' in 1425 sterft. Dit zal een zoon of kleinzoon van de eerstgenoemde Johan van de Weteringh zijn geweest. |
In 1425 wordt kasteel Weerdesteyn verkocht en de nieuwe eigenaar wordt Willem van Boekhout. Na diens dood volgt zijn zoon, Hubert, kanunnik van het kapittel van St. Marie in Utrecht, hem op en deze draagt Weerdesteyn in 1462 over aan zijn nicht Aleid van Zuylen. Door haar huwelijk met Arend van IJsselstein, maarschalk van het Nedersticht, komt het kasteel in deze familie terecht. Na de dood van Aleid, volgt hun zoon Cornelis haar op en hij besluit om Weerdesteyn in 1516 te verkopen aan Roelof Grauwert. |
Deze familie dankt hun naam aan het kasteeltje Grauwert in het tegenwoordige Leidsche Rijn, dat in 1453 in bezit van de familie kwam. Het was een Utrechts patriciërsgeslacht en leden van de familie hadden zowel zitting in de ridderschap als in de magistraat van Utrecht. Het kasteel Hindersteyn was in bezit van Beernt Grauwert van Hindersteyn, een broer van Roelof (I). De mannelijke leden uit deze tak van de familie droegen bijna allemaal de naam Roelof. Roelof (II), de zoon van bovengenoemde Roelof, trouwde met een bastaarddochter van Reinoud van Brederode. Dit geeft al aan dat de familie niet onbelangrijk was. Roelof (II) werd ook drost van Ameide en hij tekende in 1565 ook het Verbond der Edelen. Waarmee hij voorstander was van de afschaffing van de inquisitie, die mensen, die de nieuwe leer waren toegedaan, vervolgd werden. |
Van de familie Grauwert is bekend dat ze op kasteel Weerdesteyn in stilte de Heilige Mis lieten opdragen door langstrekkende Jezuïeten. Een achterkleinzoon van Roelof (II), Roelof (IV) Grauwert, zoon van Gijsbert Grauwert, erft Weerdesteyn in 1615 en laat in 1642 een poortgebouw bouwen, dat nog steeds bestaat. Omdat hij ongehuwd blijft, vererft het huis in 1650 op zijn broer Johan en na diens dood op broer Herman. Ook deze broer sterft zonder nakomelingen en door verwerving komt kasteel Weerdesteyn nu in bezit van Justus van Egmond van der Nijenburg, een neef van de drie broers. |
Landgoed Hindersteyn
aan de Langbroekerdijk 119 te Langbroek
Hindersteyn is een kasteel en ridderhofstad in de Nederlandse provincie Utrecht in het Overkwartier bij Langbroek. Het huis, dat een leen was van het Sticht Utrecht, is omstreeks 1300 door Hinder van Wulven uit het geslacht der van Wulven gesticht. Overgenomen van Wikipedia Hindersteyn |
In 1841 kocht Philip Julius baron van Zuylen van Nyevelt (1785-1864), lid van het geslacht Van Zuylen van Nyevelt het huis; zijn echtgenote overleed erop in 1859. Hij liet het na aan een verre verwant: Philip Julius Henry graaf van Zuylen van Nyevelt (1853-1913) die het in 1881 van de hand deed.[1] In de 20e eeuw kwam het in handen van mr. Karel Lodewijk Cornelis Maria Ignatius baron de Wijkerslooth de Weerdesteijn (1901-1975), lid van het geslacht De Wijkerslooth; zijn vier kinderen werden op het huis geboren. |
In 1972 kocht Hendrik Jan Engelbert van Beuningen, kleinzoon van Hendrik Adriaan van Beuningen, het landgoed en voegde het bij het reeds sinds 1962 in zijn bezit zijnde ernaast gelegen Rhodesteyn. Het kasteel en bijgebouwen en vijf hectare grond werd in 1972 gekocht door Antonius Franciscus Geytenbeek. Hij maakte in 1976 een begin met het herstel van de woontoren. De rest van het huis werd van 1980 tot 1989 hersteld tot de toestand van 1865. Sindsdien wordt het kasteel bewoond door de familie Geytenbeek. De tuinaanleg is hersteld en een moestuin met drie historische kassen, een doolhof en labyrint zijn toegevoegd aan het bestaande ensemble. In de tuin bevindt zich een laat-20e-eeuwse slangenmuur. |
Eigenaren van kasteel Weerdesteyn
1. | ca. 1300 Philips van Weerdesteyn |
2. | 1319/29 Willem Philipszoon van Weerdesteyn (zoon) |
3. | ... - 1358 Philips van Weerdesteyn (zoon) |
4. | 1358 - 1425 Johan van de Weteringh (koop) |
5. | 1425 - ... Willem van Boekhout (koop) |
6. | ... - 1462 Hubert van Boekhout (zoon) |
7. | 1462 - ... Aleid van Zuylen (nicht), getrouwd met Arend van IJsselstein |
8. | ... - 1516 Cornelis van IJsselstein |
9. | 1516 - 1520 Roelof (I) Grauwert, getrouwd met Alid Both van Scherpenseel |
10. | 1520 - 1572 Roelof (II) Grauwert (zoon), getrouwd met Margaretha van Brederode |
11. | 1572 - 1602 Roelof (III) Grauwert, heer van Weerdesteyn (zoon), getrouwd met Johanna van Hardenbroek |
12. | 1602 - 1615 Gijsbert Grauwert (zoon), getrouwd met Johanna van de Vecht |
13. | 1615 - 1650 Roelof (IV) Grauwert (zoon) |
14. | 1650 Johan Grauwert (broer, ongehuwd) |
15. | - 1676 Herman Grauwert (broer, ongehuwd) |
16. | 1676 Justus van Egmond van der Nijenburg (neef), getrouwd met Eustachia van Quarebbe Willem van Egmond van Nijenburg (zoon), getrouwd met N. van Stembor |
17. | - 1730 NN van Egmond van Nijenburg (zoon) |
18. | 1730 - 1766 Eduard Joseph Ram van Schalkwijk (koop) |
19. | 19. 1767 - 1775 Eduard Petrus Ram van Schalkwijk (zoon) |
20. | 1775 - 1828 Anna Catharina Maria Ram van Schalkwijk (dochter), getrouwd met Hendrik Jacob baron van Wijkerslooth de Weerdesteyn |
21. | 1818 - 1864 Franciscus Johannes de Wijkerslooth de Weerdesteyn (zoon), getrouwd met Charlotte Antoinette Amelie Zephyrine de la Trémouille |
22. | 1864 - 1909 Corneille Charles Auguste de Wijkerslooth de Weerdesteyn (zoon), getrouwd met Jeanne Philiberte de Bernard de Montessus. |
23. | 1909 - 1936 Jean Baptiste Louis Corneille Charles de Wijkerslooth de Weerdesteyn (zoon), getrouwd met Judith Maria Assuera Theresia Ignatia van Wijnbergen |
24. | 1936 - 1961 Jhr. mr. ir. Ferdinand Cornelis Karel de Wijkerslooth de Weerdesteyn, heer van Weerdesteyn en Wulven (zoon), getrouwd met Renée Marie Juliëtte Madeleine Regout |
25. | 1961 - 2001 Jhr. R.J. en Jhr. Mr. J.L. de Wijkerslooth de Weerdesteyn |
26. | 2001 - ... Jhr. R.J. de Wijkerslooth de Weerdesteyn |
Geschiedenis Kasteel Wulven
Naar een tekst van Otto Wttewaall en Jan Smits Uit het boek Kastelen en ridderhofsteden in Utrecht, onder redactie van B. Olde Meierink, Utrecht, Uitgeverij Matrijs, 1995. Aangevuld met diverse afbeeldingen en foto's door SHH uit diverse bronnen. |
Ten westen van de boerderij ‘Het Rechtshuis van Wulven' aan de Koedijk in Houten is nog steeds de omgrachting zichtbaar van het verdwenen kasteel Wulven'. De voorburcht van hetkasteel lag tussen de nog bestaande boerderij en het kasteel. Wulven werd in 1296 gesticht op de grens van de hogere gronden van de Houtensestroomrug en de ontginningseenheid Wulverbroek:. Naar men vermoedt was dit kasteel de opvolger van een 600 m zuidelijker gelegen kasteel dat een ronde aanleg had. Dat kasteel staat thans bekend onder de naam ‘Het Rondeel’. |
Geschiedenis
Nog tijdens de bouw van het kasteel droeg Ernst van Wulven het in 1296 op aan graaf Floris V van Holland. De gevolgen van deze leenverhouding lieten niet lang op zich wachten. Toen graaf Willem IV van Holland in 1345 tijdens de afwezigheid van bisschop Jan van Arkel tegen de stad Utrecht optrok, koos Ernst van Wulven, zoon van Mabelia van Wulven en Boudewijn van Avezaeth, dan ook de zijde van de graaf. |
Kort na de inname van de stad trok de graaf ten strijde tegen de Friezen, waarbij hij sneuvelde. Bisschop Jan van Arkel nam daarop de gelegenheid te baat om af te rekenen met de edelen die tegen hem hadden samengespannen. De meesten van hen vroegen en kregen ook vergiffenis, maar Ernst van Wulven weigerde, met als gevolg dat Wulven met de grond gelijk werd gemaakt en Ernst werd verbannen. Ernst liet het kasteel echter herbouwen. |
Via zijn dochter Clementia, die gehuwd was met Herman van Lockhorst, kwam Wulven aan de familie Van Loekhorst, in wier bezit het zou blijven tot 1434. Hun zoon Herman erfde Wulven na het overlijden van zijn moeder in 1362 en ging zich vervolgens naar zijn bezit |
In diezelfde tijd moet in de kapel van het kasteel een wonderdadig Mariabeeld hebben gestaan, reden waarom Wulven een druk bezocht pelgrimsoord werd’. |
Ferman van Lockhorst schonk Wulven in 1434 aan zijn kleindochter Lutgarde van Buren, ter gelegenheid van haar huwelijk met Jan van Renesse. Zich beroepend op de oorspronkelijke leenakte van Floris V, liet Filips van Bourgondië, graaf van Holland, Herman daarop als leenheer weten dat het kasteel van hem niet op Lutgarde kon overgaan en dat het weer aan de grafelijkheid was vervallen. Jan van Renesse weigerde evenwel Wulven te ontruimen, waarop de graaf dreigde beslag te leggen op diens Zeeuwse leengoederen. De kwestie bleef slepen tot 1445, toen, na Lutgardes dood, haar zoon Jan met Wulven werd beleend. Na het overlijden van zijn zoon in 1467 werd de oude Jan van Renesse zelf uiteindelijk alsnog met Wulven beleend. |
In 1536 werd Wulven door de Utrechtse Staten als riddermatig erkend. Het goed bleef eigendom van de Van Renesses tot 1592. Om zijn schulden te kunnen voldoen verkocht Johan van Renesse het in dat jaar aan Wouter van Oudshoorn, heer van Crayestein, voor een bedrag van f. 36.000 gulden. Hij liet Wulven in begin van de 17de eeuw ingrijpend moderniseren. |
De schoonzoon van Wouter van Oudshoorn, Andries Boccaert, verkocht Wulven in 1631 aan Philibert van Tuyll van Serooskerken, in wiens familie het bleef tot 1696. In dat jaar kwam het huis in handen van Pierre Paget de Bragard. Hij liet Wulven in 1719 na aan zijn neef, mr. Hendrikus van der Graeff de Vapour, die het op zijn beurt in 1724 naliet aan zijn zoon Hendrik. |
Hendrik trouwde in 1743 met Adriana de la Barre, ter gelegenheid waarvan naar alle waarschijnlijkheid het alliantiewapen werd vervaardigd, dat thans nog de gevel siert van de voormalige kasteelboerderij aan de Koedijk. |
In 1827 werd Wulven publiekelijk geveild en gekocht door Francois Jean baron de Wijkerslooth de Weerdesteyn. Het kasteelterrein en de boerderij werden enkele in de jaren zeventig van de twintigste eeuw door de gemeente Houten van deze familie aangekocht. |
Bouwgeschiedenis
Hoe het in 1296 gebouwde kasteel eruit heeft gezien, is helaas niet bekend. Mogelijk bestond het slechts uit één vrijstaande woontoren met daarvoor een rechthoekige voorburcht. Dank zij twee tekeningen van Roelant Roghman weten we wel hoe het kasteel er omstreeks 1650 uitzag. Met uitzondering van de enigszins vrijstaande toren tonen deze tekeningen een kas teel dat vermoedellijk grotendeels in de 16de eeuw opnieuw is opgetrokken. De andere tekening, die het kasteel vanuit het zuiden toont, geeft een duidelijker beeld van de opzet. Het hoofdgebouw aan de noordwestzijde van de ommuurde binnenplaats bestaat uit een souterrain, twee verdiepingen en een zolderruimte onder een zadeldak. | Half opgenomen in het hoofdgebouw rijst aan de kant van de binnenplaats een slanke achtkante traptoren hoog op. De bovenste geleding van de toren wordt gemarkeerd door een rondboogfries. |
| |
Portretten van Lodewijk van Toulon (1745-1804) en zijn vrouw Johanna Helena van der Graeff van Vapour (1754-1791). Zij waren de laatste bewoners van Kasteel Wulven in de tweede helft van de achttiende eeuw. Schilderijen bevinden zich bij het Regionaal Archief Zuid-Utrecht (RAZU) te Wijk bij Duurstede. |
Het gebouw is voorzien van ramen met kruiskozijnen. Dit hoofdgebouw met de traptoren dateert vermoedelijk uit het begin van de 16de eeuw. De noordoosthoek van de binnenplaats wordt ingenomen door een toren die rondom in het water staat en door een latere aanbouw over de gracht met het binnenterrein is verbonden. Deze toren heeft lange tijd onderdak geboden aan het gerechtscollege van Wulven. In de loop van de 17de en 18de eeuw onderging het kasteel slechts enkele kleine wijzigingen, waarvan het toevoegen van een kleine vleugel aan het hoofdgebouw aan de kant van de binnenplaats de belangrijkste is. Ook werd in de 18de eeuw de houten brug vervangen door een gemetselde brug met twee bogen; de derde travee werd in hout uitgevoerd. |
In een advertentie in de Utrechtsche Courant van 10 september 1827 wordt Wulven als volgt omschreven: ‘Het van ouds Riddermatig HUIS, WULVEN, […] voorzien van vier behangen Bene-denkamers met stookplaatsen waaronder een groote fraaije Zaal, boven mede van vier ruime, meest behangen Kamers, Kabinetje, Domestiekekamer ruime Zolder, Keuken, Kelders en verder Commoditeiten, behalve den Toren en Geregtskamer, Stlling voor tien Paarden, Tuinmans woning, Koetshuis en Schuur, Moestuinen, Engelsch Plantsoen, Goudvischkom, en Lanen van opgaande Iepen en Essen Boomen en Hakhout; tezamen groot ongeveer 5 bunders, 96 roeden’. Francois de Wijkerslooth de Weerdesteyn moet het kasteel vrijwel direct na aankoop hebben laten slopen, want in de kadastrale leggers van 1832 wordt het kasteelterrein omschreven als |
Wat tot op de dag van vandaag resteert zijn een eiland binnen een concentrische gracht, de kasteelboerderij en de pijlers van het 18de-eeuwse inrijhek. De wapensteen die eens de gerechtskamer sierde bevindt zich tegenwoordig in de voorgevel van de boerderij. |
Download kaart van ambachtsheerlijkheid Wulven in hoge resolutie (PNG) |
Familie relaties
Jhr. Eduard (Alard) Pieter Ram van Schalkwijk, gedoopt te Utrecht (RK) (Witte Vrouwen Parochie), 10 mei 1730, volgt zijn vader op als Heer van Weerdesteyn en huurt voor 200 gulden per jaar van baron De Milan Visconti de ridderhofstad Hindersteyn (in 1769). Eduard overlijd te Utrecht op 6 april 1775. Eduard huwt te Haarlem op 2 augustus 1758 met Jkvr. Agatha Margaretha Oem, zij is gedoopt te Haarlem op 12 augustus 1738. Zij is Vrouwe van Sandelingen Ambacht. Agatha werd begraven te Haarlem op 16 december 1804. Zij was de dochter van Cornelis Alardus van Oem (Van Moesenbroeck), heer van Sandelingen Ambacht, en Anna de Kies van Wissen. |
Douariére van den Hoogwelgeboren Hr. en Mr. H.J. Baron van Wijkerslooth van Weerdesteyn, en Vrouwe van Zandelingen &c.. Overleden te Haarlem den 19 October 1828, in den ouderdom van 68 jaren en bijna 9 maanden, en begraven den 23 dito op het R.C. Kerkhof te Schalkwijk'. Voorkant van het bidprentje. Bron: Onbekend. |
Douariére van den Hoogwelgeboren Hr. en Mr. H.J. Baron van Wijkerslooth van Weerdesteyn, en Vrouwe van Zandelingen &c.. Overleden te Haarlem den 19 October 1828, in den ouderdom van 68 jaren en bijna 9 maanden, en begraven den 23 dito op het R.C. Kerkhof te Schalkwijk'. Voorkant van het bidprentje. Bron: Onbekend. |
Uit dit huwelijk komen drie dochters voort A B C: A. Jkvr. Anna Maria Catharina Ram van Schalkwijk. Gedoopt 13 februari 1760 te Haarlem, Noord-Holland -. Erft van haar vader de ridderhofstad Weerdesteyn. Anna Maria overleed op 19 oktober 1828 te Haarlem, Noord-Holland. Zij werd 68 jaar. Zij huwt op 19 april 1785 met Hendrik Jacob van Wijkerslooth (1752-1808). Hendrik Jacob noemde zich vanaf 1785 De Wijkerslooth de Weerdesteyn. Uit dit huwelijk komen twee zonen voort AA AB: AA. Cornelius Ludovicus baron de Wijkerslooth de Weerdesteyn (1786-1851) AB. Franciscus Joannes baron de Wijkerslooth de Weerdesteyn (1792-1864) |
B. Jkvr. Margaretha Thimothea Johanna Ram van Schalkwijk. Gedoopt 10 februari 1761 te Haarlem Noord-Holland. Erft van haar vader het bezit Rhodesteyn in Nederlangbroek en de hofdstede De Melkweg in Wijk bij Duurstede. Margaretha overleed op 14 december 1802 te Amsterdam, Noord-Holland. Zij was toen 41 jaar. Zij huwt op 26 mei 1782 te Haarlem, Noord-Holland met Jhr. Willem Joseph van Brienen van de Groote Lindt (1760-1839). In 1812 wordt Willem Joseph verheven tot baron. |
Uit dit huwelijk komt een zoon voort: BA. Arnoud Willem baron van Brienen van de Groote Lindt (1783-1854) C. Jkvr. Timothea Maria Ram van Schalkwijk, Vrouwe van Schalkwijk. Zij werd gedoopt op 11 januari 1764. Zij overleed te Haarlem, Noord-Holland op 17 juni 1825. Ze werd 61 jaar. Bron: Genealogieonline.nl en Het Kromme Rijngebied 2010 nr. 2 en 3. In een akte van 4 april 1761 waarbij Andreas de Normandie, heer van Schalkwijk, verklaart dat zijn moeder Maria Marte Le Cointe (weduwe van Cornelis de Normandie), wonend te Rotterdam, voor hem en voor 32.000 gulden de heerlijkheid Schalkwijk heeft gekocht. En dit deels zal betalen uit het van zijn overleden grootmoeder Elisabeth de Jong, weduwe Pieter Le Cointe, ontvangen legaat. |
In de achttiende eeuw werd de ambachtsheerlijkheid van Schalkwijk bezit door Andries Cornelis de Normandië. Na zijn overlijden kwam de heerlijkheid in bezit van schoonzoon Jan Messchert (1760-1807). Na het overlijden van zijn echtgenote in 1819 mevrouw Maria Martha de Normandië (1763-1819). |
Verkocht Andre Corneille de Normandië Messchert de ambachtsheerlijkheid van Schalkwijk ten overstaan van de Utrechtse notaris Pieter Adriaan van Schermbeek. Familie Messchert bezat in de achttiende eeuw bierbrouwerij de Oranjeboom in Rotterdam. |
In een akte van 8 juli 1820 waarbij Anna Catharina Ram van Schalkwijk, weduwe De Wijkerslooth de Weerdesteyn, ingevolge akte de datum van 18 december 1819 voor notaris P.A. Schermbeek te Utrecht, verklaart de heerlijkheid Schalkwijk voor f. 8.000,- gulden te hebben verkocht aan haar zus Timothea Maria Ram van Schalkwijk. |
De ambachtsheerlijkheid van Schalkwijk werd beheerd na 1820 door Timothea Maria Ram van Schalkwijk (1764-1825). Na haar overlijden kwam de heerlijkheid terug in bezit bij haar zus Anna Catharina Ram van Schalkwijk. Bij haar overlijden in 1828 kwam de heerlijkheid Schalkwijk definitief toe aan haar oudste zoon Cornelius Ludovicus baron van Wijkerslooth van Weerdesteyn (1786-1851). Na zijn overlijden in 1851 kwam de heerlijkheid in beheer bij zijn broer Franciscus Johannes baron van Wijkerslooth de Weerdesteyn (1792-1864). |
Frans zijn achterkleinzoon Henri Charles Robert Marie baron de Wijkerslooth de Weerdesteyn, mr. (1950) (2005-) is de tegenwoordige Heer van Schalkwijk. Henri baron de Wijkerslooth de Weerdesteyn huwde in Antwerpen in 1979 met Anne Marie Pauline Adrienne Hoppenbrouwers (1955). Bronnen: |
Inventarisnummer: 382 - Brieven van B. van der Pouw, schout van Schalkwijk, aan freule Thimothea Maria Ram van Schalkwijk) en één aan (Cornelius Ludovicus) baron van Wijkerslooth van Weerdesteyn van Schalkwijk over de uitoefening van de aan de heerlijkheid Schalkwijk verbonden rechten, 1820-ca. 1828. Naar een inventaris van A.A.B. van Bemmel. Peter de Jong, Schipluiden (ambachtsheerlijkheidsonderzoeker van de provincies Utrecht en Zuid-Holland). |
Eigendomsgeschiedenis kasteelterrein Schalkwijk
Eigendomsgeschiedenis kasteelterrein Wulven
|
Verkoop percelen voor ƒ. 7,- te Schalkwijk
Cornelius Ludovicus baron de Wijkerslooth de Weerdesteyn
Het volgende gedeelte is geciteerd uit: Blijf mij nabij... Het RK Kerkhof van Schalkwijk 1818 – 2018, P.M. Heijmink Liesert, archiefonderzoek, fotografie en tekstbijdragen: Peter den Hartog, coördinatie: Co Baas. Tekst in schuingedrukte vorm is een citaat van overneming. Uitgever: R.K. Heilige Michaël Schalkwijk en Tull en ’t Waal, Schalkwijk juni 2018. De volgende teksten zijn afkomstig van bladzijde 24 t/m 31 uit het boekje |
Bisschop van Curium Bisschop van Curium Cornelius Ludovicus baron Van Wijkerslooth de Weerdesteyn, heer van Schalkwijk en Weerdestein, is in Schalkwijk nog altijd bekend als "De bisschop van Curium". (afb.17) ₃₅ Hij werd geboren in Haarlem en aldaar gedoopt in de R.K. kerk van Sint Bernard aan den Hoek op 25 mei 1786. Hij was de oudste zoon van Henricus lacobus baron Van Wijkerslooth de Weerdesteyn (1752 - 1808 ) en van Anna Catharina Maria barones Ram van Schalkwijk, vrouwe van Schalkwijk, Weerdestein, Heicop, Sandelingen en Oudenrijn (1760 - 1828 ). Zij is een achter achterkleindochter van jonkheer Adriaan Ram, heer van Schalkw ijk (1599 - 1663), naar wie in Schalkwijk de Jhr. Ramweg vernoemd is. De familienaam, welke vaakverschillend is opgeschreven, werd tenslotte gewijzigd in De Wijkerslooth de Weerdesteyn. Cornelius Ludovicus baron Van Wijkerslooth de Weerdesteyn werd op 25 juni 1811 te Paderborn (Duitsland) tot priester gewijd. Op 1 oktober van dat jaar werd hij hoogleraar aan het seminarie te Warmond, het toen enige sem inarie in Noord-Nederland. Op 1 mei 1817 was hij medestichter van het seminarie Hageveld onder Velzen en op 7 juni 1831 stichter van het Instituut Sint Willibrordus te Katwijk aan den Rijn. Op 7 februari 1832 werd mgr. Van Wijkerslooth, op 47-jarige leeftijd, door paus Gregorius XVI benoem d tot bisschop van Curium (een voormalig bisdom op Cyprus) ₃₆. Op 15 september van dit jaar werd hij als zodanig te Münster in Duitsland gewijd. In maart 1840 werd hij te Rome benoemd tot huisprelaat van de paus en assistent bij de Pauselijke Troon. Dat jaar werd hij door koning Willem II benoemd tot Commandeur in de Orde van de Van mgr. Van Wijkerslooth is nog meer te verhalen. Zeker mag niet onvermeld blijven dat zijn geldelijke vermogen hem in staat stelde om als weldoener op te treden, ook dat hij een eminenterol vervuld heeft in het tijdperk van de emancipatie van de katholieken in ons land. Mgr. Van Wijkerslooth was bisschop van Curium i.p.i. (in partibus infidelium, dit is: in het gebied van ongelovigen). Dit is de titulatuur van een bisschop zonder een eigen diocees. Hij was dus alleen in naam bisschop. Als bisschop had hij een aantal taken zoals het wijden van priesters, het inwijden van kerken en het toedienen van het vormsel, wat hij maar liefst zo'n 211.000 keer heeft gedaan. ₃₇ Alhoewel de vrijheid van godsdienst in de Grondwet van de Bataafse Republiek in 1798 werd vastgelegd zou het niettemin tot maart 1853 duren voordat in Nederland de zogenoemde bisschoppelijke hiërarchie hersteld werd. Dit kwam om dat ons land sinds de Reformatie geen De bisschop van Curium overleed op 10 november 1851 in Huize Duinzigt te Oegstgeest |
Grafkapel van de familie
De Wijkerslooth de Weerdesteyn in 1864
Vanaf 18 Juli 1861₃₈ vonden er onderhandelingen plaats over kwijtschelding van de retributiegelden Den 4 Meij 1862 is de baron met Kronenburg aan de pastorie gekomen om te praten over de graftombe. Zijne Edelen heeft op raad van den pastoor goedgevonden den bestaande graftombe af te breken en eenen geheel nieuwen grafkelder in drie verdeelingen in eenen gewone steen in de breedte van de kelder op te bouwen op voorwaarde dat daarbij de symmetrie van het kerkhof onderhouden wordt. De baron gaf verder te kennen om een doelmatig monument boven den kelder te plaatsen. De 19 Juni 1862 is architect Van den Brink de situatie opkomen nemen en is tot de conclusie gekomen dat er meer grond genomen moest worden van het kerkhof dan het Kerkbestuur heeft willen afstaan. De onderhandelingen monden uiteindelijk uit in een overeenkomst, die het kerkbestuur sloot op 5 augustus 1863 met Evert Kronenburg, zaakgelastigde van Franciscus Joannes baron Van Wijkerslooth de Weerdesteyn, heer van Schalkwijk en Ollignies (1792 - 1864). Het contract behelsde de bouw van een familiekapel, met daaronder grafkelders, en de verkoop van een gedeelte van de begraafplaats voor twaalfhonderd gulden aan de baron. ₄₁ |
De nieuwe grafkapel is berekend op 48 vierkante meter. Het perceel grond dat verkocht werd,had uiteindelijk een grootte van 56 vierkante meter ₄₂. Deze kapel liet de baron in 1864 bouwen ter nagedachtenis aan zijn broer Cornelius Ludovicus baron Van Wijkerslooth de Weerdesteyn, bisschop van Curium. In de onderhandelingen tijdens de vergadering van 4 mei 1862 werd door het kerkbestuur als voorwaarde gesteld dat de symmetrie van de begraafplaats behouden moest blijven. Daardoor kwam de nieuwe kapel (evenals dat met de eerdere graftombe het geval was) opnieuw in de middellijn van de begraafplaats te liggen. Ook had dit zijn weerslag op de vorm van de kapel, die gebouwd werd als een kruis met vier gelijke armen, dus in de vorm van een Grieks kruis. Bovendien wenste de familie De Wijkerslooth maar al te graag dat de nieuwe grafkelders met de kapel, net als de eerdere graftombe, zo ver mogelijk tegen de achterzijde (dus aan de noordoostzijde) van de begraafplaats zou komen. Om dat de ingang van de grafkelder aan de achterzijde lag, moest daarvoor ongeveer drie meter vrijgehouden worden van de achterliggende muur. Deze grafkapel werd zodoende gebouwd op het gedeelte van de begraafplaats, dat in 1849 in gebruik genomen was. Door de rastertekening van 1864 en de aantekeningen in het Doodboek ₄₃ te combineren met de plaats waar de nieuwe grafkapel zou komen, blijkt dat het kerkbestuur minimaal 60 graven heeft moeten laten ruimen om de ruimte voor de nieuwe kapel vrij te maken. (afb. 18) Ook is af te leiden waar de eerste graftombe ongeveer moet hebben gestaan: dit was, net als de nieuwe grafkapel, in de centrale as van het toen 20 meter brede kerkhof. Vergelijking met de kadastrale kaart van 1832 geeft bovendien aan dat de tombe op 2 tot 3 meter afstand heeft gestaan van de achterzijde van het kerkhof (mits de kadastrale opmetingen in Schalkwijk goed zijn afgehandeld). Baron Franciscus Joannes Van Wijkerslooth de Weerdesteyn is op 14 november 1864 overleden en werd drie dagen na diens overlijden bijgezet in de kelder van de grafkapel, (afb.19) Hij is als eerste bijgezet in deze grafkapel. Dat betekent dat de kapel niet lang daarvoor moet zijn opgeleverd. |
Direct de dag daarna zijn namelijk ook Cornelius Ludovicus baron De Wijkerslooth (1786-1851), meer bekend als de bisschop van Curium, en zijn moeder Anna Catharina Maria barones Ram van Schalkwijk (1760-1828), douairière (weduwe) van Henricus Jacobus baron Van Wijkerslooth de Weerdesteyn overgebracht van de oude graftombe naar de nieuwe graf kelder. Daarna kon met de afbraak van de oude graftombe worden begonnen. Nadat de koopovereenkomst op 5 augustus 1863 gesloten was, werd de betreffende grond echter niet notarieel aan F.J. baron De Wijkerslooth de Weerdesteyn overgedragen. Dit bleek pas in 1982. Noch uit het archief van de parochie, noch uit het archief van de familie is toen duidelijk geworden waarom in het verleden de grond niet was overgedragen. Waarschijnlijk werd de grond niet overgedragen omdat baron De Wijkerslooth reeds overleden was. H.J. van den Brink (1816-1883) uit Rotterdam kis de architect van deze neogotische kapel. In |
De kapel bestaat uit één bouwlaag en heeft als plattegrond een Grieks kruis. (afb. 20) Dit bouwwerk is opgetrokken in grauwe baksteen en heeft hard- en zandstenen lijsten met decoraties. Achter de uitkragende topgevels zijn de zadeldaken haaks op elkaar gekomen. Die daken werden met schubvormige leien gedekt. De voorste topgevel wordt bekroond met een hardstenen kruis. De andere drie topgevels, met spitsboogvensters in glas-in-lood, worden bekroond door een kruisbloem. De schuin tegen de hoeken van de gevels geplaatste en gelede (inspringende) steunberen geven de kapel een forse indruk. Het maaswerk in de drie spitsboogvensters bestaat uit drie- en vierpas- motieven. Het boogveld boven de dubbele toegangsdeuren heeft in reliëf twee klimmende leeuwen. Deze dragen de familiewapens van de opdrachtgever en van zijn eega. Links is het wapen van Franciscus Joannes baron Van Wijkerslooth de Weerdesteyn (1792-1864) en rechts dat van zijn echtgenote Charlotte Antoinette Amélie Zép-hirine princesse de la Tremouille et de Thouars (1825-1879). Boven deze familiewapens is een natuurstenen gedenkplaat aangebracht in de Vorm van een driepas, met als inscriptie: |
Grafstede der familie Wijkerslooth van Weerdesteyn & Schalkwijk Het gepleisterde interieur van deze grafkapel |
Onder dit raam ligt de toegang naar de grafkelder, die onder de kapel ligt. Fase twee betrof in de tweede helft van 2009 het gebrandschilderde raam in de noordoostgevel. De derde fase gold de restauratie van het exterieur en van het interieur, waarbij de muren geïmpregneerd werden met een vochtafstotend middel. Niet onvermeld mag blijven dat deze grafkapel een Rijksmonument ₄₄ is en tot de top van de Nederlandse grafcultuur behoort. In de kelder van de grafkapel werden de volgende personen bijgezet: |
Cornelius Ludovicus Baro de wykerslooth Anna Catharina Maria François Jean Baron Corneille - Charles - Auguste Charlotte Antoinette Amelie Zephyrine Leon de Wykerslooth Leon Eugene Dr. Jean Baptiste Louis Corneille Judith Maria Assuera Theresia lgnatia Marie Pauline Jonkvrouwe Louise Francisca Wijkersloothde Weerdesteyn 1908 - 1987 Jonkheer Paul Johan Cornelis de Wijkerslooth de Weerdesteyn 1904 - 1972 Jonkvrouwe Maria Antonia de Wijkerslooth de Weerdesteyn 1906 - 1991 E.R.M. Barones van Hövell van Wezeveld en Westerflier 9 juli 1911 - 6 september 2009 Jonkheer Cornelis Antonius de Wijkerslooth de Weerdesteyn 1934 - 2004 Baron Dr. Karel L.C.M.I.de Wijkerslooth de Weerdesteyn 1901 - 1975 Jonkheer Ferdinand Cornelis Karel de Wijkerslooth de Weerdesteyn 1902 - 1974 Renée Marie Juliette Madeleine Regout 1906 - 2000 De teksten zijn opgetekend zoals die op de naamplaatjes staan (10 bronzen en 8 hardstenen plaatjes). |
Noten: 35. RMCC, Objectnr. ABMs337, portret door Charles van Beveren (1836) 36. Erfgoed Leiden en Omstreken, Leydse Courant 14 november 1851, pag.'1 37. Inigo van Woerden, Afscheidzusters van Duinzicht 38. RHCZOU, Toegang 341, inv.nr. 59, pag. 27 39. RHCZOU, Toegang 341, inv.nr. 59, pag. 29 40. RHCZOU, Toegang 341, inv.nr. 59, pag. 32 41. RHCZOU, Toegang 386, inv.nr. 193 42. RHCZOU, Toegang 341, inv.nr. 91 43. RHCZOU, Toegang 341, inv.nr. 37 44. REC, Nummer Rijksmonument: 511663 |
Later bijgezet in de familiekapel na het uitgeven van het boekje. Toegevoegde tekst namens de wesbite. Jhr. ir. Franciscus (Frans) Johannes de Wijkerslooth de Weerdesteyn, heer van Wulven Hij werd geboren op 11 augustus 1938 te 's-Gravenhage, Zuid-Holland en overleed op zondag 28 april 2019 te Tervuren, België. Hij werd 80 jaar oud. Frans was de echtgenoot van Maria Ruphine Theodora Vos de Wael. Op zaterdag 4 mei 2019 in de ochtend vanaf 11:00 werd hij bijgezet in Schalkwijk in de familie grafkapel. |
Lijst met bijgezette personen in de familiegraf kapel de Wijkerslooth de Weerdesteyn |
Familiestichting Grafkapel Familie de Wijkerslooth de Weerdesteyn Staande naast de R.K. Kerk Heilige Michaël |
1. Cornelius Ludovicus baron de Wijkerslooth de Weerdesteyn. Geboren te Haarlem, Noord-Holland op 25 mei 1786 en overleden te Oegstgeest, Zuid-Holland, Huize Duinzigt op 10 november 1851. Bijgezet in het familiegraf op 15 november 1851. Hij werd 65 jaar oud. 2. Jkvr. Anna Maria Catharina Ram van Schalkwijk. Gedoopt op 13 februari 1760 te Haarlem, Noord-Holland Anna Maria overlijd op 19 oktober 1828 te Haarlem, Noord-Holland. Zij werd 68 jaar oud. 3. Franciscus Johannes baron de Wijkerslooth de Weerdesteyn. Gedoopt op 22 juli 1792 in Haarlem, Noord-Holland, Statie van Sint Bernard "den Hoeck". Hij is overleden op 13 november 1864 in Brussel, België. Hij werd 72 jaar oud. 4. Corneille Charles Auguste baron de Wijkerslooth de Weerdesteyn. Hij is geboren op 11 december 1846 in Saint-Josse-Ten-Noode,(bruxelles-Capitale), Brussels Capital Region, Belgique. Hij is overleden op 10 juli 1909 in Brussel, Brussels Capital Region, Belgique, hij was toen 62 jaar oud. 5. Charlotte Antoinette Amélie Zéphyrine Prinses de la Trémoïlle Et de Thouars 6. Jhr. Léon Eugène Marie de Wijkerslooth de Weerdesteyn 7. Jean Baptiste Louis Corneille Charles baron de Wijkerslooth de Weerdesteyn 8. Judith Maria Assuera Theresia Ignatia barones van Wijnbergen Douairière van Doctor Jean Baptiste Louis Corneille baron de Wijkerslooth de Weerdesteyn Geboren te Loenen, Gelderland op 10 april 1872 en overleden te 's-Gravenhage, Zuid-Holland op 27 februari 1940 zij werd toen 67 jaar oud. 9. Marie Pauline de Wijkerslooth de Weerdesteyn geboren op 4 augustus 1956 en overleden op 11 augustus 1956. 10. Louisa Franciska de Wijkerslooth de Weerdesteyn Zij is geboren op 19 september 1908 in Utrecht, Utrecht en overleden op 25 juni 1987 te Nijmegen, Gelderland. Zij werd 78 jaar oud. 11. Jhr. dr. ir. Paul Johan Cornelis de Wijkerslooth de Weerdesteyn, heer van Wulven. Hij werd geboren op 28 juli 1904 te Utrecht, Utrecht en hij is overleden op 30 augustus 1969 te Nijmegen, Gelderland, hij werd 65 jaar oud. Beroep: mijningenieur en geoloog adviseur van mijnen, Turkije Ankara en medewerker Geologisch Instituut. 12. Maria Antonia de Wijkerslooth de Weerdesteyn geboren in 1906 en overleden in 1991. 13. Elisabeth Renée Marie barones van Hövell van Wezeveld en Westerflier 14. Jhr. Cornelis Antonius de Wijkerslooth de Weerdesteyn geboren in 1934 en overleden in 2004. 16. Dr. Karel L.C.M.I. baron de Wijkerslooth de Weerdesteyn geboren in 1901 en overleden in 1975. 17. Jhr. Ferdinand Cornelis Karel de Wijkerslooth de Weerdesteyn, heer van Weerdesteyn en Wulven. Geboren 1902 en overleden in 1974. 18. Renée Marie Juliette Madeleine Regout geboren op 4 juli 1906 te Maastricht, Limburg en overleden op 8 janauri 2000 te 's-Gravenhage, Zuid-Holland. Zij werd 93 jaar oud. |
Cornelius Ludovicus baron de Wijkerslooth volgens Wikipedia
Cornelius Ludovicus baron de Wijkerslooth, heer van Schalkwijk en Weerdesteyn (ook: Van Wijkerslooth) (Haarlem, 25 mei 1786 - Oegstgeest, huis Duinzigt, 10 november 1851) was een Nederlands geestelijke, priester gewijd in 1811 te Paderborn en in 1833 te Antwerpen tot titulair bisschop van Curium (in Cyprus) of zoals destijds geheten, bisschop in partibus infidelium (in het gebied der heidenen). |
Cornelius was lid van de familie De Wijkerslooth en werd in 1833 professor filosofie op het grootseminarie van Warmond. Hij werd de eerste bisschop voor de Hollandse Zending, Nederland boven de grote rivieren, sinds de Reformatie. Tegelijk was hij de enige bisschop buiten Limburg tot de dag van vandaag met een adellijke titel. Onder zijn bisschopswapen, met mijter en baronnenkroontje, zijn motto: Demissa capit, superna respicit, (hij heeft het mindere, heeft eerbied voor het hogere). Al vanaf het begin van de 19de eeuw werden wegen gezocht naar normalisering van de katholieke verhoudingen in Nederland. Met de komst van De Wijkerslooth als bisschop kon er niet alleen in Noord-Nederland weer gepontificeerd worden (plechtigheden uitvoeren waarbij een bisschop is vereist, zoals het toedienen van het vormsel, het consacreren van kerken, het wijden van priesters en bisschoppen en de daarvoor benodigde oliën) maar er was ook iemand om het herstel van de hiërarchie voor te bereiden, een herstel dat De Wijkerslooth zelf net niet meer heeft beleefd. De Wijkerslooth was in het kat- en muisspel en de diplomatie rondom dit herstel verre de mindere van zowel de apostolisch vicaris Joannes Zwijsen van 's-Hertogenbosch als van bisschop Cornelis Richard Anton van Bommel van Luik; deze laatste was overigens net als Van Wijckerslooth een 'Hollander' en een 'man van stand'. |
Dat het herstel van de katholieke hiërarchie moeizaam was, is niet geheel op het conto van de protestanten of de Aprilbeweging te schuiven. In Noord-Nederland had zich inmiddels een coterie van vicarissen en aartspriesters gevormd die de bestaande situatie prefereerden, zonder bisschoppelijke opzichters. Ook de strijd tussen regulieren (kloosterorden) en seculieren (wereldheren) speelde een vertragende rol, evenals die tussen het Noorden en het Zuiden Zo was er lang verzet in het rooms-katholieke Zuiden dat de zetel van St.-Willibrord als aartsbisdom weer in Utrecht zou komen en niet in 's-Hertogenbosch. |
Ten slotte was er de rol van de apostolische zaakgelastigden of internuntii in Den Haag. Dezen mochten van de Nederlandse regering na de afsplitsing van België weliswaar de titel monseigneur voeren maar niet de bisschoppelijke waardigheid bezitten. Sommigen van hen - jong, onervaren - achtten zich toch min of meer de 'baas' of vice-superior van de Hollandse Zending, zoals Antonio Antonucci die geen woord Nederlands sprak. Zij hadden geen belang bij bisschoppen voor het Noorden die hoger in rang waren. |
De Wijkerslooth was tevens heer van de Utrechtse heerlijkheid Schalkwijk, als opvolger van zijn moeder Anna Ram van Schalkwijk (1760-1828) die in 1819 de heerlijkheid Schalkwijk had aangekocht; zijn broer volgde hem in 1851 op als baron en heer van Schalkwijk. De Wijkerslooth is begraven in Schalkwijk. |
Waardering De historicus L.J. Rogier levert in zijn boek Katholieke herleving. Geschiedenis van Katholiek Nederland sinds 1853 (1956) kritiek zowel op de adellijke bisschop De Wijkerslooth als op degenen die hem aan deze positie hebben geholpen. |
Het zou de baron-bisschop hebben ontbroken aan mensenkennis, inzicht, bestuurstalent en eloquentie. Daarnaast schortte het hem aan intellectuele inhoud en vaardigheden, schrijft Rogier. Wat De Wijkerslooth wel had was een fiks vermogen en de bereidheid om daar nobele dingen mee te doen voor zijn Kerk en voor de priester- en katholieke elite-opleidingen. Zo stond hij niet alleen aan de wieg van het seminarie van Warmond maar geldt hij ook als de oprichter en mecenas van wat zou worden tot de katholieke jezuïetenschool in Katwijk aan den Rijn, later verplaatst naar De Breul in Zeist, nog weer later zonder jezuïeten en zonder elite. Ook wilde hij een missiehuis waar jongens die voor de missie wilden leren zich konden voorbereiden. Maar ofschoon hij een forse som geld, meubels en kunstschatten voor dit doel bestemde kwam het er niet van. |
Eerbewijzen Aan De Wijkerslooth werd bij KB van 16 juli 1822 homologatie van de titel van baron verleend, voor zijn persoon alleen (op te vatten als inlijving met de titel van baron). Bij KB van 28 april 1847 werd hem vergunning verleend tot het aannemen en dragen van de versierselen van commandeur in de Orde van Sint-Gregorius de Grote. |
Ambachtsheerlijkheden
Sandelingen-Ambacht
en Oudenrijn en Heijcop
Ambachtsheerlijkheid Sandelingen-Ambacht Buurtschap en Heerlijkheid Sandelingen-Ambacht is een buurschap en polder op de IJsselmonde en gelegen ten westen van Hendrik-Ido-Ambacht. In het laatste kwart van de achttiende eeuw liet Cornelis Alardus Oem van Sandelingen (1701-1777) na zijn overlijden de heerlijkheid na aan zijn dochter Agatha Margaretha Oem van Sandelingen. Zij was in 1758 gehuwd met Eduard Pieter Ram van Schalkwijk. Het tiendrecht van koren, vlas behoorde bij Sandelingen-Ambacht en bracht in de tijdsperiode 1870-1880 gemiddeld ƒ. 983-, gulden per jaar op. In het jaar 1909 werd er ter compensatie een schadevergoeding uitgekeerd m.b.t. de afschaffing van het tiendrecht. Gemeente Sandelingen-Ambacht was ruim 332 hectare groot, het had in het jaar 1840 ruim 380 inwoners. In 1855 werd Sandelingen-Ambacht samengevoegd met de gemeente Hendrik-Ido-Ambacht. Anna-Maria Catharina Ram van Schalkwijk (1760-1828), vrouwe van Sandelingen-Ambacht van 1804 tot 1828. Geboren en overleden in Haarlem, bijgezet in de familiekapel in Schalkwijk. Anna Ram vererfde de heerlijkheid van moeder Agatha Margaretha Oem van Sandelingen (1738-1804), tegelijk ook Vrouwe van Schalkwijk, Oudenrijn, Heycop, een polder bij Vleuten-De Meern (ten westen van Utrecht), en kasteel Weerdesteyn, gelegen in Nederlangbroek (gem. Wijk bij Duurstede), waar zij eens het kasteel bewoonde. In de heerlijkheid Sandelingen-Ambacht bezat zijn ruim 24 hectare land en een woning. Huwde in Haarlem in 1785 met Hendrik Jacob de Wijkerslooth de Weerdesteyn (1752-1808), geboren in Utrecht en overleden in Haarlem, lid van het wetgevend Lichaam en wethouder in Haarlem stad. |
In 1828 na het overlijden van Anna-Maria Catharina Ram van Schalkwijk werd haar zoon Franciscus Johannes baron de Wijkerslooth de Weerdesteyn (1792-1864), Heer van Sandelingen-Ambacht tot aan zijn overlijden in 1864. Frans de Wijkerslooth werd geboren in Haarlem en overleed in Brussel (België), bijgezet in de familiegrafkapel in Schalkwijk. Na het overlijden van Frans de Wijkerslooth bleef Sandelingen-Ambacht een aantal jaren in een onverdeelde boedel. Zijn erfgenamen waren Charlotte Antoinette Amelie Zephirine prinses de la Tremoille en jongere zoon, jhr. Leon Eugene Marie de Wijkerslooth de Weerdesteyn (1850-1868), geboren in St.-Joost ten Noode (België) en overleden in Bonn (Duitsland) en ongehuwd. Zijn oudere zus jkvr. Jeanne Cornélie Valentine de Wijkerslooth de Weerdesteyn (1845-1885), ook geboren te St.-Joost ten Noode en overleden in Eaux-Bonnes, huwde in 1865 in Parijs met Charles Eugène de Cadier baron de Veauce (1820-1884). Na het jong overlijden van Leon Eugene Marie de Wijkerslooth in 1868 werd de heerlijkheid Sandelingen-Ambacht geveild in 1869. Zijn oudere broer Corneille Charles Auguste baron de Wijkerslooth de Weerdesteyn, die al 3/8 deel bezat, kocht de heerlijkheid aan en betaalde ⅝ deel voor ƒ. 16.200-, gulden om de heerlijkheid helemaal in bezit te krijgen. Na het verkrijgen van de heerlijkheid door Corneille Charles Auguste baron van Wijkerslooth de Weerdesteyn (1846-1909), was hij heer van de heerlijkheid van 1869 tot 1880. Op een veiling in 1880 waarbij de baron de Wijkerslooth de heerlijkheid liet veilen en verkocht voor ƒ. 18.5000-, aan Jan Cornelis Maris (1837-1915). |
Ambachtsheerlijkheid Oudenrijn en Heijcop Oudenrijn was een buurtschap, gelegen aan de zuidwestelijke kant van de stad Utrecht. Door de bouw van de rooms-katholieke Kerk in 1857 ontwikkelde het zich tot een dorp. In het jaar 1941 raakte de kerk buiten gebruik toen in De Meern een nieuwe kerk in gebruik werd genomen. Sinds 2010 is zij in gebruik als popcentrum en expositieruimte met de naam De Metaal Kathedraal. De ambachtsheerlijkheid Oudenrijn was al ver voor de Franse tijd verenigd met de heerlijkheid van Heijcop. Een polder die ten zuiden gelegen is van Oudenrijn. Beide heerlijkheden waren ruim 767 hectare groot en er woonden 300 inwoners. De heerlijkheid bestond uit twee delen met diverse eigenaren. De eerste helft was een leen van de Staten van Utrecht, de andere helft was een leen van het huis van Vianen. De eerst beschreven helft kwam in 1712 toe aan Daniël de Milan Visconti, hij was heer van kasteel Nijevelt, waarop in 1748 hierin werd opgevolgd door Gijsbert Franco. In 1781 werd door zijn metgezel en erfgename Jacoba Johanna Guitton de heerlijkheid, in 1796 nagelaten aan haar nicht Willemina Elisabeth Henriette van Flodorp Glabbeeck. Het Viaanse deel kwam in 1719 toe aan Pierre de Quarebbe tot aan 1729. Hierna kwam zij toe aan Alard Ram van Schalkwijk tot aan 1747. In 1748 wordt hij opgevolgd door zijn dochter Margaretha Marie Ram van Schalkwijk, in 1776 wordt zij opgevolgd door haar nicht Maria Tiemck ram van Schalkwijk, in 1804 opgevolgd door haar achternicht Anna Maria Catharina Ram van Schalkwijk. Tot de heerlijke rechten behoorde het tiendrecht, dat in 1840 bij het deel van de familie Leijdel ruim ƒ. 1.200-, opbracht. In 1912 meldde baron De Wijkerslooth (Viaanse deel in leen) de tienden aan bij de Tiendcommissie. Wilhelmina Elisabeth Henriette van Flodorp de Glabbeeck geboren in Aken in 1748 en overleden in 1823 op huizen Snellenburg, vrouwe van de heerlijkheid van 1796 tot en met 1823. Erfde Oudenrijn en Heijcop van haar tante Jacoba Johanna Guitton, vrouwe van de heerlijkheid tot 1795. In 1796 werd Wilhelmina Flodorp ermee beleend met er ook bij de tienden. Zij huwde in 1778 met Friedrich Johann baron von Derfelden (1744-1808), waarmee zij o.a. een zoon kreeg Gijsbert Franco von Derfelden (1783-1857), waarbij als erfgename ook kasteel Hindersteyn en Snellenburg verkreeg. De heerlijkheden van de helft van Oudenrijn en Heijcop, met de heerlijkheid Veldhuizen en de bijbehorende tienden verkocht hij voor ƒ. 27.000-, aan Joseph Leijdel. Joseph Leijdel werd geboren in Erlingen (Duitsland) in 1760 en overleed in 1838 in huize Welgelegen. Hij kocht ook eerder de heerlijkheden Veldhuizen en Reijerscop-Lichtenberg. Leijdel kocht in 1820 de ridderhofstad Den Ham in Vleuten aan van Paulus Martinus van Bijleveld. De heer Leijdel bezat ook de Buitenplaats Bloemerweerd en de hofsteden Rijn en Dijk beide gelegen in Bunnik. Zijn nalatenschap bestond naast diverse heerlijkheden uit tienden in die heerlijkheden en tienden in Papendorp, Jutphaas, boerderijen te Kamerik, Laag Nieuwkoop, Teckop en Woerden met in totaal 82 hectare land en 14 hectare in andere plaatsen. In 1838 volgde Joseph Leijdelk zijn dochter zich op als (halve leen) Vrouwe van Oudenrijn en Heijcop, Jacoba Maria Leijdel (1805-1857), zij huwde in Oudenrijn in 1824 met Hijmen Bart van Zijll (1790-1864). In 1857 kocht dochter Josepha Cornelia Hendrina van Zijll (1825-1897) de halve heerlijkheid en de heerlijkheid Veldhuizen voor ƒ. 28.000 uit de veiling van de goederen van de nalatenschap van haar moeder. Josepha van Zijll huwde te Rhenen met Peter Hendrik Cornelis van den Broeke (1820-1881). Zoon Pieter Hendrik van den Broeke (1854-1922), erfde de heerlijkheid van moeder in 1897 en was heer van betreffende heerlijkheid tot aan zijn overlijden in 1922. Hij huwde in 1886 in Nijmegen met Mathilde Petronella Noorduijn (1861-1936). Uit dit huwelijk erfde de dochter van het echtpaar Johanna Christina van den Broeke (1887-1951) de heerlijkheid Oudenrijn en Heijcop (halve leen). Huwde in 1912 in Utrecht met Mr. Hendrik Carel van Beusekom (1883-1960). Heren en vrouwen van de halve heerlijkheid Oudenrijn (leen van Vianen) Anna Maria Catharina Ram van Schalkwijk (1760-1828), vrouwe van de halve heerlijkheid van 1804 tot 1828. Erfde of kocht Oudenrijn voor 1 een vierde deel van Maria Tiemck Ram van Schalkwijk, een nicht van vader Eduard Pieter Ram van Schalkwijk. Maria erfde het andere ¼ deel in 1825 van haar zus Timothea, zij was ook vrouwe van Schalkwijk, Sandelingen-Ambacht en Weerdesteyn, huwde in 1785 met Hendrik Jacob baron de Wijkerslooth de Weerdesteyn. Haar zoon Franciscus Johannes baron de Wijkerslooth de Weerdesteyn erfde de halve heerlijkheid van moeder in 1828. Na zijn overlijden in 1864 volgde zijn zoon op als ambachtsheer Corneille Charles Auguste baron de Wijkerslooth de Weerdesteyn (1846-1909). Corneille verkocht in 1902 de tienden aan zijn zoon Jean Baptiste Louis Corneille Charles baron de Wijkerslooth de Wijkerslooth (1873-1936), waarop na zijn overlijden in 1936 zijn jongste zoon jhr. Robbert Anton Jozef de Wijkerslooth de Weerdesteyn (1912-2005) de laatste heer van de halve heerlijkheid Oudenrijn en Heijcop zou zijn. |
Herenhuis aan de Jansstraat 79 te Haarlem
Herenhuis aan de Jansstraat 79 te Haarlem. Voormalig woonhuis van familie De Wijkerslooth de Weerdesteyn - Ram van Schalkwijk
Anna Marie Catharina barones Ram van Schalkwijk (1760-1828) en haar voorvaderen Ram van Schalkwijk bewoonde het pand aan de Jansstraat 79 in Haarlem. In 1827 kocht ze het gedeelte aan van het perceel waar het herenhuis op staat. Na het overlijden van de barones in 1828, verkocht haar zoon Cornelius Ludovicus de Wijkerslooth de Weerdesteyn het pand. |
Huis Duinzicht te Oegstgeest
woning van Cornelius Lucovicus baron de Wijkerslooth de Weerdesteyn, Heer van Schalkwijk
Bos van Wijkckerslooth
De grondslag voor de buitenplaats werd al in de 17e eeuw gelegd door de Oegstgeester baljuw en schout Lambertus de Ruyt. Hij werd in 1670 aangesteld als schout, en in 1671 werd hij eigenaar van het huis waarin de baljuw woonde (in de 18e eeuw verbouwd tot huis dat we nu nog kennen als 'Klein Curium', Rhijngeesterstraatweg 38). Hij breidde in 1682 zijn grondbezit uit door aankoop van de aan de zuidzijde aangrenzende voormalige herberg 'Graeff Maurits'. Toen in 1690 de daar weer naast gelegen boerderij van Jan Willemsz. Trompert zaliger te koop werd aangeboeden, kocht hij ook die erbij. Eén van de panden werd gesloopt en de vrijkomende grond werd in een tuin herschapen. |
Na het overlijden van Lambertus de Ruyt bleven de drie percelen bijeen. In 1709 kwamen ze in handen van de heer Petrus van der Upwich. Deze kocht van de erfgenamen van de bekende grootgrondbezitter Johan Knotter de percelen teelland die zich uitstrekten achter zijn grondgebied, tot aan de Zandsloot toe. Kort daarna kon hij het bezit ook aan de noordzijde nog wat uitbreiden door aankoop van de vroegere herberg 'Het Wapen van Oegstgeest', met het daarachter gelegen wei- of hooiland. |
Na het overlijden van Van der Upwich in 1718 verkochten zijn erfgenamen dit alles aan Johannes Wesselius, hoogleraar aan de theologische faculteit in Leiden. Zijn dochter Adriana Johanna erfde het daarna. Zij was getrouwd met Adrianus van Roijen, hoogleraar in de plantkunde. Deze kocht de voormalige herberg 'De Son', gelegen aan de Lage- of Achterweg naast het Rechthuis, aan de achterzijde grenzend aan het erfgoed van zijn vrouw. Later voegde hij er nog een partij teelland aan toe. Uiteindelijk was de hele buitenplaats bijna 7 ha groot. Meer dan een eeuw bleef de hofstede Duinzigt in de familie. Ondertussen werd het oorspronkelijke samenstel van woningen en boerderijen, tuinen, wei- en teellanden herschapen in een echte buitenplaats, met "koepeltjes, schuitenhuis, broeikassen, goudvischkom, vijvers, slingerbosschen, met Engelsch Plantsoen, naar den nieuwsten smaak aangelegd, moezerij en een groot aantal veeldragende vruchtbomen. De uitvaart via de Zandsloot naar de Rijnsburgse Vliet bleef behouden, maar elders op het terrein werd de sloot gedempt, om plaats te maken voor de nieuwe aanleg met zijn vijvers en slingerbosschen, die wij nu nog terug vinden in het Bos van Wijkerslooth. |
Na het overlijden van Adraina Johanna en Adrianus van Royen kwam het in bezit van hun zoon, mr. Jan van Royen. Hij overleed op 1 mei 1803 en in november 1806 werden zijn onroerende goederen geërfd door Cypriana Anna Margaretha van Royen (1767 - 1828), die gehuwd was met de Leidenaar Pieter van Lelyveld. Zij was het, die tuinarchitect J.D. Zocher sr. (1763 - 1817) verzocht het geheel op landschappelijke wijze in een wandelbos te veranderen. |
In 1834 werd de buitenplaats gekocht door mgr. Cornelius Lodovicus baron van Wijckerslooth (1787 - 1851), bisschop van Curium (naar de vroegchristelijke gemeenschap in Curium op Cyprus) en heer van Schalkwijk en Weerdesteyn. Hij liet even ten zuiden van het oude huis een royaal buitenverblijf in neo-classicistischestijl bouwen, waar hij in 1836 tot zijn overlijden op 10 november 1851 woonde. Na zijn overlijden werd “het paleis van de bisschop”, zoals het door de Oegstgeesters werd genoemd, niet meer bewoond. Het werd in 1915 wegens bouwvalligheid gesloopt. |
In 'Klein Duinzigt', de oude baljuwswoning, stichtte hij een klooster met aanvankelijk twee zusters, belast met de zorg voor weesjes en oude lieden. In 1850 begonnen zij hier een bewaarschool en een naaischool. Weldra werd begonnen met de bouw van een 'gesticht' waarin in 1853 een wees- en oudeliedentehuis kon worden ondergebracht, het begin van het tegenwoordige huis Duinzicht. |
Franciscus Johannes baron de Wijkerslooth de Weerdesteyn
Hij is gedoopt op 22 juli 1792 in Haarlem, Gemeente Haarlem, Noord-Holland, Statie van Sint Bernard "den Hoeck". Beroep: kamerheer i.b.d., van Koning Willem I. Hij is overleden op 13 november 1864 in Brussel, Brussels Capital Region, Belgique. |
Corneille Charles Auguste baron de Wijkerslooth de Weerdesteyn
Hij is geboren op 11 december 1846 in Saint-Josse-Ten-Noode, (bruxelles-Capitale), Brussels Capital Region, Belgique. Titels: Heer van Schalkwijk en Weerdesteyn Hij is overleden op 10 juli 1909 in Brussel, Brussels Capital Region, Belgique, hij was toen 62 jaar oud. |
Jean Baptiste Louis Corneille Charles
baron de Wijkerslooth de Weerdesteyn
Jean Baptiste Louis Corneille Charles baron de Wijkerslooth de Weerdesteyn, heer van Schalkwijk en Weerdesteyn, (Woelingen, 13 september 1873 – Wassenaar, 6 mei 1936) was een Nederlands advocaat en politicus voor de Algemeene Bond van RK-kiesverenigingen. |
Karel Lodewijk Cornelis Maria Ignatius baron de Wijkerslooth de Weerdesteyn, Heer van Hindersteyn
Karel Lodewijk Cornelis Maria Ignatius baron de Wijkerslooth de Weerdesteijn, heer van Hindersteyn Geboren te Utrecht op 25 juli 1901 en overleden te Utrecht op 10 oktober 1975. Hij was een Nederlands jurist en politicus. Lid van de politieke partijen RKSP en NSB. Van 1927 tot 1940 lid van Provinciale Staten van de provincie Utrecht. In 1940 Burgemeester van Hilversum en van 1942 tot 1944 lid van de Bestuursraad van de provincie Utrecht. Hij was de oudste zoon van Jean Baptiste Louis Corneille Charles baron de Wijkerslooth de Weerdesteyn (1873-1936) en Judith Maria Assuera Theresia Ignatia barones van Wijnbergen (1872-1940). |
Henri Charles Robert Marie baron de Wijkerslooth de Weerdesteyn
Henri Charles Robert Marie baron de Wijkerslooth de Weerdesteijn (Langbroek, 14 september 1950) is een Nederlands politicus van de VVD. In 1999 werd hij directeur van het kabinet van de gouverneur van de Nederlandse Antillen wat hij bleef tot zijn benoeming in de zomer van 2003 tot burgemeester van Waalre. Midden 2013 maakte hij bekend aan het einde van dat jaar te willen stoppen als burgemeester. Per 1 januari 2014 werd hem ontslag verleend. Vanaf 6 oktober 2017 was Henri de Wijkerslooth de Weerdesteijn ruim een jaar waarnemend burgemeester van Cranendonck. |
Jhr. mr. ir. Ferdinand Cornelis Karel de Wijkerslooth de Weerdesteyn, Heer van Weerdesteyn en Wulven
Hij is geboren op 14 september 1902 in Utrecht van beroep hoofdingenieur-directeur bij Rijkswaterstaat, in de directie van Limburg civiel ingenieur. Hij is overleden op 18 augustus 1974 te Utrecht. Hij werd 71 jaar oud. Ferdinand Cornelis was de tweede zoon van: Jean Baptiste Louis Corneille Charles baron de Wijkerslooth de Weerdesteyn (1873-1936) |
Jhr. ir. Franciscus Johannes de Wijkerslooth de Weerdesteyn, heer van Wulven (1938-2019)
Jhr. ir. Franciscus Johannes de Wijkerslooth de Weerdesteyn, heer van Wulven (1938-2019) |
Jkvr. Judith Juliëtte Madeleine Sophie (Madeleen) Leyten-de Wijkerslooth de Weerdesteyn
Geboren te Zwolle op 29 september 1935 en overleden te Den Haag op 9 juni 2016. Judith was een Nederlandse juriste, bestuurder en politica voor de Katholieke Volkspartij (KVP), tot 11 oktober 1980, en het Christen-Democratisch Appèl (CDA), vanaf 11 oktober 1980. Madeleen Leyten-de Wijkerslooth de Weerdesteyn was lid van de familie De Wijkerslooth en werd geboren als dochter van Ferdinand de Wijkerslooth de Weerdesteyn en Renée Marie Juliëtte Madeleine Regout. Madeleen was de kleindochter van het Tweede Kamerlid Jean Baptiste Louis Corneille Charles de Wijkerslooth de Weerdesteyn. Haar grootvader van moederszijde was de Maastrichtse ondernemer Jules Joseph Hubert Regout. In 1966 trad ze te Den Haag in het huwelijk met de arts Antonius Cornelis Marie Leyten (1931). Het echtpaar kreeg drie kinderen: een zoon en twee dochters. |
Boerderij 't Groen aan de Oud Wulfseweg 1-3
Boerderij 't Groen komt voor het eerst in de archieven voor in de zestiende eeuw en behoorde al vanaf die tijd bij de heerlijkheid Wulven. In 1827 komt de boerderij in het bezit van jhr. Franciscus de Wijkerslooth de Weerdesteyn. Ruim 120 jaar is de boerderij een pachtgoed voor de familie de Wijkerslooth. Waarom in 1948 het word verkocht aan de pachters gebroeders Van Woudenberg. In 1973 koopt de gemeente Houten in het belangs van de volskhuisvestig de boerderij aan van de gebroeders Van Woudenberg. Verval treed in en ergens in de periode van 1991 brand de boerderij af door brandstichting. Eind jaren tachtig kreeg St. Timon uit Zeist nog de optie om er een woongroep in de boerderij te starten, Bouwbedrijf Kuhne was van plan in 1990-1995 om op het gebied een conferentie centrum te ontwikkelen. In 1988 verkoopt de gemeente Houten drie percelen aan de Moluks Evangelische Kerk en de Kerkvoogdijraad van Molukse kerken (KVR-GIM). |
Land van De Wijkerslooth de Rooijenstein
Boerderij Nieuw-Wulven (De Heuvel) aan de
Keercamp 13, 15 en 17, voorheen Wulfsedijk 8
Boerderijen in Schalkwijk
Boerderij Remus (De Vrije Hoeve) aan het Overeind 47
De monumentale dwarshuis boerderij onder rieten afgewolfd zadeldak dateert in eerste opzet uit de achttiende eeuw. In de vorige eeuw is het achterhuis vergroot. De voorgevel heeft vier zesruits schuifvensters en twee soortgelijke opkamervensters van kleiner formaat. In de rechtergevel zijn twee kelderlichten met diefijzers en een luikje aangebracht. Een derde kelderlicht is dichtgezet. In 1939 is het voorhuis aan de linkerzijde uitgebreid. (b480) |
In de linkergevel bevinden zich twee paneeldeuren met geprofileerde deurkalven en bovenlichten, die zijn versierd met gietijzeren levensbomen. Links van het hoofdgebouw staat het voormalige wringhuis annex wagenschuur uit het laatste kwart van de vorige eeuw, boerderij heeft een eigen brug over de wetering. Dit is de enige negentiende-eeuwse houten brug in de gemeente. Bron: Houten; Historische Bebouwing, O.J. Wttewaall, J.A.M Smits. |
063 198 f. 11.900 01-07-1835 |
Boerderij Romulus (De Vrije Hoeve) aan het Overeind 73
Mogelijk dateert de deels gepleisterde langhuisboerderij onder rieten wolf-dak nog uit het laatste kwart van de zeventiende eeuw. Beide zijmuren van het voorhuis zijn aanmerkelijk hoger opgetrokken dan die van het in de jaren vijftig vernieuwde achterhuis. De asymmetrische, vijf traveeën brede voorgevel heeft een deur met bovenlicht, waarin een gietijzeren levensboom als versiering is aangebracht, en zesruits schuifvensters. Het opkamervenster rechts van de deur is kleiner van formaat. (b557) |
De oorspronkelijke Kelder met tongewelf is niet meer aanwezig. Staafankers en fraaie smeedijzeren sierankers verankeren de balklagen. Bij een verbouwing in 1947 is de indeling van de zijgevels gewijzigd. Het bakhuis rechts van de boerderij is in de vorige eeuw op de fundamenten van een achttiende-eeuws bakhuis opnieuw opgetrokken. Romulus is een pachtboerderij, die in ieder geval sinds het begin van de negentiende eeuw eigendom is van de familie Van Wijkerslooth van Weerdesteyn. Bron: Houten; Historische Bebouwing, O.J. Wttewaall, J.A.M Smits. |
Boerderij in Tull en 't Waal - Honswijk
Boerderij Schalkenberg aan de Lekdijk 48 - 50
Op donderdag 26 juni van het jaar 1829 verkochte de weduwe van Gijsbert van Dijk (wonende in de hofstede van waar nu Fort Honswijk is gebouwd) en Dirk Koetsier, wonende op boerderij de Schalkenberg aan de Lekdijk 48-50 hun vast- en onroerend goed in het dorp Honswijk Aan Anthonie Wijnen, rentmeester uit Culemborg als gemachtigde van Cornelius Ludovicus baron de Wijkerslooth de Weerdesteyn voor een bedrag van ƒ. 12.000-, gulden. Waarbij de totale kosten voor de baron op ƒ. 11.838,8122 gulden uitkwamen. De verkoop vond plaats bij notaris H.J. van Mariëhoff te Wijk bij Duurstede Bron: Regionaal Archief Zuid-Utrecht (RAZU), 063 (en 386), 1806, aktenummer: 1851, 26-02-1829. |
Een lange oprit voert vanaf de Lekdijk naar de achttiende-eeuwse langhuis-boerderij onder rieten wolfdak. De vrijwel symmetrische voorgevel heeft drie zesruits schuitvensters met luiken en rechts daarvan een roeden opkamervenster. Op de verdieping Zijn twee kleine roeden schuifvensters aangebracht. De kelder Wordt verlicht door twee kelderlichten, die zijn beveiligd met diefijzers en luikjes. |
De toegangsdeur bevindt zich in de rechtergevel naast een uit 1949 daterende erker. In 1953 is de linkergevel hoger opgetrokken en op gelijke hoogte met de rechtergevel gebracht. Rechts van het hoofdgebouw staat een L-vormige bak zomerhuis onder rieten zadeldak, dat in 1949 tot woning is verbouwd. In de voorgevel zit een zesruiter met luiken, waarboven een zolderlicht. De achtergevel Bron: Houten; Historische Bebouwing, O.J. Wttewaall, J.A.M Smits. Ruim 103 jaar later zou de Jean-Baptiste Louis Corneille Charles baron de Wijkerslooth de Weerdesteyn. Hij was de kleinzoon van Franciscus Johannes de baron Wijkerslooth de Weerdesteyn. Frans zijn broer Cornelius Ludovicus baron de Wijkerslooth de Weerdesteyn die 103 jaar eerder de boerderij Schalkenberg had aangekocht. De boerderij weer in particuliere handen kwam in plaats van een adellijke familie. |
Boerderij op de plek waar nu
Fort Willem II / Honswijk is gelegen
Op donderdag 26 februari 1829 vond de verkoop plaats van de twee boerderijen aan de Lekdijk in Honswijk. De boerderij die op de plek stond van het Fort Honswijk (Lekdijk nr. 58) en de boerderij aan de Lekdijk 48-50, genaamd genaamd Schalkenberg. In 1829 is de Schalkenberg het bezit van Dirk Koetsier, echtegnote van Maria van Schaik (1752-1829). Zij was eerder gehuwd op 31 oktober 1779 met Cornelis van Dijk. Uit dit huwelijk kwam 3 zonen en drie dochters. In 1829 is boerderij aan de Lekdijk nr. 58 in het bezit Hendrijn Spliet (1769-1855) en haar tweede echtgenoot Gijsbert van Dijk (1781-1829). Beide in de echt verbonden in 1808. Eerder was Henderijn Spliet gehuwd met Jan van Wijk (....-1805) in 1801. Aannemelijk is dat Corenlis van Dijk en Gijsbert van Dijk broers zijn. Al mist daar enige documenatie over on het internet. Dirk Koetsier en Henderijn Spliet zijn aan elkaar verwant als Henderijn haar tweede echtegnote Gijsbert van Dijk zijn broer Corenlis van Dijk de eerste echtenoot is van Maria van Schaik. Waarop Corenlis overlijd en Dirk Koetsier de echtgenoot van Maria van Schaik is in Honswijk. Beide verkopen de boerderijen in Honswijk aan Anthonie Wijnen voor ƒ. 10.500-, gulden. In 1841 verkoopt baron de Wijkerslooth de Weerdesteyn de boerderij aan de Lekdijk nr. 58 aan de Staat der Nederlanden. Waarop de boerderij kort daarop afgebroken werd voor de bouw van het Fort bij Honswijk. Antonie was gemachtigde voor Cornelius Ludovicus baron de Wijkerslooth de Weerdesteyn uit Warmond. De derde boerderij De Stenen Kamer of het Hoge Huisje aan de Lekdijk nr. 56 die in 197. is afgebroken door de Staat der Nederlanden. Is er van bekend dat Goijert Dirksz. van Wolfswijk in 1779 de eigenaar is. Zijn zoon Huybertus Wolfswijk (1737-1812) is na overlijden van vader de eigenaar van De Stenen Kamer. Hij huwd in 1777 met Petronella van Dijk (1745-1827). Petronella is vermoedelijk is zus van Gijsbert en Corenlis van Dijk. Uit het huwelijk van Petronella van Dijk en Huybertus Wolfswijk (Bert Wolfwijk) komen komen drie zonen en vijf dochters. Na het overlijden van Petronella van Dijk in 1827 verkochten haar twee dochters Clasina Wolfswijk (1778-1850) en Geertruide Wolswijk (1783-1855) en de jongeste zoon Gooijert Wolfswijk (1789-1864) de boerderij aan de Lekdijk nr. 56 aan Antonie Wijnen uit Culemborg de boerderij voor de verkoopsom van ƒ. 12.800-, gulden. Antonie was gemachtigde voor Cornelius Ludovicus baron de Wijkerslooth de Weerdesteyn uit Warmond. Gooijert Wolfswijk (vermoedelijke oom, Gijsbert van Dijk) die met Hednrina Spliet gehuwd was. Verkocht De Stenen Kamer (Lekdijk nr. 56) aan de baron de Wijkerslooth de Weerdesteyn in 1828. Waarop de de nazaten van zijn andere oom Corenlis van Dijk in 1829 de boerderij De Schalkenberg (Lekdijk nr. 48-50) en Lekdijk aan de boerderij nr. 58 verkochte een jaar later in 1829 aan de baron De Wijkersloot de Weerdesteyn. |
* |
Boerderij De Stenen Kamer-Het Hoge Huisje
(toenmalig) aan de Lekdijk 56
Op woensdag 29 oktober van het jaar 1828 vond ten overstaan van notaris H.J. van Mariënhoff te Wijk bij Duurstede de verkoop plaats van de boerderij De Stenen Kamer of Het Hoge Huisje aan de Lekdijk nr. 56. Godart Wolfwijk verkocht de boerderij voor de verkoopsom van ƒ. 12.800-, gulden aan Antonie Wijnen uit Culemborg. Hij was de gemachtigde van Cornelius Ludovicus baron de Wijkerslooth de Weerdesteyn uit Warmond. De werkelijke kosten bedroegen ƒ. 12.778,341/2-, gulden. De afkoop van de erfpacht bedroeg ƒ. 9.641,1/2-, gulden Bron: Regionaal Archief Zuid-Utrecht, 386. |
In 1973 nadat de Staat der Domeinen boerderij De Steenen Kamer of Hoge Woning had aangekocht. Werd de boerderij afgebroken om de veiligheid te garanderen, omdat bij het naastgelegen Fort Lunet aan De Snel het munitiedepot van Defensie was gelegen. Daar werden oude stukken munitie ontmandeld en/of afgevoerd. Met dank aan Ben van de Werf. |
Boerderij de IJsselhoeve, gelegen aan de Noord IJsseldijk 14-14a te IJsselstein
Familie stichtingen en fundaties Van Wijkerslooth
Na het overlijden van de laatste telg jonkvrouwe Ram van Schalkwijk begin negentiende eeuw. Bleef het Familiefonds Ram van Schalkwijk bestaan. Via vererving door familieleden Van Brienen van de Groote Lindt kwam het familiefonds wat later in de twintgste eeuw in handen van familieleden Michiels van Kessenich/Verduyn. Het fonds bestaat nog steeds: kijk eens op https://www.ramvanschalwijk.nl. In de stad Maastricht is een een lokaal welzijns stichting gevestigd onder de naam Stichting van wijlen Baron van Wijkerslooth van Schalkwijk. Hier naar verwijzend naar Cornulius Ludovicus baron de Wijkersloot van Schalkwijk, die bisschop van Currium en wonende in huize Duizigt in Oegstgeest. Volgens statistiekenwesbite is de stichting actief sinds het jaar 1851. Het jaar waarop de baron overleed. De Stichting heeft geen bekende website. Bron: Graydongo In Schalkwijk waar de de familiegrafkapel te vinden is aan de Jonkheer Ramweg 18 naast de R.K. Kerk van het dorp. Het beheer van de grafkapel is ondergebracht in de Stichting Grafkapel Familie de Wijkerslooth de Weerdesteyn. Bron: KVK Handelsregister In Waalre is statutaire de Familiestichting De Wijkerslooth de Weerdesteyn gevestigd. Bron: KVK Handelsregister |
Fotogalerij van vroegere eigendommen van familie De Wijkerslooth de Weerdesteyn in Wulven